Tarieven Uitgangspunten. Als er geen sprake is van een bijzonder tarief als bedoeld in paragraaf 1.3 van deze bijlage, wordt het zeehavengeld per Zeeschip berekend aan de hand van de hierna weergegeven stappen met gebruikmaking van de daarna opgenomen tabellen; • Het zeehavengeld wordt geheven inclusief een percentage van 0,35% ten behoeve van Deltalinqs en de Vereniging Rotterdamse Cargadoors voor hun belangenbehartiging en maatschappelijke doelen voor zeevarenden in de Rotterdamse Haven; • General cargo schepen niet in Lijndienst waarvan de geladen en/of geloste Lading voor meer dan 80 procent bestaat uit containers worden gezien als Containerschepen niet in Lijndienst. General cargo schepen waarvan de geladen en/of geloste Lading voor meer dan 80 procent van bestaat uit droge bulk worden gezien als bulkschepen; • Bulkschepen waarvan de geladen en/of geloste Lading voor meer dan 80 procent bestaat uit overig stukgoed worden gezien als general cargo schepen niet in lijndienst; • Als ‘eerst af te rekenen goederensoort’ – als bedoeld in de hierna opgenomen stap 3 - wordt primair aangemerkt de overgeslagen goederensoort die correspondeert met het betreffende scheepstype (bijvoorbeeld ruwe olie in geval van een olie-/producttanker of kolen in geval van een bulkschip). In het geval er meerdere corresponderende goederensoorten worden over- geslagen (bijvoorbeeld kolen en ijzererts in geval van een bulkschip) is de ‘eerst af te rekenen goederensoort’ eveneens de goederensoort met het hoogste ladingtarief. In het geval er alleen niet corresponderende goede- rensoorten worden overgeslagen, is de ‘eerst af te rekenen goederensoort’ eveneens de goederensoort met het hoogste ladingtarief. In het geval er zowel corresponderende als niet corresponderende goederensoorten worden overgeslagen is de ‘eerst af te rekenen goederensoort’ de corresponderende goederensoort met het hoogste ladingtarief. Stap 1 Bepaal met tabel 1 het toepasselijke scheepstype en omslagpercentage. Stap 2 Bereken met tabel 1 het zeehavengeld over de BT-maat van het betreffende schip (BT-maat x BT-tarief). Stap 3* Bereken het maximaal te betalen zeehavengeld over het ladingdeel door vermenigvuldiging van de BT maat met het in tabel 1 vermelde omslag- percentage en het in tabel 2 vermelde ladingtarief dat correspondeert met de eerst af te rekenen goederensoort (BT-maat x omslagpercentage x ladingtarief). Stap 4 Bereken met tabel 2 per goederensoort het zeehavengeld over de over- geslagen hoeveelheid in Tonnen (overgeslagen hoeveelheid x ladingtarief). Stap 5 Bepaal het aan HbR verschuldigde zeehavengeld door de uitkomst van stap 2 op te tellen bij de laagste uitkomst van stap 3 en 4. * Wanneer er geen omslagpercentage van toepassing is op het bedoelde type schip is stap 3 niet van toepassing en is stap 5 het resultaat van het optellen van de uitkomst van stap 2 en de uitkomst van stap 4.
