Common use of PREMIEVRIJE DEELNEMING WEGENS ARBEIDSONGESCHIKTHEID‌ Clause in Contracts

PREMIEVRIJE DEELNEMING WEGENS ARBEIDSONGESCHIKTHEID‌. Artikel 16 Premievrije deelneming‌ a. De deelnemer, die arbeidsongeschikt wordt volgens de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA) kan een verzoek bij het fonds indienen tot voortzetting van het deelnemerschap. Als het verzoek wordt ingewilligd komt de premie volgens lid 2 van dit artikel ten laste van het fonds. In dat geval wordt aan de werkgever de in lid 2 van dit artikel genoemde vrijstelling van premiebetaling verleend teneinde voortzetting van de opbouw van het ouderdomspensioen te bewerkstelligen. b. Met ingang van 1 januari 2014 wordt ten aanzien van de deelnemer die op 1 januari 2014 de status van deelnemer in de zin van artikel 7, eerste lid, onder a, b of c, van de statuten heeft, dan wel die status op of na 1 januari 2014 verkrijgt, het deelnemerschap voortgezet indien hij op de eerste ziektedag als bedoeld in artikel 629 lid 1 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek waaruit de (stijging van de) arbeidsongeschiktheid voortkomt, werknemer was in de zin van de statuten. Het bepaalde in de vorige volzin is van overeenkomstige toepassing op de deelnemer die in de maximum uitkeringstermijn / maximum-wachttijd de status van gewezen deelnemer verkrijgt voor zover de (toename van de) voor hem vastgestelde mate van arbeidsongeschiktheid direct voortkomt uit een ziekte die tijdens zijn deelnemerschap is ontstaan. De bepalingen in dit hoofdstuk vinden geen toepassing voor zover het hiervoor onder b bepaalde daarvan afwijkt. c. Het fonds neemt ten aanzien van de (gewezen) deelnemer als bedoeld onder b bij de toepassing van dit hoofdstuk de regels van het ‘Convenant over dekking van arbeidsongeschiktheidspensioen en premievrijstelling in pensioenregelingen’(het Convenant) in aanmerking. Een deel van deze regels is niet uitdrukkelijk in dit reglement opgenomen. 2. De mate van premievrije deelneming als bedoeld in onderhavig artikel is afhankelijk van de mate van arbeidsongeschiktheid. De mate van arbeidsongeschiktheid is het percentage waarvoor de (gewezen) deelnemer op grond van de WIA arbeidsongeschikt is verklaard. De volgende indeling wordt aangehouden: 65 - 100% 60% 45 - 65% 30% 35 - 45% 15% 0 - 35% 0% Bij wijziging van de mate van arbeidsongeschiktheid wordt het percentage van de premievrijstelling zonodig opnieuw bepaald. 3. Zolang de deelnemer arbeidsongeschikt is wordt de premie behorende bij de mate van premievrije deelneming geacht aan het fonds te zijn betaald. 