Uitkering bij blijvende invaliditeit. 55.2.1 Maximaal zullen de hierna genoemde percentages van de in de polis vermelde verzekerde som bij blijvende invaliditeit worden uitgekeerd: Ongeneeslijke gehele krankzinnigheid of ongeneeslijke algehele verstoring van de geest 100% Verlies van het gehele gezichtsvermogen van beide ogen 100% Verlies van het gehele gezichtsvermogen van één oog 30% Als de Europeesche krachtens deze verzekering al een uitkering heeft verleend voor verlies van het gehele gezichtsvermogen van het andere oog 70% Verlies van het gehele gehoorvermogen van beide oren 50% Verlies van het gehele gehoorvermogen van één oor 20% Als de Europeesche krachtens deze verzekering al een uitkering heeft verleend voor verlies van het gehele gehoorvermogen van het andere oor 30% Verlies van het gehele spraakvermogen 50% Verlies van een long 25% En verder algeheel verlies of verlies van het gebruiksvermogen van: Een arm tot in het schoudergewricht 75% Een arm in of boven het ellebooggewricht 70% Een hand of een arm beneden het ellebooggewricht 65% Een duim 25% Een wijsvinger 15% Een middelvinger 12% Een ringvinger of pink 10% Alle vingers van een hand tezamen 65% Een been tot in het heupgewricht 75% Een been in of boven het kniegewricht 60% Een voet of een been beneden het kniegewricht 50% Een grote teen 10% Een van de andere tenen 5% Reuk of smaak 5% Het gehele blijvende natuurlijke gebit 20% Bij blijvend gedeeltelijk (functie)verlies wordt een evenredig deel van genoemde percentages vastgesteld. In geval van (gedeeltelijk) verlies van het natuurlijk gebit zal voor de berekening van de uitkering steeds worden uitgegaan van 32 gebitselementen. Onder (gedeeltelijk) verlies wordt hier verstaan het volledig verloren gaan van het gebruiksvermogen van het desbetreffende gebitselement. 55.2.2 In gevallen van blijvende invaliditeit die afwijken van de gevallen die hierboven zijn genoemd, zal de uitkering worden bepaald naar de mate van invaliditeit veroorzaakt door het ongeval. 55.2.3 Bij vaststelling van de blijvende invaliditeit zal het beroep of de bezigheden van verzekerde, dan wel het toekomstige beroep of de toekomstige bezigheden buiten beschouwing worden gelaten. 55.2.4 De graad van blijvende invaliditeit wordt vastgesteld zodra naar de mening van de medische dienst van de Europeesche van een onveranderlijke toestand kan worden gesproken, maar in ieder geval binnen 2 jaar na de ongevalsdatum. De hoogte van de uitkering wordt bepaald volgens de op grond van medische rap- porten verwachte definitieve graad van blijvende invaliditeit. 55.2.5 Overlijdt verzekerde voor de vaststelling van de blijvende invaliditeit door een andere oorzaak dan het ongeval, dan blijft het recht op uitkering bestaan. De hoogte van de uitkering wordt bepaald volgens de op grond van medische rapporten verwachte definitieve graad van blijvende invaliditeit. 55.2.6 Wanneer verzekerde voor de vaststelling van de blijvende invaliditeit overlijdt als gevolg van het ongeval, dan is de Europeesche geen uitkering voor blijvende invaliditeit verschuldigd. 55.2.7 De vaststelling van het percentage (functie) verlies geschiedt aan de hand van de laatst gepubliceer- de ‘Guides to the Evaluation of Permanent Impaiment’ van de American Medical Association (AMA), aange- vuld met richtlijnen van de Nederlandse specialistenvereniging. 55.2.8 Wanneer een bestaande blijvende invaliditeit wordt verergerd door een ongeval dan wordt uitkering verleend op grond van het verschil tussen de graad van blijvende invaliditeit voor en na het ongeval. 55.2.9 Terzake van een of meerdere verschillende achtereenvolgende ongevallen een verzekerde overko- men zal nooit meer worden uitgekeerd dan de in de polis vermelde verzekerde som. 55.2.10 Als verzekerde wordt besmet met HIV op de wijze zoals omschreven in 33.2.8, dan zal de Europeesche een eenmalige uitkering doen van € 5.000,-. 55.2.11 Bij vaststelling van het post-whiplashsyndroom volgens de richtlijnen van de Nederlandse Vereniging voor Neurologie wordt er een eenmalige uitkering gedaan van maximaal 5% van de verzekerde som voor blij- vende invaliditeit. Aantal verzekerden
Appears in 1 contract
Uitkering bij blijvende invaliditeit. 55.2.1 Maximaal zullen In geval van blijvende invaliditeit van verzekerde tengevolge van een ongeval in de hierna genoemde percentages zin van deze verzekering zal de mate van blijvende invaliditeit medisch worden bepaald, doch uiterlijk twee jaar na de dag van het ongeval. De maatschappij is in geval van invaliditeit eerst tot uitkering ver- plicht, indien de totale invaliditeitsgraad, tengevolge van één ongeval 25% of meer is.
