Common use of Taken en bevoegdheden Clause in Contracts

Taken en bevoegdheden. 1. In aanvulling op artikel 13 van de Statuten, geldt ten aanzien van de taken en bevoegdheden van de RvC het in dit artikel 7 bepaalde. 2. De RvC is verantwoordelijk voor zijn eigen functioneren en houdt in het licht van de maatschappelijke doelen van de Stichting specifiek toezicht op alle inspanningen om risico’s inzichtelijk te maken en te beheersen. 3. In een intern beleidsstuk wordt de gezamenlijke visie van het Bestuur en RvC op besturen en toezicht neergelegd. Het realiseren van maatschappelijke waarde op lange termijn staat daarbij voorop. De visie gaat in op de verantwoordelijkheid voor het realiseren van de doelstellingen, de strategie, het beleid, de financiering en de onderlinge wisselwerking en rollen. De RvC beschrijft hierin zijn rollen als werkgever, toezichthouder en klankbord en zijn taakuitoefening als intern toezichthouder. 4. Het Bestuur en de RvC stellen gezamenlijk een visie op opdrachtgeverschap en het beleid van aanbestedingen op. Hierop volgend stelt het Bestuur een aanbestedingsbeleid op. Dit beleid onderschrijft de beginselen van aanbesteden, namelijk gelijke behandeling, objectiviteit, transparantie en proportionaliteit. 5. Het toezichtskader voor de Stichting is de wet- en regelgeving. Als toetsingskader hanteert de RvC die documenten waaraan de maatschappelijk en financiële prestaties van de Stichting kunnen worden getoetst. 6. Het toetsingskader van de Stichting wordt in samenspraak tussen Bestuur en de RvC vastgesteld en bevat onder meer de volgende beleidsstukken: a. Statuten; b. het reglement van de RvC met bijlagen en het reglement Bestuur met bijlagen; c. reglement financieel beleid en beheer; d. ondernemingsplan; e. begroting; f. treasury statuut; g. investeringsstatuut; h. verbindingsstatuut; i. procuratiereglement (niet van toepassing bij enkelvoudig bestuur); j. visie op opdrachtgeverschap en het beleid van aanbestedingen; k. aanbestedingsbeleid. 7. De RvC heeft tot taak: a. het zorgen voor een goed functionerend Bestuur en het evalueren en beoordelen van het functioneren van het Bestuur en zijn individuele leden en het in behandeling nemen van, en beslissen omtrent, gemelde potentiële belangenverstrengelingen tussen de Stichting enerzijds en het Bestuur anderzijds; b. het functioneren als werkgever, adviseur en klankbord voor het Bestuur; c. het goedkeuren van strategische beslissingen van het Bestuur, waaronder in ieder geval begrepen de besluiten omtrent de vaststelling van de begroting, het strategisch ondernemingsplan, de jaarlijkse verantwoording en de besluiten van het Bestuur die aan zijn goedkeuring zijn onderworpen op grond van artikel 7 van de Statuten; d. het goedkeuren van het door het Bestuur vastgestelde reglementen en Statuten (waaronder begrepen het reglement financieel beheer) en het toezien op de naleving daarvan; e. het in behandeling nemen van, en beslissen omtrent, gemelde vermeende onregelmatigheden die het functioneren van het Bestuur betreffen; f. het vaststellen van het beloningsbeleid van Bestuurders en RvC conform de vigerende wettelijke kaders; g. het zorgen voor een goed functionerend intern toezicht; h. toezicht op de instelling en handhaving van interne procedures; i. toezicht op het behalen van het vereiste aantal PE-punten door Bestuurders en leden van de RvC; j. het vaststellen van de jaarrekening; k. het selecteren en benoemen van de externe accountant en het vaststellen van diens honorarium; l. het in samenwerking met het Bestuur openbaar maken, naleven en handhaven van de corporate governance structuur van de Stichting m. het houden van toezicht op de activiteiten van de Stichting in lokale netwerken; n. de overige taken die bij of krachtens de wet of de Statuten aan de RvC toekomen. 8. De wettelijke en statutaire bevoegdheden van de RvC berusten bij de RvC als college en worden onder gezamenlijke verantwoordelijkheid uitgevoerd. 9. De RvC kan desgewenst een onderlinge verdeling van aandachtsgebieden vaststellen, bepaald door de achtergrond, discipline en deskundigheid van de leden van de RvC. De RvC blijft als geheel verantwoordelijk voor alle besluitvorming. 10. Een lid van de RvC heeft geen zakelijke contacten met personen die werkzaamheden voor de Stichting verrichten anders dan via het Bestuur. 11. Ieder lid van de RvC die op informele of ander indirecte wijze in vertrouwen wordt genomen ten aanzien van kwesties aangaande de Stichting, zal in deze contacten zorgvuldig handelen en steeds voorop stellen dat de RvC dan wel diens voorzitter in dit vertrouwen kan worden betrokken.

