Toekomstverwachtingen Voorbeeldclausules

Toekomstverwachtingen. Alle universiteiten verwachten dat de aanmeldingen van internationale studenten relatief meer zullen toenemen dan het totale aantal aanmeldingen. Daardoor zal het aandeel internationale studenten in de totale populatie verder toenemen. Via prijsverhogingen van het instellingscollegegeld voor de niet-bekostigde studenten proberen enkele universiteiten de internationale instroom van vooral non-EU/EER studenten af te remmen, maar dat lijkt weinig effect te hebben. Instellingen proberen de groei gericht op te vangen. Dat wil zeggen dat de groei gericht wordt op inhoudelijke thema’s en nieuwe opleidingen. De groei van de internationale instroom bij sommige populaire opleidingen kan leiden tot verschraling van het opleidingenaanbod. Soms overweegt een universiteit namelijk om mogelijk enkele kleinere opleidingen op te heffen om zo fysiek meer ruimte te maken voor populaire opleidingen met een grote toestroom van studenten. Vrijwel alle universiteiten maken bij hun beleid en (financiële) bedrijfsvoering geen onderscheid tussen internationale en Nederlandse studenten. Zij voeren een integraal beleid inclusief de (financiële) bedrijfsvoering voor de gehele studenten populatie en (verwachte) instroom. Als gevolg van de T-2 bekostiging moeten universiteiten ook de groei van bekostigde (dus EER) studenten voorfinancieren. Gezien de financiële positie van de universiteiten en hun hogere baten in de afgelopen jaren kan dit goed worden opgevangen. Door de toestroom van (internationale) studenten zien enkele universiteiten zich geplaatst voor forse uitdagingen in de bedrijfsvoering, studieroosters, onderzoeklocaties, personeelsbestand en onderwijshuisvesting. Die universiteiten hebben aangegeven dat de grotere groepen studenten regelmatig niet passen in de bestaande collegezalen en moeten worden opgesplitst of dat hoorcolleges moeten uitwijken naar alternatieve locaties buiten de universiteitscampus. Een enkele universiteit heeft investeringsplannen in extra of nieuwe onderwijsgebouwen die de groei van het aantal studenten moeten opvangen. Of de groei van internationale studenten leidt tot een zwaardere belasting van het wetenschappelijk personeel van de universiteiten is onduidelijk. Geen van de universiteiten heeft het aspect van werkdruk aangekaart als gevolg van de internationalisering. Wel leidt de toename van internationale studenten tot een verdere internationalisering van de wetenschappelijke staf tot soms wel meer dan 40%.
Toekomstverwachtingen. Alle hogescholen zeggen te verwachten dat zowel het totaal aantal studenten als het internationale aandeel daarin de komende jaren redelijk stabiel zal blijven. De kunsthogescholen zeggen ernaar te streven om het aandeel van de Nederlandse studenten weer te verhogen en zo een iets meer evenwichtige balans Nederlands- Internationaal te bereiken. Tegelijk geven zij aan dat dit langzaam zal gaan. Vrijwel alle hogescholen maken bij hun beleid en (financiële) bedrijfsvoering geen onderscheid tussen internationale en Nederlandse studenten. Men ziet de studentenpopulatie als één geheel. Zij voeren integraal beleid en de integrale (financiële) bedrijfsvoering voor de gehele studentenpopulatie en verwachte instroom. Wel heeft de aanwezigheid van veel internationale studenten effect bij vijf van de zes onderzochte hogescholen. Het heeft gevolgen voor de onderwijstaal, samenstelling van de onderwijsstaf, enz. Voor die hogescholen blijkt de aanwezigheid van veel internationale studenten dermate vanzelfsprekend dat het voor hen lastig is om aan te geven wat de specifieke invloed ervan is.