Appears in 1 contract
Samples: Algemene Voorwaarden
Tarieven Uitgangspunten. Als er geen sprake is van een bijzonder tarief als bedoeld in paragraaf 1.3 van deze bijlage, wordt het zeehavengeld per Zeeschip berekend aan de hand van de hierna weergegeven stappen met gebruikmaking van de daarna opgenomen tabellen; . • Het zeehavengeld wordt geheven inclusief een percentage van 0,35% ten behoeve van Deltalinqs en de Vereniging Rotterdamse Cargadoors voor hun belangenbehartiging en maatschappelijke doelen voor zeevarenden in de Rotterdamse Haven; . • General cargo schepen niet in Lijndienst waarvan de geladen en/of geloste Lading voor meer dan 80 procent bestaat uit containers worden gezien als Containerschepen niet in Lijndienst. General cargo schepen waarvan de geladen en/of geloste Lading voor meer dan 80 procent van bestaat uit droge bulk worden gezien als bulkschepen; • . Bulkschepen waarvan de geladen en/of geloste Lading voor meer dan 80 procent bestaat uit overig stukgoed worden gezien als general cargo schepen niet in lijndienst; . • Als ‘eerst af te rekenen goederensoort’ – als bedoeld in de hierna opgenomen stap 3 - wordt primair aangemerkt de overgeslagen goederensoort die correspondeert met het betreffende scheepstype (bijvoorbeeld ruwe olie in geval van een olie-/producttanker of kolen in geval van een bulkschip). In het geval er meerdere corresponderende goederensoorten worden over- geslagen overgeslagen (bijvoorbeeld kolen en ijzererts in geval van een bulkschip) is de ‘eerst af te rekenen goederensoort’ eveneens de goederensoort met het hoogste ladingtarief. In het geval er alleen niet corresponderende goede- rensoorten goederensoorten worden overgeslagen, is de ‘eerst af te rekenen goederensoort’ eveneens de goederensoort met het hoogste ladingtarief. In het geval er zowel corresponderende als niet corresponderende goederensoorten worden overgeslagen is de ‘eerst af te rekenen goederensoort’ de corresponderende goederensoort met het hoogste ladingtarief. Stap 1 Bepaal met tabel 1 het toepasselijke scheepstype en omslagpercentage. Stap 2 Bereken met tabel 1 het zeehavengeld over de BT-maat van het betreffende schip (BT-maat x BT-tarief). Stap 3* 3 Bereken het maximaal te betalen zeehavengeld over het ladingdeel door vermenigvuldiging van de BT BT-maat met het in tabel 1 vermelde omslag- percentage omslagpercentage en het in tabel 2 vermelde ladingtarief dat correspondeert met de ‘eerst af te rekenen goederensoort goederensoort’ (BT-maat x × omslagpercentage x × ladingtarief).** Ltr. Stap 4 Bereken met tabel 2 per goederensoort het zeehavengeld over de over- geslagen hoeveelheid in Tonnen (overgeslagen hoeveelheid x ladingtarief). Stap 5 Bepaal het aan HbR verschuldigde zeehavengeld door de uitkomst van stap 2 op te tellen bij de laagste uitkomst van stap 3 en 4. * Wanneer er geen omslagpercentage van toepassing is op het bedoelde type Type schip is stap 3 niet van toepassing en is stap 5 het resultaat van het optellen van de uitkomst van stap 2 en de uitkomst van stap 4.Omslag- percentage BT tarief
A Olie-/productentankers 133,639 0,336
B LNG tankers 133,7 0,346
C Chemicaliën-/gastankers 133,7 0,336
D Bulkschepen 133,7 0,336
Appears in 1 contract
Samples: Algemene Voorwaarden
