Residentiële installaties Voorbeeldclausules

Residentiële installaties. Residentiële installaties zijn PV-installaties van cat. 1 op het dak van een gezin, en waar het gezin zelf heeft geïnvesteerd in de PV-installatie. Deze investering wordt terugbetaald via een daling van de stroomfactuur en inkomsten uit GSC. We maken in het vervolg van deze studie een onderscheid tussen het in 2006- 2012 veronderstelde verdienmodel op het moment van de investering, en het werkelijke verdienmodel ten gevolge van (beleids-)wijzigingen na de initiële ingebruikname. Residentiële installaties (cat. 1) zijn in de periode 2006-2012 PV-installaties gekoppeld aan een zogenaamde terugdraaiende teller, wat een zelfafname van 100% impliceert. Elke geproduceerde kWh resulteert aldus in een financiële besparing gelijk aan de totale variabele elektriciteitskost van 1 kWh voor een huishouden, i.e. de som van de variabele component van elektriciteitsprijs, de nettarieven en de heffingen op elektriciteit. Omdat er een verschil bestaat tussen de variabele kost voor enkelvoudige en tweevoudige meters, wordt voor beleidsdoeleinden het gemiddelde tussen beide genomen. Omdat de eindprijs verschilt per gebied van netbeheerder, wordt ook hier voor beleidsdoeleinden een gemiddelde prijs gehanteerd. Er wordt in VEA (2012) op basis van VITO (2010) van uitgegaan dat de vermeden kost voor elektriciteit door zelfafname gemiddeld jaarlijks 3,5% stijgt. Tussen 2012 en nu zijn er drie opmerkelijke veranderingen in het verdienmodel van een residentiële PV-installatie: • De inflatie van de stroomprijs lag met gemiddeld 4,7% merkbaar hoger dan de veronderstelde 3,5% • De intrede van het prosumententarief in 7/2015 zorgde voor een extra kost in de stroomfactuur van PV-eigenaars • De invoer van de digitale meter in 07/2019 zorgde voor een verandering van het verdienmodel. We bespreken elk hieronder verder in detail.
Residentiële installaties. De veronderstelde IRR op het moment van investering in een residentiële installatie (i.e. cat. 1) stijgt in de periode 2006-2012 van 6,4% in 2006, naar 10,0% in 2009, tot gemiddeld 20,3% in 2011. In 2012 daalt het verwachte rendement weer naar gemiddeld 15,3%. Van alle project-categorieën is de residentiële installatie de PV-installatie met de hoogste veronderstelde project-IRR.
Residentiële installaties. De op 01/2022 reeds gerealiseerde IRR voor een residentiële installatie (i.e. cat. 1) stijgt geleidelijk van 3,8% voor een installatie uit 2006, naar 4,9% voor een installatie uit 2009, tot gemiddeld 13,0% voor een installatie uit 2011. Voor 2012 daalt het gerealiseerde rendement weer naar gemiddeld 4,4%. De op 01/2022 reeds gerealiseerde IRR voor een bedrijfsinstallatie van cat. 2 (i.e. 125 kWp) stijgt geleidelijk van 1,3% voor een installatie uit 2006, naar 2,1% voor een installatie uit 2009, tot gemiddeld 6,8% voor een installatie uit 2011. Installaties uit 2012 hebben gemiddeld een negatief rendement van -2,0%. De op 01/2022 reeds gerealiseerde IRR voor een bedrijfsinstallatie van cat. 3 (i.e. 400 kWp) bedraagt 4,1% voor een installatie uit 2006, 2,7% voor een installatie uit 2009, en gemiddeld 5,7% voor een installatie uit 2011. Installaties uit 2012 hebben gemiddeld een negatief rendement van -6,9%. De op 01/2022 reeds gerealiseerde IRR voor een derde partij installatie van cat. 2d (i.e. 125 kWp) stijgt geleidelijk van 0,8% voor een installatie uit 2009, tot gemiddeld 3,5% voor een installatie uit 2011. Installaties uit 2012 hebben gemiddeld een negatief rendement van -7,0%. De op 01/2022 reeds gerealiseerde IRR voor een derde partij installatie van cat. 3d (i.e. 400 kWp) stijgt geleidelijk van 1,8% voor een installatie uit 2009, en gemiddeld 3,0% voor een installatie uit 2011. Cat. 3d installaties uit 2012 hebben op 01/2012 een negatieve gerealiseerde IRR van gemiddeld -11,1%. Deze installaties komen in de werkelijkheid echter niet voor omdat hun verwacht rendement negatief was.

