Toepasselijkheid en wijziging 1.1 Deze Algemene Voorwaarden zijn van toepassing op alle offertes en leasecontracten van Lessor ter zake van zakelijke operationele fietslease. 1.2 Lessor verklaart op het moment van afsluiten van het Leasecontract de meest recente versie van deze voorwaarden van toepassing. 1.3 Afwijkende of Aanvullende Voorwaarden zijn slechts van toepassing indien deze schriftelijk tussen Xxxxxx en Lessor zijn overeengekomen. 1.4 Indien enige bepaling van deze Algemene Voorwaarden nietig zou zijn, blijven de Algemene Voorwaarden voor het overige in stand en wordt de betreffende bepaling vervangen door een bepaling die de oorspronkelijke bedoeling van die bepaling zoveel mogelijk benadert. 1.5 De bij Lessor geldende verzekeringsvoorwaarden voor de Cascoverzekering, Diefstal en Pechhulp Verzekering worden voor het aangaan van het Leasecontract aan Xxxxxx verstrekt en worden geacht door de Lessee gekend en aanvaard te zijn. 1.6 Lessor heeft het recht deze Algemene Voorwaarden te herzien en deze aan te passen. Xxxxxx zal schriftelijk of via elektronische weg door Xxxxxx in kennis worden gesteld van een dergelijke aanpassing. Tot 30 dagen na de aanpassingsdatum heeft Xxxxxx het recht de aanpassing te weigeren indien de aanpassing leidt tot ingrijpende wijzigingen, tenzij deze wijzigingen voortvloeien uit een wettelijke regeling of bepaling. Maakt Xxxxxx van dit recht geen gebruikt, dan wordt hij geacht met de aanpassing(en) in te stemmen.
Verdeling van verantwoordelijkheid 4.1 De toegestane verwerkingen zullen door medewerkers van Verwerker worden uitgevoerd binnen een geautomatiseerde omgeving. 4.2 Verwerker is louter verantwoordelijk voor de verwerking van de persoonsgegevens onder deze Verwerkersovereenkomst, overeenkomstig de instructies van Verwerkingsverantwoordelijke en onder de uitdrukkelijke (eind-)verantwoordelijkheid van Verwerkingsverantwoordelijke. Voor de overige verwerkingen van persoonsgegevens, waaronder in ieder geval begrepen, maar niet beperkt tot, de verzameling van de persoonsgegevens door de Verwerkingsverantwoordelijke, verwerkingen voor doeleinden die niet door Verwerkingsverantwoordelijke aan Verwerker zijn gemeld, verwerkingen door derden en/of voor andere doeleinden, is Verwerker uitdrukkelijk niet verantwoordelijk. 4.3 Verwerkingsverantwoordelijke garandeert dat de inhoud, het gebruik en de opdracht tot de verwerkingen van de persoonsgegevens zoals bedoeld in deze verwerkersovereenkomst niet onrechtmatig zijn en geen inbreuk maken op enig recht van derden.
Wat doet u als iemand aansprakelijk is voor de arbeidsongeschiktheid van de verzekerde? Is een derde aansprakelijk voor de arbeidsongeschiktheid van een medewerker? Xxx heeft u het wettelijke recht om het netto deel van de WGA-uitkering op deze persoon te verhalen. Dit geldt ook voor de redelijke kosten die u maakt voor de re-integratie van uw medewerker. Is de arbeidsongeschiktheid van een verzekerde veroorzaakt door een aansprakelijke derde, dan moet u dat binnen een maand aan ons melden. Ook moet u ons laten weten of u de schade gaat verhalen. Gaat u de schade verhalen, dan informeert u ons over de voortgang en het resultaat van uw verhaalsactie. Gaat u de schade niet verhalen, dan stelt u ons in staat om de vergoedingen die we aan u hebben betaald op de aansprakelijke derde te verhalen, zonder ons daarin te belemmeren. Gaan we verhalen, dan verhalen we alleen de vergoedingen die we zelf betaald hebben. We kunnen de re-integratiekosten die u maakt niet verhalen.