Tarieven Uitgangspunten. Als er geen sprake is van een bijzonder tarief als bedoeld in paragraaf 1.3 van deze bijlage, wordt het zeehavengeld per Zeeschip berekend aan de hand van de hierna weergegeven stappen met gebruikmaking van de daarna opgenomen tabellen; . • Het zeehavengeld wordt geheven inclusief een percentage van 0,35% ten behoeve van Deltalinqs en de Vereniging Rotterdamse Cargadoors voor hun belangenbehartiging belangen- behartiging en maatschappelijke doelen voor zeevarenden in de Rotterdamse Haven; . • General cargo schepen niet in Lijndienst waarvan de geladen en/of geloste Lading voor meer dan 80 procent bestaat uit containers worden gezien als Containerschepen niet in Lijndienst. General cargo schepen waarvan de geladen en/of geloste Lading voor meer dan 80 procent van bestaat uit droge bulk worden gezien als bulkschepen; • . Bulkschepen waarvan de geladen en/of geloste Lading voor meer dan 80 procent bestaat uit overig stukgoed worden gezien als general cargo schepen niet in lijndienst; . • Als ‘eerst af te rekenen goederensoort’ – als bedoeld in de hierna opgenomen stap 3 - wordt primair aangemerkt de overgeslagen goederensoort die correspondeert met het betreffende scheepstype (bijvoorbeeld ruwe olie in geval van een olie-/producttanker olie-/ producttanker of kolen in geval van een bulkschip). In het geval er meerdere corresponderende goederensoorten worden over- geslagen overgeslagen (bijvoorbeeld kolen en ijzererts in geval van een bulkschip) is de ‘eerst af te rekenen goederensoort’ eveneens de goederensoort met het hoogste ladingtarief. In het geval er alleen niet corresponderende goede- rensoorten goederensoorten worden overgeslagen, is de ‘eerst af te rekenen goederensoort’ eveneens de goederensoort met het hoogste ladingtarief. In het geval er zowel corresponderende als niet corresponderende goederensoorten worden overgeslagen is de ‘eerst af te rekenen goederensoort’ de corresponderende goederensoort met het hoogste ladingtarief. Stap 1 Bepaal met tabel 1 het toepasselijke scheepstype en omslagpercentage. Stap 2 Bereken met tabel 1 het zeehavengeld over de BT-maat van het betreffende schip (BT-maat x BT-tarief). Stap 3* 3 Bereken het maximaal te betalen zeehavengeld over het ladingdeel door vermenigvuldiging van de BT BT-maat met het in tabel 1 vermelde omslag- percentage omslagpercentage en het in tabel 2 vermelde ladingtarief dat correspondeert met de ‘eerst af te rekenen goederensoort goederensoort’ (BT-maat x × omslagpercentage x × ladingtarief).** Xxx. Stap 4 Bereken met tabel Type schip Omslag- percentage BT tarief
A Olie-/productentankers 133,639 0,320
B LNG tankers 133,7 0,330
C Chemicaliën-/gastankers 133,7 0,320
D Bulkschepen 133,7 0,320
E Containerschepen in Deepsea Lijndienst n.v.t. 0,255
F Containerschepen in Shortsea/Feeder Lijndienst 50,3 0,188
G Containerschepen niet in Lijndienst 133,7 0,320 H I J K L M N O General Cargo schepen in Deepsea Lijndienst 61,9 0,311 General Cargo schepen in Shortsea/Feeder Lijndienst 50,3 0,190 General Cargo schepen niet in Lijndienst 133,7 0,323 General Cargo schepen niet in Lijndienst > 20.000 BT n.v.t. 0,323 Car Carriers, Ropax- en Roll-on/Roll-off schepen in Lijndienst 67,6 0,096 Car Carriers, Ropax- en Roll-on/Roll-off schepen niet in Lijndienst 67,6 0,142 Cruiseschepen n.v.t. 0,118 Offshore schepen 133,7 0,320 Overige vaartuigen/Zeeschepen 133,7 0,320 TABEL 2 per goederensoort het zeehavengeld over de over- geslagen hoeveelheid in Tonnen (overgeslagen hoeveelheid x ladingtarief)‘ZEEHAVENGELD LADING VOLUME’ Nr. Stap 5 Bepaal het aan HbR verschuldigde zeehavengeld door de uitkomst van stap 2 op te tellen bij de laagste uitkomst van stap 3 Goederensoort Ladingtarief 01 Agribulk 0,521 02 IJzererts en 4. * Wanneer er geen omslagpercentage van toepassing is op het bedoelde type schip is stap 3 niet van toepassing en is stap 5 het resultaat van het optellen van de uitkomst van stap 2 en de uitkomst van stap 4.schroot 0,521 03 Kolen 0,521 04 Overige droge bulkgoederen 0,521 05 Ruwe olie 0,674 06 Minerale olieproducten ( inclusief petcokes) 0,521 0,521 07 Overige natte bulkgoederen 08 Roll-on/Roll-off 0,480 09 Containers ( inclusief flats) 0,538 -Shortsea/Feeder Lijndienst 0,480 -Deepsea Lijndienst 0,510