Related to Residentiële installaties

  • Elektrische installatie De elektrische installatie wordt uitgevoerd volgens de geldende voorschriften en voldoet minimaal aan normblad NEN 1010. Er wordt een groepenkast voor minimaal 5 groepen geplaatst in de meterkast. De installatie bestaat uit lichtpunten en wandcontactdozen volgens het zogenaamde centraaldozen systeem. De installatie wordt voorzien van aardlekschakelaars. Het aantal en de positie van de lichtpunten en wandcontactdozen staat aangegeven op de plattegrondtekeningen. De leidingen worden weggewerkt en er wordt inbouwmateriaal in een lichte kleur toegepast met uitzondering van de zolder, de meterkast en de berging, hier wordt opbouwmateriaal in een lichte kleur aangebracht en komen de leidingen in het zicht. Alle wandcontactdozen worden geaard uitgevoerd. De volgende hoogten worden aangehouden: • Schakelaars, schakelaars in combinatie met een wandcontactdoos en de bediening van de mechanische ventilatie worden aangebracht op circa 105 cm boven de vloer; • Einddozen en loze leidingen voor telefoon en CAI worden aangebracht op circa 30 cm boven de afgewerkte vloer, behoudens ter plaatse van de opstelplaats van het keukenblok; • Ter plaatse van de opstelplaats van het keukenblok worden de wandcontactdozen voor huishoudelijk gebruik op circa 125 cm boven de afgewerkte vloer aangebracht. Voor de exacte maatvoering van de keukeninstallatie ontvangt u als koper t.z.t. een keukeninstallatie tekening; • De kamerthermostaat en de hoofdbediening van de mechanische ventilatie wordt op circa 150 cm boven de afgewerkte vloer aangebracht; • Wandlichtpunten worden op circa 200 cm boven de vloer c.q. het maaiveld aangebracht. In verband met de brandveiligheid worden er conform tekening rookmelders geplaatst. De rookmelders zijn aangesloten op de elektrische installatie van de woning, waardoor alle rookmelders af zullen gaan zodra één van de melders wordt geactiveerd. Alle rookmelders zijn voorzien van een back-up batterij, op deze manier is de werking van de installatie geborgd. In de meterkast wordt een belinstallatie geplaatst met een schel in de hal en een beldrukker naast de voordeur. Nikkels bouwbedrijf zal bij de eigenaar/beheerder van het elektranetwerk op de locatie de aansluiting en levering van elektriciteit aanvragen zodat bij oplevering van uw woning elektriciteit beschikbaar is. Indien u een andere leverancier wenst kunt u dit zelf na oplevering regelen onder de door de betreffende energiebedrijven gestelde voorwaarden. Alle woningen worden voorzien van PV panelen op het dak. Aantal panelen op basis van de EPC berekening en positie zal in de uitwerking van het project worden bepaald. Via het meerwerk is het mogelijk meer PV panelen te laten plaatsen waar dit technisch mogelijk is.

  • Gasinstallatie 6.1 Als er een gasinstallatie aan boord is, bent u verplicht de gasslangen voor de hierop vermelde einddatum te vervangen.

  • Installatie 38.1. Indien de aard en/of omvang van de Prestatie daartoe aanleiding geeft kan Leverancier de plaats van Installatie van het Product voorafgaand aan de Aflevering inspecteren.

  • Aflevering, installatie en acceptatie 22.1 Leverancier zal de te ontwikkelen programmatuur aan cliënt zoveel mogelijk conform de schriftelijk vastgelegde specificaties afleveren en installeren, dit laatste slechts indien een door leverancier uit te voeren installatie schriftelijk is overeengekomen. Bij gebreke van uitdrukkelijke afspraken daaromtrent zal cliënt zelf de programmatuur installeren, inrichten, parametriseren, tunen en indien nodig de daarbij gebruikte apparatuur en gebruiksomgeving aanpassen. Tenzij uitdrukkelijk anders overeengekomen is leverancier niet verplicht tot het uitvoeren van dataconversie.

  • Aflevering en installatie 35.1 Leverancier zal, te zijner keuze, de programmatuur op het overeengekomen formaat gegevensdrager of, bij gebreke van afspraken daaromtrent, op een door leverancier te bepalen formaat gegevensdrager afleveren dan wel de programmatuur online aan klant voor aflevering beschikbaar stellen. Eventueel overeengekomen gebruikersdocumentatie wordt ter keuze van de leverancier in papieren dan wel digitale vorm in een door leverancier bepaalde taal verstrekt.

  • Arbeidsduurverkorting ARTIKEL 6

  • Stookolietank De overdrager verklaart dat in het verkochte goed noch een ondergrondse noch een bovengrondse stookolietank aanwezig is.

  • Loonsverhoging 1. De minimumuurloonbedragen uit de salaristabel in kolom I (functiegroep 1 t/m 3) betreffen het wettelijk minimumloon en worden aangepast in geval van een verhoging van het wettelijk minimumloon.

  • Indeling 1 KPN bepaalt op basis van je werkzaamheden of je in deze groep bent ingedeeld. In dat geval gelden de arbeidsvoorwaarden in dit hoofdstuk.

  • Uitvoering van het Project & informatieverstrekking A.2.1 Na de totstandkoming van de Overeenkomst zal Opdrachtnemer zo spoedig mogelijk het Project uitvoeren conform de offerte, daarbij rekening houdend met redelijke wensen van Opdrachtgever. Opdrachtnemer spant zich in om het Project naar beste kunnen uit te voeren onder toepassing van voldoende zorgvuldigheid en vakmanschap. Opdrachtgever is gehouden om een tijdige en juiste uitvoering van het Project mogelijk te maken. In het bijzonder draagt Opdrachtgever er zorg voor dat alle gegevens, waarvan Xxxxxxxxxxxxx aangeeft dat deze noodzakelijk zijn of waarvan de Opdrachtgever redelijkerwijs behoort te begrijpen dat deze noodzakelijk zijn voor het uitvoeren van het Project, tijdig aan Opdrachtnemer worden verstrekt. De noodzakelijke inzet van Opdrachtgever dient met voldoende kwaliteit en tijdigheid te worden geleverd. Dit geldt zowel voor ondersteuning te leveren door de contactpersonen, als voor de geplande inzet van projectmedewerkers binnen de uit te voeren projectwerkzaamheden.