4. De premie als bedoeld in het vorige lid wordt berekend naar de pensioengrondslag, die gold onmiddellijk voor de ingangsdatum van de intiële premievrije deelneming bij het fonds. Van de pensioengrondslag bedoeld in de vorige volzin wordt niet meer in aanmerking genomen dan het bedrag van de pensioengrondslag, die voor de deelnemer volgens onderdeel II, artikel 8 zou hebben gegolden, indien deze grondslag zou zijn vastgesteld op basis van een loonbedrag, dat als volgt wordt verkregen: a. uitgegaan wordt van het tot een jaarbedrag herleide loon, waarvan zou zijn uitgegaan als de pensioengrondslag van de deelnemer onmiddellijk voor het begin van de maximum-uitkeringstermijn zou zijn vastgesteld; b. vervolgens wordt het onder a bedoelde loonbedrag verhoogd met het percentage, dat verkregen wordt door het percentage, waarmee het indexcijfer nadien is gestegen, te verhogen met 10. Op de pensioengrondslag wordt, zolang de premievrije deelneming voortduurt, op de eerste januari van elk jaar een toeslag verleend op basis van het bepaalde in artikel 32. 5. Voor de deelnemer die een recht heeft op premievrije deelneming ingevolge Xxxxxxxxx XX wordt bij een toename van de arbeidsongeschiktheid, die recht geeft op een premievrije deelneming volgens het in dit hoofdstuk bepaalde, voor die voortzetting uitgegaan van de pensioengrondslag die met inachtneming van de eerste volzin van dit lid geacht kan worden per 1 januari 2006 te gelden en welke vanaf deze datum tot het moment van de wijziging van de mate van arbeidsongeschiktheid is aangepast overeenkomstig artikel 32. 6. De aanspraken en pensioenen, waarop de premievrije deelneming recht geeft, worden vastgesteld op basis van de pensioengrondslag bedoeld in het vierde lid. 7. Het bestuur is bevoegd om, indien gewenst onder door haar te stellen voorwaarden, te bepalen, dat de premie behorende bij de mate van premievrije deelneming geacht wordt aan het fonds te zijn betaald vanaf de datum waarop de deelneming was geëindigd voor een gewezen deelnemer, die: a. arbeidsongeschikt was op de datum waarop zijn deelneming in het fonds was geëindigd en b. arbeidsongeschikt is gebleven - tot het bereiken van de maximum-uitkeringstermijn /maximum-wachttijd en op dat tijdstip ten minste 35% arbeidsongeschikt blijkt te zijn, of - tot zijn overlijden vóór het bereiken van de maximum-uitkeringstermijn/maximum-wachttijd. 8. Bij toepassing van het bepaalde in het vorige lid wordt: a. de gewezen deelnemer, die overlijdt vóór het einde van de maximum- uitkeringstermijn, geacht van het einde van zijn verplichte deelneming tot zijn overlijden volledig arbeidsongeschikt te zijn geweest; b. de gewezen deelnemer, die de maximum-uitkeringstermijn bereikt, geacht vanaf het einde van de verplichte deelneming in dezelfde mate arbeidsongeschikt te zijn geweest als hij bij het bereiken van de maximum-uitkeringstermijn blijkt te zijn.

