Tussentijdse omzetting Voorbeeldclausules

Tussentijdse omzetting. In beginsel kan een lening ook tussentijds worden omgezet; tussentijdse omzetting kan er echter toe leiden dat u net als bij een extra aflossing, een vergoeding bent verschuldigd. Of u een vergoeding op wegens wijziging van rentepercentage verschuldigd bent, hangt af van de verhouding tussen het rentepercentage van uw om te zetten lening en de hoogte van de dagrente voor soortgelijke nieuwe leningen waarin de bestaande lening wordt omgezet.
Tussentijdse omzetting. In principe kan een lening ook tussentijds - dat wil zeggen: niet op de renteherzieningsdatum - worden omgezet. Ook dan gelden de in artikel 8.1.1 genoemde regels. Bij tussentijdse omzetting kan, net als bij extra of algehele aflossing (zie artikel 6.2), een vergoeding verschuldigd zijn.

Related to Tussentijdse omzetting

  • Tussentijdse wijziging Bij wijziging van een verzekering moet u de premie (plus kosten, service fee(s) en assurantiebelasting) betalen op de eerste dag nadat u ons betalingsverzoek heeft ontvangen.

  • Tussentijdse wijzigingen 3.1 De praktijkovereenkomst en meer in het bijzonder, de bpv-gegevens zoals opgenomen op het bpv-blad, kunnen gedurende de bpv-periode met schriftelijke of mondelinge instemming van partijen worden gewijzigd of aangevuld. 3.2 Indien de wijziging van bpv-gegevens voortkomt uit een wijziging van het opleidingstraject van de student, dient daaraan een verzoek van de student om wijziging in het opleidingstraject en een aanpassing van de onderwijsovereenkomst aan vooraf te gaan. 3.3 De bpv-gegevens betreffende de opleiding in het kader waarvan de bpv wordt gevolgd, kunnen alleen worden gewijzigd op verzoek van de student. Aan dit verzoek kan een overleg, dan wel advies van de instelling of het leerbedrijf vooraf gaan. 3.4 De bpv-gegevens betreffende de begin- en geplande einddatum, duur en omvang van de bpv, kunnen ook worden gewijzigd op verzoek van het leerbedrijf. Een dergelijk verzoek wordt door de instelling enkel gehonoreerd na overleg met en instemming van de student. 3.5 In geval van een tussentijdse wijziging van de bpv-gegevens, wordt het bpv-blad gedurende de looptijd van de bpv vervangen door een nieuw bpv-blad. 3.6 De instelling stuurt het nieuwe bpv-blad zo spoedig mogelijk schriftelijk (op papier of digitaal) aan de student (en in het geval van minderjarigheid ook naar zijn/haar ouder(-s) of wettelijk vertegenwoordiger(-s)2) en aan het leerbedrijf. 1 Als de bpv alleen voor een keuzedeel wordt gevolgd, dan is het van belang dat het leerbedrijf beschikt over een erkenning van SBB. 2 Als in de onderwijsovereenkomst is afgesproken dat de ouders instemmen met het feit dat zij de praktijkovereenkomst niet meetekenen, dan hoeft de school de ouders ook niet in de procedure voor wijzigingen via het bpv-blad te betrekken. 3.7 De student en het leerbedrijf worden in de gelegenheid gesteld om binnen 10 werkdagen na verzending van het nieuwe bpv-blad schriftelijk dan wel mondeling aan de instelling door te geven als de inhoud van het nieuwe bpv-blad niet correct is. 3.8 Indien de student of het leerbedrijf aangeeft dat de aangepaste bpv-gegevens niet correct (in overeenstemming met het verzoek dan wel de instemming van de niet verzoekende partij) zijn weergegeven, dan zal de instelling overgaan tot correctie van de betreffende bpv-gegevens. 3.9 Indien de student of het leerbedrijf een bezwaar kenbaar maakt dat erop gericht is dat de bpv- gegevens zijn aangepast zonder dat daaraan een verzoek of instemming ten grondslag heeft gelegen, dan zal de instelling overgaan tot schrapping van het nieuwe bpv-blad. In dit geval blijft de student de bpv in het leerbedrijf volgen zoals vermeld op het oorspronkelijke bpv-blad, totdat alsnog instemming van beide partijen wordt verkregen. 3.10 Als de student en/of het leerbedrijf niet binnen de termijn van artikel 3.7 reageren, dan vervangt het nieuwe bpv-blad het vorige bpv-blad en wordt daarmee een onderdeel van de praktijkovereenkomst.

