PROCEDURE AANVRAAG Voorbeeldclausules

PROCEDURE AANVRAAG. 3.1 Bij foutieve vaststellingen wordt de licentie of de aanvraag ingetrokken.
PROCEDURE AANVRAAG. Uitbetaling Alle subsidieaanvragen worden behandeld door de stedelijke sport- dienst, daarin bijgestaan door een comité van de stedelijke sportraad, bestaande uit de voorzitter, de ondervoorzitter en vier andere leden van de raad van bestuur. Deze vier leden kunnen verschillend zijn naarge- lang het gaat om subsidieaanvragen voor sportmanifestaties, dan wel om subsidieaanvragen voor sportinfrastructuurprojecten. Voor wat betreft de aanvraagprocedures gelden volgende bepalingen: 1. Sportmanifestaties: Het indienen van een subsidieaanvraag moet minstens één maand voor de datum waarop de manifestatie plaatsvindt, gebeuren. Een vereniging die minder dan een maand vooraf haar aanvraag in- dient, kan slechts maximum 50 % van de normaal toegekende subsidie ontvangen. De sportpromotionele manifestaties moeten geëvalueerd worden. De evaluatie moet uiterlijk één maand na afloop bezorgd worden aan de sportdienst. Het niet tijdig indienen van de evaluatie kan ertoe leiden dat de betrokken vereniging minder subsidies ontvangt. 2. Sportinfrastructuurprojecten: Het indienen van een subsidieaanvraag moet uiterlijk tegen 1 oktober van het jaar voorafgaand aan het jaar waarin de subsidie wordt toege- kend, gebeuren. De aanvraag omvat: - een beschrijving en motivering van het geplande project, - een schatting van de timing van uitvoering, - een raming van de kostprijs, gestaafd door één of meer offerten, - (desgevallend) foto’s en/of plannen. Voor het subsidiejaar 2015 geldt bij wijze van overgang 15 februari 2015 als uiterste datum voor indiening. A.

Related to PROCEDURE AANVRAAG

  • Aanvraagprocedure De betrokken werknemersorganisatie zullen jaarlijks in november aan een werknemer die lid is van een vakorganisatie en heeft ingestemd met het verrekenen van de in dat jaar betaalde contributie een verklaring afgeven dat deze werknemer lid is van de werknemersorganisatie. In deze verklaring staan naam, adres, woonplaats, vestiging van bedrijf en de hoogte van de werkelijk betaalde contributie van dat betreffende kalenderjaar. De werknemer dient schriftelijk te verklaren door middel van het bijgevoegde declaratieformulier dat hij afstand doet van een deel van zijn loon van december, welk deel gelijk is aan de vergoeding voor de kosten die de werknemer in het betreffende kalenderjaar betaalt aan de werknemersorganisatie. Om aanspraak te kunnen maken op een vergoeding van de lidmaatschapskosten dient de werknemer uiterlijk op 25 november van het betreffende kalenderjaar het declaratieformulier en de verklaring van de betrokken werknemersorganisatie aan de werkgever te overleggen. Overschrijding van genoemde datum leidt tot uitsluiting van deelname.

  • Procedure na beëindiging A.4.1 Partijen zijn over en weer verplicht om na beëindiging van de Overeenkomst enig goed waarvan de andere Partij eigenaar of rechthebbende is en die bij de ene Partij in bezit is, onverwijld terug in het bezit te brengen van de andere Partij. Bepaalde goederen, zoals gegevens(dragers), kunnen ook worden gewist of vernietigd in plaats van teruggegeven, indien de rechthebbende partij daar Schriftelijk toestemming voor heeft gegeven.

  • Klachtenprocedure 1. Klachten over de uitvoering van de Overeenkomst moeten Schriftelijk, volledig en duidelijk omschreven worden ingediend bij de Ondernemer. De Ouder moet de klacht indienen binnen bekwame tijd nadat hij het gebrek in prestatie heeft ontdekt of redelijkerwijze had behoren te ontdekken, waarbij een klacht binnen een termijn van twee maanden na ontdekking tijdig is.

  • Beroepsprocedure 1. Indien een werknemer het niet of niet meer eens is met de beschrijving van de functie waarin hij is aangesteld en/of bezwaar heeft tegen zijn functie-indeling in een der loonschalen genoemd in artikel 25, dient hij te streven naar een oplossing van het bezwaar langs normale wegen van overleg, als weergegeven in bijlage I.

  • Wettelijke indeplaatsstelling Artikel 17. De koper doet afstand van de wettelijke indeplaatsstelling die in zijn voordeel bestaat krachtens artikel 5.220, 3° van het Burgerlijk Wetboek, en geeft volmacht aan de ingeschreven schuldeisers, aan de medewerkers van de notaris en aan alle belanghebbenden, gezamenlijk of afzonderlijk handelend, om opheffing te verlenen en om de doorhaling te vorderen van alle inschrijvingen, overschrijvingen en randmeldingen die, ondanks zijn afstand, in zijn voordeel zouden bestaan ingevolge voormelde indeplaatsstelling.