Toekomstverwachtingen. We vroegen de Belgische fondsenwervers om op basis van hun praktijkervaring in een glazen bol te kijken. We gingen na in hoeverre ze de fondsenwervingskanalen zullen gebruiken in de toekomst (intensiever, even intensief , minder intensief, niet van plan het in te zetten, twijfelen nog of stoppen). Waar in 2012 Belgische fondsenwervers de boot van online fondsenwerving niet wilden missen en grote verwachtingen hadden van alles wat nieuw en online was, zien we dat het geloof daarin nog niet vermin- derd is. Digitale fondsenwerving staat nog steeds op de eerste plaats van kanalen die organisaties inten- siever willen inzetten en e-mailmarketing staat nu op de derde plaats. Vooral grote organisaties gaan een stuk intensiever inzetten op digitale fondsenwerving (64%) ten opzichte van kleine organisaties (44%). De toekomstverwachtingen voor digitale fondsenwerving en e-mailmarketing staan in contrast met de minder hoge scores bij het belangvan deze kanalen voor de inkomsten (cfr. 5.2). Mogelijk ligt dit aan een gebrek aan ervaring en kennis bij deze kanalen. Deze reden werd dan ook vaak aangehaald bij de organisaties die deze kanalen niet gebruiken. Het zijn ook kanalen waar er snellere veranderingen zijn en het meer inspan- ning vraagt om mee te zijn dan bij andere kanalen. Om het kort door de bocht te zeggen kan het goed zijn dat de ene dag je donateurs nog op Facebook zaten maar ze de andere dag voor TikTok kiezen als er al geen nieuw platform opgedoken is. Het is nog steeds duidelijk dat er geen online zonder offline bestaat. Naast de online kanalen blijven per- soonlijke contacten en evenementen veelbelovende kanalen. Als we intensiever en even intensief samen zouden nemen, dan komt persoonlijke contacten zelfs op de eerste plaats te staan. Persoonlijke contacten is ook het kanaal dat als het belangrijkste gezien wordt voor de inkomsten van organisaties. Mogelijk komt dit omdat dit het uitgelezen kanaal is voor grote giften en legaten. Het kan ook door het inspelen op de menselijke psychologie en het belang dat mensen hechten aan directe fysieke sociale interactie. Fondsen- werving die inspeelt op die menselijke psychologie is vaak succesvoller. Het intensiever inzetten op evenementen kan natuurlijk gekleurd zijn door COVID19. In combinatie echter met de 38% die het even intensief gaan inzetten kan dit ook wijzen op het feit dat de herhaling van een evenement vaak minder tijdsinvestering vraagt en de bekendheid en het deelnemersaantal van een (ge- slaagd) h...
Toekomstverwachtingen. De informatie en daaraan ten grondslag liggende gegevens kunnen bepaalde toekomstverwachtingen bevatten betreffende de juist- en volledigheid, nauwkeurigheid en kwaliteit van (de huidige en (mogelijk) toekomstige activiteiten van) Phoenix Lifestyle en de aan haar gelieerde ondernemingen alsmede betreffende de door haar aangeboden producten en/of diensten, in technisch, reologisch, financieel, juridisch en/of fiscaal opzicht, alsmede qua smaakbeleving van de door Phoenix Lifestyle aangeboden producten. Tenzij expliciet anders bepaald in haar algemene leverings- en betalingsvoorwaarden, verstrekken Phoenix Lifestyle en de aan haar gelieerde ondernemingen geen enkele garantie betreffende enigerlei toekomstverwachting als bedoeld in dit artikel.
Toekomstverwachtingen. Ontwikkelingen op de arbeidsmarkt Ontwikkelingen in het hbo

Related to Toekomstverwachtingen

  • VERWIJZINGEN Zie voor verwijzingen en overige verdragsgegevens Trb. 1959, 83, Trb. 1960, 163, Trb. 1964, 74, Trb. 1967, 81 en 153, Trb. 1976, 149, Trb. 1978, 101, Trb. 1985, 121, Trb. 1996, 151 en Trb. 2004, 204. Uitgegeven de zevende juli 2011.

  • Prijswijzigingen 1. Als binnen drie maanden na het sluiten van de overeenkomst maar nog vóór aanvang van de educatieve dienst een prijswijziging optreedt, zal deze geen invloed hebben op de overeengekomen prijs.

  • Gemeenschappelijke bepalingen ARTIKEL 34