Appears in 2 contracts

Samples: Pensioenreglement, Pensioenreglement

PREMIEVRIJE DEELNEMING WEGENS ARBEIDSONGESCHIKTHEID‌. Artikel 16 Premievrije deelneming‌ a. De deelnemer, die arbeidsongeschikt wordt volgens de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA) kan een verzoek bij het fonds indienen tot voortzetting van het deelnemerschap. Als het verzoek wordt ingewilligd komt de premie volgens lid 2 van dit artikel ten laste van het fonds. In dat geval wordt aan de werkgever de in lid 2 van dit artikel genoemde vrijstelling van premiebetaling verleend teneinde voortzetting van de opbouw van het ouderdomspensioen te bewerkstelligen. b. Met ingang van 1 januari 2014 wordt ten aanzien van de deelnemer die op 1 januari 2014 de status van deelnemer in de zin van artikel 7, eerste lid, onder a, b of c, van de statuten heeft, dan wel die status op of na 1 januari 2014 verkrijgt, het deelnemerschap voortgezet indien hij op de eerste ziektedag als bedoeld in artikel 629 lid 1 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek waaruit de (stijging van de) arbeidsongeschiktheid voortkomt, werknemer was in de zin van de statuten. Het bepaalde in de vorige volzin is van overeenkomstige toepassing op de deelnemer die in de maximum uitkeringstermijn / maximum-wachttijd de status van gewezen deelnemer verkrijgt voor zover de (toename van de) voor hem vastgestelde mate van arbeidsongeschiktheid direct voortkomt uit een ziekte die tijdens zijn deelnemerschap is ontstaan. De bepalingen in dit hoofdstuk vinden geen toepassing voor zover het hiervoor onder b bepaalde daarvan afwijkt. c. Het fonds neemt ten aanzien van de (gewezen) deelnemer als bedoeld onder b bij de toepassing van dit hoofdstuk de regels van het ‘Convenant over dekking van arbeidsongeschiktheidspensioen en premievrijstelling in pensioenregelingen’(het Convenant) in aanmerking. Een deel van deze regels is niet uitdrukkelijk in dit reglement opgenomen. 2. De mate van premievrije deelneming als bedoeld in onderhavig artikel is afhankelijk van de mate van arbeidsongeschiktheid. De mate van arbeidsongeschiktheid is het percentage waarvoor de (gewezen) deelnemer op grond van de WIA arbeidsongeschikt is verklaard. De volgende indeling wordt aangehouden: 65 - 100% 60% 45 - 65% 30% 35 - 45% 15% 0 - 35% 0% Bij wijziging van de mate van arbeidsongeschiktheid wordt het percentage van de premievrijstelling zonodig opnieuw bepaald. 3. Zolang de deelnemer arbeidsongeschikt is wordt de premie behorende bij de mate van premievrije deelneming geacht aan het fonds te zijn betaald. 4. De premie als bedoeld in het vorige lid wordt berekend naar de pensioengrondslag, die gold onmiddellijk voor de ingangsdatum van de intiële initiële premievrije deelneming bij het fonds. Van de pensioengrondslag bedoeld in de vorige volzin wordt niet meer in aanmerking genomen dan het bedrag van de pensioengrondslag, die voor de deelnemer volgens onderdeel II, artikel 8 zou hebben gegolden, indien deze grondslag zou zijn vastgesteld op basis van een loonbedrag, dat als volgt wordt verkregen: a. uitgegaan wordt van het tot een jaarbedrag herleide loon, waarvan zou zijn uitgegaan als de pensioengrondslag van de deelnemer onmiddellijk voor het begin van de maximum-uitkeringstermijn zou zijn vastgesteld; b. vervolgens wordt het onder a bedoelde loonbedrag verhoogd met het percentage, dat verkregen wordt door het percentage, waarmee het indexcijfer nadien is gestegen, te verhogen met 10. Op de pensioengrondslag wordt, zolang de premievrije deelneming voortduurt, op de eerste januari van elk jaar een toeslag verleend op basis van het bepaalde in artikel 32. 5. Voor de deelnemer die een recht heeft op premievrije deelneming ingevolge Xxxxxxxxx XX wordt bij een toename van de arbeidsongeschiktheid, die recht geeft op een premievrije deelneming volgens het in dit hoofdstuk bepaalde, voor die voortzetting uitgegaan van de pensioengrondslag die met inachtneming van de eerste volzin van dit lid geacht kan worden per 1 januari 2006 te gelden en welke vanaf deze datum tot het moment van de wijziging van de mate van arbeidsongeschiktheid is aangepast overeenkomstig artikel 32. 6. De aanspraken en pensioenen, waarop de premievrije deelneming recht geeft, worden vastgesteld op basis van de pensioengrondslag bedoeld in het vierde lid. 7. Het bestuur is bevoegd om, indien gewenst onder door haar te stellen voorwaarden, te bepalen, dat de premie behorende bij de mate van premievrije deelneming geacht wordt aan het fonds te zijn betaald vanaf de datum waarop de deelneming was geëindigd voor een gewezen deelnemer, die: a. arbeidsongeschikt was op de datum waarop zijn deelneming in het fonds was geëindigd en b. arbeidsongeschikt is gebleven - tot het bereiken van de maximum-uitkeringstermijn /maximum-wachttijd en op dat tijdstip ten minste 35% arbeidsongeschikt blijkt te zijn, of - tot zijn overlijden vóór het bereiken van de maximum-uitkeringstermijn/maximum-wachttijd. 8. Bij toepassing van het bepaalde in het vorige lid wordt: a. de gewezen deelnemer, die overlijdt vóór het einde van de maximum- uitkeringstermijn, geacht van het einde van zijn verplichte deelneming tot zijn overlijden volledig arbeidsongeschikt te zijn geweest; b. de gewezen deelnemer, die de maximum-uitkeringstermijn bereikt, geacht vanaf het einde van de verplichte deelneming in dezelfde mate arbeidsongeschikt te zijn geweest als hij bij het bereiken van de maximum-uitkeringstermijn blijkt te zijn.

