Common use of Taks op de beursverrichtingen Clause in Contracts

Taks op de beursverrichtingen. Er wordt een taks op de beursverrichtingen geheven aan het tarief van 0,35% van de aankoopprijs op elke vergoeding in contanten betaald voor de Aandelen aangeboden naar aanleiding van het Bod via een professionele tussenpersoon in België. De verrichtingen worden eveneens geacht in België te zijn aangegaan of uitgevoerd wanneer het order daartoe rechtstreeks of onrechtstreeks aan een in het buitenland gevestigde tussenpersoon wordt gegeven, hetzij door een natuurlijke persoon met gewone verblijfplaats in België, hetzij door een rechtspersoon voor rekening van een zetel of een vestiging ervan in België. Deze taks is beperkt tot maximaal EUR 1.600 per belastbare transactie en per partij. De taks is afzonderlijk verschuldigd door elke partij bij een dergelijke transactie, d.i. de verkoper (overdrager) en de koper (verkrijger), beide te innen door de professionele tussenpersoon. Deze taks is niet verschuldigd door: − professionele tussenpersonen, als bedoeld in de artikelen 2, 9° en 10° van de Wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten, handelend voor eigen rekening; − verzekeringsmaatschappijen als bedoeld in artikel 2, §1 van de Wet van 9 juli 1975 betreffende de controle der verzekeringsondernemingen, handelend voor eigen rekening; − instellingen voor pensioenvoorziening vermeld in artikel 2, 1° van de Wet van 27 oktober 2006 betreffende het toezicht op instellingen voor bedrijfspensioenvoorziening, handelend voor eigen rekening; − instellingen voor collectieve belegging, handelend voor eigen rekening; − door een gereglementeerde vastgoedvennootschap, handelend voor eigen rekening; en − niet-inwoners, handelend voor eigen rekening. De Bieder draagt de taks op de beursverrichtingen voor zover zulke taks verschuldigd is door Aandeelhouders die hun Aandelen aan de Bieder overdragen in het kader van het Bod

Appears in 1 contract

Samples: www.fintro.be

Taks op de beursverrichtingen. Er wordt een De aan- en verkoop en elke andere verwerving of overdracht onder bezwarende titel van Aandelen in het kader van het Bod zullen aanleiding geven tot de taks op de beursverrichtingen geheven aan het tarief van 0,35% van (“TOB”), indien de aankoopprijs op elke vergoeding verrichting in contanten betaald voor de Aandelen aangeboden naar aanleiding van het Bod België plaatsvindt via een professionele tussenpersoon in Belgiëtussenpersoon. De verrichtingen worden eveneens geacht in België te zijn aangegaan of uitgevoerd wanneer het order daartoe rechtstreeks of onrechtstreeks aan een in het buitenland gevestigde tussenpersoon wordt gegeven, hetzij door een natuurlijke persoon met gewone verblijfplaats in België, hetzij door een rechtspersoon voor rekening van een zetel of een vestiging ervan in België. Deze taks De TOB bedraagt 0,35% van de aankoopprijs en is beperkt tot maximaal EUR 1.600 per belastbare transactie en per partij. De taks is afzonderlijk verschuldigd door elke partij bij een dergelijke transactie, d.id.w.z. de verkoper (overdrager) en de koper (verkrijger), beide te innen door de professionele tussenpersoon. Indien de tussenpersoon echter buiten België is gevestigd, is de belasting in principe verschuldigd door de Belgische belegger, tenzij deze kan aantonen dat de belasting reeds is betaald. Buiten België gevestigde professionele tussenpersonen kunnen, onder bepaalde voorwaarden en formaliteiten, een TOB- vertegenwoordiger aanstellen, die de TOB verschuldigd zal zijn voor de transacties die via deze professionele tussenpersoon worden uitgevoerd. Indien een dergelijke vertegenwoordiger de verschuldigde TOB zou hebben betaald, is de Belgische belegger volgens het bovenstaande niet langer de schuldenaar van de TOB. Deze taks is niet verschuldigd door: − professionele tussenpersonen, als bedoeld in de artikelen 2, 9° en 10° van de Wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten, handelend voor eigen rekening; − verzekeringsmaatschappijen als bedoeld in artikel 2, §1 van de Wet van 9 juli 1975 betreffende de controle der verzekeringsondernemingen, handelend voor eigen rekening; − instellingen voor pensioenvoorziening vermeld in artikel 2, 1° van de Wet van 27 oktober 2006 betreffende het toezicht op instellingen voor bedrijfspensioenvoorziening, handelend voor eigen rekening; − instellingen voor collectieve belegging, handelend voor eigen rekening; − door een gereglementeerde vastgoedvennootschapvastgoedvennootschappen, handelend voor eigen rekening; en − Belgische niet-inwonersinwoners die een certificaat bezorgen aan hun financiële tussenpersoon in België waarin hun hoedanigheid van niet-inwoner wordt bevestigd, handelend voor eigen rekening. De Bieder draagt de taks op de beursverrichtingen TOB voor zover zulke taks verschuldigd is door Aandeelhouders die hun Aandelen aan de Bieder overdragen in het kader van het Bod.

