Profylactisch verlof Voorbeeldclausules

Profylactisch verlof. Een werkneemster kan profylactisch verlof opnemen, als zij borst- voeding geeft of als zij tijdens of na haar zwangerschap omwille van het risico voor haar gezondheidstoestand niet meer mag werken of althans niet op de post waar ze normaal tewerkgesteld wordt. Als zij bijgevolg tijdelijk een andere job uitoefent, dan moet de werk- gever het loon voor dat werk uitbetalen. Is er een loonverschil, dan wordt het loon voor de tijdelijke job bijgepast door een vergoeding. Bij een schorsing van de arbeidsovereenkomst wegens profylactisch verlof, heeft zij geen recht op loon. Zij ontvangt dan een vergoeding van 90 % van haar begrensd brutoloon. Beide vergoedingen zijn ten laste van het ziekenfonds.
Profylactisch verlof. Zodra de werkgever in kennis is gesteld van de toestand van de werkneemster, moet hij nagaan of tijdens de risicoanalyse de werkpost wordt beschouwd als een risicopost. Is dit het geval, dan staat de zwangere werkneemster onder het gezondheidstoezicht van de arbeidsarts. De werkgever bezorgt het formulier ‘verzoek om gezondheidstoezicht over de werknemers’ en verwittigt tegelijkertijd de arbeidsarts. De werkneemster zal onderworpen worden aan een geneeskundig onderzoek, meer bepaald het gezondheidstoezicht zoals geregeld in het K.B. 28 mei 2003 betreffende het gezondheidstoezicht op werknemers. De arbeidsarts kan van oordeel zijn dat: - de werkneemster voldoende geschikt is om haar activiteiten zondermeer voort te zetten; - de werkneemster voldoende geschikt is; o om haar activiteiten verder te zetten onder de door hem/haar bepaalde voorwaarden; o om een voorgestelde nieuwe activiteit te verrichten voor een door hem/haar te bepalen duur; - de werkneemster ongeschikt is: o om haar activiteiten verder te zetten voor een door hem/haar te bepalen duur; o om de voorgestelde nieuwe activiteit te verrichten voor een door hem/haar te bepalen duur en dient verwijderd te worden. - de werkneemster met ziekteverlof moet worden gezonden wegens een aandoening die geen verband houdt met de zwangerschap of de lactatie. Het onderzoek door de arbeidsarts mag evenwel niet worden afgewacht wanneer het personeelslid arbeid verricht die als ‘uiteraard gevaarlijke arbeid’ wordt beschouwd en als dusdanig is opgenomen in Bijlage II van het Koninklijk Besluit van 2 mei 1995. Het gaat onder meer om gevallen waarin de werkneemster: - arbeid uitvoert waardoor zij in contact komt met giftige producten of blootgesteld wordt aan ioniserende stralingen; - gedurende de laatste drie maanden van de zwangerschap zware lasten moet tillen; - moet werken in temperaturen boven 30°; - tijdens de 9e en 10e week na de bevalling zware lasten moet tillen. In die situaties is de tewerkstellende overheid ertoe gehouden onmiddellijk de nodige maatregelen te treffen. Vervolgens moet de werkneemster onderzocht worden door de arbeidsarts. Die kan dan eventueel achteraf de maatregelen die de werkgever ‘algemeen’ nam, aanpassen aan het specifiek geval van bedoelde werkneemster. Het advies van de arbeidsarts tot werkverwijdering is bindend voor de werkgever. De contractuele werkneemster die tijdens de zwangerschap of de lactatieperidoe (periode van borstvoeding) omwille van een mogelijke risicoblootstelling ha...

Related to Profylactisch verlof

  • Palliatief verlof Palliatief verlof (verzorgend verlof in het kader van stervensbegeleiding) is van toepassing bij ziekte van een kind, partner of huisgeno(o)t(e) van de werknemer of een andere verzorgingsbehoevende voor wie de werknemer de feitelijke verzorging heeft. Aan de werknemer wordt palliatief verlof verleend zonder behoud van loon. De duur van het verlof wordt in overleg tussen werkgever en werknemer vastgelegd. Deze zal voldoende dienen te zijn om de eerste opvang te geven en een meer duurzame oplossing te zoeken en mag in totaal niet meer bedragen dan tien dagen per jaar. Het werkgeversgedeelte van de pensioenpremie wordt door de werkgever afgedragen als ware de werknemer normaal werkzaam in het bedrijf.

  • Kortdurend zorgverlof De werknemer heeft recht op verlof voor de noodzakelijke verzorging in verband met ziekte van:

  • Levensloopregeling De werknemer overlegt met zijn leidinggevende voordat hij het gespaarde verlof uit de levensloopregeling opneemt. De werkgever kan zich verzetten tegen het moment van het opnemen op grond van zwaarwegend bedrijfs- of dienstbelang. Uitzondering hierop vormt ouderschapsverlof, zoals opgenomen in de Wet Arbeid en Zorg. De werkgever geeft de werknemer schriftelijk uitsluitsel binnen één maand, nadat hij het verzoek van de werknemer heeft ontvangen.

  • Langdurend zorgverlof In afwijking van en in aanvulling op het bepaalde in hoofdstuk 5 van de Wet Arbeid en Zorg gelden voor de werknemer die van het recht op langdurend zorgverlof gebruik wil maken onderstaande bepalingen: