Common use of Tijdelijke maatregelen bij niet-naleving Clause in Contracts

Tijdelijke maatregelen bij niet-naleving. 1. Indien de partij waartegen de klacht gericht is niet voor afloop van de redelijke termijn kennisgeeft van een maatregel die zij heeft getroffen om de uitspraak van het arbitragepanel na te leven, of indien het arbitragepanel oordeelt dat de maatregel waarvan overeenkomstig artikel 11, lid 1, is kennisgegeven, niet in overeenstemming is met de verplichtingen van de partij uit hoofde van de in artikel 2 bedoelde bepalingen, biedt de partij waartegen de klacht gericht is de klagende partij, op haar ver­ zoek, een tijdelijke compensatie aan. De klagende partij mag ook voor afloop van de redelijke termijn verzoeken om een dergelijk aanbod. 2. Indien de partijen niet binnen 30 dagen na het eind van de redelijke termijn of de in artikel 11 bedoelde uitspraak van het arbitragepanel dat een maatregel die is getroffen om de uitspraak van het arbitragepanel na te leven niet in overeen­ stemming is met de in artikel 2 bedoelde bepalingen, overeen­ stemming over compensatie bereiken, is de klagende partij ge­ rechtigd om, na de andere partij en het subcomité „Industrie, handel, diensten en bevordering van investeringen” hiervan in kennis te hebben gesteld, de verplichtingen uit hoofde van de in artikel 2 bedoelde bepalingen op te schorten in een mate die evenredig is met de mate waarin de schending de voordelen voor de klagende partij tenietdoet of beperkt. Bij de vaststelling van dergelijke maatregelen houdt de klagende partij rekening met de gevolgen ervan voor de economie van de partij waar­ tegen de klacht gericht is. De klagende partij mag de opschor­ ting 10 werkdagen na de datum van ontvangst van de kennis­ geving door de partij waartegen de klacht gericht is toepassen, tenzij de partij waartegen de klacht gericht is overeenkomstig lid 3 een verzoek om arbitrage heeft ingediend. 3. Indien de partij waartegen de klacht gericht is van oordeel is dat de mate van opschorting niet evenredig is met de mate waarin de schending de voordelen voor de andere partij teniet­ doet of beperkt, kan zij het arbitragepanel schriftelijk verzoeken hierover uitspraak te doen. Dit verzoek wordt voor het verstrij­ ken van de in lid 2 bedoelde periode van 10 werkdagen mede­ gedeeld aan de andere partij en aan het subcomité „Industrie, handel, diensten en bevordering van investeringen”. Het arbitra­ gepanel wint zo nodig advies in bij deskundigen en deelt zijn uitspraak over de mate van opschorting van de verplichtingen binnen 30 dagen na de datum van indiening van het verzoek mede aan de partijen en aan het institutionele orgaan dat ver­ antwoordelijk is voor handelsaangelegenheden. De verplichtin­ gen worden niet opgeschort voordat het arbitragepanel zijn uit­ spraak heeft medegedeeld en de eventuele opschorting moet in overeenstemming zijn met de uitspraak van het arbitragepanel. 4. De opschorting van verplichtingen is van tijdelijke aard en wordt slechts toegepast totdat de maatregel waarvan is vast­ gesteld dat deze niet in overeenstemming is met de in artikel 2 bedoelde bepalingen, is ingetrokken of zodanig is ge­ wijzigd dat hij overeenkomstig artikel 13 met artikel 2 in over­ eenstemming is gebracht, of totdat de partijen zijn overeengeko­ men hun geschil bij te leggen.

