Garantie-uitkering Voorbeeldclausules

Garantie-uitkering. 1 De ambtenaar die herplaatst is op grond van artikel 7:6, tweede lid onder c, zoals dat luidde voor 1 januari 2003, heeft, indien naderhand maar voor 1 januari 2001, de mate van arbeidsongeschiktheid op een lager niveau is vastgesteld, recht op een garantie-uitkering, indien hem geen aanvullende gangbare arbeid is aangeboden van een zodanige omvang dat hij in staat is om zijn toegenomen restverdiencapaciteit te benutten. Onder gangbare arbeid wordt in dit artikel verstaan alle algemeen geaccepteerde arbeid waartoe betrokkene in staat is, gezien zijn krachten en bekwaamheden. 2 De garantie-uitkering bedraagt te rekenen vanaf de datum van aanvang van de ziekte in de oorspronkelijke functie 18 maanden 100%, vervolgens 39 maanden 80% en daarna 33 maanden 70% van het salaris en de toegekende salaristoelage(n) die de ambtenaar genoot in de oorspronkelijke functie. 3 Op de garantie-uitkering wordt in mindering gebracht hetgeen de ambtenaar ontvangt uit het dienstverband waarin hij is herplaatst en, in voorkomend geval, met het recht op WAO-uitkering, invaliditeitspensioen, herplaatsingstoelage en inkomsten uit of in verband met arbeid of bedrijf verkregen op of na de datum waarop de arbeidsongeschiktheid op een lager niveau is vastgesteld. 4 Indien de betrokkene nalaat van de gelegenheid gebruik te maken die kan leiden tot het verkrijgen van gangbare arbeid, indien hij weigert gangbare arbeid te aanvaarden of indien hij opzettelijk inkomsten uit gangbare arbeid verloren laat gaan, wordt het bedrag van de garantie-uitkering verminderd met het bedrag van de verzuimde, of de verloren gegane inkomsten. 5 De garantie-uitkering eindigt: a met ingang van de maand volgend op die waarin hij de leeftijd van 65 jaar bereikt; b bij ontslag.
Garantie-uitkering. 1 De begrippen in dit artikel betekenen: a de werknemer: de werknemer die voor minder dan 5 uur of, bij een formele arbeidsduur van minder dan 10 uur, voor minder dan de helft van de formele arbeidsduur wordt ontslagen; b minimumuurloon: het naar een uur herleid minimumloon in de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag. 2 Op de werknemer zijn de hoofdstukken 9 en 10 niet van toepassing. 3 De garantie-uitkering is de uitkering aan de werknemer die: a gedeeltelijk werkloos is als gevolg van opzegging van de arbeidsovereenkomst door de werkgever op grond van artikel 7:669 lid 3, onder a BW; b in de 39 weken onmiddellijk voorafgaand aan de opzegging in minimaal 26 weken, als werknemer in artikel 3 van de WW, werkzaam is geweest; c aantoont dat hij in de periode van 5 jaren onmiddellijk voorafgaand aan het jaar waarin zijn eerste werkloosheidsdag is gelegen, in minimaal 4 jaren over 52 of meer dagen per jaar loon heeft ontvangen; d ter zake van het arbeidsurenverlies geen WW-recht heeft. 4 De duur van de garantie-uitkering is afhankelijk van de lengte van het dienstverband bij de instelling. Bij een dienstverband van:
Garantie-uitkering. Uit uw verzekeringsbewijs blijkt of u aanspraak kunt maken op de garantie- uitkering. Als u gedeeltelijk arbeidsongeschikt bent keren wij minimaal een percentage van uw verzekerd jaarinkomen uit volgens onderstaand overzicht. Dit noemen wij de garantie-uitkering. Als u aanspraak kunt maken op een hogere uitkering bij de dekking bij gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid, dan is de garantie uitkering niet van toepassing. 65-80% 7% 55-65% 6% 45-55% 5% 35-45% 4% Dekking voor aanvulling pensioenopbouw Uit uw verzekeringsbewijs blijkt of u aanspraak kunt maken op de dekking voor aanvulling pensioenopbouw.
Garantie-uitkering. De ambtenaar die herplaatst is op grond van artikel 7:6, tweede lid onder c, zoals dat luidde voor 1 januari 2003, heeft, indien naderhand maar voor 1 januari 2001, de mate van arbeidsongeschiktheid op een lager niveau is vastgesteld, recht op een garantie-uitkering, indien hem geen aanvullende gangbare arbeid is aangeboden van een zodanige omvang dat hij in staat is om zijn toegenomen restverdiencapaciteit te benutten. Onder gangbare arbeid wordt in dit artikel verstaan alle algemeen geaccepteerde arbeid waartoe betrokkene in staat is, gezien zijn krachten en bekwaamheden.