Taken en bevoegdheden. 1. In aanvulling op artikel 13 7.1 De raad van bestuur is belast met het besturen van de Statutenstichting. De onderlinge taakverdeling, geldt ten aanzien de specifieke bevoegdheden, de collectieve en individuele verantwoordelijkheid -in het bijzonder voor de kwaliteit en veiligheid van de taken zorg- alsmede de interne besluitvorming en bevoegdheden de werkwijze van de RvC het raad van bestuur worden nader geregeld in dit artikel 7 bepaaldeeen door de raad van bestuur vast te stellen reglement voor de raad van bestuur. 27.2 Bij de vervulling van hun taak richten de raad van bestuur en zijn individuele leden zich naar het belang van de stichting en de daarmee verbonden zorgorganisatie, waaronder het te behartigen maatschappelijk belang en het belang van de betrokken belanghebbenden. De RvC is verantwoordelijk voor zijn eigen functioneren raad van bestuur maakt een zorgvuldige en houdt in het licht evenwichtige afweging van de maatschappelijke doelen belangen van allen die bij de stichting en de daarmee verbonden zorgorganisatie betrokken zijn. 7.3 De raad van bestuur verschaft de raad van toezicht tijdig en desgevraagd schriftelijk alle informatie die de raad van toezicht redelijkerwijs nodig heeft om zijn taak adequaat te kunnen vervullen en stelt de raad van toezicht in ieder geval jaarlijks schriftelijk op de hoogte van de Stichting specifiek toezicht op alle inspanningen om risico’s inzichtelijk te maken en te beheersen. 3. In een intern beleidsstuk wordt de gezamenlijke visie hoofdlijnen van het Bestuur en RvC op besturen en toezicht neergelegd. Het realiseren van maatschappelijke waarde op lange termijn staat daarbij voorop. De visie gaat in op de verantwoordelijkheid voor het realiseren van de doelstellingen, de strategie, het strategisch beleid, de financiering algemene en financiële risico’s en het beheers- en controlesysteem van de stichting. 7.4 De raad van bestuur bepaalt het beleid voor de dialoog met de (organisaties van) interne en externe belanghebbenden van de stichting en de onderlinge wisselwerking daarmee verbonden zorgorganisatie en rollen. De RvC beschrijft hierin stelt in dat kader vast wie de belanghebbenden zijn rollen als werkgeveren wanneer en op welke wijze vorm en inhoud wordt gegeven aan informatieverschaffing, toezichthouder overleg en klankbord en zijn taakuitoefening als intern toezichthouderinvloed van de belanghebbenden. 47.5 De raad van bestuur is na verkregen goedkeuring van de raad van toezicht bevoegd tot het aangaan van overeenkomsten tot verkrijging, vervreemding en bezwaring van registergoederen en tot het aangaan van overeenkomsten waarbij de stichting zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidstelling voor een schuld van een ander verbindt. Het Bestuur en de RvC stellen gezamenlijk een visie op opdrachtgeverschap en Op het beleid ontbreken van aanbestedingen op. Hierop volgend stelt het Bestuur een aanbestedingsbeleid op. Dit beleid onderschrijft de beginselen van aanbesteden, namelijk gelijke behandeling, objectiviteit, transparantie en proportionaliteitdeze goedkeuring(en) kan tegen derden geen beroep worden gedaan. 5. Het toezichtskader voor 7.6 Aan de Stichting is de wet- en regelgeving. Als toetsingskader hanteert de RvC die documenten waaraan de maatschappelijk en financiële prestaties voorafgaande goedkeuring van de Stichting kunnen worden getoetst. 6. Het toetsingskader raad van toezicht zijn, onverminderd het elders in deze statuten bepaalde, onderworpen de besluiten van de Stichting wordt in samenspraak tussen Bestuur en de RvC vastgesteld en bevat onder meer de volgende beleidsstukken: a. Statuten; b. het reglement raad van de RvC met bijlagen en het reglement Bestuur met bijlagen; c. reglement financieel beleid en beheer; d. ondernemingsplan; e. begroting; f. treasury statuut; g. investeringsstatuut; h. verbindingsstatuut; i. procuratiereglement (niet van toepassing bij enkelvoudig bestuur); j. visie op opdrachtgeverschap en het beleid van aanbestedingen; k. aanbestedingsbeleid. 7. De RvC heeft tot taakbestuur omtrent: a. het zorgen voor een goed functionerend Bestuur en het evalueren en beoordelen van het functioneren van het Bestuur en zijn individuele leden en het in behandeling nemen van, en beslissen omtrent, gemelde potentiële belangenverstrengelingen tussen de Stichting enerzijds en het Bestuur anderzijds; b. het functioneren als werkgever, adviseur en klankbord voor het Bestuur; c. het goedkeuren van strategische beslissingen van het Bestuur, waaronder in ieder geval begrepen de besluiten omtrent de vaststelling vaststellen van de begroting, het strategisch ondernemingsplanjaar- en bestuursverslag, de jaarlijkse verantwoording jaarrekening en de besluiten resultaatbestemming; b. het vaststellen van het Bestuur die aan zijn goedkeuring zijn onderworpen op grond van artikel 7 belangrijke wijzigingen in de organisatie van de Statutenstichting; c. het vaststellen en ingrijpend wijzigen van de (strategische) beleidsplannen; d. het goedkeuren vaststellen van het door het Bestuur vastgestelde reglementen beleid met de randvoorwaarden en Statuten (waaronder begrepen het reglement financieel beheer) en het toezien op waarborgen voor een adequate invloed van de naleving daarvanbelanghebbenden; e. het in behandeling nemen van, oprichten en beslissen omtrent, gemelde vermeende onregelmatigheden die het functioneren vaststellen van het Bestuur betreffende statuten van een nieuwe rechtspersoon; f. het vaststellen aangaan of verbreken van het beloningsbeleid een duurzame rechtstreekse of middellijke samenwerking met andere rechtspersonen of vennootschappen, indien deze samenwerking van