Appears in 1 contract

Samples: Pensioenreglement

PREMIEVRIJE DEELNEMING WEGENS ARBEIDSONGESCHIKTHEID‌. Artikel 16 Premievrije deelneming‌ a. De deelnemer, die arbeidsongeschikt wordt volgens de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA) kan een verzoek bij het fonds indienen tot voortzetting van het deelnemerschap. Als het verzoek wordt ingewilligd komt de premie volgens lid 2 van dit artikel ten laste van het fonds. In dat geval wordt aan de werkgever de in lid 2 van dit artikel genoemde vrijstelling van premiebetaling verleend teneinde voortzetting van de opbouw van het ouderdomspensioen te bewerkstelligen. b. Met ingang van 1 januari 2014 wordt ten aanzien van de deelnemer die op 1 januari 2014 de status van deelnemer in de zin van artikel 7, eerste lid, onder a, b of c, c van de statuten heeft, dan wel die status op of na 1 januari 2014 verkrijgt, het deelnemerschap voortgezet indien hij op de eerste ziektedag als bedoeld in artikel 629 lid 1 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek waaruit de (stijging van de) arbeidsongeschiktheid voortkomt, werknemer was in de zin van de statuten. Het bepaalde in de vorige volzin is van overeenkomstige toepassing op de deelnemer die in de maximum uitkeringstermijn / maximum-wachttijd de status van gewezen deelnemer verkrijgt voor zover de (toename van de) voor hem vastgestelde mate van arbeidsongeschiktheid direct voortkomt uit een ziekte die tijdens zijn deelnemerschap is ontstaan. De bepalingen in dit hoofdstuk vinden geen toepassing voor zover het hiervoor onder b bepaalde daarvan afwijkt. c. Het fonds neemt ten aanzien van de (gewezen) deelnemer als bedoeld onder b bij de toepassing van dit hoofdstuk de regels van het ‘Convenant over dekking van arbeidsongeschiktheidspensioen en premievrijstelling in pensioenregelingen’(het Convenant) in aanmerking. Een deel van deze regels is niet uitdrukkelijk in dit reglement opgenomen. 2. De mate van premievrije deelneming als bedoeld in onderhavig artikel is afhankelijk van de mate van arbeidsongeschiktheid. De mate van arbeidsongeschiktheid is het percentage waarvoor de (gewezen) deelnemer op grond van de WIA arbeidsongeschikt is verklaard. De volgende indeling wordt aangehouden: 65 - 100% 60% 45 - 65% 30% 35 - 45% 15% 0 - 35% 0% Bij wijziging van de mate van arbeidsongeschiktheid wordt het percentage van de premievrijstelling zonodig opnieuw bepaald. 3. Zolang de deelnemer arbeidsongeschikt is wordt de premie behorende bij de mate van premievrije deelneming geacht aan het fonds te zijn betaald. 4. De premie als bedoeld in het vorige lid wordt berekend naar de pensioengrondslag, die gold onmiddellijk voor de ingangsdatum van de intiële premievrije deelneming bij het fonds. Van de pensioengrondslag bedoeld in de vorige volzin wordt niet meer in aanmerking genomen dan het bedrag van de pensioengrondslag, die voor de deelnemer volgens onderdeel II, artikel 8 zou hebben gegolden, indien deze grondslag zou zijn vastgesteld op basis van een loonbedrag, dat als volgt wordt verkregen: a. uitgegaan wordt van het tot een jaarbedrag herleide loon, waarvan zou zijn uitgegaan als de pensioengrondslag van de deelnemer onmiddellijk voor het begin van de maximum-uitkeringstermijn zou zijn vastgesteld; b. vervolgens wordt het onder a bedoelde loonbedrag verhoogd met het percentage, dat verkregen wordt door het percentage, waarmee het indexcijfer nadien is gestegen, te verhogen met 10. Op de pensioengrondslag wordt, zolang de premievrije deelneming voortduurt, op de eerste januari van elk jaar een toeslag verleend op basis van het bepaalde in artikel 32. 5. Voor de deelnemer die een recht heeft op premievrije deelneming ingevolge Xxxxxxxxx XX wordt bij een toename van de arbeidsongeschiktheid, die recht geeft op een premievrije deelneming volgens het in dit hoofdstuk bepaalde, voor die voortzetting uitgegaan van de pensioengrondslag die met inachtneming van de eerste volzin van dit lid geacht kan worden per 1 januari 2006 te gelden en welke vanaf deze datum tot het moment van de wijziging van de mate van arbeidsongeschiktheid is aangepast overeenkomstig artikel 32. 6. De aanspraken en pensioenen, waarop de premievrije deelneming recht geeft, worden vastgesteld op basis van de pensioengrondslag bedoeld in het vierde lid. 7. Het bestuur is bevoegd om, indien gewenst onder door haar te stellen voorwaarden, te bepalen, dat de premie behorende bij de mate van premievrije deelneming geacht wordt aan het fonds te zijn betaald vanaf de datum waarop de deelneming was geëindigd voor een gewezen deelnemer, die: a. arbeidsongeschikt was op de datum waarop zijn deelneming in het fonds was geëindigd en b. arbeidsongeschikt is gebleven - tot het bereiken van de maximum-uitkeringstermijn /maximum-wachttijd en op dat tijdstip ten minste 35% arbeidsongeschikt blijkt te zijn, of - tot zijn overlijden vóór het bereiken van de maximum-uitkeringstermijn/maximum-wachttijd. 8. Bij toepassing van het bepaalde in het vorige lid wordt: a. de gewezen deelnemer, die overlijdt vóór het einde van de maximum- uitkeringstermijn, geacht van het einde van zijn verplichte deelneming tot zijn overlijden volledig arbeidsongeschikt te zijn geweest; b. de gewezen deelnemer, die de maximum-uitkeringstermijn bereikt, geacht vanaf het einde van de verplichte deelneming in dezelfde mate arbeidsongeschikt te zijn geweest als hij bij het bereiken van de maximum-uitkeringstermijn blijkt te zijn.

