| SAMENSTELLING COMMISSIE EN SECRETARIAAT. 1 De cao-partijen benoemen ten minste zes commissieleden. Deze worden benoemd voor een zittingsperiode die cao-partijen bepalen. Indien de cao-partijen geen zittingsperiode hebben bepaald, worden de leden geacht te zijn benoemd voor de duur van de cao. Een aftredend lid blijft bevoegd een verzoek te behandelen dat reeds was ingediend vóór het einde van de zittingsperiode. Een aftredend lid kan onmiddellijk worden herbenoemd. 2 De leden van de commissie worden als volgt benoemd: a Twee of meer leden worden benoemd door de werkgeversvereniging dan wel de werkgever die partij is bij de cao; b Twee of meer leden worden benoemd door de werknemersvereniging; c Twee of meer leden, die als voorzitter respectievelijk plaatsvervangend voorzitter(s) fungeren, worden benoemd door de cao-partijen gezamenlijk. 3 De commissie bestaat bij de behandeling van een verzoek steeds uit één lid dat is benoemd conform lid 2 sub a, één lid dat is benoemd conform lid 2 sub b en één lid dat is benoemd conform lid 2 sub c van dit artikel. De voorzitter, dan wel bij diens verhindering de 4 De commissie is zodanig samengesteld dat zij beschikt over de specifieke deskundigheid die a kennis op het gebied van het arbeidsrecht in het algemeen en het ontslagrecht in het bijzonder; b kennis van het arbeidsproces en bedrijfseconomische processen; c kennis van de financiële verslaglegging van bedrijfsresultaten; d kennis van het bedrijf van de werkgever en/of de sector waarin deze opereert. 5 De voorzitter en plaatsvervangend voorzitter(s) van de commissie zijn onafhankelijk van de werkgever en cao-partijen. Beiden dragen in elk geval de titel mr. en/of LL.M. en hebben aantoonbare deskundigheid op het gebied van het arbeidsrecht in het algemeen en het ontslagrecht in het bijzonder. 6 Ieder lid van de commissie dient onafhankelijk en zonder last of ruggenspraak te functioneren. Het is commissieleden verboden als gemachtigde op te treden ten overstaan van de commissie of zich via procespartijen te mengen in een procedure waarin zij niet als commissielid optreden. 7 Commissieleden stellen het secretariaat van de commissie terstond na hun benoeming als bedoeld in lid 2 in kennis van hun eventuele nevenfuncties. Op verzoek van (één van) de partijen bij een geschil wordt een lijst met de nevenfuncties van de behandelende commissieleden toegezonden. 8 Het lidmaatschap van een commissielid eindigt: a krachtens een daartoe strekkend besluit van de cao-partijen gezamenlijk; b door het verstrijken van de termijn waarvoor dit lid is benoemd; c door de schriftelijke opzegging van het commissielidmaatschap door dit lid; d op het moment van het overlijden van dit lid.
Appears in 7 contracts
Samples: Collective Labor Agreement, Cao (Collective Labor Agreement), Cao Sgo
| SAMENSTELLING COMMISSIE EN SECRETARIAAT. 1 1. De cao-partijen benoemen ten minste zes commissieleden. Deze worden benoemd voor een zittingsperiode die in de cao is bepaald, maar maximaal tot het einde van de looptijd van de cao-partijen bepalen. Indien de cao-partijen cao geen zittingsperiode hebben bepaaldbepaalt, dan worden de leden geacht te zijn benoemd voor de duur van de cao. Een aftredend lid blijft bevoegd een verzoek te behandelen dat reeds was ingediend vóór het einde van de zittingsperiode. Een aftredend lid kan onmiddellijk worden herbenoemd.
2 2. De leden van de commissie worden als volgt benoemd:
a a. Twee of meer leden worden benoemd door de werkgeversvereniging dan wel de werkgever die partij is bij de caowerkgever;
b b. Twee of meer leden worden benoemd door de werknemersvereniging;
c c. Twee of meer leden, die als voorzitter respectievelijk plaatsvervangend voorzitter(s) fungeren, worden benoemd door de cao-partijen gezamenlijk.
3 3. De commissie bestaat bij de behandeling van een verzoek steeds uit één lid dat is benoemd conform lid 2 sub a, één lid dat is benoemd conform lid 2 sub b en één lid dat is benoemd conform lid 2 sub c van dit artikel. De voorzitter, dan wel bij diens verhindering dede plaatsvervangend voorzitter, bepaalt welke andere commissieleden in de commissie zitting hebben.
4 4. De commissie is zodanig samengesteld dat zij beschikt over de specifieke deskundigheid diedie noodzakelijk is voor de taak van de commissie. Dat wil zeggen dat elk lid van de commissie minimaal één van de volgende kennisgebieden heeft:
a a. kennis op het gebied van het arbeidsrecht in het algemeen en het ontslagrecht in het bijzonder;
b b. kennis van het arbeidsproces en bedrijfseconomische processen;
c c. kennis van de financiële verslaglegging van bedrijfsresultaten;
d d. kennis van het bedrijf van de werkgever en/of de sector waarin deze opereertbancaire sector.