Appears in 1 contract

Samples: www.saverextakeoverbid.com

Taks op de beursverrichtingen. Er wordt is geen taks op beursverrichtingen verschuldigd bij de inschrijving op nieuw uitgegeven Aandelen (d.z. primaire markt verrichtingen). De aankoop en de verkoop, en alle andere verwervingen en overdrachten ten bezwarende titel van Aandelen in België via een professionele tussenpersoon zijn, daarentegen, wel onderworpen aan de taks op beursverrichtingen (d.z. secundaire markt verrichtingen). Deze taks bedraagt voor wat betreft het verhandelen van Aandelen 0,25% van de aan- of verkoopprijs, met een maximum van € 740 per verrichting en per partij. Er is geen taks op de beursverrichtingen geheven aan het tarief van 0,35% van de aankoopprijs op elke vergoeding in contanten betaald voor de Aandelen aangeboden naar aanleiding van het Bod via een professionele tussenpersoon in België. De verrichtingen worden eveneens geacht in België te zijn aangegaan of uitgevoerd wanneer het order daartoe rechtstreeks of onrechtstreeks aan een in het buitenland gevestigde tussenpersoon wordt gegeven, hetzij door een natuurlijke persoon met gewone verblijfplaats in België, hetzij door een rechtspersoon voor rekening van een zetel of een vestiging ervan in België. Deze taks is beperkt tot maximaal EUR 1.600 per belastbare transactie en per partij. De taks is afzonderlijk verschuldigd door elke partij bij een dergelijke transactie, d.i. de verkoper (overdrager) en de koper (verkrijger), beide te innen door de professionele tussenpersoon. Deze taks is niet verschuldigd door: − professionele - Professionele tussenpersonen, als bedoeld beschreven in de artikelen artikel 2, 9° en 10° °, van de Wet wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten, handelend die voor eigen rekeningrekening handelen; − verzekeringsmaatschappijen als bedoeld - Verzekeringsondernemingen, beschreven in artikel 2, §1 1, van de Wet van 9 juli 1975 wet betreffende de controle der verzekeringsondernemingenverzekeringsondernemingen van 9 juli 1975, handelend die voor eigen rekeningrekening handelen; − instellingen voor pensioenvoorziening vermeld - Pensioenfondsen, beschreven in artikel 2, 1° van de Wet wet van 27 oktober 2006 betreffende het toezicht op instellingen voor bedrijfspensioenvoorziening, handelend die voor eigen rekeningrekening handelen; − instellingen - - Instellingen voor collectieve beleggingbeleggingen, handelend beschreven in de Wet van 3 augustus 2012, die voor eigen rekeningrekening handelen; − door en - Niet-inwoners (bij aflevering van een gereglementeerde vastgoedvennootschapcertificaat van niet-inwonerschap), handelend die voor eigen rekening; en − niet-inwoners, handelend voor eigen rekeningrekening handelen. De Bieder draagt Ontwerprichtlijn over een gemeenschappelijke financiële transactietaks (FTT) (zie ook hierna) bepaalt dat zodra de FTT in werking treedt, de Deelnemende Lidstaten geen andere belasting op financiële transacties meer mogen handhaven of invoeren dan de FTT (of de BTW zoals voorzien in Richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde). Wat België betreft, zal de taks op de beursverrichtingen dus moeten worden opgeheven wanneer de FTT in werking treedt. De Ontwerprichtlijn is nog het voorwerp van onderhandelingen tussen de Deelnemende Lidstaten en kan dus op ieder ogenblik worden gewijzigd. Op 14 februari 2013 heeft de Europese Commissie een voorstel goedgekeurd voor zover zulke taks een Richtlijn van de Raad (de Ontwerprichtlijn) over een gemeenschappelijke financiële transactietaks. Volgens de Ontwerprichtlijn zou de FTT op 1 januari 2014 in 11 EU-lidstaten worden ingevoerd en van kracht worden (Oostenrijk, Xxxxxx, Xxxxxxx, Xxxxxxxxx, Xxxxxxxxx, Xxxxxxxxxxx, Xxxxxx, Xxxxxxxx, Xxxxxx, Slowakije en Slovenië, samen de Deelnemende lidstaten). In juni 2013 heeft de Europese Commissie echter meegedeeld dat 1 januari 2014 niet zou worden gehaald, maar dat midden 2014 mogelijk wel haalbaar zou zijn. Overeenkomstig de Ontwerprichtlijn zal de FTT verschuldigd zijn op financiële transacties op voorwaarde dat ten minste één partij bij de financiële