Appears in 1 contract
Samples: Algemene Voorwaarden
Tarieven Uitgangspunten. Als er geen sprake is van een bijzonder tarief als bedoeld in paragraaf 1.3 van deze bijlage, wordt het zeehavengeld per Zeeschip berekend aan de hand van de hierna weergegeven stappen met gebruikmaking van de daarna opgenomen tabellen; . • Het zeehavengeld wordt geheven inclusief een percentage van 0,35% ten behoeve van Deltalinqs en de Vereniging Rotterdamse Cargadoors voor hun belangenbehartiging belangen- behartiging en maatschappelijke doelen voor zeevarenden in de Rotterdamse Haven; . • General cargo schepen niet in Lijndienst waarvan de geladen en/of geloste Lading voor meer dan 80 procent bestaat uit containers worden gezien als Containerschepen niet in Lijndienst. General cargo schepen waarvan de geladen en/of geloste Lading voor meer dan 80 procent van bestaat uit droge bulk worden gezien als bulkschepen; • . Bulkschepen waarvan de geladen en/of geloste Lading voor meer dan 80 procent bestaat uit overig stukgoed worden gezien als general cargo schepen niet in lijndienst; . • Als ‘eerst af te rekenen goederensoort’ – als bedoeld in de hierna opgenomen stap 3 - wordt primair aangemerkt de overgeslagen goederensoort die correspondeert met het betreffende scheepstype (bijvoorbeeld ruwe olie in geval van een olie-/producttanker olie-/ producttanker of kolen in geval van een bulkschip). In het geval er meerdere corresponderende goederensoorten worden over- geslagen overgeslagen (bijvoorbeeld kolen en ijzererts in geval van een bulkschip) is de ‘eerst af te rekenen goederensoort’ eveneens de goederensoort met het hoogste ladingtarief. In het geval er alleen niet corresponderende goede- rensoorten goederensoorten worden overgeslagen, is de ‘eerst af te rekenen goederensoort’ eveneens de goederensoort met het hoogste ladingtarief. In het geval er zowel corresponderende als niet corresponderende goederensoorten worden overgeslagen is de ‘eerst af te rekenen goederensoort’ de corresponderende goederensoort met het hoogste ladingtarief. Stap 1 Bepaal met tabel 1 het toepasselijke scheepstype en omslagpercentage. Stap 2 Bereken met tabel 1 het zeehavengeld over de BT-maat van het betreffende schip (BT-maat x BT-tarief). Stap 3* 3 Bereken het maximaal te betalen zeehavengeld over het ladingdeel door vermenigvuldiging van de BT BT-maat met het in tabel 1 vermelde omslag- percentage omslagpercentage en het in tabel 2 vermelde ladingtarief dat correspondeert met de ‘eerst af te rekenen goederensoort goederensoort’ (BT-maat x × omslagpercentage x × ladingtarief).** Xxx. Stap 4 Bereken met tabel 2 per goederensoort het zeehavengeld over de over- geslagen hoeveelheid Type schip Omslag- percentage BT tarief
A Olie-/productentankers 133,639 0,312
B LNG tankers 133,7 0,322
C Chemicaliën-/gastankers 133,7 0,312
D Bulkschepen 133,7 0,312
E Containerschepen in Tonnen (overgeslagen hoeveelheid x ladingtarief)Deepsea Lijndienst n.v.t. Stap 5 Bepaal het aan HbR verschuldigde zeehavengeld door de uitkomst van stap 2 op te tellen bij de laagste uitkomst van stap 3 en 4. * Wanneer er geen omslagpercentage van toepassing is op het bedoelde type schip is stap 3 niet van toepassing en is stap 5 het resultaat van het optellen van de uitkomst van stap 2 en de uitkomst van stap 4.0,249
F Containerschepen in Shortsea/Feeder Lijndienst 50,3 0,183
Appears in 1 contract
Samples: Algemene Voorwaarden