a Uitgaande van de verzekerde som op het moment van het ongeval zullen met inachtneming van het hiervoor bepaalde, in de polis hieronder genoemde gevallen de daarbij vermelde verzekerde som bij blijvende invaliditeit percentages worden uitgekeerdgehanteerd: Ongeneeslijke gehele krankzinnigheid of ongeneeslijke algehele verstoring van de geest verstandsverbijstering 100% Verlies van algehele organische verlamming 100% algeheel verlies van: het gehele gezichtsvermogen van beide ogen 100% Verlies van het gehele gezichtsvermogen van één oog 30% Als de Europeesche krachtens deze verzekering al en indien Zurich voor het gezichtsvermogen van één oog een volledige uitkering heeft verleend verleend, voor verlies van het gehele gezichtsvermogen van het andere oog 70% Verlies van het gehele gehoorvermogen gehoor van beide oren 5060% Verlies van het gehele gehoorvermogen gehoor van één oor 2025% Als de Europeesche krachtens deze verzekering al en indien Zurich voor het gehoor van één oor een volledige uitkering heeft verleend verleend, voor verlies van het gehele gehoorvermogen gehoor van het andere oor 3035% Verlies van het gehele spraakvermogen één oorschelp 3% de uitwendige neus 10% de reuk 10% de tong, inclusief smaak 50% Verlies van een long 25de smaak 10% En verder algeheel één nier 20% de milt 5% bij geheel verlies of verlies van het gebruiksvermogen functieverlies van: Een arm de arm, inclusief hand, tot in het schoudergewricht schouder- gewricht 75% Een arm de onderarm, inclusief hand, tot in of boven het ellebooggewricht elleboog- gewricht 70% Een de hand of een arm beneden tot in het ellebooggewricht polsgewricht 65% Een de duim 25% Een de wijsvinger 15% Een middelvinger 12% Een ringvinger of pink een andere vinger 10% Alle vingers van een hand tezamen 65% Een been het been, inclusief voet, tot in het heupgewricht 7570% Een been het onderbeen, inclusief voet, tot in of boven het kniegewricht 60knie- gewricht 65% Een de voet of een been beneden tot in het kniegewricht 50enkel- gewricht 55% Een de grote teen 10% Een iedere andere teen 4% b Van de hierboven genoemde percentages zal – met uitzondering van die voor de andere tenen 5% Reuk reuk en/of smaak 5% Het gehele blijvende natuurlijke gebit 20% Bij blijvend de smaak, waarbij slechts uitkering plaatsvindt bij algeheel verlies – bij gedeeltelijk (functie)verlies wordt verlies, of gedeeltelijk functie- verlies een evenredig deel van genoemde percentages vastgesteld. In geval van (gedeeltelijk) verlies worden uitgekeerd, met inachtneming van het natuurlijk gebit zal voor de berekening van de uitkering steeds worden uitgegaan van 32 gebitselementen. Onder (gedeeltelijk) verlies wordt hier verstaan het volledig verloren gaan van het gebruiksvermogen van het desbetreffende gebitselementhierboven bepaalde.
55.2.2 In gevallen van blijvende invaliditeit die afwijken van de gevallen die hierboven zijn genoemd, zal de uitkering worden bepaald naar de mate van invaliditeit veroorzaakt door het ongeval.
55.2.3 Bij vaststelling van de blijvende invaliditeit zal het beroep of de bezigheden van verzekerde, dan wel het toekomstige beroep of de toekomstige bezigheden buiten beschouwing worden gelaten.
55.2.4 De graad van blijvende invaliditeit wordt vastgesteld zodra naar de mening van de medische dienst van de Europeesche van een onveranderlijke toestand kan worden gesproken, maar in ieder geval binnen 2 jaar na de ongevalsdatum. De hoogte van de uitkering wordt bepaald volgens de op grond van medische rap- porten verwachte definitieve graad van blijvende invaliditeit.
55.2.5 Overlijdt verzekerde voor de vaststelling van de blijvende invaliditeit door een andere oorzaak dan het ongeval, dan blijft het recht op uitkering bestaan. De hoogte van de uitkering wordt bepaald volgens de op grond van medische rapporten verwachte definitieve graad van blijvende invaliditeit.
55.2.6 Wanneer verzekerde voor de vaststelling van de blijvende invaliditeit overlijdt als gevolg van het ongeval, dan is de Europeesche geen uitkering voor blijvende invaliditeit verschuldigd.
55.2.7 De vaststelling van het percentage (functie) verlies geschiedt aan de hand van de laatst gepubliceer- de ‘Guides to the Evaluation of Permanent Impaiment’ van de American Medical Association (AMA), aange- vuld met richtlijnen van de Nederlandse specialistenvereniging.
