Common use of Uitkeringsgrondslag Clause in Contracts

Uitkeringsgrondslag. 1. Als grondslag voor de uitkering als bedoeld in dit hoofdstuk geldt het loon op jaarbasis zoals door de werkgever vastgesteld en opgegeven. Voor werknemers die op of na 1 januari 1998 een loon genoten van ten hoogste de maximeringsgrens wordt voor de berekening van de uitkeringsgrondslag het loon op jaarbasis tot de maximeringsgrens in aanmerking genomen. De uitkeringsgrondslag wordt vastgesteld of opnieuw vastgesteld: a. bij de aanvang van elk kalenderjaar; b. bij aanvang van de dienstbetrekking. Indien de werknemer 50 jaar of ouder is en in het kader van demotie een lager betaalde functie aanvaardt waardoor zijn uitkeringsgrondslag daalt, dan kan zijn uitkeringsgrondslag - met inachtneming van de hierboven genoemde maximering - op het niveau direct voorafgaand aan de daling als gevolg van demotie op zijn verzoek blijven gehandhaafd. 2. [mitigering geschrapt] 3. Indien in (een deel van) de periode van tien jaar onmiddellijk voorafgaande aan de uittredingsdatum de tussen de werknemer en zijn werkgever overeengekomen wekelijkse arbeidsduur minder heeft bedragen dan de normale arbeidsduur, of gedeeltelijke uittreding heeft plaatsgevonden, wordt de volgens de voorgaande leden van dit artikel berekende uitkeringsgrondslag vastgesteld met toepassing van een gewogen parttimebreuk. Indien de werknemer echter in het kader van demotie zijn overeengekomen wekelijkse arbeidsduur heeft verlaagd, dan kan deze daling als gevolg van demotie op zijn verzoek buiten beschouwing blijven. 4. De gewogen parttimebreuk wordt vastgesteld door rekening te houden met de parttimebreuken en de reeds plaatsgevonden gedeeltelijke uittreding die in de periode van tien jaren bedoeld in het derde lid voor de werknemer hebben gegolden en met de tijd gedurende welke zij hebben gegolden. 5. Het gestelde in het eerste lid van dit artikel geldt niet voor werknemers die vóór 2 januari 2000 conform dit hoofdstuk uittreden.

Appears in 3 contracts

Samples: Cao Woondiensten, Cao Woondiensten, Cao Woondiensten

Uitkeringsgrondslag. 1. Als grondslag voor de uitkering als bedoeld in dit hoofdstuk geldt het loon op jaarbasis zoals door de werkgever vastgesteld en opgegeven. .Voor werknemers die op of na 1 januari 1998 een loon genoten van ten hoogste de maximeringsgrens wordt voor de berekening van de uitkeringsgrondslag het loon op jaarbasis tot de maximeringsgrens in aanmerking genomen. De uitkeringsgrondslag wordt vastgesteld of opnieuw vastgesteld: a. bij de aanvang van elk kalenderjaar; b. bij aanvang van de dienstbetrekking. Indien de werknemer 50 jaar of ouder is en in het kader van demotie een lager betaalde functie aanvaardt waardoor zijn uitkeringsgrondslag daalt, dan kan zijn uitkeringsgrondslag - uitkeringsgrond- slag – met inachtneming van de hierboven genoemde maximering - op het niveau direct voorafgaand aan de daling als gevolg van demotie op zijn verzoek blijven gehandhaafd. 2. [mitigering geschrapt] 3. Indien in (een deel van) de periode van tien jaar onmiddellijk voorafgaande aan de uittredingsdatum de tussen de werknemer en zijn werkgever overeengekomen wekelijkse weke- lijkse arbeidsduur minder heeft bedragen dan de normale arbeidsduur, of gedeeltelijke uittreding heeft plaatsgevonden, wordt de volgens de voorgaande leden van dit artikel berekende uitkeringsgrondslag vastgesteld met toepassing van een gewogen parttimebreukparttime- breuk. Indien de werknemer echter in het kader van demotie zijn overeengekomen wekelijkse arbeidsduur heeft verlaagd, dan kan deze daling als gevolg van demotie op zijn verzoek buiten beschouwing blijven. 4. De gewogen parttimebreuk wordt vastgesteld door rekening te houden met de parttimebreuken part- timebreuken en de reeds plaatsgevonden gedeeltelijke uittreding die in de periode van tien jaren bedoeld in het derde lid voor de werknemer hebben gegolden en met de tijd gedurende welke zij hebben gegolden. 5. Het gestelde in het eerste lid van dit artikel geldt niet voor werknemers die vóór 2 januari 2000 conform dit hoofdstuk uittreden.