De beoordeling Welke vraag moet de commissie beantwoorden? 3.1 Alhoewel het partijdebat zich met name heeft toegespitst op de externe registraties, vat de commissie de klacht van de consument ook zo op dat zij ook de vraag moet beantwoorden of de verzekeraar de persoonsgegevens van de consument in de interne registers mocht registreren.1 Daarmee hangt ook samen de vraag of de verzekeraar de verschillende verzekeringen mocht beëindigen en daarvan melding mocht maken in de verschillende registers. 3.2 De commissie is van oordeel dat de verzekeraar de persoonsgegevens van de consument ten onrechte in de verschillende registers heeft opgenomen. Dat betekent dat de verzekeraar de registraties uit de registers moet verwijderen. Het oordeel van de commissie zal hierna worden toegelicht. Eerst zal het juridisch kader worden geschetst waarna de zaak aan de hand van dit toetsingskader zal worden beoordeeld. 3.3 Omdat deze registraties grote gevolgen hebben voor consumenten, is de commissie van oordeel dat verzekeraars niet zonder goede reden persoonsgegevens mogen opnemen in de genoemde registers. Er worden dan ook terecht hoge eisen gesteld aan die reden(en). De eisen voor registratie in het Incidentenregister en het EVR zijn opgenomen in het Protocol Incidentenwaarschuwingssysteem Financiële Instellingen 2021 (hierna: ‘het Protocol’, zie bijlage). 3.4 Artikel 5.2.1 van het Protocol bepaalt onder welke voorwaarden persoonsgegevens mogen worden opgenomen in het EVR. Vereist is dat er een zwaardere verdenking tegen de consument bestaat dan alleen maar een redelijk vermoeden van schuld aan de fraude, in die zin dat de te verwerken strafrechtelijke persoonsgegevens in voldoende mate moeten vaststaan. Een strafrechtelijke veroordeling van de betrokkene is niet vereist.2 Het uitgangspunt is dat de verzekeraar moet kunnen aantonen dat in voldoende mate vaststaat dat de gedraging van de consument de kwalificatie strafbaar feit kan dragen. Dit betekent dat alleen een verdenking van fraude niet genoeg is, hier moet ook enig bewijs voor zijn. De verzekeraar moet dus goede redenen hebben de gegevens te registreren en hij moet dat ook voldoende kunnen onderbouwen. Het is aan de verzekeraar te bewijzen dat hiervan sprake is. 1 Er is bij het invullen van het klachtformulier immers geen sprake van ‘het formuleren van een vordering’. Door het indienen van dat formulier wordt een klacht in volle omvang aan de Geschillencommissie voorgelegd, zie HR 17 november 1995, NJ 0000/000 (Xxxxx/Xxxxx) en art. 47 lid 2 onder h van het reglement. 2 Zie Hoge Raad 29 mei 2009, ECLI:NL:HR:2009:BH4720, overweging 4.4 (te vinden op xxx.xxxxxxxxxxx.xx). 3.5 De verzekeraar stelt zich op het standpunt dat de consument hem opzettelijk heeft misleid door te proberen een dubbele uitkering te verkrijgen voor het verlies van één en dezelfde verlovingsring, terwijl hij daar geen recht op had. De consument heeft een uitvoerige verklaring gegeven, zoals weergegeven bij de nummers 2.5 t/m 2.12, voor de door de verzekeraar geconstateerde merkwaardigheden. De consument ontkent dat hij betrokken is geweest bij het indienen van de claim bij de reisverzekeraar. 3.6 De verzekeraar is er op basis van de aangevoerde argumenten niet in geslaagd de commissie ervan te overtuigen dat de consument heeft geprobeerd ter zake de verlovingsring een dubbele uitkering te krijgen. De commissie is van oordeel dat de verzekeraar onvoldoende naar voren heeft gebracht om vast te kunnen stellen dat de consument wist dat zijn verloofde al een claim bij de reisverzekeraar had ingediend. Evenmin is vast komen te staan dat de consument zelf de claim bij de reisverzekeraar heeft ingediend. In het licht van de consistente verklaringen van de consument, met name daar waar het gezamenlijke gebruik van de computer en de periode van ziekte en rouw betreft, acht de commissie niet in voldoende mate vaststaan dat de consument betrokken was bij of wetenschap had van de eerdere claim. De commissie neemt daarbij mee dat de consument ook ter zitting desgevraagd het een en ander op een consistente wijze heeft opgehelderd, niet is gebleken dat de consument tegenstrijdig heeft verklaard en niet valt uit te sluiten dat het is gegaan zoals de consument heeft verklaard. 