55.2.8 Wanneer een bestaande blijvende invaliditeit wordt verergerd door een ongeval dan wordt uitkering verleend op grond van het verschil tussen de graad van blijvende invaliditeit voor en na het ongeval.
55.2.9 Terzake van een of meerdere verschillende achtereenvolgende ongevallen een verzekerde overko- men zal nooit meer worden uitgekeerd dan de in de polis vermelde verzekerde som.
55.2.10 Als verzekerde wordt besmet met HIV op de wijze zoals omschreven in 33.2.8, dan zal de Europeesche een eenmalige uitkering doen van € 5.000,-.
55.2.11 Bij vaststelling van het post-whiplashsyndroom volgens de richtlijnen van de Nederlandse Vereniging voor Neurologie wordt er een eenmalige uitkering gedaan van maximaal 5% van de verzekerde som voor blij- vende invaliditeit. Aantal verzekerden
Appears in 1 contract
Uitkering bij blijvende invaliditeit. 55.2.1 Maximaal zullen de hierna genoemde percentages 1. De uitkering voor blijvende invaliditeit van de in verzekerde als rechtstreeks en uitsluitend gevolg van een ongeval vindt plaats op basis van het verzekerde bedrag dat op het moment van het ongeval op het polisblad bij 'blijvende invaliditeit' staat vermeld.
2. In de polis gevallen die hierna staan genoemd, keren wij het daarachter vermelde percentage van het verzekerde som bij blijvende invaliditeit worden uitgekeerd: Ongeneeslijke bedrag uit bij:
a. ongeneeslijke gehele krankzinnigheid of ongeneeslijke algehele verstoring van de geest 100% Verlies %
b. verlies van het gehele gezichtsvermogen van beide ogen 100% Verlies van het gehele gezichtsvermogen van één oog 30% Als de Europeesche krachtens deze verzekering al een uitkering heeft verleend voor %
c. verlies van het gehele gezichtsvermogen van 1 oog 30% Als wij op grond van deze verzekering al een uitkering voor verlies van het gehele gezichts- vermogen van het andere oog hebben gedaan 70% Verlies %
d. verlies van het gehele gehoorvermogen van beide oren 50% Verlies van het gehele gehoorvermogen van één oor 20% Als de Europeesche krachtens deze verzekering al een uitkering heeft verleend voor %
e. verlies van het gehele gehoorvermogen van 1 oor 20% Als wij op grond van deze verzekering al een uitkering voor verlies van het gehele gehoor- vermogen van het andere oor hebben gedaan 30% Verlies %
f. verlies van het gehele spraakvermogen 50% Verlies %
g. verlies van een long 25% En verder en bij algeheel verlies of het verlies van het gebruiksvermogen gebruiksver- mogen van: Een :
h. een arm tot in het schoudergewricht 75% Een %
i. een arm in of boven het ellebooggewricht 70% Een %
j. een hand of een arm beneden het ellebooggewricht 65% Een %
k. een duim 25% Een %
l. een wijsvinger 15% Een %
m. een middelvinger 12% Een %
n. een ringvinger of een pink 10% Alle %
o. alle vingers van een hand tezamen 65% Een %
p. een been tot in het heupgewricht 75% Een %
q. een been in of boven het kniegewricht 60% Een %
r. een voet of een been beneden het kniegewricht 50% Een %
s. een grote teen 10% Een %
t. één van de andere tenen 5% Reuk %
u. reuk of smaak 5% Het %
v. het gehele blijvende natuurlijke gebit 20% %
3. Bij blijvend gedeeltelijk (functie)verlies wordt verlies of bij gedeeltelijk verlies van het gebruiksvermogen in de gevallen die in lid 2 staan genoemd, keren wij een evenredig deel van het genoemde percentages vastgesteldpercentage uit.
4. In geval van (gedeeltelijk) gedeeltelijk verlies van het natuurlijk blijvende natuurlijke gebit zal gaan wij voor de berekening van de uitkering steeds worden uitgegaan uit van 32 gebitselementen. Onder (gedeeltelijk) gedeeltelijk verlies wordt verstaan wij hier verstaan het volledig verloren gaan volledige verlies van het gebruiksvermogen van het desbetreffende gebitselement(de) betreffende gebitselement(en).
55.2.2 5. In andere gevallen van blijvende invaliditeit dan die afwijken van de gevallen die hierboven zijn in lid 2 staan genoemd, zal bepalen wij de uitkering worden bepaald naar de mate van invaliditeit zoals die is veroorzaakt door het ongeval.
55.2.3 Bij vaststelling van de blijvende invaliditeit zal het beroep of de bezigheden van verzekerde, dan wel het toekomstige beroep of de toekomstige bezigheden buiten beschouwing worden gelaten.
55.2.4 De graad van blijvende invaliditeit wordt vastgesteld zodra naar de mening van de medische dienst van de Europeesche van 6. Als een onveranderlijke toestand kan worden gesproken, maar in ieder geval binnen 2 jaar na de ongevalsdatum. De hoogte van de uitkering wordt bepaald volgens de op grond van medische rap- porten verwachte definitieve graad van blijvende invaliditeit.