Garantie-uitkering. Lid 1 Door de invoering van de WW kan de ambtenaar die verminderd arbeidsongeschikt raakt en geen aanvullende werkzaamheden krijgt aangeboden - en derhalve werkloos wordt - in tegenstelling tot de situatie voor 1 januari 2001 aanspraak maken op een WW-uitkering. Derhalve is de garantie- uitkering overbodig geworden voor nieuwe gevallen die optreden na 1 januari 2001. Door wijziging van het eerste lid blijven de bestaande garantie-uitkeringen gegarandeerd. De algemene opmerkingen en de voorbeelden die hierna zijn opgenomen gelden voor de uitkeringen, die voor 1 januari 2001 zijn ingegaan.
Garantie-uitkering. Uit het verzekeringsbewijs blijkt of u aanspraak kunt maken op de garantie­ uitkering. Als u gedeeltelijk arbeids­ ongeschikt bent keren wij een vast percentage van uw verzekerd jaarinkomen uit volgens onderstaand overzicht. Dit noemen wij de garantie­uitkering. Als u aanspraak kunt maken op een hogere uitkering vanuit de dekking bij gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid op grond van artikel D2, dan is de garantie­uitkering niet van toepassing. Uit het verzekeringsbewijs blijkt of u aanspraak kunt maken op deze dekking.
Garantie-uitkering. Algemeen .Door de invoering van de WW kan de ambtenaar die verminderd arbeidsongeschikt raakt en geen aanvullende werkzaamheden krijgt aangeboden - en derhalve werkloos wordt - in tegenstelling tot de situatie voor 1 januari 2001 aanspraak maken op een WW-uitkering. Derhalve is de garantie-uitkering overbodig geworden voor nieuwe gevallen die optreden na 1 januari 2001. Door wijziging van het eerste lid blijven de bestaande garantie-uitkeringen gegarandeerd. De algemene opmerkingen en de voorbeelden die hierna zijn opgenomen gelden voor de uitkeringen, die voor 1 januari 2001 zijn ingegaan. Dit artikel biedt een inkomensvoorziening voor de gedeeltelijk arbeidsongeschikte ambtenaar die na definitief herplaatst te zijn in een nieuwe functie wordt afgeschat en zijn toegenomen restverdiencapaciteit niet volledig kan benutten, omdat hem geen aanvullende werkzaamheden worden aangeboden. Definitieve herplaatsing van de gedeeltelijk arbeidsongeschikte dient op grond van artikel 7:16, lid 1, onder c plaats te vinden door middel van een wijziging van de aanstelling. Herplaatsing gaat met andere woorden niet gepaard met ontslag, maar slechts met een wijzigingsbesluit. Niet alleen artikel 7:16 sluit ontslag uit, maar ook artikel 8:5, dat expliciet bepaalt dat arbeidsongeschiktheidsontslag alleen dan kan plaats vinden, indien het niet mogelijk is om de betrokkene te herplaatsen in passende/gangbare arbeid. Omdat geen ontslag plaatsvindt, heeft de betrokkene ook geen recht op een uitkering gebaseerd op die oorspronkelijke betrekking, een suppletie- uitkering, waar gedeeltelijk arbeidsongeschikte ambtenaren die niet herplaatst kunnen worden wel recht op hebben. Dit gemis aan uitkering kan in de situatie dat een gedeeltelijk arbeidsongeschikte wordt afgeschat, maar hem geen aanvullende arbeid kan worden aangeboden (en waardoor de betrokkene in feite gedeeltelijk werkloos raakt), vervelende inkomensgevolgen hebben, waardoor de betrokkene in een slechtere situatie zou kunnen komen dan de ambtenaar die niet herplaatst wordt en suppletie krijgt. De garantie-uitkering biedt een inkomensvoorziening in deze gevallen van werkloosheid en zorgt er voor dat een ambtenaar die mee werkt aan reïntegratie een vergelijkbare inkomenssituatie kent als iemand die niet kan worden herplaatst. Bij afschatting van de arbeidsongeschiktheidsklasse en dus verlaging van de WAO-uitkering kan een WW- uitkering aangevraagd worden.
Garantie-uitkering. Salaris, salaris- toelagen en vergoedingen INHOUD
Garantie-uitkering. De begrippen in dit artikel betekenen:

Related to Garantie-uitkering

  • Garantieregeling Er is een garantieregeling van kracht voor werknemers waarvoor per 1 januari 2003 een nieuw functiewaarderingssysteem is overeengekomen. De regeling luidt als volgt: • De werknemer die op 31 december 2002 ingeschaald is als vakarbeider en na invoering van het nieuwe functiewaarderingssysteem ingedeeld wordt naar functiegroep III, behoudt het recht op een maximale uitloop van € 1877,- per maand (niveau 31-12-2002), dit bedrag wordt verhoogd met de reguliere loonaanpassingen. Dit betekent een maximale uitloop per 1 januari 2018 van € 2393,89. De maandelijkse maximale uitloop wordt met ingang van: 1 januari 2018 € 2.393,89 1 juli 2018 € 2.423,81 1 januari 2019 € 2.454,11 1 juli 2019 € 2.492,15 1 januari 2020 € 2.530,78 1 november 2020 € 2.556,09 • De werknemer die op 31 december 2002 ingeschaald is als vakarbeider A en na invoering van het nieuwe functiewaarderingssysteem ingedeeld wordt naar functiegroep IV, behoudt het recht op een maximale uitloop van € 1981,- per maand (niveau 31-12-2002), dit bedrag wordt verhoogd met de reguliere loonaanpassingen. Dit betekent een maximale uitloop per 1 januari 2018 van € 2.541,64. De maandelijkse maximale uitloop wordt met ingang van: 1 januari 2018 € 2.541,64 1 juli 2018 € 2.573,41 1 januari 2019 € 2.605,58 1 juli 2019 € 2.645,96 1 januari 2020 € 2.686,98 1 november 2020 € 2.713,85 • Overige werknemers die door de invoering van het nieuwe functiewaarderingssysteem worden ingedeeld op het maximum van een nieuwe loonschaal, ontvangen, indien dat maximum lager is dan het functiejaren-loon conform de cao op 31-12-2002, een bruto garantietoeslag ter hoogte van het verschil tussen het oude functiejaren-loon en het nieuwe schaalmaximum. Voor deze categorie werknemers wordt het feitelijk loon (cao-loon plus garantietoeslag) aangepast met de helft van de in deze cao overeengekomen loonaanpassingen. Omdat het cao-loon stijgt conform de in deze cao opgenomen loonschalen, neemt de garantietoeslag (het verschil tussen het feitelijke loon en de betreffende cao-loonschaal) af. Het toekennen van verlaagde loonaanpassingen wordt gestaakt zodra de bruto garantietoeslag geheel is afgebouwd. Werkgever en werknemer kunnen in goed overleg aanvullende en/of afwijkende afspraken maken. Het functiehandboek is niet gewijzigd ten opzichte van het handboek dat bij het ministerie SZW is ingediend bij de cao voor het Hoveniersbedrijf voor de periode 1 januari 2014 tot en met 29 februari 2016. Dit handboek vormt integraal onderdeel van deze cao (Artikel 4). U kunt het handboek opvragen via Branchevereniging VHG, Xxxxxxxxxxxxx 00, 0000 XX Xxx.