Tarieven Uitgangspunten. Als er geen sprake is van een bijzonder tarief als bedoeld in paragraaf 1.3 van deze bijlage, wordt het zeehavengeld per Zeeschip berekend aan de hand van de hierna weergegeven stappen met gebruikmaking van de daarna opgenomen tabellen; . • Het zeehavengeld wordt geheven inclusief een percentage van 0,35% ten behoeve van Deltalinqs en de Vereniging Rotterdamse Cargadoors voor hun belangenbehartiging belangen-behartiging en maatschappelijke doelen voor zeevarenden in de Rotterdamse Haven; . • General cargo schepen niet in Lijndienst waarvan de geladen en/of geloste Lading voor meer dan 80 procent bestaat uit containers worden gezien als Containerschepen niet in Lijndienst. General cargo schepen waarvan de geladen en/of geloste Lading voor meer dan 80 procent van bestaat uit droge bulk worden gezien als bulkschepen; • . Bulkschepen waarvan de geladen en/of geloste Lading voor meer dan 80 procent bestaat uit overig stukgoed worden gezien als general cargo schepen niet in lijndienst; . • Als ‘eerst af te rekenen goederensoort’ – als bedoeld in de hierna opgenomen stap 3 - wordt primair aangemerkt de overgeslagen goederensoort die correspondeert met het betreffende scheepstype (bijvoorbeeld ruwe olie in geval van een olie-/producttanker olie-/ producttanker of kolen in geval van een bulkschip). In het geval er meerdere corresponderende goederensoorten worden over- geslagen overgeslagen (bijvoorbeeld kolen en ijzererts in geval van een bulkschip) is de ‘eerst af te rekenen goederensoort’ eveneens de goederensoort met het hoogste ladingtarief. In het geval er alleen niet corresponderende goede- rensoorten goederensoorten worden overgeslagen, is de ‘eerst af te rekenen goederensoort’ eveneens de goederensoort met het hoogste ladingtarief. In het geval er zowel corresponderende als niet corresponderende goederensoorten worden overgeslagen is de ‘eerst af te rekenen goederensoort’ de corresponderende goederensoort met het hoogste ladingtarief. Stap 1 Bepaal met tabel 1 het toepasselijke scheepstype en omslagpercentage. Stap 2 Bereken met tabel 1 het zeehavengeld over de BT-maat van het betreffende schip (BT-maat x × BT-tarief). Stap 3* 3 Bereken het maximaal te betalen zeehavengeld over het ladingdeel door vermenigvuldiging van de BT BT-maat met het in tabel 1 vermelde omslag- percentage omslagpercentage en het in tabel 2 vermelde ladingtarief dat correspondeert met de ‘eerst af te rekenen goederensoort goederensoort’ (BT-maat x × omslagpercentage x × ladingtarief).** * Ter verduidelijking van de stappen zijn in bijlage 2 enkele praktijkvoorbeelden opgenomen. Stap 4 Bereken Hoewel deze voorbeelden met tabel 2 per goederensoort de grootst mogelijke zorgvuldigheid zijn samengesteld kunnen daaraan geen rechten worden ontleend. ** Wanneer voor het zeehavengeld over de over- geslagen hoeveelheid in Tonnen (overgeslagen hoeveelheid x ladingtarief). Stap 5 Bepaal het aan HbR verschuldigde zeehavengeld door de uitkomst van stap 2 op te tellen bij de laagste uitkomst van betrokken scheepstype geen omslagpercentage is bepaald, wordt stap 3 overgeslagen en 4. * Wanneer er geen omslagpercentage van toepassing is op het bedoelde type schip is stap 3 niet van toepassing en is dient in stap 5 het resultaat van het optellen van de uitkomst van stap 2 en de uitkomst te worden opgeteld bij het resultaat van stap 4.. Xxx. Type schip Omslag- percentage BT tarief
A Olie-/productentankers 133,639 0,312
B LNG tankers 133,7 0,322
C Chemicaliën-/gastankers 133,7 0,312
D Bulkschepen 133,7 0,312
E Containerschepen in Deepsea Lijndienst n.v.t. 0,249
F Containerschepen in Shortsea/Feeder Lijndienst 50,3 0,183
G Containerschepen niet in Lijndienst 133,7 0,312
H General Cargo schepen in Deepsea Lijndienst 61,9 0,303
I General Cargo schepen in Shortsea/Feeder Lijndienst 50,3 0,185
J General Cargo schepen niet in Lijndienst General Cargo schepen niet in Lijndienst > 20.000 BT 133,7n.v.t. 0,3150,315
K Car Carriers, Ropax- en Roll-on/Roll-off schepen in Lijndienst 67,6 0,094
L Car Carriers, Ropax- en Roll-on/Roll-off schepen niet in Lijndienst 67,6 0,139