55.2.5 Overlijdt verzekerde voor de vaststelling van de blijvende bestaande invaliditeit door een andere oorzaak ongeval wordt vergroot, dan het doen wij een uitkering op basis van de invaliditeit na dat ongeval, dan blijft het recht op uitkering bestaan. De hoogte van de uitkering wordt bepaald volgens de op grond van medische rapporten verwachte definitieve graad van blijvende invaliditeit.
55.2.6 Wanneer verzekerde voor de vaststelling van de blijvende invaliditeit overlijdt als gevolg van het ongeval, dan is de Europeesche geen uitkering voor blijvende invaliditeit verschuldigd.
55.2.7 De vaststelling van het percentage (functie) verlies geschiedt aan de hand van de laatst gepubliceer- de ‘Guides to the Evaluation of Permanent Impaiment’ van de American Medical Association (AMA), aange- vuld verminderd met richtlijnen van de Nederlandse specialistenvereniging.
55.2.8 Wanneer een bestaande blijvende invaliditeit wordt verergerd door een ongeval dan wordt uitkering verleend op grond van het verschil tussen de graad van invaliditeit die vóór het ongeval reeds bestond. Wij nemen daarbij de maatstaven in acht die in dit artikel zijn vastgesteld. Voor één of meer achtereenvolgende ongevallen keren wij per verzekerde in totaal niet meer uit dan het verzekerde bedrag dat op het polisblad bij 'blijvende invaliditeit voor en na het ongevalinvaliditeit' staat vermeld.
55.2.9 Terzake van een of meerdere verschillende achtereenvolgende ongevallen een 7. Als de verzekerde overko- men zal nooit meer worden uitgekeerd dan de in de polis vermelde verzekerde som.
55.2.10 Als verzekerde wordt besmet met HIV op de wijze zoals die staat omschreven in 33.2.8artikel 24.3.h met HIV besmet raakt, dan zal de Europeesche doen wij een eenmalige uitkering doen van € 5.000,-.
55.2.11 8. Bij vaststelling van het post-whiplashsyndroom volgens de richtlijnen van de Nederlandse Vereniging voor van Neurologie wordt er doen wij een eenmalige éénmalige uitkering gedaan van maximaal 5% van de verzekerde som voor blij- vende 'blijvende invaliditeit. Aantal verzekerden.
Appears in 1 contract
Samples: Verzekeringsovereenkomst
Uitkering bij blijvende invaliditeit. 55.2.1 Maximaal zullen de hierna genoemde percentages 1. De uitkering voor blijvende invaliditeit van de in de polis vermelde verzekerde som bij als rechtstreeks en uitsluitend gevolg van een ongeval vindt plaats op basis van het verzekerde bedrag dat op het moment van het ongeval voor blijvende invaliditeit worden uitgekeerd: Ongeneeslijke geldt.
2. In de gevallen die hierna staan genoemd, keren wij het daarachter vermelde percentage van het verzekerde bedrag uit:
5. In andere gevallen van blijvende invaliditeit dan die in lid 2 staan genoemd, bepalen wij de uitkering naar de mate van invaliditeit, zoals die is veroorzaakt door het ongeval.
6. Als een bestaande invaliditeit door een ongeval wordt vergroot, dan doen wij een uitkering op basis van de invaliditeit na dat ongeval, verminderd met de graad van invaliditeit die vóór het ongeval reeds bestond. Wij nemen daarbij de maatstaven in acht die in dit artikel zijn ongeneeslijke gehele krankzinnigheid of ongeneeslijke algehele verstoring van de geest als gevolg van hersenletsel 100% Verlies verlies van het gehele gezichtsvermogen van 1 oog 30% verlies van het gehele gezichtsvermogen van beide ogen 100% Verlies van het gehele gezichtsvermogen van één oog 30% Als de Europeesche krachtens deze verzekering al een uitkering heeft verleend voor verlies van het gehele gezichtsvermogen van het andere oog 70% Verlies van het gehele gehoorvermogen van beide 60% oren 50% Verlies Als wij op grond van het gehele gehoorvermogen van één oor 20% Als de Europeesche krachtens deze verzekering al een uitkering heeft verleend voor verlies van het gehele gehoorvermogen gezichts- vermogen van het andere oor 30oog hebben gedaan 100% Verlies 70% vastgesteld.