  • Tussentijdse beëindiging 7.1 Indien na afloop van deze Overeenkomst geen nieuwe overeenkomst wordt gesloten, zal KG zorg dragen voor afkoppelen en afvoer van het Systeem en het opheffen van het recht van opstal. Gebruiker zal echter vanaf één maand voor afloop van de Overeenkomst tot het einde van deze Overeenkomst in de gelegenheid zijn en worden gesteld om het Systeem tegen de koopsom genoemd onder Artikel 8.2 te kopen of deze Huurovereenkomst voort te zetten met behoud van de rechten en plichten die Partijen over en weer jegens elkaar hebben. 7.2 Indien Gebruiker, na hiertoe schriftelijk tweemaal te zijn aangemaand, in gebreke blijft de huurprijs te betalen, kan het Systeem worden afgesloten. Het afsluiten van het Systeem schort de verplichting tot doorbetaling van de maandelijkse huurprijs niet op. Het afsluiten gebeurt alleen indien dit binnen de wettelijke kaders is toegestaan. Ingeval Gebruiker gedurende een aaneengesloten periode van drie maanden na ontvangst van een schriftelijke sommatie in gebreke blijft de huurprijs te betalen, is Gebruiker de toekomstige huurtermijnen over de resterende periode van deze Overeenkomst ineens verschuldigd met een maximum van de koopsom zoals genoemd onder Artikel 8.2 en heeft KG het recht de Overeenkomst voor het overige te ontbinden, onverminderd het recht van KG om in plaats hiervan, na ommekomst van deze drie maanden het Systeem te verwijderen. De ontbinding ingevolge dit artikel geschiedt met een termijn van vijf dagen, de dag waarop KG de ontbindingsbrief heeft verzonden niet meegerekend, om Gebruiker in staat te stellen alsnog aan haar verplichtingen te voldoen. 7.3 Gebruiker is bevoegd de betalingen uit deze Overeenkomst tussentijds op te schorten ingeval KG niet voldoet aan de verplichtingen die voortvloeien uit deze Overeenkomst. In het geval KG in staat van faillissement wordt verklaard of surseance van betaling aanvraagt, heeft Gebruiker ipso facto de bevoegdheid alle op hem rustende verbintenissen uit de Overeenkomst tegenover KG onmiddellijk op te schorten. Gebruiker kan de Overeenkomst uitsluitend beëindigen door het uitoefenen van de Koopoptie van Artikel 8.2 of door gerechtelijke tussenkomst.

  • Tussentijdse opzegging 1. Een opzegging van de overeenkomst is alleen in schriftelijke vorm geldig. 2. De opdrachtgever doet afstand van zijn recht ingevolge artikel 7:408 lid 1 BW om de opdracht te allen tijde op te kunnen zeggen. 3. In afwijking van art. 7:408 lid 2 BW is de leverancier gerechtigd om te allen tijde een opdracht te beëindigen. 4. Bij voortijdige opzegging door de opdrachtgever heeft de leverancier recht op compensatie: ▪ Bij annulering tot 21 dagen voor aanvang van de opdracht wordt 1/3 van het in de offerte genoemde totale declaratiebedrag in rekening gebracht, onverminderd het recht van de leverancier op vergoeding van overige schade. De leverancier is gerechtigd om reeds door derden geleverde prestaties afzonderlijk te factureren. De leverancier zal bij voortijdige opzegging door de opdrachtgever schriftelijk mededeling doen van deze extra kosten. ▪ Bij annulering binnen 21 dagen voor aanvang van de opdracht wordt het totale declaratiebedrag in rekening gebracht. Bij opdrachten die een langere doorlooptijd dan een half jaar hebben, geldt een beperking van de in de vorige volzin bedoelde compensatie tot maximaal het declaratiebedrag over drie maanden. 5. Indien de leverancier bij het intreden van de overmacht al gedeeltelijk aan zijn verplichtingen heeft voldaan of slechts gedeeltelijk aan zijn verplichtingen kan voldoen, is de leverancier gerechtigd het reeds door hem gepresteerde dan wel te presteren deel afzonderlijk te factureren. De opdrachtgever is verplicht deze factuur te voldoen als betrof het een afzonderlijke overeenkomst. 6. De leverancier mag van zijn bevoegdheid tot voortijdige beëindiging slechts gebruik maken als tengevolge van feiten en omstandigheden die zich aan zijn invloed onttrekken of hem niet zijn toe te rekenen, voltooiing van de opdracht in redelijkheid niet van hem kan worden gevergd. De leverancier is gerechtigd het reeds door hem gepresteerde deel te factureren.

