Rapport en niet-methodegebonden toetsen Voorbeeldclausules

Rapport en niet-methodegebonden toetsen. Het rapport is een communicatiemiddel tussen ouders, kinderen en school. Het geeft een beeld van de evolutie van het kind op het vlak van kennis, vaardigheden, werkgewoonten en gedragingen. Het schooljaar wordt verdeeld in drie rapportperiodes: - periode 1: van september tot tweede helft november Het rapport gaat mee in de tweede helft van november. - periode 2: van eind november tot begin maart Het rapport gaat begin maart mee. - periode 3: van begin maart tot einde schooljaar Het gaat rapport gaat mee in de laatste week van het schooljaar. De data van de rapportavond vind je in bijlage 3. De kennis wordt getoetst d.m.v. schriftelijke en/of mondelinge overhoringen, waarbij de schriftelijke ter ondertekening meegegeven worden. Dit gebeurt steeds op vrijdag. Aan de hand van deze resultaten kan u per periode terugvinden op welk niveau uw kind zich bevindt. Vaardigheden, werkgewoonten en gedragingen: De beoordeling van vaardigheden, werkgewoonten en gedragingen ontstaat door observatie. Deze beoordeling wordt weergegeven door middel van omschrijving, een quotering, een smiley of een letter. Het eerste leerjaar werkt met een doelstellingenrapport. Vanaf het 2e leerjaar werkt onze school met een puntenrapport. Van de ouders wordt verwacht dat ze het rapport telkens handtekenen. Het dient getekend te worden en meegegeven naar de school op een afgesproken moment (handtekening of paraaf). Naast het rapport is er ook steeds de mogelijkheid tot een gesprek met de groepsleraar of vakleerkracht. Er zijn zowel voor kleuter als voor lager twee verplichte oudercontacten. Een derde oudercontact is facultatief. De school geeft dit duidelijk aan in hun brief betreffende de oudercontacten. In de loop van het schooljaar worden er zowel in de kleuterschool (2de en 3de kleuterklas) als in de lagere school, niet-methodegebonden toetsen afgenomen bij de leerlingen. Deze toetsen worden gebruikt om na te gaan waar het kind staat ten opzichte van de leeftijdsgroep, maar ook om na te gaan waar de klasleerkracht extra aandacht aan moet geven in de klas. Omdat deze toetsen niet gebruikt worden als evaluatiemiddel, bijvoorbeeld om te bepalen of een kind al dan niet door mag gaan naar een volgende klas, opteren wij ervoor om deze toetsen enkel door de betrokken leerkracht(en), zorgcoördinator en directie te laten inkijken. Een analyse van deze afgenomen toetsen kan uiteraard wel toegelicht worden tijdens een oudercontact.
Rapport en niet-methodegebonden toetsen. Het rapport is een communicatiemiddel tussen ouders, kinderen en school. Het geeft een beeld van de evolutie van het kind op het vlak van kennis, vaardigheden, werkgewoonten en gedragingen. - Met schriftelijke en/of mondelinge overhoringen toetsen we de kennis. We geven de schriftelijke toetsen ter ondertekening mee. De resultaten hiervan vind je op het puntenrapport. - Op basis van observaties beoordelen we vaardigheden, werkgewoonten en gedragingen. De resultaten hiervan vind je terug op een waardeschaal in het 2de deel van het rapport. In het 1ste leerjaar werken we met een doelstellingenrapport. Vanaf het 2de leerjaar werken we met een puntenrapport. We geven 3 keer per jaar een rapport: - 1 tijdens het 1ste trimester (kerstvakantie) - Vlak voor de paasvakantie; - Op het einde van het schooljaar. De klasleerkracht en de directeur ondertekenen het rapport. Als ouder onderteken je het rapport ook en bezorg je het de eerstvolgende schooldag via je kind terug aan de klasleerkracht (uitgezonderd op het einde van het schooljaar). Je kan de klasleerkracht of vakleerkracht ook spreken tijdens het oudercontact of een afspraak voor een gesprek vragen. Oudercontacten lagere school : week voor Kerst- en Paasvakantie Voor het 1ste leerjaar voorzien we een feedbackrapport rond de periode van Allerheiligen. Indien nodig gebeurt er dan ook een terugkoppeling naar de ouders.

Related to Rapport en niet-methodegebonden toetsen

  • Bij welke conflicten heeft u recht op juridische hulp? U heeft recht op juridische hulp als u deelneemt aan het verkeer en een conflict heeft doordat een van de volgende gebeurtenissen plaatsvindt. a. Iemand maakt een verkeersfout waardoor u schade heeft of gewond raakt. b. Xxxxxx maakt een andere fout waardoor uw vervoermiddel beschadigd raakt of waardoor u gewond raakt. Bijvoorbeeld schade aan uw auto doordat iemand de wasstraat niet goed heeft afgesteld. Of als u een ongeval krijgt door een reparatie die de garage niet goed heeft uitgevoerd. c. Wordt u vervolgd voor ‘dood door schuld’ of ‘letsel door schuld’? Xxx krijgt u direct juridische hulp van ons. In hoofdstuk 12 van de algemene regels leest u de voorwaarden voor onze hulp in strafbare zaken. d. De overheid neemt u uw rijbewijs af omdat de overheid vindt dat u niet meer geschikt bent om te rijden. En de overheid doet dit niet met een strafzaak.