Common use of Pre-mobiliteit Clause in Contracts

Pre-mobiliteit. a. Indien er sprake is van een concrete dreiging van boventalligheid voor een groep werknemers of een individuele werknemer als gevolg van één van de in artikel 3 genoemde redenen, dan treedt op basis van een door werkgever daartoe te nemen besluit, de fase van pre-mobiliteit in. Werknemer is in de pre-mobiliteitsfase in beginsel nog aan het werk in zijn functie. Artikel 4 geeft de rechten en plichten die in deze fase op de desbetreffende werknemers van toepassing zijn. Uitgangspunt is dat voorafgaand aan een reorganisatie waarin naar verwachting boventalligheid speelt, de fase van pre-mobiliteit aan de orde is. In uitzonderingsgevallen kan de werkgever na overleg met het desbetreffende medezeggenschapsorgaan besluiten dat er (bijvoorbeeld door de aard van de verandering) geen fase van pre-mobiliteit is. b. Werkgever bepaalt na overleg te hebben gehad met het desbetreffende medezeggenschapsorgaan welke (groep) werknemer(s) voor welke duur voor de pre-mobiliteit status in aanmerking komen. De pre-mobiliteitsfase kan minimaal vier tot maximaal twaalf maanden voor de beoogde invoeringsdatum van de verandering van toepassing zijn. Werkgever kan gedurende de pre-mobiliteitsfase besluiten deze fase te beëindigen, bijvoorbeeld als de beoogde vermindering van personeel is bereikt of naar verwachting zonder inzet van de middelen van de pre- mobiliteitsfase kan worden bereikt. Werkgever informeert de vakorganisaties over deze besluiten. c. In de situatie dat de beoogde invoeringsdatum van de verandering wordt uitgesteld, bepaalt werkgever na overleg met het desbetreffende medezeggenschapsorgaan of en zo ja, voor hoe lang de pre-mobiliteitsfase wordt verlengd. Werkgever informeert de vakorganisaties over dit besluit.

Pre-mobiliteit. a. Indien er sprake Het Sociaal Plan biedt een vangnet voor werknemers die rechtspositionele gevolgen ondervinden van organisatieveranderingen. Als duidelijk is dat ten gevolge van een concrete dreiging reeds voorziene organisatieverandering in het kader van boventalligheid voor Slim Fit binnen afzienbare termijn de functie of formatieplaats van één of meer werknemers binnen een groep werknemers specifiek organisatieonderdeel zal vervallen door het opheffen van functies of een individuele werknemer als gevolg van één van terugloop in formatie, maar een formele adviesaanvraag aan de in artikel 3 genoemde redenenondernemingsraad nog niet aan de orde is, dan treedt op basis van een door werkgever daartoe te nemen besluit, is de fase van pre-mobiliteit invan toepassing. Werknemer is De werkgever kan in overleg met de Ondernemingsraad besluiten de status van pre-mobiliteitsfase mobiliteit toe te kennen aan de werknemers binnen een organisatorische eenheid of in beginsel nog aan het werk in zijn een bepaalde functie. Artikel 4 geeft de rechten en plichten , die in deze fase op de desbetreffende werknemers als gevolg van toepassing zijn. Uitgangspunt is dat voorafgaand aan een reorganisatie waarin aankomende organisatieverandering naar verwachting boventalligheid speeltboventallig worden, omdat functies en/of formatieplaatsen komen te vervallen. In de fase van pre-mobiliteit aan is de orde isplanvorming over de organisatieverandering in ontwikkeling. In uitzonderingsgevallen kan Het doel van deze fase is om actief door- en uitstroom van werknemers die mogelijk boventallig worden te bevorderen in de werkgever na overleg met tijd die beschikbaar is tot het desbetreffende medezeggenschapsorgaan besluiten dat er (bijvoorbeeld door de aard formele besluit van de verandering) Raad van Bestuur, zodat in een latere fase geen of minder medewerkers boventallig worden. De fase van pre-mobiliteit is. b. Werkgever bepaalt na wordt in overleg te hebben gehad met de ondernemingsraad door de Raad van Bestuur vastgesteld en eindigt op de datum van het desbetreffende medezeggenschapsorgaan welke (groep) werknemer(s) voor welke duur voor besluit van de Raad van Bestuur inzake de organisatieverandering. De werkgever informeert de betrokken werknemers schriftelijk over de voorgenomen organisatieverandering en de fase van pre-mobiliteit status mobiliteit. Werknemers kunnen in aanmerking komen. De pre-mobiliteitsfase kan minimaal vier tot maximaal twaalf maanden voor de beoogde invoeringsdatum deze fase vrijwillig gebruik maken van de verandering mobiliteitsbevorderende maatregelen uit hoofdstuk 5 van toepassing zijnhet Algemeen Sociaal Plan, met uitzondering van artikel 5.4 (vrijstelling van arbeid). Werkgever kan gedurende Met de prebetreffende werknemers worden afspraken gemaakt en deze worden vastgelegd in een persoonlijk mobiliteitsplan. Pre-mobiliteitsfase besluiten deze fase te beëindigenmobiele werknemers zijn geen herplaatsingskandidaten en hebben dus ook geen voorrangspositie bij vacatures in passende functies, bijvoorbeeld als de beoogde vermindering van personeel is bereikt of naar verwachting zonder inzet van de middelen van de pre- mobiliteitsfase kan worden bereikt. Werkgever informeert de vakorganisaties over deze besluitenomdat zij niet formeel boventallig zijn verklaard. c. In de situatie dat de beoogde invoeringsdatum van de verandering wordt uitgesteld, bepaalt werkgever na overleg met het desbetreffende medezeggenschapsorgaan of en zo ja, voor hoe lang de pre-mobiliteitsfase wordt verlengd. Werkgever informeert de vakorganisaties over dit besluit.