Appears in 1 contract

Samples: Pensioenreglement

PREMIEVRIJE DEELNEMING WEGENS ARBEIDSONGESCHIKTHEID‌. Artikel 16 Premievrije deelneming‌ a. De deelnemer, die arbeidsongeschikt wordt volgens de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA) kan een verzoek bij het fonds indienen tot voortzetting van het deelnemerschap. Als het verzoek wordt ingewilligd komt de premie volgens lid 2 van dit artikel ten laste van het fonds. In dat geval wordt aan de werkgever de in lid 2 van dit artikel genoemde vrijstelling van premiebetaling verleend teneinde voortzetting van de opbouw van het ouderdomspensioen te bewerkstelligen. b. Met ingang van 1 januari 2014 wordt ten aanzien van de deelnemer die op 1 januari 2014 de status van deelnemer in de zin van artikel 7, eerste lid, onder a, b of c, c van de statuten heeft, dan wel die status op of na 1 januari 2014 verkrijgt, het deelnemerschap voortgezet indien hij op de eerste ziektedag als bedoeld in artikel 629 lid 1 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek waaruit de (stijging van de) arbeidsongeschiktheid voortkomt, werknemer was in de zin van de statuten. Het bepaalde in de vorige volzin is van overeenkomstige toepassing op de deelnemer die in de maximum uitkeringstermijn / maximum-wachttijd de status van gewezen deelnemer verkrijgt voor zover de (toename van de) voor hem vastgestelde mate van arbeidsongeschiktheid direct voortkomt uit een ziekte die tijdens zijn deelnemerschap is ontstaan. De bepalingen in dit hoofdstuk vinden geen toepassing voor zover het hiervoor onder b bepaalde daarvan afwijkt. c. Het fonds neemt ten aanzien van de (gewezen) deelnemer als bedoeld onder b bij de toepassing van dit hoofdstuk de regels van het ‘Convenant over dekking van arbeidsongeschiktheidspensioen en premievrijstelling in pensioenregelingen’(het Convenant) in aanmerking. Een deel van deze regels is niet uitdrukkelijk in dit reglement opgenomen. 2. De mate van premievrije deelneming als bedoeld in onderhavig artikel is afhankelijk van de mate van arbeidsongeschiktheid. De mate van arbeidsongeschiktheid is het percentage waarvoor de (gewezen) deelnemer op grond van de WIA arbeidsongeschikt is verklaard. De volgende indeling wordt aangehouden: 65 - 100% 60% 45 - 65% 30% 35 - 45% 15% 0 - 35% 0% Bij wijziging van de mate van arbeidsongeschiktheid wordt het percentage van de premievrijstelling zonodig opnieuw bepaald. 3. Zolang de deelnemer arbeidsongeschikt is wordt de premie behorende bij de mate van premievrije deelneming geacht aan het fonds te zijn betaald. 