7. Voor één of meer achtereenvolgende ongevallen binnen 24 uur keren wij per verzekerde in totaal niet meer uit dan het verzekerde bedrag dat op het moment van het gehele spraakvermogen 50% Verlies van een long 25% En verder algeheel verlies of verlies van het gebruiksvermogen van: Een arm tot in het schoudergewricht 75% Een arm in of boven het ellebooggewricht 70% Een hand of een arm beneden het ellebooggewricht 65% Een duim 25% Een wijsvinger 15% Een middelvinger 12% Een ringvinger of pink 10% Alle vingers van een hand tezamen 65% Een been tot in het heupgewricht 75% Een been in of boven het kniegewricht 60% Een voet of een been beneden het kniegewricht 50% Een grote teen 10% Een van de andere tenen 5% Reuk of smaak 5% Het gehele laatste ongeval voor 'blijvende natuurlijke gebit 20% Bij blijvend gedeeltelijk (functie)verlies wordt een evenredig deel van genoemde percentages vastgesteld. In geval van (gedeeltelijk) verlies van het natuurlijk gebit zal voor de berekening van de uitkering steeds worden uitgegaan van 32 gebitselementen. Onder (gedeeltelijk) verlies wordt hier verstaan het volledig verloren gaan van het gebruiksvermogen van het desbetreffende gebitselementinvaliditeit' geldt.
55.2.2 In gevallen van blijvende invaliditeit die afwijken van 8. Als de gevallen die hierboven zijn genoemd, zal de uitkering worden bepaald naar de mate van invaliditeit veroorzaakt door het ongeval.
55.2.3 Bij vaststelling van de blijvende invaliditeit zal het beroep of de bezigheden van verzekerde, dan wel het toekomstige beroep of de toekomstige bezigheden buiten beschouwing worden gelaten.
55.2.4 De graad van blijvende invaliditeit wordt vastgesteld zodra naar de mening van de medische dienst van de Europeesche van een onveranderlijke toestand kan worden gesproken, maar in ieder geval binnen 2 jaar na de ongevalsdatum. De hoogte van de uitkering wordt bepaald volgens de op grond van medische rap- porten verwachte definitieve graad van blijvende invaliditeit.
55.2.5 Overlijdt verzekerde voor de vaststelling van de blijvende invaliditeit door een andere oorzaak dan het ongeval, dan blijft het recht op uitkering bestaan. De hoogte van de uitkering wordt bepaald volgens de op grond van medische rapporten verwachte definitieve graad van blijvende invaliditeit.
55.2.6 Wanneer verzekerde voor de vaststelling van de blijvende invaliditeit overlijdt als gevolg van het ongeval, dan is de Europeesche geen uitkering voor blijvende invaliditeit verschuldigd.
55.2.7 De vaststelling van het percentage (functie) verlies geschiedt aan de hand van de laatst gepubliceer- de ‘Guides to the Evaluation of Permanent Impaiment’ van de American Medical Association (AMA), aange- vuld met richtlijnen van de Nederlandse specialistenvereniging.
55.2.8 Wanneer een bestaande blijvende invaliditeit wordt verergerd door een ongeval dan wordt uitkering verleend op grond van het verschil tussen de graad van blijvende invaliditeit voor en na het ongeval.
55.2.9 Terzake van een of meerdere verschillende achtereenvolgende ongevallen een verzekerde overko- men zal nooit meer worden uitgekeerd dan de in de polis vermelde verzekerde som.
55.2.10 Als verzekerde wordt besmet met HIV op de wijze zoals die staat omschreven in 33.2.8artikel 1.h met HIV besmet raakt, dan zal de Europeesche doen wij een eenmalige uitkering doen van € 5.000,-.
55.2.11 9. Bij vaststelling van het post-whiplashsyndroom volgens de richtlijnen van de Nederlandse Vereniging voor van Neurologie wordt er doen wij een eenmalige éénmalige uitkering gedaan van maximaal 58% van de verlies van het gehele gehoorvermogen van 1 oor 25% Als wij op grond van deze verzekering al een uitkering voor verlies van het gehele gehoor- vermogen van het andere oor hebben gedaan 35% verlies van het gehele spraakvermogen 50% verlies van een long 25% verlies van de milt 5% en bij algeheel verlies of het verlies van het gebruiksvermogen van: een arm tot in het schoudergewricht 75% een arm in of boven het ellebooggewricht 70% verzekerde som voor blij- vende 'blijvende invaliditeit. Aantal verzekerden.