M Cruiseschepen n.v.t. 0,115 N Offshore schepen 133,7 0,312 O Overige vaartuigen/Zeeschepen 133,7 0,312 Nr. Goederensoort Ladingtarief 01 Agribulk 0,508 02 IJzererts en schroot 0,508 03 Kolen 0,508 04 Overige droge bulkgoederen 0,508 05 Ruwe olie 0,658 06 Minerale olieproducten (inclusief petcokes) 0,508 07 Overige natte bulkgoederen 0,508 08 Roll-on/Roll-off 0,468 09 Containers (inclusief flats) 0,525 -Shortsea/Feeder Lijndienst 0,468 -Deepsea Lijndienst 0,498 10 Overige stukgoederen 0,513 -Shortsea/Feeder Lijndienst 0,474 -Deepsea Lijndienst 0,484 11 LNG 0,525 12 Biomassa 0,508
Appears in 1 contract
Samples: Algemene Voorwaarden
Tarieven Uitgangspunten. Als er geen sprake is van een bijzonder tarief als bedoeld in paragraaf 1.3 van deze bijlage, wordt het zeehavengeld per Zeeschip berekend aan de hand van de hierna weergegeven stappen met gebruikmaking van de daarna opgenomen tabellen; . • Het zeehavengeld wordt geheven inclusief een percentage van 0,35% ten behoeve van Deltalinqs en de Vereniging Rotterdamse Cargadoors voor hun belangenbehartiging en maatschappelijke doelen voor zeevarenden in de Rotterdamse Haven; . • General cargo schepen niet in Lijndienst waarvan de geladen en/of geloste Lading voor meer dan 80 procent bestaat uit containers worden gezien als Containerschepen niet in Lijndienst. General cargo schepen waarvan de geladen en/of geloste Lading voor meer dan 80 procent van bestaat uit droge bulk worden gezien als bulkschepen; . • Bulkschepen waarvan de geladen en/of geloste Lading voor meer dan 80 procent bestaat uit overig stukgoed worden gezien als general cargo schepen niet in lijndienst; . • Als ‘eerst af te rekenen goederensoort’ – - als bedoeld in de hierna opgenomen stap 3 - wordt primair aangemerkt de overgeslagen goederensoort die correspondeert met het betreffende scheepstype (bijvoorbeeld ruwe olie in geval van een olie-/producttanker of kolen in geval van een bulkschip). In het geval er meerdere corresponderende goederensoorten worden over- geslagen overgeslagen (bijvoorbeeld kolen en ijzererts in geval van een bulkschip) is de ‘eerst af te rekenen goederensoort’ eveneens de goederensoort met het hoogste ladingtarief. In het geval er alleen niet corresponderende goede- rensoorten goederensoorten worden overgeslagen, is de ‘eerst af te rekenen goederensoort’ eveneens de goederensoort met het hoogste ladingtarief. In het geval er zowel corresponderende als niet corresponderende goederensoorten worden overgeslagen is de ‘eerst af te rekenen goederensoort’ de corresponderende goederensoort met het hoogste ladingtarief. Stap stap 1 Bepaal met tabel 1 het toepasselijke scheepstype en omslagpercentage. Stap stap 1 Bepaal met tabel 1 het toepasselijke scheepstype en omslagpercentage. stap 2 Bereken met tabel 1 het zeehavengeld over de BT-maat van het betreffende schip (BT-maat x BT-tarief). Stap stap 3* Bereken het maximaal te betalen zeehavengeld over het ladingdeel door vermenigvuldiging van de BT BT-maat met het in tabel 1 vermelde omslag- percentage omslagpercentage en het in tabel 2 vermelde ladingtarief dat correspondeert met de eerst af te rekenen goederensoort (BT-maat x omslagpercentage x ladingtarief). Stap stap 4 Bereken met tabel 2 per goederensoort het zeehavengeld over de over- geslagen overgeslagen hoeveelheid in Tonnen (overgeslagen hoeveelheid x ladingtarief). Stap stap 5 Bepaal het aan HbR verschuldigde zeehavengeld door de uitkomst van stap 2 op te tellen bij de laagste uitkomst van stap 3 en 4. * Wanneer er geen omslagpercentage van toepassing is op het bedoelde type schip is stap 3 niet van toepassing en is stap 5 het resultaat van het optellen van de uitkomst van stap 2 en de uitkomst van stap 4.