Bestuurders en RvC conform de vigerende wettelijke kadersingrijpende betekenis is; g. het zorgen voor een goed functionerend intern toezichtaanvragen van faillissement of surséance van betaling van de stichting; h. toezicht op het ingrijpend wijzigen van de instelling en handhaving arbeidsomstandigheden of de beëindiging van interne proceduresde dienstbetrekking van een aanmerkelijk aantal werknemers tegelijkertijd of binnen een kort tijdsbestek, of het verbreken van een overeenkomst met een aanmerkelijk aantal personen dat zelfstandig of als samenwerkingsverband werkzaam is voor de stichting; i. overige majeure beslissingen, in overleg te bepalen door de raad van bestuur en de raad van toezicht op en vast te leggen in het behalen reglement raad van bestuur. De raad van bestuur betrekt de raad van toezicht tijdig bij de besluitvorming over de onderwerpen die aan de voorafgaande goedkeuring van de raad van toezicht zijn onderworpen. Op het vereiste aantal PE-punten door Bestuurders ontbreken van deze goedkeuring(en) kan tegen derden geen beroep worden gedaan. 7.7 Een bestuurder meldt elke vorm en schijn van belangenverstrengeling terstond aan de voorzitter van de raad van toezicht en aan de overige leden van de RvC; j. het vaststellen raad van bestuur respectievelijk raad van toezicht en verschaft daarover alle relevante informatie. De raad van toezicht besluit dan buiten aanwezigheid van de jaarrekening; k. het selecteren betrokken bestuurder of sprake is van ongewenste belangenverstrengeling dan wel tegenstrijdige belangen en benoemen treft passende maatregelen indien daar sprake van de externe accountant en het vaststellen van diens honorarium; l. het in samenwerking met het Bestuur openbaar maken, naleven en handhaven van de corporate governance structuur van de Stichting m. het houden van toezicht op de activiteiten van de Stichting in lokale netwerken; n. de overige taken die bij of krachtens de wet of de Statuten aan de RvC toekomenis. 8. De wettelijke en statutaire bevoegdheden van de RvC berusten bij de RvC als college en worden onder gezamenlijke verantwoordelijkheid uitgevoerd. 9. De RvC kan desgewenst een onderlinge verdeling van aandachtsgebieden vaststellen, bepaald door de achtergrond, discipline en deskundigheid van de leden van de RvC. De RvC blijft als geheel verantwoordelijk voor alle besluitvorming. 10. 7.8 Een lid van de RvC raad van bestuur neemt niet deel aan de voorbereiding, beraadslaging(en) en besluitvorming over een onderwerp als hij daarbij een direct of indirect persoonlijk belang heeft geen zakelijke contacten dat tegenstrijdig is met personen die werkzaamheden voor de Stichting verrichten anders dan via het Bestuur. 11. Ieder lid belang van de RvC die op informele of ander indirecte wijze in vertrouwen stichting en de daarmee verbonden zorgorganisatie en wordt genomen ten aanzien evenmin meegerekend bij het vaststellen van kwesties aangaande de Stichting, zal in deze contacten zorgvuldig handelen en steeds voorop stellen dat de RvC dan wel diens voorzitter in dit vertrouwen een vereist quorum. Wanneer hierdoor geen bestuursbesluit kan worden betrokkengenomen, wordt het besluit genomen door de raad van toezicht onder schriftelijke vastlegging van de overwegingen die aan het besluit ten grondslag liggen.

Taken en bevoegdheden. 1. In aanvulling 12.1 De raad van toezicht heeft tot taak integraal toezicht te houden op artikel 13 het beleid van de Statutenraad van bestuur, geldt op de kwaliteit en veiligheid van de zorg, en op de algemene gang van zaken in de stichting en de daarmee verbonden zorgorganisatie. De raad van toezicht vervult de werkgeversfunctie respectievelijk een klankbordfunctie voor de raad van bestuur en staat de raad van bestuur met raad en advies ter zijde. Bij de vervulling van hun taak richten de raad van toezicht en zijn individuele leden zich naar het belang van de stichting en de daarmee verbonden zorgorganisatie, waaronder het te behartigen maatschappelijk belang en het belang van de betrokken belanghebbenden. De raad van toezicht toetst of de raad van bestuur bij zijn beleidsvorming en de uitvoering van zijn bestuurstaken een zorgvuldige en evenwichtige afweging heeft gemaakt van de belangen van allen die bij de stichting en de daarmee verbonden zorgorganisatie betrokken zijn. 12.2 De raad van toezicht en de individuele leden van de raad van toezicht vervullen hun toezicht- advies- en werkgeversfuncties overeenkomstig de wettelijke en statutaire taak- en bevoegdheidsverdeling en respecteren zorgvuldig de eigen verantwoordelijkheid van de raad van bestuur ten aanzien van de taken strategische beleidsvorming en bevoegdheden de algemene en dagelijkse leiding van de RvC het in dit artikel 7 bepaaldestichting en de daarmee verbonden zorgorganisatie. 2. 12.3 De RvC is verantwoordelijk voor zijn eigen functioneren en houdt in het licht individuele leden van de maatschappelijke doelen raad van toezicht vervullen hun taak zonder last of ruggespraak. Zo nodig kan de raad van toezicht zich bij de uitoefening van zijn taak, voor rekening van de Stichting specifiek toezicht op alle inspanningen om risico’s inzichtelijk te maken en te beheersenstichting, doen bijstaan door deskundigen. 3. In een intern beleidsstuk wordt 12.4 De raad van toezicht benoemt en ontslaat de gezamenlijke visie van het Bestuur en RvC op besturen en toezicht neergelegd. Het realiseren van maatschappelijke waarde op lange termijn staat daarbij voorop. De visie gaat in op de verantwoordelijkheid voor het realiseren externe accountant van de doelstellingen, stichting en stelt de strategie, het beleid, raad van bestuur in de financiering en de onderlinge wisselwerking en rollen. De RvC beschrijft hierin zijn rollen als werkgever, toezichthouder en klankbord en zijn taakuitoefening als intern toezichthoudergelegenheid advies uit te brengen over een voorgenomen benoeming of ontslag. 