Appears in 1 contract
Samples: Insurance Policy
Uitkering bij blijvende invaliditeit. 55.2.1 Maximaal zullen de hierna genoemde percentages van de in de polis vermelde verzekerde som bij blijvende invaliditeit worden uitgekeerd: Ongeneeslijke gehele krankzinnigheid of ongeneeslijke algehele verstoring van de geest 100% Verlies van het gehele gezichtsvermogen van beide ogen 100% Verlies van het gehele gezichtsvermogen van één oog 30% Als de Europeesche wij krachtens deze verzekering al een uitkering heeft verleend voor verlies van het gehele gezichtsvermogen van het andere oog 70% Verlies van het gehele gehoorvermogen van beide oren 50% Verlies van het gehele gehoorvermogen van één oor 20% Als de Europeesche wij krachtens deze verzekering al een uitkering heeft verleend voor verlies van het gehele gehoorvermogen van het andere oor 30% Verlies van het gehele spraakvermogen 50% Verlies van een long 25% En verder algeheel verlies of verlies van het gebruiksvermogen van: Een - een arm tot in het schoudergewricht 75% Een - een arm in of boven het ellebooggewricht 70% Een - een hand of een arm beneden het ellebooggewricht elleboog- gewricht 65% Een - een duim 25% Een - een wijsvinger 15% Een - een middelvinger 12% Een - een ringvinger of pink 10% Alle - alle vingers van een hand tezamen 65% Een - een been tot in het heupgewricht 75% Een - een been in of boven het kniegewricht 60% Een - een voet of een been beneden het kniegewricht 50% Een - een grote teen 10% Een - een van de andere tenen 5% Reuk - reuk of smaak 5% Het Verlies van het gehele blijvende natuurlijke gebit 20% %
74.2.1 Maximaal zullen de hierna genoemde percentages van de in de polis vermelde verzekerde som bij blijvende invaliditeit worden uitgekeerd. Model 310.342_01-06 (A) Bij blijvend gedeeltelijk (functie)verlies wordt een evenredig deel van genoemde percentages vastgesteld. In geval van (gedeeltelijk) verlies van het natuurlijk gebit zal voor de berekening van de uitkering steeds worden uitgegaan van 32 gebitselementen. Onder (gedeeltelijk) verlies wordt hier verstaan het volledig verloren gaan van het gebruiksvermogen van het desbetreffende gebitselement.
55.2.2 74.2.2 In gevallen van blijvende invaliditeit die afwijken van de gevallen die hierboven zijn genoemd, zal de uitkering worden bepaald naar de mate van invaliditeit veroorzaakt door het ongeval.
55.2.3 74.2.3 Bij vaststelling van de blijvende invaliditeit zal het beroep of de bezigheden van verzekerde, dan wel het toekomstige beroep of de toekomstige bezigheden buiten beschouwing worden gelaten.
55.2.4 74.2.4 De graad van blijvende invaliditeit wordt vastgesteld zodra naar de mening van de medische dienst van de Europeesche Ansvar van een onveranderlijke toestand kan worden gesproken, maar in ieder geval binnen 2 jaar na de ongevalsdatum. De hoogte van de uitkering wordt bepaald volgens de op grond van medische rap- porten rapporten verwachte definitieve graad van blijvende invaliditeit.
55.2.5 74.2.5 Overlijdt verzekerde voor de vaststelling van de blijvende invaliditeit door een andere oorzaak dan het ongeval, dan blijft het recht op uitkering bestaan. De hoogte van de uitkering wordt bepaald volgens de op grond van medische rapporten verwachte definitieve graad van blijvende invaliditeit.
55.2.6 74.2.6 Wanneer verzekerde voor de vaststelling van de blijvende invaliditeit overlijdt als gevolg van het ongeval, dan is de Europeesche zijn wij geen uitkering voor blijvende invaliditeit verschuldigd.
55.2.7 74.2.7 De vaststelling van het percentage (functie) verlies functie)verlies geschiedt aan de hand van de laatst gepubliceer- de gepubliceerde ‘Guides to the Evaluation of Permanent ImpaimentImpairment’ van de American Medical Association (AMA), aange- vuld ) aangevuld met richtlijnen van de Nederlandse specialistenvereniging.
55.2.8 74.2.8 Wanneer een bestaande blijvende invaliditeit wordt verergerd door een het ongeval dan wordt uitkering verleend op grond van het verschil tussen de graad van blijvende invaliditeit voor en na het ongeval.
55.2.9 74.2.9 Terzake van een of meerdere verschillende achtereenvolgende ongevallen een verzekerde overko- men overkomen zal nooit meer worden uitgekeerd dan de in de polis vermelde verzekerde som.
55.2.10 74.2.10 Als verzekerde wordt besmet met HIV op de wijze zoals omschreven in 33.2.869.2.8, dan zal de Europeesche ons een eenmalige uitkering doen van € 5.000,-5.000.
55.2.11 74.2.11 Bij vaststelling van het post-whiplashsyndroom volgens de richtlijnen van de Nederlandse Vereniging voor Neurologie wordt er een eenmalige uitkering gedaan van maximaal 5% van de verzekerde som voor blij- vende blijvende invaliditeit. Aantal verzekerden.