  • Garantie- en waarborgregeling De Ondernemer verklaart, dat de woning, die het onderwerp is van deze overeenkomst, deel uitmaakt van een door SWK geregistreerd project en door deze instelling is ingeschreven onder planregistratienummer en verbindt zich tegenover de Verkrijger ter zake van deze woning de verplichtingen uit de Garantie- en waarborgregeling van deze instelling te zullen nakomen.

  • Vakantie-uitkering 1. De werknemer heeft aanspraak op een vakantie-uitkering voor de tijd waarin hij salaris heeft ontvangen. 2. De vakantie-uitkering wordt vastgesteld via de matrix in bijlage A9 van deze cao, waarbij rekening wordt gehouden met het gestelde in: Berekeningswijze VU. 3. De vakantie-uitkering wordt in de maand mei uitbetaald over de periode van twaalf maanden die eindigt met de maand mei. 4. In afwijking van het derde lid vindt bij ontslag van de werknemer de uitbetaling plaats over het tijdvak, gelegen tussen het einde van de laatst verstreken periode waarover de vakantie-uitkering werd uitbetaald en de datum van ontslag. 5. Onverminderd het zesde lid bedraagt de vakantie-uitkering per kalendermaand 8% van het bedrag dat de werknemer in die maand aan salaris heeft ontvangen. 6. Voor de werknemer die in de van toepassing zijnde maand op grond van het eerste lid aanspraak heeft op een bedrag dat lager is dan het bedrag genoemd in bijlage A9, wordt de vakantie-uitkering vastgesteld op laatstbedoeld bedrag, met dien verstande dat dit bedrag naar evenredigheid wordt verminderd voor de werknemer die is aangesteld in een betrekking met een omvang van minder dan een normbetrekking.

  • Waarborgsom, bankgarantie Ter zake van deze overeenkomst is geen waarborgsom c.q. bankgarantie verschuldigd.

  • Omzetgarantie Indien een omzetgarantie is afgegeven is de klant verplicht ter zake de betreffende horecaovereenkomst(en) tenminste het in de omzetgarantie bepaalde bedrag aan het horecabedrijf te betalen.

  • Nakomingsgarantie 1. Stichting Garantiefonds Groen staat garant voor de nakoming van de bindende adviezen van de Geschillencommissie door de leden van Branchevereniging VHG, tenzij het lid van Branchevereniging VHG besluit het bindend advies binnen 2 maanden na de verzending ervan, ter toetsing aan de rechter voor te leggen. Deze garantstelling herleeft, indien het bindend advies na toetsing door de rechter in stand is gebleven en het vonnis waaruit dit blijkt, in kracht van gewijsde is gegaan. Tot maximaal een bedrag van € 10.000,- per bindend advies wordt dit bedrag door Stichting Garantiefonds Groen aan de consument uitgekeerd, onder de voorwaarde dat de consument tegelijkertijd met honorering van het beroep op de nakomingsgarantie zijn vordering uit hoofde van het bindend advies tot maximaal het uitgekeerde bedrag cedeert aan de Stichting Garantiefonds Groen. Voor het meerdere heeft de Stichting Garantiefonds Groen een inspanningsverplichting om er voor te zorgen dat het lid van Branchevereniging VHG het bindend advies nakomt. Deze inspanningsverplichting houdt in dat de consument wordt aangeboden zijn vordering voor het meerdere eveneens aan de Stichting Garantiefonds Groen over te dragen waarna deze organisatie op naam en kosten van de Stichting Garantiefonds Groen de betaling daarvan in rechte zal vragen ter voldoening aan de consument. 2. Stichting Garantiefonds Groen verschaft geen nakomingsgarantie indien, voordat ten behoeve van het in behandeling nemen van het geschil door de consument is voldaan aan de daartoe bepaalde formele innamevereisten (betaling klachtengeld, retournering ingevuld en ondertekend vragenformulier en eventuele depotstorting), van één van de volgende situaties sprake is: • Aan het lid is surseance van betaling verleend. • Het lid is failliet verklaard. • De bedrijfsactiviteiten zijn feitelijk beëindigd. Bepalend voor deze situatie is de datum waarop de bedrijfsbeëindiging in het Handelsregister is ingeschreven of een eerdere datum, waarvan Stichting Garantiefonds Groen aannemelijk kan maken dat de bedrijfsactiviteiten feitelijk zijn beëindigd.