4. Het Bestuur en de RvC stellen gezamenlijk een visie op opdrachtgeverschap en het beleid 12.5 De raad van aanbestedingen op. Hierop volgend stelt het Bestuur een aanbestedingsbeleid op. Dit beleid onderschrijft de beginselen toezicht of één of meerdere door hem uit zijn midden aan te wijzen leden hebben, met inachtneming van aanbesteden, namelijk gelijke behandeling, objectiviteit, transparantie en proportionaliteit. 5. Het toezichtskader voor de Stichting is de wet- en regelgeving. Als toetsingskader hanteert de RvC die documenten waaraan de maatschappelijk en financiële prestaties regelgeving op het gebied van de Stichting kunnen bescherming van privacy en persoonsgegevens, zo mogelijk na overleg met de raad van bestuur, toegang tot de locaties van de stichting en de daarmee verbonden zorgorganisatie en het recht om inzage te nemen van de bescheiden, boeken en overige gegevensdragers van de stichting en de daarmee verbonden zorgorganisatie. De raad van toezicht kan zich daarbij voor rekening van de stichting, na overleg met de raad van bestuur, doen bijstaan door de externe accountant van de stichting, dan wel een door de raad van toezicht aan te wijzen deskundige aan wie inzage in de volledige administratie dient te worden getoetstverleend. 612.6 De raad van bestuur verschaft de raad van toezicht tijdig alle informatie die de raad van toezicht redelijkerwijs nodig heeft om zijn taak adequaat te kunnen vervullen. Het toetsingskader De raad van toezicht en zijn individuele leden hebben een eigen verantwoordelijkheid om van de Stichting wordt in samenspraak tussen Bestuur raad van bestuur, de accountant en overige interne of externe functionarissen alle informatie te verlangen die de raad van toezicht nodig heeft om zijn taak adequaat te kunnen vervullen. 12.7 De werkzaamheden van de raad van toezicht en al hetgeen zijn functioneren en de RvC vastgesteld en bevat onder meer de volgende beleidsstukken: a. Statuten; b. evaluatie daarvan betreft worden nader geregeld in het reglement van de RvC met bijlagen en het reglement Bestuur met bijlagen; c. reglement financieel beleid en beheer; d. ondernemingsplan; e. begroting; f. treasury statuut; g. investeringsstatuut; h. verbindingsstatuut; i. procuratiereglement (niet raad van toepassing bij enkelvoudig bestuur); j. visie op opdrachtgeverschap en het beleid van aanbestedingen; k. aanbestedingsbeleid. 7toezicht. De RvC heeft tot taak: a. het zorgen voor Daaronder valt ook een goed functionerend Bestuur en het evalueren en beoordelen van het functioneren van het Bestuur en zijn individuele leden en het in behandeling nemen van, en beslissen omtrent, gemelde potentiële belangenverstrengelingen tussen de Stichting enerzijds en het Bestuur anderzijds; b. het functioneren als werkgever, adviseur en klankbord voor het Bestuur; c. het goedkeuren van strategische beslissingen van het Bestuur, waaronder in ieder geval begrepen de besluiten omtrent de vaststelling van de begroting, het strategisch ondernemingsplan, de jaarlijkse verantwoording en de besluiten van het Bestuur die aan zijn goedkeuring zijn onderworpen op grond van artikel 7 van de Statuten; d. het goedkeuren van het door het Bestuur vastgestelde reglementen en Statuten (waaronder begrepen het reglement financieel beheer) en het toezien op de naleving daarvan; e. het in behandeling nemen van, en beslissen omtrent, gemelde vermeende onregelmatigheden die het functioneren van het Bestuur betreffen; f. het vaststellen van het beloningsbeleid van Bestuurders en RvC conform de vigerende wettelijke kaders; g. het zorgen voor een goed functionerend intern toezicht; h. toezicht op onderlinge taakverdeling alsmede de instelling en handhaving van interne procedures; i. toezicht op het behalen van het vereiste aantal PE-punten door Bestuurders en commissies bestaande uit leden van de RvC; j. het vaststellen raad van toezicht die zich, onverminderd de collectieve verantwoordelijkheid van de jaarrekening; k. gehele raad van toezicht, in het selecteren en benoemen bijzonder bezig houden met specifieke aspecten en/of onderdelen van de externe accountant en het vaststellen van diens honorarium; l. het in samenwerking met het Bestuur openbaar maken, naleven en handhaven van de corporate governance structuur van de Stichting m. het houden van toezicht op de activiteiten van de Stichting in lokale netwerken; n. de overige taken die bij of krachtens de wet of de Statuten aan de RvC toekomentoezicht. 8. 12.8 De wettelijke en statutaire bevoegdheden van de RvC berusten bij de RvC als college en worden onder gezamenlijke verantwoordelijkheid uitgevoerd. 9. De RvC kan desgewenst een onderlinge verdeling van aandachtsgebieden vaststellen, bepaald door de achtergrond, discipline en deskundigheid van de leden van de RvC. raad van toezicht ontvangen een passende vergoeding voor hun werkzaamheden. De RvC blijft als geheel verantwoordelijk voor alle besluitvormingvergoedingsregeling wordt door de raad van toezicht vastgesteld en verantwoord in de jaarrekening. 10. Een lid van de RvC heeft geen zakelijke contacten met personen die werkzaamheden voor de Stichting verrichten anders dan via het Bestuur. 11. Ieder lid van de RvC die op informele of ander indirecte wijze in vertrouwen wordt genomen ten aanzien van kwesties aangaande de Stichting, zal in deze contacten zorgvuldig handelen en steeds voorop stellen dat de RvC dan wel diens voorzitter in dit vertrouwen kan worden betrokken.