transactie gevestigd is door Aandeelhouders of geacht wordt gevestigd te zijn in een Deelnemende lidstaat, en er een financiële instelling in een Deelnemende lidstaat is gevestigd of geacht wordt gevestigd te zijn in een Deelnemende lidstaat die hun Aandelen aan een partij is bij de Bieder overdragen financiële transactie of die handelt in naam van een partij bij de transactie. De FTT zal echter (onder andere) niet worden geheven op transacties op de primaire markt in de zin van artikel 5(c) van Verordening (EG) nr. 1287/2006, inclusief de activiteit van underwriting en de daaropvolgende toewijzing van financiële instrumenten in het kader van hun uitgifte. De FTT tarieven zullen door elke Deelnemende lidstaat worden bepaald, maar bedragen voor transacties met andere financiële instrumenten dan derivaten ten minste 0,1% van het Bodbelastbare bedrag. Het belastbare bedrag voor dergelijke transacties zal in het algemeen worden bepaald op basis van de betaalde of verschuldigde vergoeding in ruil voor de overdracht. De FTT zal verschuldigd zijn door elke financiële instelling die in een Deelnemende lidstaat is gevestigd of geacht wordt gevestigd te zijn, en die ofwel een partij is bij de financiële transactie, of die handelt in naam van een partij bij de transactie, of indien de transactie voor haar rekening is verricht. Als de verschuldigde FTT niet binnen de toepasselijke termijnen is betaald, wordt elke partij bij een financiële transactie, ook andere personen dan financiële instellingen, gezamenlijk en hoofdelijk aansprakelijk gesteld voor de betaling van de verschuldigde FTT. Xxxxxxxxx dienen derhalve in het bijzonder indachtig te zijn aan het feit dat iedere verkoop, aankoop of ruil van Aandelen onderworpen wordt aan de FTT tegen een minimumtarief van 0,1%, op voorwaarde dat de bovenvermelde vereisten zijn vervuld. De belegger kan aansprakelijk zijn om deze kosten te betalen of een financiële instelling voor de kosten te vergoeden en/of de kosten kunnen een invloed hebben op de waarde van de Aandelen van de Vennootschap. De uitgifte van nieuwe Aandelen van de Vennootschap zou niet aan de FTT onderworpen zijn. Er wordt tussen de Deelnemende lidstaten nog steeds over de Ontwerprichtlijn onderhandeld en bijgevolg kan die nog op elk moment worden gewijzigd. Een comité van het Europese Parlement heeft op 19 maart 2013 een ontwerpverslag opgesteld met suggesties voor wijzigingen in de Ontwerprichtlijn. Als de wijzigingen in de eventuele Richtlijn zouden worden opgenomen, dan zou het toepassingsgebied van de FTT nog breder worden. Nadat de Ontwerprichtlijn goedgekeurd zou worden (de 'Richtlijn'), zou de Richtlijn vervolgens in de respectieve binnenlandse wetgevingen van de Deelnemende lidstaten ingevoerd moeten worden. De implementaties van de Richtlijn in elk van de verschillende Deelnemende lidstaten zouden van de Richtlijn zelf kunnen afwijken. Kandidaat-beleggers dienen hun eigen belastingadviseurs te raadplegen over de gevolgen van de FTT die gepaard gaan met een inschrijving op, en de aankoop, het houden en de vervreemding van Aandelen van de Vennootschap. In juli 2013 maakte de Europese Commissie bekend bereid te zijn om een voorstel voor lagere tarieven voor specifieke marktsegmenten te bestuderen, waaronder staatsobligaties en pensioenfondsen. Deze tarieven zouden mogelijk in de toekomst verhoogd worden. Op 18 april 2013 heeft het Verenigd Koninkrijk de legaliteit van de beslissing van de Raad tot versterkte samenwerking tussen de 11 Deelnemende Lidstaten op het vlak van een gemeenschappelijke FTT aangevochten voor het Europees Hof van Justitie, alsook het toepassingsgebied en de doelen van het oorspronkelijke voorstel van de Europese Commissie. Op 30 april 2014 heeft het Hof van Justitie het beroep van het Verenigd Koninkrijk afgewezen. Volgens het Hof van Justitie hadden de argumenten van het Verenigd Koninkrijk geen betrekking op de beslissing tot nauwere samenwerking, maar op niet-definitieve heffingsbeginselen van de FTT. De datum van inwerkingtreding van de FTT is nog niet bepaald. Die wordt niet verwacht voor 1 januari 2015.