Tijdelijke maatregelen bij niet-naleving. 1. Indien de partij waartegen de klacht is gericht is niet voor afloop van de redelijke termijn kennisgeeft kennis geeft van een maatregel die zij heeft getroffen om de uitspraak het eindverslag van het arbitragepanel na te leven, of indien het arbitragepanel oordeelt dat er geen maatregel is getroffen om aan het eindverslag te voldoen of dat de maatregel waarvan overeenkomstig overeen­ komstig artikel 11185, lid 1, kennis is kennisgegevengegeven, niet in overeenstemming verenigbaar is met de verplichtingen van de partij uit hoofde van krachtens de bepalingen waarnaar wordt verwezen in artikel 2 bedoelde bepalingen173, biedt de partij waartegen de klacht is gericht is de klagende partij, op haar ver­ zoekverzoek van en na overleg met deze laatste, een tijdelijke compensatie aan. De klagende partij mag ook voor afloop van de redelijke termijn verzoeken om een dergelijk aanbod. 2. Indien de klagende partij besluit niet om een aanbod voor compensatie als bedoeld in lid 1 van dit artikel te verzoeken of, wanneer zij wel daarom verzoekt maar de partijen niet geen akkoord over compensatie bereiken binnen 30 dagen na het eind afloop van de redelijke termijn of de kennisgeving van het in artikel 11 185, lid 2, bedoelde uitspraak verslag van het arbitragepanel dat een maatregel die is getroffen om de uitspraak van het arbitragepanel na te leven niet in overeen­ stemming is met de in artikel 2 bedoelde bepalingen, overeen­ stemming over compensatie bereikenarbitragepanel, is de klagende partij ge­ rechtigd gerechtigd om, na de andere partij en het subcomité „Industrie, handel, diensten en bevordering van investeringen” Samenwerkingscomité hiervan in kennis te hebben gesteld, de verplichtingen uit hoofde van de in artikel 2 bedoelde bepalingen op passende maatregelen te schorten treffen in een mate die evenredig is overeenstemt met de mate waarin de schending de voordelen voor de klagende partij tenietdoet teniet doet of beperktuitholt (1). Bij In de vaststelling van kennisgeving moeten dergelijke maatregelen houdt de klagende partij rekening met de gevolgen ervan voor de economie van de partij waar­ tegen de klacht gericht isworden gespecificeerd. De klagende partij mag de opschor­ ting 10 werkdagen kan vanaf tien dagen na de datum van ontvangst van de kennis­ geving kennisgeving door de partij waartegen de klacht gericht is gericht, dergelijke maatregelen toepassen, tenzij de partij waartegen de klacht is gericht is overeenkomstig overeen­ komstig lid 3 een verzoek van dit artikel om arbitrage heeft ingediendverzocht. 3. Indien de partij waartegen de klacht gericht is gericht, van oordeel is dat de mate van opschorting passende maatregelen niet evenredig is overeenstemmen met de mate waarin de schending van haar verplichtingen uit hoofde van de bepalingen waarnaar wordt verwezen in artikel 173, de voordelen voor de andere klagende partij teniet­ teniet doet of beperktuitholt, kan zij de partij waartegen de klacht is gericht, het oorspronkelijke arbitragepanel schriftelijk verzoeken hierover uitspraak te doen. Dit verzoek wordt voor het verstrij­ ken verstrijken van de in lid 2 van dit artikel bedoelde periode van 10 werkdagen mede­ gedeeld tien dagen meegedeeld aan de andere klagende partij en aan het subcomité „Industrie, handel, diensten en bevordering van investeringen”Samenwer­ kingscomité. Het arbitra­ gepanel wint zo nodig advies in bij deskundigen en deelt zijn uitspraak over de mate van opschorting van de verplichtingen binnen Uiterlijk 30 dagen na de datum van indiening