Taken en bevoegdheden. 1. In aanvulling op artikel 13 7.1 De raad van bestuur is belast met het besturen van de Statutenstichting. De onderlinge taakverdeling, geldt ten aanzien de specifieke bevoegdheden, de collectieve en individuele verantwoordelijkheid -in het bijzonder voor de kwaliteit en veiligheid van de taken zorg- alsmede de interne besluitvorming en bevoegdheden de werkwijze van de RvC het raad van bestuur worden nader geregeld in dit artikel 7 bepaaldeeen door de raad van bestuur vast te stellen reglement voor de raad van bestuur. 27.2 Bij de vervulling van hun taak richten de raad van bestuur en zijn individuele leden zich naar het belang van de stichting en de daarmee verbonden zorgorganisatie, waaronder het te behartigen maatschappelijk belang en het belang van de betrokken belanghebbenden. De RvC is verantwoordelijk voor zijn eigen functioneren raad van bestuur maakt een zorgvuldige en houdt in het licht evenwichtige afweging van de maatschappelijke doelen belangen van allen die bij de stichting en de daarmee verbonden zorgorganisatie betrokken zijn. 7.3 De raad van bestuur verschaft de raad van toezicht tijdig en desgevraagd schriftelijk alle informatie die de raad van toezicht redelijkerwijs nodig heeft om zijn taak adequaat te kunnen vervullen en stelt de raad van toezicht in ieder geval jaarlijks schriftelijk op de hoogte van de Stichting specifiek toezicht op alle inspanningen om risico’s inzichtelijk te maken en te beheersen. 3. In een intern beleidsstuk wordt de gezamenlijke visie hoofdlijnen van het Bestuur en RvC op besturen en toezicht neergelegd. Het realiseren van maatschappelijke waarde op lange termijn staat daarbij voorop. De visie gaat in op de verantwoordelijkheid voor het realiseren van de doelstellingen, de strategie, het strategisch beleid, de financiering algemene en financiële risico’s en het beheers- en controlesysteem van de stichting. 7.4 De raad van bestuur bepaalt het beleid voor de dialoog met de (organisaties van) interne en externe belanghebbenden van de stichting en de onderlinge wisselwerking daarmee verbonden zorgorganisatie en rollen. De RvC beschrijft hierin stelt in dat kader vast wie de belanghebbenden zijn rollen als werkgeveren wanneer en op welke wijze vorm en inhoud wordt gegeven aan informatieverschaffing, toezichthouder overleg en klankbord en zijn taakuitoefening als intern toezichthouderinvloed van de belanghebbenden. 4. Het Bestuur 7.5 De raad van bestuur is na verkregen goedkeuring van de raad van toezicht bevoegd tot het aangaan van overeenkomsten tot verkrijging, vervreemding en bezwaring van registergoederen en tot het aangaan van overeenkomsten waarbij de RvC stellen gezamenlijk stichting zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor een visie op opdrachtgeverschap en het beleid derde sterk maakt of zich tot zekerheidstelling voor een schuld van aanbestedingen op. Hierop volgend stelt het Bestuur een aanbestedingsbeleid op. Dit beleid onderschrijft de beginselen van aanbesteden, namelijk gelijke behandeling, objectiviteit, transparantie en proportionaliteitander verbindt. 5. Het toezichtskader voor 7.6 Aan de Stichting is de wet- en regelgeving. Als toetsingskader hanteert de RvC die documenten waaraan de maatschappelijk en financiële prestaties voorafgaande goedkeuring van de Stichting kunnen worden getoetst. 6. Het toetsingskader raad van toezicht zijn, onverminderd het elders in deze statuten bepaalde, onderworpen de besluiten van de Stichting wordt in samenspraak tussen Bestuur en de RvC vastgesteld en bevat onder meer de volgende beleidsstukken: a. Statuten; b. het reglement raad van de RvC met bijlagen en het reglement Bestuur met bijlagen; c. reglement financieel beleid en beheer; d. ondernemingsplan; e. begroting; f. treasury statuut; g. investeringsstatuut; h. verbindingsstatuut; i. procuratiereglement (niet van toepassing bij enkelvoudig bestuur); j. visie op opdrachtgeverschap en het beleid van aanbestedingen; k. aanbestedingsbeleid. 7. De RvC heeft tot taakbestuur omtrent: a. het zorgen voor een goed functionerend Bestuur en het evalueren en beoordelen van het functioneren van het Bestuur en zijn individuele leden en het in behandeling nemen van, en beslissen omtrent, gemelde potentiële belangenverstrengelingen tussen de Stichting enerzijds en het Bestuur anderzijds; b. het functioneren als werkgever, adviseur en klankbord voor het Bestuur; c. het goedkeuren van strategische beslissingen van het Bestuur, waaronder in ieder geval begrepen de besluiten omtrent de vaststelling vaststellen van de begroting, het strategisch ondernemingsplanbestuursverslag, de jaarlijkse verantwoording jaarrekening en de besluiten resultaatbestemming; b. het vaststellen en ingrijpend wijzigen van de (strategische) beleidsplannen; c. het vaststellen van het Bestuur die aan zijn goedkeuring zijn onderworpen op grond van artikel 7 beleid met de randvoorwaarden en waarborgen voor een adequate invloed van de Statutenbelanghebbenden; d. het goedkeuren van het door het Bestuur vastgestelde reglementen en Statuten (waaronder begrepen het reglement financieel beheer) oprichten en het toezien op vaststellen van de naleving daarvanstatuten van een nieuwe rechtspersoon; e. het in behandeling nemen vanaangaan of verbreken van een duurzame rechtstreekse of middellijke samenwerking met andere rechtspersonen