Appears in 1 contract
Samples: Algemene Voorwaarden
Uitkering bij blijvende invaliditeit. 55.2.1 Maximaal zullen de hierna genoemde percentages van de in de polis vermelde verzekerde som bij blijvende invaliditeit worden uitgekeerd: Ongeneeslijke gehele krankzinnigheid of ongeneeslijke algehele verstoring van de geest 100% Verlies van het gehele gezichtsvermogen van beide ogen 100% Verlies van het gehele gezichtsvermogen van één oog 30% Als de Europeesche wij krachtens deze verzekering al een uitkering heeft verleend voor verlies van het gehele gezichtsvermogen van het andere oog 70% Verlies van het gehele gehoorvermogen van beide oren 50% Verlies van het gehele gehoorvermogen van één oor 20% Als de Europeesche wij krachtens deze verzekering al een uitkering heeft verleend voor verlies van het gehele gehoorvermogen van het andere oor 30% Verlies van het gehele spraakvermogen 50% Verlies van een long 25% En verder algeheel verlies of verlies van het gebruiksvermogen van: Een - een arm tot in het schoudergewricht 75% Een - een arm in of boven het ellebooggewricht 70% Een - een hand of een arm beneden het ellebooggewricht elleboog- gewricht 65% Een - een duim 25% Een - een wijsvinger 15% Een - een middelvinger 12% Een - een ringvinger of pink 10% Alle - alle vingers van een hand tezamen 65% Een - een been tot in het heupgewricht 75% Een - een been in of boven het kniegewricht 60% Een - een voet of een been beneden het kniegewricht 50% Een - een grote teen 10% Een - een van de andere tenen 5% Reuk - reuk of smaak 5% Het Verlies van het gehele blijvende natuurlijke gebit 20% %
74.2.1 Maximaal zullen de hierna genoemde percentages van de in de polis vermelde verzekerde som bij blijvende invaliditeit worden uitgekeerd. Model V.020.1025 Bij blijvend gedeeltelijk (functie)verlies wordt een evenredig deel van genoemde percentages vastgesteld. In geval van (gedeeltelijk) verlies van het natuurlijk gebit zal voor de berekening van de uitkering steeds worden uitgegaan van 32 gebitselementen. Onder (gedeeltelijk) verlies wordt hier verstaan het volledig verloren gaan van het gebruiksvermogen van het desbetreffende gebitselement.
55.2.2 74.2.2 In gevallen van blijvende invaliditeit die afwijken van de gevallen die hierboven zijn genoemd, zal de uitkering worden bepaald naar de mate van invaliditeit veroorzaakt door het ongeval.
55.2.3 74.2.3 Bij vaststelling van de blijvende invaliditeit zal het beroep of de bezigheden van verzekerde, dan wel het toekomstige beroep of de toekomstige bezigheden buiten beschouwing worden gelaten.
55.2.4 74.2.4 De graad van blijvende invaliditeit wordt vastgesteld zodra naar de mening van de medische dienst van de Europeesche Ansvar van een onveranderlijke toestand kan worden gesproken, maar in ieder geval binnen 2 jaar na de ongevalsdatum. De hoogte van de uitkering wordt bepaald volgens de op grond van medische rap- porten rapporten verwachte definitieve graad van blijvende invaliditeit.
55.2.5 74.2.5 Overlijdt verzekerde voor de vaststelling van de blijvende invaliditeit door een andere oorzaak dan het ongeval, dan blijft het recht op uitkering bestaan. De hoogte van de uitkering wordt bepaald volgens de op grond van medische rapporten verwachte definitieve graad van blijvende invaliditeit.
55.2.6 74.2.6 Wanneer verzekerde voor de vaststelling van de blijvende invaliditeit overlijdt als gevolg van het ongeval, dan is de Europeesche zijn wij geen uitkering voor blijvende invaliditeit verschuldigd.
55.2.7 74.2.7 De vaststelling van het percentage (functie) verlies functie)verlies geschiedt aan de hand van de laatst gepubliceer- de gepubliceerde ‘Guides to the Evaluation of Permanent ImpaimentImpairment’ van de American Medical Association (AMA), aange- vuld ) aangevuld met richtlijnen van de Nederlandse specialistenvereniging.
55.2.8 74.2.8 Wanneer een bestaande blijvende invaliditeit wordt verergerd door een het ongeval dan wordt uitkering verleend op grond van het verschil tussen de graad van blijvende invaliditeit voor en na het ongeval.
55.2.9 74.2.9 Terzake van een of meerdere verschillende achtereenvolgende ongevallen een verzekerde overko- men overkomen zal nooit meer worden uitgekeerd dan de in de polis vermelde verzekerde som.
55.2.10 74.2.10 Als verzekerde wordt besmet met HIV op de wijze zoals omschreven in 33.2.869.2.8, dan zal de Europeesche ons een eenmalige uitkering doen van € 5.000,-5.000.
55.2.11 74.2.11 Bij vaststelling van het post-whiplashsyndroom volgens de richtlijnen van de Nederlandse Vereniging voor Neurologie wordt er een eenmalige uitkering gedaan van maximaal 5% van de verzekerde som voor blij- vende blijvende invaliditeit. Aantal verzekerden.