Appears in 1 contract

Samples: www.abo-group.eu

Taks op de beursverrichtingen. Er wordt Bij de inschrijving op aandelen van de Vennootschap is er geen taks op de beursverrichting verschuldigd (primaire marktverrichtingen). De aankoop en de verkoop en enige andere verwerving of overdracht onder bezwarende titel van aandelen van de Vennootschap (secundaire markt) in België via een professionele tussenpersoon is onderworpen aan de taks op de beursverrichtingen geheven aan het tarief van 0,35tegen 0,27% van de aankoopprijs op elke vergoeding in contanten betaald voor de Aandelen aangeboden naar aanleiding aankoopprijs, met een maximum van het Bod via een professionele tussenpersoon in België. De verrichtingen worden eveneens geacht in België te zijn aangegaan of uitgevoerd wanneer het order daartoe rechtstreeks of onrechtstreeks aan een in het buitenland gevestigde tussenpersoon wordt gegeven, hetzij door een natuurlijke persoon met gewone verblijfplaats in België, hetzij door een rechtspersoon voor rekening van een zetel of een vestiging ervan in België. Deze taks is beperkt tot maximaal EUR 1.600 800 per belastbare transactie en per partij. De Er is geen taks is afzonderlijk op de beursverrichtingen verschuldigd door elke partij bij een dergelijke transactie, d.i. de verkoper (overdrager) en de koper (verkrijger), beide te innen voor transacties die worden afgesloten door de volgende partijen, op voorwaarde dat deze voor eigen rekening handelen: (i) professionele tussenpersoon. Deze taks is niet verschuldigd door: − professionele tussenpersonen, als bedoeld tussenpersonen zoals beschreven in de artikelen artikel 2, 9° en 10° van de Belgische Wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten2002, handelend voor eigen rekening; − verzekeringsmaatschappijen als bedoeld (ii) verzekeringsondernemingen beschreven in artikel 2, §1 van de Belgische Wet van 9 juli 1975 betreffende de controle der verzekeringsondernemingen1975, handelend voor eigen rekening; − (iii) professionele instellingen voor pensioenvoorziening vermeld bedrijfspensioenvoorziening zoals beschreven in artikel 2, 12,1° van de Belgische Wet van 27 oktober 2006 betreffende het toezicht op de instellingen voor bedrijfspensioenvoorziening, handelend voor eigen rekening; (iv) instellingen voor collectieve belegging, handelend voor eigen rekening; − door een gereglementeerde vastgoedvennootschap, handelend voor eigen rekening; en (v) Belgische niet-inwoners, handelend voor eigen rekeningop voorwaarde dat deze aan de financiële tussenpersoon een certificaat voorleggen dat hun statuut van niet-inwoner bevestigt. De Bieder draagt Zoals hierboven in het onderdeel “Risicofactoren” vermeld, heeft de Europese Commissie op 14 februari 2013 het Richtlijnvoorstel betreffende een BFT goedgekeurd. Momenteel bepaalt het Richtlijnvoorstel dat de Deelnemende Lidstaten, zodra de BFT van kracht is, geen andere belastingen op financiële transacties mogen handhaven of invoeren dan de BFT (of BTW zoals bepaald in de Richtlijn van de Raad 2006/112/EG van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van de belasting op de toegevoegde waarde). Voor België betekent dit dat de taks op de beursverrichtingen voor zover zulke taks verschuldigd zou moeten worden afgeschaft van zodra het BFT-stelsel in werking treedt. Het Richtlijnvoorstel is door Aandeelhouders die hun Aandelen aan nog het voorwerp van onderhandelingen tussen de Bieder overdragen in het kader van het BodDeelnemende Lidstaten en kan daarom op elk moment nog worden gewijzigd.

Appears in 1 contract

Samples: www.fsma.be