of vennootschappen, en beslissen omtrent, gemelde vermeende onregelmatigheden die het functioneren indien deze samenwerking van het Bestuur betreffeningrijpende betekenis is voor de zorgorganisatie; f. het vaststellen aanvragen van het beloningsbeleid faillissement of surséance van Bestuurders en RvC conform betaling van de vigerende wettelijke kadersstichting; g. het zorgen ingrijpend wijzigen van de arbeidsomstandigheden of de beëindiging van de dienst­betrekking van een aanmerkelijk aantal werknemers tegelijkertijd of binnen een kort tijdsbestek, of het verbreken van een overeenkomst met een aanmerkelijk aantal personen dat zelfstandig of als samenwerkingsverband werkzaam is voor een goed functionerend intern toezichtde stichting; h. [……………………………...] De raad van bestuur betrekt de raad van toezicht op tijdig bij de instelling besluitvorming over de onderwerpen die aan de voorafgaande goedkeuring van de raad van toezicht zijn onderworpen. 7.7 Een bestuurder meldt elke vorm en handhaving schijn van interne procedures; i. belangenverstrengeling terstond aan de voorzitter van de raad van toezicht op het behalen van het vereiste aantal PE-punten door Bestuurders en aan de overige leden van de RvC; j. het vaststellen raad van bestuur respectievelijk raad van toezicht en verschaft daarover alle relevante informatie. De raad van toezicht besluit dan buiten aanwezigheid van de jaarrekening; k. het selecteren betrokken bestuurder of sprake is van ongewenste belangenverstrengeling dan wel tegenstrijdige belangen en benoemen treft passende maatregelen indien daar sprake van de externe accountant en het vaststellen van diens honorarium; l. het in samenwerking met het Bestuur openbaar maken, naleven en handhaven van de corporate governance structuur van de Stichting m. het houden van toezicht op de activiteiten van de Stichting in lokale netwerken; n. de overige taken die bij of krachtens de wet of de Statuten aan de RvC toekomenis. 8. De wettelijke en statutaire bevoegdheden van de RvC berusten bij de RvC als college en worden onder gezamenlijke verantwoordelijkheid uitgevoerd. 9. De RvC kan desgewenst een onderlinge verdeling van aandachtsgebieden vaststellen, bepaald door de achtergrond, discipline en deskundigheid van de leden van de RvC. De RvC blijft als geheel verantwoordelijk voor alle besluitvorming. 10. 7.8 Een lid van de RvC raad van bestuur neemt niet deel aan de voorbereiding, beraadslaging(en) en besluitvorming over een onderwerp als hij daarbij een direct of indirect persoonlijk belang heeft geen zakelijke contacten dat tegenstrijdig is met personen die werkzaamheden voor de Stichting verrichten anders dan via het Bestuur. 11. Ieder lid belang van de RvC die op informele of ander indirecte wijze in vertrouwen stichting en de daarmee verbonden zorgorganisatie en wordt genomen ten aanzien evenmin meegerekend bij het vaststellen van kwesties aangaande de Stichting, zal in deze contacten zorgvuldig handelen en steeds voorop stellen dat de RvC dan wel diens voorzitter in dit vertrouwen een vereist quorum. Wanneer hierdoor geen bestuursbesluit kan worden betrokkengenomen, wordt het besluit genomen door de raad van toezicht onder schriftelijke vastlegging van de overwegingen die aan het besluit ten grondslag liggen.

Taken en bevoegdheden. 1. In aanvulling op artikel 13 18 lid 1 van de Statuten, geldt ten aanzien van de taken en bevoegdheden van de RvC het in dit artikel 7 bepaalde. Bij zijn toezicht hanteert de RvC als uitgangspunt de vraag of het beleid wordt gevoerd overeenkomstig de elementaire beginselen van verantwoord ondernemerschap. De RvC ziet erop toe dat het beleid in ieder geval overeenstemming is met wettelijke, statutaire en andere voorschriften en dat de continuïteit van de corporatie is gewaarborgd. De RvC vergewist zich ervan dat de door het Bestuur genomen/ te nemen besluiten op goede gronden berusten en zorgvuldig tot stand zijn gekomen. 2. De RvC is verantwoordelijk voor zijn eigen functioneren en houdt in het licht van de maatschappelijke doelen van de Stichting specifiek toezicht op alle inspanningen om risico’s inzichtelijk te maken en te beheersen. 3. In een intern beleidsstuk wordt de gezamenlijke visie van de RvC en het Bestuur en RvC op besturen en toezicht neergelegd. Het realiseren van maatschappelijke waarde op lange termijn staat daarbij voorop. De hierin wordt in elk geval de visie gaat in op de verantwoordelijkheid voor het realiseren rollen van de doelstellingen, de strategie, het beleid, de financiering en de onderlinge wisselwerking en rollen. De RvC beschrijft hierin zijn rollen als werkgever, toezichthouder en klankbord en zijn taakuitoefening als intern toezichthoudertoezichthouder omschreven. 4. Het Bestuur en de RvC stellen gezamenlijk een visie op opdrachtgeverschap en het beleid van aanbestedingen op. Hierop volgend stelt het Bestuur een aanbestedingsbeleid op. Dit beleid onderschrijft de beginselen van aanbesteden, namelijk gelijke behandeling, objectiviteit, transparantie en proportionaliteit. 5. Het toezichtskader voor de Stichting is de wet- en regelgeving. Als toetsingskader hanteert de RvC die documenten waaraan de maatschappelijk en financiële prestaties van de Stichting kunnen worden getoetst. 