ontvangst van het verzoek mede legt het oorspronkelijke arbitragepanel zijn verslag over de passende maatregelen van de klagende partij voor aan de partijen en aan het institutionele orgaan dat ver­ antwoordelijk is voor handelsaangelegenhedenSamenwerkingscomité. De verplichtin­ gen worden klagende partij legt de maatregelen niet opgeschort ten uitvoer voordat het oorspronkelijke arbitragepanel zijn uit­ spraak verslag heeft medegedeeld en de eventuele opschorting moet voorgelegd. Maatregelen die na voorlegging van het rapport ten uitvoer worden gelegd, moeten in overeenstemming zijn met de uitspraak het verslag van het arbitragepanel. 4. De opschorting van verplichtingen is Dergelijke door de klagende partij toegepaste maatregelen en de in dit artikel bedoelde compensatie zijn van tijdelijke aard en wordt slechts mogen niet meer worden toegepast totdat nadat: a) de partijen ingevolge artikel 191 tot een onderling overeengekomen oplossing zijn gekomen; b) de partijen zijn overeengekomen dat de maatregel waarvan overeenkomstig artikel 185, lid 1, is vast­ gesteld kennis gegeven, ertoe leidt dat deze niet de partij waartegen de klacht is gericht, in overeenstemming is met de bepalingen waarnaar wordt verwezen in artikel 2 bedoelde bepalingen173; of c) de maatregel waarvan het arbitragepanel overeenkomstig artikel 185, lid 2, heeft vastgesteld dat deze niet in overeen­ stemming is met de bepalingen waarnaar wordt verwezen in artikel 173, is ingetrokken of zodanig is ge­ wijzigd dat hij overeenkomstig artikel 13 gewijzigd zodat de maatregel met artikel 2 die bepalingen in over­ eenstemming overeenstemming is gebracht, of totdat . (1) Het begrip „tenietdoening en uitholling” wordt op dezelfde manier uitgelegd als in het WTO-memorandum van overeenstemming inzake de partijen zijn overeengeko­ men hun geschil bij te leggenregels en procedures betreffende de beslechting van geschillen.

Tijdelijke maatregelen bij niet-naleving. 1. Indien de partij waartegen de klacht is gericht is niet voor afloop van de redelijke termijn kennisgeeft kennis geeft van een maatregel die zij heeft getroffen om de uitspraak het eindverslag van het arbitragepanel na te leven, of indien het arbitragepanel oordeelt dat er geen maatregel is getroffen om aan het eindverslag te voldoen of dat de maatregel waarvan overeenkomstig artikel 11185, lid 1, kennis is kennisgegevengegeven, niet in overeenstemming verenigbaar is met de verplichtingen van de partij uit hoofde van krachtens de bepalingen waarnaar wordt verwezen in artikel 2 bedoelde bepalingen173, biedt de partij waartegen de klacht is gericht is de klagende partij, op haar ver­ zoekverzoek van en na overleg met deze laatste, een tijdelijke compensatie aan. De klagende partij mag ook voor afloop van de redelijke termijn verzoeken om een dergelijk aanbod. 2. Indien de klagende partij besluit niet om een aanbod voor compensatie als bedoeld in lid 1 van dit artikel te verzoeken of, wanneer zij wel daarom verzoekt maar de partijen niet geen akkoord over compensatie bereiken binnen 30 dagen na het eind afloop van de redelijke termijn of de kennisgeving van het in artikel 11 185, lid 2, bedoelde uitspraak verslag van het arbitragepanel dat een maatregel die is getroffen om de uitspraak van het arbitragepanel na te leven niet in overeen­ stemming is met de in artikel 2 bedoelde bepalingen, overeen­ stemming over compensatie bereikenarbitragepanel, is de klagende partij ge­ rechtigd gerechtigd om, na de andere partij en het subcomité „Industrie, handel, diensten en bevordering van