  • Waarborgsom en tussentijdse betaling 10.1 Het horecabedrijf kan van de klant verlangen dat deze onder het horecabedrijf een waarborgsom deponeert. Ontvangen waarborgsommen worden deugdelijk geadministreerd, dienen uitsluitend tot zekerheid voor het horecabedrijf en gelden uitdrukkelijk niet als reeds gerealiseerde omzet. Tot meerdere zekerheid van het hore- cabedrijf kan deze van de klant verlangen zijn medewerking te verlenen aan het verstrekken van de benodigde gegevens, waaronder het maken van een afdruk of kopie van de creditcard van de klant, teneinde de waarborg- som en de mogelijkheid tot het uitwinnen daarvan zo veel als mogelijk zeker te stellen. 10.2 Het horecabedrijf kan steeds tussentijds betaling verlangen van reeds verleende horecadiensten. 10.3 Het horecabedrijf mag zich verhalen op het ingevolge de voorgaande bepalingen gedeponeerde bedrag ter zake al datgene wat de klant uit welken hoofde ook aan hem verschuldigd is. Het overschot dient door het horecabe- drijf onverwijld aan de klant te worden terugbetaald.

  • Tegenstrijdigheid en wijziging Verwerkersovereenkomst 1. In het geval van tegenstrijdigheid tussen de bepalingen uit deze Verwerkersovereenkomst en de bepalingen van de Product- en Dienstenovereenkomst, dan zullen de bepalingen van deze Verwerkersovereenkomst leidend zijn. 2. Indien Partijen van de artikelen in de Model Verwerkersovereenkomst door omstandigheden moeten afwijken, of deze willen aanvullen, dan zullen deze wijzigingen en/of aanvullingen door Partijen worden beschreven en gemotiveerd in een overzicht dat als Bijlage 3 aan deze Verwerkersovereenkomst zal worden gehecht. Het bepaalde in dit lid geldt niet voor aanvullingen en/of wijzigingen van de Bijlagen 1 en 2. 3. Bij belangrijke wijzigingen in het product en/of de (aanvullende) diensten die van invloed zijn op de Verwerking van de Persoonsgegevens wordt, alvorens de Onderwijsinstelling de keuze hiertoe aanvaardt, de Onderwijsinstelling in begrijpelijke taal geïnformeerd over de consequenties van deze wijzigingen. Onder belangrijke wijzigingen wordt in ieder geval verstaan: de toevoeging of wijziging van een functionaliteit die leidt tot een uitbreiding ten aanzien van de te Verwerken Persoonsgegevens en de doeleinden waaronder de Persoonsgegevens worden Verwerkt. De wijzigingen zullen in Bijlage 1 worden opgenomen. 4. Wijzigingen in de artikelen van de Verwerkersovereenkomst kunnen uitsluitend in gezamenlijkheid worden overeengekomen. 5. In het geval enige bepaling van deze Verwerkersovereenkomst nietig, vernietigbaar of anderszins niet afdwingbaar is of wordt, blijven de overige bepalingen van deze Verwerkersovereenkomst volledig van kracht. Partijen zullen in dat geval met elkaar in overleg treden om de nietige, vernietigbare of anderszins niet afdwingbare bepaling te vervangen door een uitvoerbare alternatieve bepaling. Daarbij zullen partijen zoveel mogelijk rekening houden met het doel en de strekking van de nietige, vernietigde of anderszins niet afdwingbare bepaling.