65. Het toetsingskader van de Stichting wordt in samenspraak tussen Bestuur en de RvC vastgesteld en bevat onder meer in ieder geval de volgende beleidsstukkenbeleidsstukken : a. Statuten; b. het reglement van de RvC met bijlagen en het reglement Bestuur met bijlagen; c. reglement financieel beleid en beheer; d. ondernemingsplan; e. begrotingbegroting en jaarplan; f. portefeuillestrategie/strategisch voorraad beleid (SVB) g. treasury statuut; g. h. investeringsstatuut; h. verbindingsstatuut; i. procuratiereglement (niet van toepassing bij enkelvoudig bestuur);verbindingenstatuut j. visie op opdrachtgeverschap en het beleid van aanbestedingen;procuratieregeling k. aanbestedingsbeleid. 76. De RvC heeft tot taak: a. het zorgen voor een goed functionerend Bestuur en het evalueren en beoordelen van het functioneren van het Bestuur en zijn individuele leden en het in behandeling nemen van, en beslissen omtrent, gemelde potentiële belangenverstrengelingen tussen de Stichting enerzijds en het Bestuur anderzijds; b. het functioneren als werkgever, adviseur en klankbord voor het Bestuur; c. het goedkeuren van strategische beslissingen van het Bestuur, waaronder in ieder geval begrepen de besluiten omtrent de vaststelling van de begroting, het strategisch ondernemingsplan, de jaarlijkse verantwoording en de besluiten van het Bestuur die aan zijn goedkeuring zijn onderworpen op grond van artikel 7 van de Statuten; d. het goedkeuren van het door het Bestuur vastgestelde reglementen en Statuten (waaronder begrepen het reglement financieel beheer) en het toezien op de naleving daarvan; e. het in behandeling nemen van, en beslissen omtrent, gemelde vermeende onregelmatigheden die het functioneren van het Bestuur betreffen; f. het vaststellen van het beloningsbeleid belonings- en beoordelingsbeleid van Bestuurders en RvC conform de vigerende wettelijke kaders. Onderdeel van het beoordelingsbeleid is het maken van prestatieafspraken; g. het zorgen voor een goed functionerend intern toezicht; h. toezicht op de instelling en handhaving van interne procedures; i. toezicht op het behalen van het vereiste aantal PE-punten en de kwaliteit van de educatie in het kader van artikel 3.3.d van dit reglement door Bestuurders en leden van de RvC; j. het vaststellen van de jaarrekening; k. het selecteren en benoemen van de externe accountant en het vaststellen van diens honorarium; l. het in samenwerking met het Bestuur openbaar maken, naleven en handhaven van de corporate governance structuur van de Stichting; m. het houden van toezicht op de activiteiten van de Stichting in lokale netwerken; n. de overige taken die bij of krachtens de wet of de Statuten aan de RvC toekomen. 87. De wettelijke en statutaire bevoegdheden van de RvC berusten bij de RvC als college en worden onder gezamenlijke verantwoordelijkheid uitgevoerd. 98. De RvC kan desgewenst een onderlinge verdeling van aandachtsgebieden vaststellen, bepaald door de achtergrond, discipline en deskundigheid van de leden van de RvC. De RvC blijft als geheel verantwoordelijk voor alle besluitvorming. 109. Een lid van de RvC heeft geen zakelijke contacten met personen die werkzaamheden werkzaamheden, anders dan in dienstverband, voor de Stichting verrichten anders dan via het Bestuur. 1110. Ieder lid van de RvC die op informele of ander indirecte wijze in vertrouwen wordt genomen ten aanzien van kwesties aangaande de Stichting, zal in deze contacten zorgvuldig handelen en steeds voorop stellen dat de RvC dan wel diens voorzitter in dit vertrouwen kan worden betrokken.

Taken en bevoegdheden. 1. In aanvulling op artikel 13 Het Bestuur is belast met het besturen van de StatutenStichting en is verantwoordelijk voor de naleving van alle relevante wet- en regelgeving en de realisatie van zijn doelstellingen, geldt de strategie, de financiering en het beleid en de daaruit voortvloeiende resultatenontwikkeling, alsmede het beleid ten aanzien van de taken en bevoegdheden deelnemingen van de RvC het in dit artikel 7 bepaalde.Stichting. Het Bestuur legt hierover verantwoording af aan de RvC. 2. Het Bestuur legt in haar strategische ondernemingsplannen vast wat hij ziet als zijn maatschappelijke, operationele en financiële doelen. Deze strategische ondernemingsplannen worden opgesteld door het Bestuur en na goedkeuring door de RvC vastgesteld door het Bestuur. De RvC is verantwoordelijk voor vastgestelde doelen zijn eigen functioneren de uitkomst van een zorgvuldig en houdt in het licht van de maatschappelijke doelen van transparant proces waarbij de Stichting specifiek toezicht de mening betrekt van belanghebbenden, waaronder de (toekomstige) bewoners, Huurdersorganisaties en de Gemeenten. De Stichting is eindverantwoordelijk voor de afweging van belangen en de keuzes die op alle inspanningen om risico’s inzichtelijk te maken en te beheersen. 3basis daarvan worden gemaakt. In een intern beleidsstuk beleidsdocument wordt de gezamenlijke visie van het Bestuur en RvC op besturen en toezicht neergelegd. Het realiseren van maatschappelijke waarde op lange termijn staat daarbij voorop. De visie gaat in op de verantwoordelijkheid voor het realiseren van de doelstellingen, de strategie, het beleid, de financiering en de onderlinge wisselwerking en rollen. De RvC beschrijft hierin zijn rollen In het ondernemingsplan wordt tevens aandacht besteedt aan de zaken die betrekking hebben op het extern overleg als werkgever, toezichthouder en klankbord en zijn taakuitoefening als intern toezichthouderbedoeld in artikel 14. 