investeringen” Samenwerkingscomité hiervan in kennis te hebben gesteld, de verplichtingen uit hoofde van de in artikel 2 bedoelde bepalingen op passende maatregelen te schorten treffen in een mate die evenredig is overeenstemt met de mate waarin de schending de voordelen voor de klagende partij tenietdoet teniet doet of beperktuitholt0. Bij In de vaststelling van kennisgeving moeten dergelijke maatregelen houdt de klagende partij rekening met de gevolgen ervan voor de economie van de partij waar­ tegen de klacht gericht isworden gespecificeerd. De klagende partij mag de opschor­ ting 10 werkdagen kan vanaf tien dagen na de datum van ontvangst van de kennis­ geving kennisgeving door de partij waartegen de klacht gericht is gericht, dergelijke maatregelen toepassen, tenzij de partij waartegen de klacht is gericht is overeenkomstig lid 3 een verzoek van dit artikel om arbitrage heeft ingediendverzocht. 3. Indien de partij waartegen de klacht gericht is gericht, van oordeel is dat de mate van opschorting passende maatregelen niet evenredig is overeenstemmen met de mate waarin de schending van haar verplichtingen uit hoofde van de bepalingen waarnaar wordt verwezen in artikel 173, de voordelen voor de andere klagende partij teniet­ teniet doet of beperktuitholt, kan zij de partij waartegen de klacht is gericht, het oorspronkelijke arbitragepanel schriftelijk verzoeken hierover uitspraak te doen. Dit verzoek wordt voor het verstrij­ ken verstrijken van de in lid 2 van dit artikel bedoelde periode van 10 werkdagen mede­ gedeeld tien dagen meegedeeld aan de andere klagende partij en aan het subcomité „Industrie, handel, diensten en bevordering van investeringen”Samenwerkingscomité. Het arbitra­ gepanel wint zo nodig advies in bij deskundigen en deelt zijn uitspraak over de mate van opschorting van de verplichtingen binnen Uiterlijk 30 dagen na de datum van indiening ontvangst van het verzoek mede legt het oorspronkelijke arbitragepanel zijn verslag over de passende maatregelen van de klagende partij voor aan de partijen en aan het institutionele orgaan dat ver­ antwoordelijk is voor handelsaangelegenhedenSamenwerkingscomité. De verplichtin­ gen worden klagende partij legt de maatregelen niet opgeschort ten uitvoer voordat het oorspronkelijke arbitragepanel zijn uit­ spraak verslag heeft medegedeeld en de eventuele opschorting moet voorgelegd. Maatregelen die na voorlegging van het rapport ten uitvoer worden gelegd, moeten in overeenstemming zijn met de uitspraak het verslag van het arbitragepanel. 4. De opschorting van verplichtingen is Dergelijke door de klagende partij toegepaste maatregelen en de in dit artikel bedoelde compensatie zijn van tijdelijke aard en wordt slechts mogen niet meer worden toegepast totdat nadat: a) de partijen ingevolge artikel 191 tot een onderling overeengekomen oplossing zijn gekomen; b) de partijen zijn overeengekomen dat de maatregel waarvan overeenkomstig artikel 185, lid 1, is vast­ gesteld kennis gegeven, ertoe leidt dat de partij waartegen de klacht is gericht, in overeenstemming is met de bepalingen waarnaar wordt verwezen in artikel 173; of c) de maatregel waarvan het arbitragepanel overeenkomstig artikel 185, lid 2, heeft vastgesteld dat deze niet in overeenstemming is met de bepalingen waarnaar wordt verwezen in artikel 2 bedoelde bepalingen173, is ingetrokken of zodanig is ge­ wijzigd dat hij overeenkomstig artikel 13 gewijzigd zodat de maatregel met artikel 2 die bepalingen in over­ eenstemming overeenstemming is gebracht, of totdat de partijen zijn overeengeko­ men hun geschil bij te leggen.