  • Belangrijke opmerking Het volgende model werd opgesteld door de Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest in uitvoering van artikel 218, § 4 van de Brusselse Huisvestingscode. Het is een indicatief model en het is dus niet verplicht voor de partijen, die voor een ander model kunnen kiezen. Om de partijen bij te staan en voor de volledigheid omvat het niet alleen de clausules uit de huisvestingscode, maar ook andere bepalingen die in de praktijk welbekend zijn en betrekking hebben op onderwerpen die niet gereglementeerd zijn. Om een duidelijk onderscheid te maken tussen de clausules die door een wettekst worden geregeld en de clausules die louter indicatief zijn en de partijen naar eigen goeddunken kunnen wijzigen, zijn die laatste in de tekst in grijstinten aangegeven. Wanneer het model voor de partijen verschillende opties voorziet over hetzelfde onderwerp, wordt de keuze aangegeven met selectievakjes (□) om aan te kruisen. De partijen kunnen voor aanvullende informatie in verband met de huurovereenkomst de verklarende bijlage raadplegen, die is bijgevoegd.

  • TOEPASSINGSMODALITEITEN 1° Kosten voor uw oproep tot bijstand Wij nemen de kosten ten laste voor telefoon, telegram, telefax, e-mail die u in het buitenland heeft gemaakt om ons te bereiken (eerste oproep en deze waarom wij u uitdrukkelijk vragen), op voorwaarde dat uw eerste oproep gevolgd wordt door een bijstandsverlening zoals door het contract gewaarborgd.

  • Geboekte waardeverminderingen Teruggenomen waardeverminderingen Wisselkoersverschillen (+)/(-)

  • Vakantiebijslag 1. Per kalenderjaar heeft de werknemer recht op een vakantiebijslag die 8% bedraagt van het over de vierde betalingsperiode van het lopende kalenderjaar berekende loon maal dertien en bij loonbetaling per maand 8% van het loon over de maand april van het lopende kalenderjaar maal twaalf. Onder het loon zoals genoemd in dit artikel wordt verstaan het van toepassing zijnde functieloon, vermeerderd met, indien van toepassing, de ploegendiensttoeslag en de persoonlijke toeslag ex artikel 23 van deze CAO. 2. De minimum vakantiebijslag bedraagt per kalenderjaar voor alle werknemers van 22 jaar en ouder tenminste 104% van het in de vierde betalingsperiode van het lopende kalenderjaar geldende loon, respectievelijk tenminste 96% van het loon over de maand april van het lopende kalenderjaar bij maandbetaling, behorende bij schaal D trede 1. Voor de jeugdige werknemer in de zin van artikel 20 bedraagt dit minimum het bij hun leeftijd passende percentage, genoemd in artikel 20, van hiervoor aangegeven bedrag. 3. Indien de werknemer slechts een gedeelte van het kalenderjaar in dienst is van de werkgever, heeft hij recht op een evenredig deel. 4. De vakantiebijslag dient in de maand mei over het lopende kalenderjaar te worden uitbetaald. 5. In afwijking van het gestelde in lid 4 kan de werkgever aan de werknemer die minder dan 1 jaar in zijn dienst is, of op basis van een tijdelijk contract korter dan 3 jaar in zijn dienst is, de vakantiebijslag in twee termijnen betalen, en wel één in de maand mei en één in de maand november. 6. Indien het dienstverband van de werknemer vóór de vierde betalingsperiode danwel vóór april eindigt, vormt – in afwijking van lid 1 – het laatst genoten loon de basis van de berekening van de vakantiebijslag. 7. In geval van langdurige arbeidsongeschiktheid is de werkgever over een periode van 24 maanden van de arbeidsongeschiktheid verplicht de vakantiebijslag te betalen, met inachtneming van de bepalingen in artikel 16 van de Wet Minimumloon en Minimumvakantiebijslag. Voor de toepassing van dit artikellid worden perioden waarin de werknemer ten gevolge van ziekte verhinderd is geweest zijn arbeid te verrichten, bij elkaar opgeteld, indien zij elkaar met een onderbreking van minder dan 4 weken opvolgen.