43. Het Bestuur en de RvC stellen gezamenlijk een visie op opdrachtgeverschap en het beleid van aanbestedingen opop (inkoopbeleid). Hierop volgend stelt het Bestuur een aanbestedingsbeleid op. Dit beleid onderschrijft de beginselen van aanbesteden, namelijk gelijke behandeling, objectiviteit, transparantie en proportionaliteit. 4. Het Bestuur draagt zorg voor het intern en extern communiceren van kernwaarden en zorgt voor bekendheid van de Governancecode. Het Bestuur is ervoor verantwoordelijk dat ook medewerkers handelen volgens de waarde van de Governancecode. 5. Het toezichtskader Bestuur draagt actief bij aan voorwaarden die goede besluitvorming mogelijk maken, zoals onderling respect, goed luisteren, een open oog voor de Stichting is de wet- en regelgeving. Als toetsingskader hanteert de RvC die documenten waaraan de maatschappelijk en financiële prestaties van de Stichting kunnen worden getoetstandere invalshoeken, met als doel te komen tot gezamenlijke opvattingen. 6. Het toetsingskader Bestuur streeft een cultuur na en schept voorwaarden voor het zorgvuldig voorbereiden en nemen van besluiten en voor het uitoefenen van toezicht daarop door de Stichting wordt in samenspraak tussen RvC. Daarbij zijn onder meer de volgende aspecten van belang: a. informatie en documentatie zijn voor Bestuur en de RvC vastgesteld en bevat onder meer de volgende beleidsstukken: a. Statutentijdig beschikbaar; b. er is voldoende tijd voor discussie, in het reglement van de RvC met bijlagen en bijzonder wanneer het reglement Bestuur met bijlagengaat om belangrijke, complexe en/of strategische besluiten; c. reglement financieel beleid er worden duidelijke afspraken gemaakt over proces, planning en beheerwijze van uitvoering; d. ondernemingsplanafwegingen die een rol hebben gespeeld bij de besluitvorming worden goed vastgelegd ten behoeve van navolgbaarheid van besluitvorming; e. begrotingtijdige communicatie met de RvC en evaluatie na de besluitvorming; f. treasury statuut;Het Bestuur vermijdt tegenstrijdige belangen en onterechte gehechtheid aan eerdere besluitvorming. g. investeringsstatuut; h. verbindingsstatuut; i. procuratiereglement (niet Het Bestuur zorgt voor voldoende ruimte en vrijheid om beslissingen uit het verleden – in de context van toepassing bij enkelvoudig bestuur); j. visie op opdrachtgeverschap en het beleid van aanbestedingen; k. aanbestedingsbeleidtoen genomen – ter discussie te stellen. 7. De RvC heeft tot taak: a. het zorgen voor een goed functionerend Het Bestuur en het evalueren en beoordelen van het functioneren van het Bestuur en zijn individuele leden en het in behandeling nemen van, en beslissen omtrent, gemelde potentiële belangenverstrengelingen tussen brengt de Stichting enerzijds en het Bestuur anderzijds; b. het functioneren als werkgever, adviseur en klankbord voor het Bestuur; c. het goedkeuren van strategische beslissingen van het Bestuur, waaronder in ieder geval begrepen de besluiten omtrent de vaststelling van de begroting, het strategisch ondernemingsplan, de jaarlijkse verantwoording en de besluiten van het Bestuur risico’s die aan zijn goedkeuring zijn onderworpen op grond van artikel 7 van de Statuten; d. het goedkeuren van het door het Bestuur vastgestelde reglementen en Statuten (waaronder begrepen het reglement financieel beheer) en het toezien op de naleving daarvan; e. het in behandeling nemen van, en beslissen omtrent, gemelde vermeende onregelmatigheden die het functioneren van het Bestuur betreffen; f. het vaststellen van het beloningsbeleid van Bestuurders en RvC conform de vigerende wettelijke kaders; g. het zorgen voor een goed functionerend intern toezicht; h. toezicht op de instelling en handhaving van interne procedures; i. toezicht op het behalen van het vereiste aantal PE-punten door Bestuurders en leden van de RvC; j. het vaststellen van de jaarrekening; k. het selecteren en benoemen van de externe accountant en het vaststellen van diens honorarium; l. het in samenwerking verband houden met het Bestuur openbaar maken, naleven en handhaven van de corporate governance structuur van de Stichting m. het houden van toezicht op de activiteiten van de Stichting in lokale netwerken; n. de overige taken kaart en hanteert een inzichtelijk beleid voor het beheersen van die bij of krachtens de wet of de Statuten aan de RvC toekomen. 8. De wettelijke en statutaire bevoegdheden risico’s, waarbij het in ieder geval gaat over het opdrachtgeverschap van de RvC berusten bij de RvC als college en worden onder gezamenlijke verantwoordelijkheid uitgevoerd. 9. De RvC kan desgewenst een onderlinge verdeling van aandachtsgebieden vaststellen, bepaald door de achtergrond, discipline en deskundigheid van de leden van de RvC. De RvC blijft als geheel verantwoordelijk voor alle besluitvorming. 10. Een lid van de RvC heeft geen zakelijke contacten met personen die werkzaamheden voor de Stichting verrichten anders dan via het Bestuur. 11. Ieder lid van de RvC die op informele of ander indirecte wijze in vertrouwen wordt genomen ten aanzien van kwesties aangaande de Stichting, zal in deze contacten zorgvuldig handelen en steeds voorop stellen dat de RvC dan wel diens voorzitter in dit vertrouwen kan worden betrokkenhet sluiten van contracten, samenwerkingsverbanden en/of grote transacties met derden.