  • Nakominggarantie 1. De NRTO staat garant voor de nakoming van de bindende adviezen van De Geschillencommissie Particuliere Onderwijsinstellingen door zijn leden, tenzij het lid het bindend advies binnen twee maanden na de verzending daarvan ter vernietiging aan de rechter voorlegt. 2. De NRTO verschaft geen nakomingsgarantie indien, voordat ten behoeve van het in behandeling nemen van het geschil door u is voldaan aan de innamevereisten (betaling klachtengeld, ontvangst ingevuld en ondertekend vragenformulier en eventuele depotstorting), van één van de volgende situaties sprake is: - aan het lid is surseance van betaling verleend, of - het lid is failliet verklaard, of - de bedrijfsactiviteiten zijn feitelijk beëindigd. Bepalend voor deze laatste situatie is de datum waarop de bedrijfsbeëindiging in het Handelsregister is ingeschreven of een eerdere datum, waarvan de NRTO aannemelijk kan maken dat de bedrijfsactiviteiten feitelijk zijn beëindigd. 3. De garantstelling door de NRTO is beperkt tot € 5000,- per bindend advies. De NRTO verstrekt deze garantstelling onder de voorwaarde dat u op deze garantie een beroep doet, en dat u vordering op grond van het bindend advies tot maximaal het uitgekeerde bedrag aan de NRTO overdraagt (cedeert) gelijktijdig met de honorering van uw beroep op de nakomingsgarantie. Voor het meerdere heeft de NRTO een inspanningsverplichting om ervoor te zorgen dat het lid het bindend advies nakomt.