Appears in 1 contract
Samples: Algemene Voorwaarden
Tarieven Uitgangspunten. Als er geen sprake is van een bijzonder tarief als bedoeld in paragraaf 1.3 van deze bijlage, wordt het zeehavengeld per Zeeschip berekend aan de hand van de hierna weergegeven stappen met gebruikmaking van de daarna opgenomen tabellen; . • Het zeehavengeld wordt geheven inclusief een percentage van 0,35% ten behoeve van Deltalinqs en de Vereniging Rotterdamse Cargadoors voor hun belangenbehartiging belangen- behartiging en maatschappelijke doelen voor zeevarenden in de Rotterdamse Haven; . • General cargo schepen niet in Lijndienst waarvan de geladen en/of geloste Lading voor meer dan 80 procent bestaat uit containers worden gezien als Containerschepen niet in Lijndienst. General cargo schepen waarvan de geladen en/of geloste Lading voor meer dan 80 procent van bestaat uit droge bulk worden gezien als bulkschepen; • . Bulkschepen waarvan de geladen en/of geloste Lading voor meer dan 80 procent bestaat uit overig stukgoed worden gezien als general cargo schepen niet in lijndienst; . • Als ‘eerst af te rekenen goederensoort’ – als bedoeld in de hierna opgenomen stap 3 - wordt primair aangemerkt de overgeslagen goederensoort die correspondeert met het betreffende scheepstype (bijvoorbeeld ruwe olie in geval van een olie-/producttanker olie-/ producttanker of kolen in geval van een bulkschip). In het geval er meerdere corresponderende goederensoorten worden over- geslagen overgeslagen (bijvoorbeeld kolen en ijzererts in geval van een bulkschip) is de ‘eerst af te rekenen goederensoort’ eveneens de goederensoort met het hoogste ladingtarief. In het geval er alleen niet corresponderende goede- rensoorten goederensoorten worden overgeslagen, is de ‘eerst af te rekenen goederensoort’ eveneens de goederensoort met het hoogste ladingtarief. In het geval er zowel corresponderende als niet corresponderende goederensoorten worden overgeslagen is de ‘eerst af te rekenen goederensoort’ de corresponderende goederensoort met het hoogste ladingtarief. Stap 1 Bepaal met tabel 1 het toepasselijke scheepstype en omslagpercentage. Stap 2 Bereken met tabel 1 het zeehavengeld over de BT-maat van het betreffende schip (BT-maat x BT-tarief). Stap 3* 3 Bereken het maximaal te betalen zeehavengeld over het ladingdeel door vermenigvuldiging van de BT BT-maat met het in tabel 1 vermelde omslag- percentage omslagpercentage en het in tabel 2 vermelde ladingtarief dat correspondeert met de ‘eerst af te rekenen goederensoort goederensoort’ (BT-maat x × omslagpercentage x × ladingtarief).** Ltr. Stap 4 Bereken met tabel 2 per goederensoort het zeehavengeld over de over- geslagen hoeveelheid in Tonnen (overgeslagen hoeveelheid x ladingtarief). Stap 5 Bepaal het aan HbR verschuldigde zeehavengeld door de uitkomst van stap 2 op te tellen bij de laagste uitkomst van stap 3 en 4. * Wanneer er geen omslagpercentage van toepassing is op het bedoelde type Type schip is stap 3 niet van toepassing en is stap 5 het resultaat van het optellen van de uitkomst van stap 2 en de uitkomst van stap 4.Omslag- percentage BT tarief
A Olie-/productentankers 133,639 0,309
B LNG tankers 133,7 0,319
C Chemicaliën-/gastankers 133,7 0,309
D Bulkschepen 133,7 0,309
Appears in 1 contract
Samples: Algemene Voorwaarden