3.7 Dat de consument in eerste instantie stellig heeft verklaard dat hij aan het sterfbed van zijn vader de verlovingsring had gezien, maakt het voorgaande niet anders. Gelet op de situatie waarin de consument zich destijds bevond, is het denkbaar dat hij ook daadwerkelijk in die veronderstelling verkeerde. De commissie kan zich voorts voorstellen dat de houding van de verzekeraar in deze kwestie voor de consument reden is geweest om zijn verloofde geen verklaring te laten afleggen. Niet weersproken is dat dit ook het advies is geweest van zijn rechtsbijstandsverzekeraar. Daarbij acht de commissie van belang dat de consument ter zitting heeft aangegeven bereid te zijn om erover na te denken zijn verloofde alsnog een verklaring te laten afleggen. 3.8 De verzekeraar stelt zich tot slot op het standpunt dat de consument bij e-mail van 14 januari 2022 heeft erkend dat hij heeft gefraudeerd. Gelet op de context waarin voornoemde e-mail door de consument is verstuurd, is de commissie echter van oordeel dat hierin geen erkenning van de consument besloten ligt. 3.9 De commissie is dan ook van oordeel dat niet is vast komen te staan dat de consument heeft gefraudeerd. Dit brengt mee dat niet is voldaan aan de vereisten die het Protocol stelt om tot registratie in het EVR over te gaan. De verzekeraar is dan ook onterecht overgegaan tot het registreren van de persoonsgegevens van de consument in het EVR en dient die registratie te verwijderen. 3.10 Vervolgens is de vraag aan de orde of de registratie in het Incidentenregister wel mag worden gehandhaafd. De commissie oordeelt dat ook de registratie in het Incidenten- register moet worden doorgehaald. Er is niet langer voldaan aan artikel 3.1.1 van het Protocol. Nu niet is vast komen te staan dat de consument heeft gefraudeerd, zijn de geregistreerde gegevens niet langer ter zake dienend. De registratie draagt niet langer bij aan het onderkennen, voorkomen, onderzoeken en bestrijden van strafbare gedragingen, en ook niet kan worden gezegd dat de registratie anderszins nog kan bijdragen aan de in artikel 4.1.1 Protocol omschreven doelen. 3.11 Op grond van artikel 4.2.3 van het Protocol worden de gegevens in het Incidenten- register uitgewisseld met functionarissen werkzaam bij de daartoe ingerichte coördinatiefuncties van het Verbond van Verzekeraars, te weten het fraudeloket. Dit is het CBV. Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen dient de verzekeraar de melding van de incidentenregistratie aan het CBV in te trekken.
Toepasselijkheid en definities 1.1 Deze Algemene Leveringsvoorwaarden zijn van toepassing op alle Onderhandelingen met aanbiedingen van en alle opdrachten aan Opdrachtnemer met betrekking tot de levering van roerende zaken (inclusief maar niet gelimiteerd tot Hardware) en/of het verstrekken van Licenties en/of het verrichten van Diensten, alsmede op alle Overeenkomsten in verband daarmee. Deze Algemene Leveringsvoorwaarden bestaan uit algemene bepalingen, welke betrekking hebben op alle hiervoor genoemde werkzaamheden, en bijzondere bepalingen welke betrekking hebben op de daarin omschreven werkzaamheden. 1.2 Het bepaalde in artikel 1.1 resulteert in de navolgende toepasselijkheid: Voor Software (waaronder ontwikkeling, garantie, Licentie en Cloud Diensten) gelden de onderdelen A en B1 Voor Hardware (waaronder ontwikkeling en garantie) gelden de onderdelen A en B2. Voor onderhoud (Software en Hardware) gelden de onderdelen A en B3. Voor detachering gelden de onderdelen A en B4 Voor opleidingen gelden de onderdelen A en B5. 1.3 Ingeval van tegenstrijdigheid tussen de algemene bepalingen en de bijzondere bepalingen, prevaleren de bijzondere bepalingen. 1.4 De toepasselijkheid van (inkoop)voorwaarden van Opdrachtgever (al dan niet door verwijzing naar of plaatsing van de (inkoop)voorwaarden op een inkooporder) wordt uitdrukkelijk van de hand gewezen. 1.5 Op van deze Algemene Leveringsvoorwaarden afwijkende voorwaarden kan door Opdrachtgever slechts een beroep worden gedaan indien en voor zover deze voorwaarden door Opdrachtnemer schriftelijk zijn aanvaard. 1.6 Een Opdrachtgever met wie eenmaal onder deze Algemene Leveringsvoorwaarden werd gecontracteerd, stemt in met de toepasselijkheid van deze Algemene Leveringsvoorwaarden op daaropvolgende onderhandelingen met en Overeenkomsten tussen Opdrachtgever en Opdrachtnemer. 1.7 Onder "Algemene Leveringsvoorwaarden” wordt verstaan: deze “Algemene verkoop- en leveringsvoorwaarden ICT Group B.V.” van Opdrachtnemer. 1.8 Onder “Cloud Diensten” wordt verstaan: het door Opdrachtnemer aan Opdrachtgever op afstand (online) ter beschikking stellen van Software en/of Documentatie en welke diensten nader zijn omschreven in artikel 23. Hieronder vallen ook de activiteiten “Software as a Service” (SaaS), “Application Service Provider” (ASP), “Mobility as a Service” (MaaS), “Platform as a Service (“PaaS”) en “Hosting”.