Tijdelijke maatregelen bij niet-naleving. 1. Indien de partij waartegen de klacht gericht is niet voor afloop van de redelijke termijn kennisgeeft kennis geeft van een maatregel de maatregelen die zij heeft zijn getroffen om de uitspraak van het arbitragepanel na te leven, of indien het arbitragepanel oordeelt dat de maatregel waarvan overeenkomstig artikel 1170, lid 1, kennis is kennisgegevengegeven, niet in overeenstemming is met de verplichtingen van de partij uit hoofde van de in artikel 2 62 bedoelde bepalingen, biedt doet de partij waartegen de klacht gericht is is, de klagende partij, op haar ver­ zoek, partij desgevraagd een aanbod voor tijdelijke compensatie aan. De klagende partij mag ook voor afloop van de redelijke termijn verzoeken om een dergelijk aanbodcompensatie. 2. Indien de partijen niet geen overeenstemming over compensatie bereiken binnen 30 dertig dagen na het eind van de redelijke termijn of na de in artikel 11 70 bedoelde uitspraak van het arbitragepanel dat een maatregel die is getroffen om aan de uitspraak van het arbitragepanel na te leven voldoen niet in overeen­ stemming overeenstemming is met de bepalingen bedoeld in artikel 2 bedoelde bepalingen, overeen­ stemming over compensatie bereiken62, is de klagende partij ge­ rechtigd gerechtigd om, na de andere partij waartegen de klacht gericht is en het subcomité „Industrie, handel, diensten en bevordering van investeringen” samenwerkingscomité hiervan in kennis te hebben gesteld, de verplichtingen uit hoofde van de in artikel 2 62 bedoelde bepalingen op te schorten in een mate die evenredig gelijkwaardig is met aan de mate waarin de schending de voordelen voor de klagende partij tenietdoet of beperkt. Bij de vaststelling van dergelijke maatregelen houdt de klagende partij rekening met de gevolgen ervan voor de economie van de partij waar­ tegen de klacht gericht is. De klagende partij mag kan de opschor­ ting 10 werkdagen opschorting tien dagen na de datum van ontvangst van de kennis­ geving door de partij waartegen de klacht gericht is toepassenkennisgeving laten ingaan, tenzij de partij waartegen de klacht gericht is overeenkomstig lid 3 een verzoek om arbitrage heeft ingediendverzocht. 3. Indien de partij waartegen de klacht gericht is van oordeel is dat de mate van opschorting niet evenredig gelijkwaardig is met aan de mate waarin de schending de voordelen voor de andere partij teniet­ doet tenietdoet of beperkt, kan zij het oorspronkelijke arbitragepanel schriftelijk verzoeken hierover uitspraak te doen. Dit verzoek wordt voor het verstrij­ ken verstrijken van de in lid 2 bedoelde periode van 10 werkdagen mede­ gedeeld tien dagen medegedeeld aan de andere klagende partij en aan het subcomité „Industrie, handel, diensten en bevordering van investeringen”samenwerkingscomité. Het arbitra­ gepanel wint zo nodig advies in bij deskundigen en deelt oorspronkelijke arbitragepanel maakt zijn uitspraak over de mate van opschorting van de verplichtingen binnen 30 dagen na de datum van indiening van het verzoek mede bekend aan de partijen en aan het institutionele orgaan dat ver­ antwoordelijk is voor handelsaangelegenhedensamenwerkingscomité binnen dertig dagen na indiening van het verzoek. De verplichtin­ gen verplichtingen worden niet opgeschort voordat totdat het oorspronkelijke arbitragepanel zijn uit­ spraak uitspraak heeft medegedeeld bekendgemaakt en de eventuele opschorting moet dient in overeenstemming te zijn met de uitspraak van het arbitragepanel. 4. Indien het oorspronkelijke arbitragepanel, of één of meer van de leden ervan, niet opnieuw bijeen kan komen, is de procedure van artikel 65 van toepassing. De termijn voor de kennisgeving van de uitspraak bedraagt 45 dagen na de datum van indiening van het in lid 3 bedoelde verzoek. 5. De opschorting van verplichtingen is van tijdelijke aard en wordt slechts toegepast totdat de maatregel waarvan is vast­ gesteld vastgesteld dat deze niet in overeenstemming is met de in artikel 2 62 bedoelde bepalingen, is ingetrokken of zodanig is ge­ wijzigd dat hij gewijzigd en overeenkomstig artikel 13 72 met artikel 2 die bepalingen in over­ eenstemming overeenstemming is gebracht, of totdat de partijen zijn overeengeko­ men overeengekomen hun geschil bij te leggen.