4. De premie als bedoeld in het vorige lid wordt berekend naar de pensioengrondslag, die gold onmiddellijk voor de ingangsdatum van de intiële initiële premievrije deelneming bij het fonds. Van de pensioengrondslag bedoeld in de vorige volzin wordt niet meer in aanmerking genomen dan het bedrag van de pensioengrondslag, die voor de deelnemer volgens onderdeel II, artikel 8 zou hebben gegolden, indien deze grondslag zou zijn vastgesteld op basis van een loonbedrag, dat als volgt wordt verkregen: a. uitgegaan wordt van het tot een jaarbedrag herleide loon, waarvan zou zijn uitgegaan als de pensioengrondslag van de deelnemer onmiddellijk voor het begin van de maximum-uitkeringstermijn zou zijn vastgesteld; b. vervolgens wordt het onder a bedoelde loonbedrag verhoogd met het percentage, dat verkregen wordt door het percentage, waarmee het indexcijfer nadien is gestegen, te verhogen met 10. Op de pensioengrondslag wordt, zolang de premievrije deelneming voortduurt, op de eerste januari van elk jaar een toeslag verleend op basis van het bepaalde in artikel 32. 5. Voor de deelnemer die een recht heeft op premievrije deelneming ingevolge Xxxxxxxxx XX wordt bij een toename van de arbeidsongeschiktheid, die recht geeft op een premievrije deelneming volgens het in dit hoofdstuk bepaalde, voor die voortzetting uitgegaan van de pensioengrondslag die met inachtneming van de eerste volzin van dit lid geacht kan worden per 1 januari 2006 te gelden en welke vanaf deze datum tot het moment van de wijziging van de mate van arbeidsongeschiktheid is aangepast overeenkomstig artikel 32. 6. De aanspraken en pensioenen, waarop de premievrije deelneming recht geeft, worden vastgesteld op basis van de pensioengrondslag bedoeld in het vierde lid. 7. Het bestuur is bevoegd om, indien gewenst onder door haar te stellen voorwaarden, te bepalen, dat de premie behorende bij de mate van premievrije deelneming geacht wordt aan het fonds te zijn betaald vanaf de datum waarop de deelneming was geëindigd voor een gewezen deelnemer, die: a. arbeidsongeschikt was op de datum waarop zijn deelneming in het fonds was geëindigd en b. arbeidsongeschikt is gebleven - tot het bereiken van de maximum-uitkeringstermijn /maximum-wachttijd en op dat tijdstip ten minste 35% arbeidsongeschikt blijkt te zijn, of - tot zijn overlijden vóór het bereiken van de maximum-uitkeringstermijn/maximum-wachttijd. 8. Bij toepassing van het bepaalde in het vorige lid wordt: a. de gewezen deelnemer, die overlijdt vóór het einde van de maximum- uitkeringstermijn, geacht van het einde van zijn verplichte deelneming tot zijn overlijden volledig arbeidsongeschikt te zijn geweest; b. de gewezen deelnemer, die de maximum-uitkeringstermijn bereikt, geacht vanaf het einde van de verplichte deelneming in dezelfde mate arbeidsongeschikt te zijn geweest als hij bij het bereiken van de maximum-uitkeringstermijn blijkt te zijn.

Appears in 1 contract

Samples: Pensioenreglement