  • Garantiebepalingen 1.Opdrachtnemer garandeert dat het aan hem opgedragen werk deugdelijk zal worden uitgevoerd en zal voldoen aan de toepasselijke normen en praktijkrichtlijnen. 2.Buiten de garantie vallen:- Gebreken die het gevolg zijn van ongeschiktheid van of gebreken aan zaken afkomstig van de opdrachtgever, tenzij de opdrachtnemer zijn waarschuwingsplicht heeft geschonden of anderszins met betrekking tot deze gebreken in deskundigheid of zorgvuldigheid tekort is geschoten. 1.Gebreken die de opdrachtgever op het tijdstip van oplevering redelijkerwijs had moeten ontdekken, maar niet heeft gemeld. 2.Kleine onvolkomenheden in het opgeleverde werk, die nauwelijks zichtbaar zijn en die de deugdelijkheid van het werk niet aantasten. 3.Gebreken die zijn ontstaan doordat de opdrachtgever heeft gewenst het werk op een bepaalde manier uit te laten voeren, ondanks de waarschuwing van opdrachtnemer voor de kans op het ontstaan van gebreken. 4.Gebreken die zijn ontstaan doordat de opdrachtgever niet voldoende of niet het juiste onderhoud heeft gepleegd aan het opgeleverde werk. 5.Afwijkingen van door de opdrachtnemer aan de opdrachtgever getoonde of verstrekte modellen, monsters of voorbeelden. Deze worden slechts bij wijze van aanduiding verstrekt. 6.Gebreken welke het gevolg zijn van normale slijtage. Onder normale slijtage wordt in ieder geval verstaan veroudering en verkleuring. 7.Gebreken ontstaan door andere oorzaken welke niet toe te rekenen zijn aan de opdrachtnemer, waaronder in ieder geval onjuist gebruik, vandalisme en extreme weersinvloeden. 0.Xx termijn van garantie gaat in op de dag van oplevering. Indien en zolang de opdrachtgever niet aan zijn betalingsverplichtingen aan opdrachtnemer heeft voldaan, kan hij geen aanspraak maken op enigerlei garantie. 4.Opdrachtnemer kan gedurende de garantieperiode het volgende eisen:- uitvoering van het werk, dat nog niet is uitgevoerd, maar wel deel uitmaakt van de offerte - herstel van het opgeleverde werk, tenzij opdrachtnemer hieraan redelijkerwijs niet kan voldoen - vervanging van het opgeleverde werk. Opdrachtgever heeft geen recht op herstel of vervanging indien dit niet mogelijk is of niet van de opdrachtnemer kan worden gevergd. Wat betreft vervanging geldt voorts dat het gebrek in het opgeleverde werk vervanging dient te rechtvaardigen. Het recht op vervanging vervalt indien, na het tijdstip dat de opdrachtgever redelijkerwijs met teruggave rekening moet houden, het opgeleverde werk gebreken begint te vertonen, doordat de opdrachtgever niet als zorgvuldig schuldenaar voor het behoud ervan heeft gezorgd. De rechten zoals hierboven vermeld komen de consument toe onverminderd de rechten of vorderingen voortvloeiende uit de wet. 5.Vervangingskosten komen voor rekening van de opdrachtgever, tenzij de opdrachtgever een consument is. 6.Voor zover dat in redelijkheid kan worden geëist, zullen gebreken binnen drie weken, na melding aan de opdrachtnemer, worden hersteld. Afhankelijk van het gebrek kan de termijn per geval worden aangepast. 7.Indien de door opdrachtnemer verstrekte garantie een zaak betreft die door een derde werd geproduceerd, is de garantietermijn beperkt tot de garantietermijn die door de producent van de zaak wordt gehanteerd. 8.Het recht op garantie vervalt indien: 0.Xx opdrachtgever de gebreken niet binnen een termijn van 2 weken, nadat hij deze heeft ontdekt of redelijkerwijs had moeten ontdekken aan de opdrachtnemer heeft gemeld. Voor consumenten geldt een termijn van 2 maanden, die begint te lopen vanaf de dag van ontdekking. 0.Xx opdrachtgever aan het opgeleverde werk werkzaamheden, waaronder reparaties, wijzigingen en toevoegingen, heeft verricht of heeft laten verrichten, zonder de uitdrukkelijke toestemming van de opdrachtnemer.

  • Garantie D.2.1 Opdrachtnemer staat na levering gedurende 1 jaar na levering in voor de werking van de geleverde Hardware conform de vooraf aan de Opdrachtgever bekendgemaakte specificaties en is daarop door Opdrachtgever aanspreekbaar. D.2.2 Indien de fabrikanten van de geleverde Hardware specifieke garantieregelingen kennen die langer zijn dan de door Opdrachtnemer afgegeven garantie, dan behouden die hun geldigheid en blijft Opdrachtnemer verantwoordelijk voor de correcte afhandeling van Hardware die valt onder die garantieregeling. D.2.3 De door Opdrachtnemer en fabrikanten afgegeven garanties doen niet af aan de wettelijke garantietermijn, die op de Hardware van toepassing is. D.2.4 De garantie op Hardware komt te vervallen indien er sprake is van ongeoorloofde wijzigingen, het niet nakomen van de gebruiksinstructies of ander onzorgvuldig gebruik van de Hardware door de Opdrachtgever. D.2.5 Indien Opdrachtgever binnen de gestelde termijnen en regels gebruik maakt van de garantieregeling, dan zal Opdrachtnemer zich inspannen zo spoedig mogelijk, maar uiterlijk binnen 30 dagen na de correcte ontvangst van de geretourneerde Hardware, voor de reparatie van de Hardware of voor vervangende Hardware te zorgen. D.2.6 Opdrachtnemer is niet aansprakelijk voor het verlies van gegevens die het gevolg is van het herstellen of vervangen van Hardware.

  • Beperking uitkeringsverplichting De uitkeringsverplichting van verzekeraar is beperkt indien sprake is van schade die verband houdt met het terrorismerisico overeenkomstig de Clausule terrorismedekking, zoals vermeld in Hoofdstuk Terrorisme.