Vakantierechten Het vakantiejaar loopt van 1 januari tot en met 31 december. Iedere werknemer heeft per vakantiejaar recht op het volgende aantal verlofdagen: Leeftijd Aantal werkdagen verlofdagen seniorendagen totaal tot 10 jaar voor de AOW-gerechtigde leeftijd 25 0 25 tussen 10 jaar en 5 jaar voor de AOW-gerechtigde leeftijd 25 9 34 vanaf 5 jaar voor de AOW- gerechtigde leeftijd 25 12 37 Een werknemer die gedurende het kalenderjaar de leeftijd bereikt waarop hij recht heeft op seniorendagen, heeft recht op deze dagen naar rato. Hierbij zal het aantal op hele dagen worden afgerond. De ingangsleeftijd van de seniorendagen loopt synchroon op met de AOW- gerechtigde leeftijd. Indien de AOW-leeftijd gedurende de looptijd van deze CAO wordt verhoogd, betekent dit dat de in dit artikel bedoelde leeftijd met dezelfde periode wordt verhoogd.
Wat zijn de gevolgen voor de vergoeding als iemand aansprakelijk is voor de arbeidsongeschiktheid van de verzekerde? Is een derde aansprakelijk voor de arbeidsongeschiktheid van een verzekerde en gaat u de schade op hem verhalen? Dan zullen we onze vergoeding voor de loondoorbetaling verlagen met het door u verhaalde loon. Gaat u het loon niet verhalen, dan kunnen we de vergoeding voor deze verzekerde verminderen met het bedrag dat u had kunnen verhalen als u dat wel had gedaan. Dit bedrag stellen we zelf vast.
Verantwoordelijkheden 1. De klachtenfunctionaris is verantwoordelijk voor de tijdige afhandeling van de klacht. 2. Degene over wie is geklaagd houdt de klachtenfunctionaris op de hoogte over eventueel contact en een mogelijke oplossing. 3. De klachtenfunctionaris houdt de klager op de hoogte over de afhandeling van de klacht. 4. De klachtenfunctionaris houdt het klachtdossier bij.
Toepasselijke wetgeving De overeenkomst is onderworpen aan de Belgische wetgeving betreffende individuele levens- en aan- vullende verzekeringen in het algemeen en betreffende Riziv-overeenkomsten die beantwoorden aan de wettelijke voorwaarden van een sociale overeenkomst ‘vrij aanvullend pensioen voor zelfstandigen’ in het bijzonder. Mocht de aangeslotene buiten België gevestigd zijn, dan wordt, indien de wet het zo toe- laat, door de partijen uitdrukkelijk gekozen voor de toepassing van het Belgisch recht betreffende indivi- duele levens- en aanvullende verzekeringen.
Schriftelijke bevestiging Opdrachten dienen door de opdrachtgever schriftelijk te worden bevestigd. Indien de opdrachtgever dit nalaat, maar er desondanks mee instemt dat de opdrachtnemer een aanvang met het uitvoeren van de opdracht maakt, dan zal de inhoud van de offerte als overeengekomen gelden. Nadere mondelinge afspraken en bedingen binden de opdrachtnemer eerst nadat deze schriftelijk door de opdrachtnemer zijn bevestigd.