Tijdelijke maatregelen bij niet-naleving. 1. Indien de partij waartegen de klacht gericht is niet voor afloop van de redelijke termijn kennisgeeft kennis geeft van een maatregel die zij heeft getroffen om de uitspraak van het arbitragepanel na te leven, of indien het arbitragepanel oordeelt dat de maatregel waarvan overeenkomstig artikel 11, lid 1, is kennisgegeven, niet in overeenstemming is met de verplichtingen van de partij uit hoofde van de in artikel 2 bedoelde bepalingen, biedt de partij waartegen de klacht gericht is de klagende partij, op haar ver­ zoek, een tijdelijke compensatie aan. De klagende partij mag ook voor afloop van de redelijke termijn verzoeken om een dergelijk aanbod. 2. Indien de partijen niet binnen 30 dertig dagen na het eind van de redelijke termijn of de in artikel 11 bedoelde uitspraak van het arbitragepanel dat een maatregel die is getroffen om de uitspraak van het arbitragepanel na te leven niet in overeen­ stemming is met de in artikel 2 bedoelde bepalingen, overeen­ stemming over compensatie bereiken, is de klagende partij ge­ rechtigd om, na de andere partij en het subcomité „Industrie, handel, handel en diensten en bevordering van investeringen” hiervan in kennis te hebben gesteld, de verplichtingen uit hoofde van de in artikel 2 bedoelde bepalingen bepalin­ gen op te schorten in een mate die evenredig is met de mate waarin de schending de voordelen voor de klagende partij tenietdoet te­ nietdoet of beperkt. Bij de vaststelling van dergelijke maatregelen houdt de klagende partij rekening met de gevolgen ervan voor de economie van de partij waar­ tegen de klacht gericht is. De klagende partij mag de opschor­ ting 10 opschorting tien werkdagen na de datum van ontvangst van de kennis­ geving kennisgeving door de partij waartegen de klacht gericht is toepassen, tenzij de partij waartegen de klacht gericht is overeenkomstig lid 3 een verzoek om arbitrage heeft ingediend. 3. Indien de partij waartegen de klacht gericht is van oordeel is dat de mate van opschorting niet evenredig is met de mate waarin de schending de voordelen voor de andere partij teniet­ doet of beperkt, kan zij het arbitragepanel schriftelijk verzoeken hierover uitspraak te doen. Dit verzoek wordt voor het verstrij­ ken van de in lid 2 bedoelde periode van 10 tien werkdagen mede­ mee­ gedeeld aan de andere partij en aan het subcomité „Industrie, handel, diensten handel en bevordering van investeringen”diensten. Het arbitra­ gepanel arbitragepanel wint zo nodig advies in bij deskundigen en deelt zijn uitspraak over de mate van opschorting op­ schorting van de verplichtingen binnen 30 dertig dagen na de datum da­ tum van indiening van het verzoek mede mee aan de partijen en aan het institutionele orgaan dat ver­ antwoordelijk is voor handelsaangelegenhedensubcomité Industrie, handel en diensten. De verplichtin­ gen verplichtingen worden niet opgeschort voordat het arbitragepanel zijn uit­ spraak heeft medegedeeld meegedeeld en de eventuele opschorting moet in overeenstemming zijn met de uitspraak van het arbitragepanel. 4. De opschorting van verplichtingen is van tijdelijke aard en wordt slechts toegepast totdat de maatregel waarvan is vast­ gesteld dat deze niet in overeenstemming is met de in artikel 2 bedoelde bepalingen, is ingetrokken of zodanig is ge­ wijzigd dat hij gewijzigd en overeenkomstig artikel 13 met dat artikel 2 in over­ eenstemming overeenstemming is gebracht, of totdat de partijen zijn overeengeko­ men overeengekomen hun geschil bij te leggen.