Appears in 1 contract
Samples: Algemene Voorwaarden
Uitkering bij blijvende invaliditeit. 55.2.1 Maximaal zullen de hierna genoemde percentages van de in de polis vermelde verzekerde som bij blijvende invaliditeit worden uitgekeerd: Ongeneeslijke gehele krankzinnigheid of ongeneeslijke algehele verstoring van de geest 100% Verlies van het gehele gezichtsvermogen van beide ogen 100% Verlies van het gehele gezichtsvermogen van één oog 30% Als de Europeesche wij krachtens deze verzekering al een uitkering heeft verleend voor verlies van het gehele gezichtsvermogen van het andere oog 70% Verlies van het gehele gehoorvermogen van beide oren 50% Verlies van het gehele gehoorvermogen van één oor 20% Als de Europeesche wij krachtens deze verzekering al een uitkering heeft verleend voor verlies van het gehele gehoorvermogen van het andere oor 30% Verlies van het gehele spraakvermogen 50% Verlies van een long 25% En verder algeheel verlies of verlies van het gebruiksvermogen van: Een - een arm tot in het schoudergewricht 75% Een - een arm in of boven het ellebooggewricht 70% Een - een hand of een arm beneden het ellebooggewricht elleboog- gewricht 65% Een - een duim 25% Een - een wijsvinger 15% Een - een middelvinger 12% Een - een ringvinger of pink 10% Alle - alle vingers van een hand tezamen 65% Een - een been tot in het heupgewricht 75% Een - een been in of boven het kniegewricht 60% Een - een voet of een been beneden het kniegewricht 50% Een - een grote teen 10% Een - een van de andere tenen 5% Reuk - reuk of smaak 5% Het Verlies van het gehele blijvende natuurlijke gebit 20% %
74.2.1 Maximaal zullen de hierna genoemde percentages van de in de polis vermelde verzekerde som bij blijvende invaliditeit worden uitgekeerd. Model 310.342_01-06 (TC) Bij blijvend gedeeltelijk (functie)verlies wordt een evenredig deel van genoemde percentages vastgesteld. In geval van (gedeeltelijk) verlies van het natuurlijk gebit zal voor de berekening van de uitkering steeds worden uitgegaan van 32 gebitselementen. Onder (gedeeltelijk) verlies wordt hier verstaan het volledig verloren gaan van het gebruiksvermogen van het desbetreffende gebitselement.
55.2.2 74.2.2 In gevallen van blijvende invaliditeit die afwijken van de gevallen die hierboven zijn genoemd, zal de uitkering worden bepaald naar de mate van invaliditeit veroorzaakt door het ongeval.
55.2.3 74.2.3 Bij vaststelling van de blijvende invaliditeit zal het beroep of de bezigheden van verzekerde, dan wel het toekomstige beroep of de toekomstige bezigheden buiten beschouwing worden gelaten.
55.2.4 74.2.4 De graad van blijvende invaliditeit wordt vastgesteld zodra naar de mening van de medische dienst van de Europeesche Xxxxxx van een onveranderlijke toestand kan worden gesproken, maar in ieder geval binnen 2 jaar na de ongevalsdatum. De hoogte van de uitkering wordt bepaald volgens de op grond van medische rap- porten rapporten verwachte definitieve graad van blijvende invaliditeit.
55.2.5 74.2.5 Overlijdt verzekerde voor de vaststelling van de blijvende invaliditeit door een andere oorzaak dan het ongeval, dan blijft het recht op uitkering bestaan. De hoogte van de uitkering wordt bepaald volgens de op grond van medische rapporten verwachte definitieve graad van blijvende invaliditeit.
55.2.6 74.2.6 Wanneer verzekerde voor de vaststelling van de blijvende invaliditeit overlijdt als gevolg van het ongeval, dan is de Europeesche zijn wij geen uitkering voor blijvende invaliditeit verschuldigd.
55.2.7 74.2.7 De vaststelling van het percentage (functie) verlies functie)verlies geschiedt aan de hand van de laatst gepubliceer- de gepubliceerde ‘Guides to the Evaluation of Permanent ImpaimentImpairment’ van de American Medical Association (AMA), aange- vuld ) aangevuld met richtlijnen van de Nederlandse specialistenvereniging.
55.2.8 74.2.8 Wanneer een bestaande blijvende invaliditeit wordt verergerd door een het ongeval dan wordt uitkering verleend op grond van het verschil tussen de graad van blijvende invaliditeit voor en na het ongeval.
55.2.9 74.2.9 Terzake van een of meerdere verschillende achtereenvolgende ongevallen een verzekerde overko- men overkomen zal nooit meer worden uitgekeerd dan de in de polis vermelde verzekerde som.
55.2.10 74.2.10 Als verzekerde wordt besmet met HIV op de wijze zoals omschreven in 33.2.869.2.8, dan zal de Europeesche ons een eenmalige uitkering doen van € 5.000,-5.000.
55.2.11 74.2.11 Bij vaststelling van het post-whiplashsyndroom volgens de richtlijnen van de Nederlandse Vereniging voor Neurologie wordt er een eenmalige uitkering gedaan van maximaal 5% van de verzekerde som voor blij- vende blijvende invaliditeit. Aantal verzekerden.
Appears in 1 contract
Samples: Algemene Voorwaarden