Pre-mobiliteit. a. a) Indien er sprake is van een concrete dreiging van boventalligheid voor een groep werknemers medewerkers of een individuele werknemer medewerker als gevolg van één van de in artikel 3 genoemde redenen, dan treedt op basis van een door werkgever daartoe te nemen besluit, de fase van pre-mobiliteit in. Werknemer De medewerker is in de pre-mobiliteitsfase in beginsel nog aan het werk in zijn functie. Artikel 4 geeft de rechten en plichten die in deze fase op de desbetreffende werknemers medewerkers van toepassing zijn. Uitgangspunt is dat voorafgaand aan een reorganisatie waarin naar verwachting boventalligheid speelt, de fase van pre-mobiliteit aan de orde is. In uitzonderingsgevallen kan de werkgever na overleg met het desbetreffende medezeggenschapsorgaan besluiten dat er (bijvoorbeeld door de aard van de verandering) geen fase van pre-mobiliteit is. b. b) Werkgever bepaalt na overleg te hebben gehad met het desbetreffende medezeggenschapsorgaan welke (groep) werknemer(smedewerker(s) voor welke duur voor de pre-mobiliteit status in aanmerking komen. De pre-mobiliteitsfase kan minimaal vier tot maximaal twaalf maanden voor de beoogde invoeringsdatum van de verandering van toepassing zijn. Werkgever kan gedurende de pre-pre- mobiliteitsfase besluiten deze fase te beëindigen, bijvoorbeeld als de beoogde vermindering van personeel is bereikt of naar verwachting zonder inzet van de middelen van de pre- pre-mobiliteitsfase kan worden bereikt. Werkgever informeert de vakorganisaties over deze besluiten. c. c) In de situatie dat de beoogde invoeringsdatum van de verandering wordt uitgesteld, bepaalt werkgever na overleg met het desbetreffende medezeggenschapsorgaan of en zo ja, voor hoe lang de pre-mobiliteitsfase wordt verlengd. Werkgever informeert de vakorganisaties over dit besluit.