5 5. De voorzitter en plaatsvervangend voorzitter(s) van de commissie zijn onafhankelijk van de werkgever en cao-partijen. Beiden dragen in elk geval de titel mr. en/of LL.M. en hebben aantoonbare deskundigheid op het gebied van het arbeidsrecht in het algemeen en het ontslagrecht in het bijzonder.
6 6. Ieder lid van de commissie dient onafhankelijk en zonder last of ruggenspraak te functioneren. Het is commissieleden verboden als gemachtigde op te treden ten overstaan van de commissie of zich via procespartijen te mengen in een procedure waarin zij niet als commissielid optreden.
7 7. Commissieleden stellen het secretariaat van de commissie terstond na hun benoeming als bedoeld in lid 2 in kennis van hun eventuele nevenfuncties. Op verzoek van (één vanvan de) de partijen bij een geschil wordt een lijst met de nevenfuncties van de behandelende commissieleden toegezonden.
8 8. Het lidmaatschap van een commissielid eindigt:
a a. krachtens een daartoe strekkend besluit van de cao-partijen gezamenlijk;
b b. door het verstrijken van de termijn waarvoor dit lid is benoemd;
c c. door de schriftelijke opzegging van het commissielidmaatschap door dit lid;
d d. op het moment van het overlijden van dit lid.
Appears in 1 contract
Samples: Sociaal Plan
| SAMENSTELLING COMMISSIE EN SECRETARIAAT. 1 De cao-partijen benoemen ten minste zes commissieleden. Deze worden benoemd voor een zittingsperiode die cao-partijen bepalen. Indien de cao-partijen geen zittingsperiode hebben bepaald, worden de leden geacht te zijn benoemd voor de duur van de cao. Een aftredend lid blijft bevoegd een verzoek te behandelen dat reeds was ingediend vóór het einde van de zittingsperiode. Een aftredend lid kan onmiddellijk worden herbenoemd.
2 De leden van de commissie worden als volgt benoemd:
a Twee of meer leden worden benoemd door de werkgeversvereniging dan wel de werkgever die partij is bij de cao;
b Twee of meer leden worden benoemd door de werknemersvereniging;
c Twee of meer leden, die als voorzitter respectievelijk plaatsvervangend voorzitter(s) fungeren, worden benoemd door de cao-partijen gezamenlijk.
3 De commissie bestaat bij de behandeling van een verzoek steeds uit één lid dat is benoemd conform lid 2 sub a, één lid dat is benoemd conform lid 2 sub b en één lid dat is benoemd conform lid 2 sub c van dit artikel. De voorzitter, dan wel bij diens verhindering dede plaatsvervangend voorzitter, bepaalt welke commissieleden in de commissie zitting hebben.
4 De commissie is zodanig samengesteld dat zij beschikt over de specifieke deskundigheid diedie noodzakelijk is voor de taak van de commissie. Dat wil zeggen dat elk lid van de commissie minimaal één van de volgende kennisgebieden heeft:
a kennis op het gebied van het arbeidsrecht in het algemeen en het ontslagrecht in het bijzonder;
b kennis van het arbeidsproces en bedrijfseconomische processen;
; c kennis van de financiële verslaglegging van bedrijfsresultaten;
d kennis van het bedrijf van de werkgever en/of de sector waarin deze opereert.
5 De voorzitter en plaatsvervangend voorzitter(s) van de commissie zijn onafhankelijk van de werkgever en cao-partijen. Beiden dragen in elk geval de titel mr. en/of LL.M. en hebben aantoonbare deskundigheid op het gebied van het arbeidsrecht in het algemeen en het ontslagrecht in het bijzonder.
6 Ieder lid van de commissie dient onafhankelijk en zonder last of ruggenspraak te functioneren. Het is commissieleden verboden als gemachtigde op te treden ten overstaan van de commissie of zich via procespartijen te mengen in een procedure waarin zij niet als commissielid optreden.
7 Commissieleden stellen het secretariaat van de commissie terstond na hun benoeming als bedoeld in lid 2 in kennis van hun eventuele nevenfuncties. Op verzoek van (één van) de partijen bij een geschil wordt een lijst met de nevenfuncties van de behandelende commissieleden toegezonden.
8 Het lidmaatschap van een commissielid eindigt:
a krachtens een daartoe strekkend besluit van de cao-partijen gezamenlijk;
b door het verstrijken van de termijn waarvoor dit lid is benoemd;
c door de schriftelijke opzegging van het commissielidmaatschap door dit lid;
d op het moment van het overlijden van dit lid.
Appears in 1 contract
Samples: Collective Labor Agreement