Appears in 1 contract

Samples: Cao Woondiensten

Uitkeringsgrondslag. 1. Als grondslag voor de uitkering als bedoeld in dit hoofdstuk geldt het loon op jaarbasis zoals door de werkgever vastgesteld en opgegeven. Voor werknemers die op of na 1 januari 1998 een loon genoten van ten hoogste de maximeringsgrens Bij uittreding wordt voor de berekening van de uitkeringsgrondslag grondslag ingevolge de overgangsregeling het loon op jaarbasis tot gehanteerd dat gold in de maximeringsgrens in aanmerking genomen. De uitkeringsgrondslag wordt vastgesteld of opnieuw vastgesteld: a. bij 12 maanden voorafgaand aan het tijdstip gelegen 3 jaar voor de aanvang ingangsdatum van elk kalenderjaar; b. bij aanvang het vervroegde ouderdomspensioen van de dienstbetrekking. Indien werknemer, verhoogd met de werknemer 50 jaar of ouder is en in het kader van demotie een lager betaalde functie aanvaardt waardoor zijn uitkeringsgrondslag daalt, dan kan zijn uitkeringsgrondslag - met inachtneming algemene salarisverhogingen die op grond van de hierboven cao voor de houthandel in de periode na de eerdergenoemde 12 maanden tot en met de ingangsdatum van het vervroegde ouderdomspen- sioen zijn toegekend. Met loon wordt bedoeld het loon dat ook voor de vaststelling van het vervroegde ouderdomspensioen wordt gehanteerd, met dien verstande dat de hiervoor genoemde maximering - referteperiode van 3 jaar wordt gehanteerd. Onder loon wordt niet verstaan de aanvullingen op en de uitkeringen ingevolge de Wet op de Arbeidsongeschiktheidsverzekering, de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen, de Werkloosheidswet en de Toeslagenwet, de werkgeversbij- drage in de kosten van de particuliere ziektekostenverzekering, winst uit onderneming alsmede het niveau direct voorafgaand aan bedrag waarmee het salaris is verhoogd ingevolge het bepaalde in de daling als gevolg Wet brutering overheve- lingstoeslag lonen (Wet van demotie op zijn verzoek blijven gehandhaafd22 december 1993; Stb. 1998, 742) en onder toepassing van artikel 6, tweede lid, van genoemde wet. 2. [mitigering geschrapt]Indien gebruik wordt gemaakt van de mogelijkheid van deeltijd vervroegd ouderdomspensioen, dan wordt, in afwijking van het bepaalde in het eerste lid, de grondslag gehanteerd die zou zijn ontstaan indien de betrokkene in de hiervoor bedoelde referteperiode in de zelfde mate van deeltijd zou hebben gewerkt als tijdens de periode van deeltijd werken tijdens het deeltijd vervroegd ouderdomspensioen het geval is. Indien de mate van deeltijd vervroegd ouderdoms- pensioen tijdens het vervroegde ouderdomspensioen wijzigt, dan wordt opnieuw een uitkerings- grondslag berekend voor het deel waarvoor de werknemer zijn deeltijd vervroegd ouderdomspen- sioen heeft uitgebreid naar de dan te hanteren grondslag volgens het bepaalde in de vorige volzin. 3. Indien in (een deel van) de periode van tien 10 jaar onmiddellijk direct voorafgaande aan de uittredingsdatum de tussen de werknemer en zijn werkgever overeengekomen wekelijkse arbeidsduur minder heeft bedragen dan de normale arbeidsduur, of gedeeltelijke uittreding heeft plaatsgevonden, wordt de volgens de voorgaande leden vervroegde ouderdomspensioenda- tum sprake is van dit artikel berekende uitkeringsgrondslag vastgesteld met toepassing het aanvaarden van een gewogen parttimebreuk. Indien de werknemer echter lager gekwalificeerde functie, dan wel van het aanvaar- den van een deeltijdfunctie van ten minste 50% van een voltijdfunctie kan op verzoek en in afwijking van het bepaalde in het kader eerste lid een hogere grondslag worden gehanteerd. De grondslag die in dit geval in acht wordt genomen is de grondslag die gold onmiddellijk vóór ingang van demotie zijn overeengekomen wekelijkse arbeidsduur heeft verlaagdde demotie, dan kan deze daling als gevolg van demotie op zijn verzoek buiten beschouwing blijvenwel de deeltijdfunctie. 4. De gewogen parttimebreuk wordt vastgesteld door rekening te houden met Indien sprake is van een samenloop van gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid en werken op grond van een arbeidsovereenkomst, ongeacht of de parttimebreuken en de reeds plaatsgevonden gedeeltelijke uittreding die arbeidsovereenkomst feitelijk voor fulltime of parttime is aangegaan, dan vindt in de periode afwijking van tien jaren bedoeld het bepaalde in het derde lid voor de werknemer hebben gegolden en met de tijd gedurende welke zij hebben gegoldeneerste lid, voorlegging aan het bestuur plaats. 5. Het gestelde Extra verhogingen van de grondslag die zijn toegekend na de referteperiode die in het eerste lid wordt genoemd, zijn toegelaten tot in totaal 8% – gerekend over de 4 jaren na de referteperiode – van de betreffende grondslag, indien aangetoond wordt dat deze extra verhogingen voortkomen uit de schriftelijk vastgestelde loonstructuur van de betreffende onderneming. Of dit laatste het geval is, is ter beoordeling aan het fonds. Indien een andere referteperiode wordt gehanteerd, dan wordt het bepaalde in de voorlaatste volzin naar evenredigheid toegepast. 6. Onverminderd het bepaalde in de vorige leden is de uitkeringsgrondslag ten hoogste anderhalf maal het maximum uitkeringsdagloon voor de werkloosheidswet dat gold op de ingangsdatum van het vervroegde ouderdomspensioen als bedoeld in artikel geldt niet voor werknemers die vóór 2 januari 2000 conform dit hoofdstuk uittreden6, tweede lid, onder e, herleid tot een jaarbedrag. Indien minder is gewerkt dan de gebruikelijke arbeidsduur wordt het maximum naar evenredigheid verlaagd.

Appears in 1 contract

Samples: Collective Labor Agreement (Cao)

Uitkeringsgrondslag. 1. Als grondslag voor de uitkering als bedoeld in dit hoofdstuk geldt het loon op jaarbasis zoals door de werkgever vastgesteld en opgegeven. .Voor werknemers die op of na 1 januari 1998 een loon genoten van ten hoogste de maximeringsgrens wordt voor de berekening van de uitkeringsgrondslag het loon op jaarbasis tot de maximeringsgrens in aanmerking genomen. De uitkeringsgrondslag wordt vastgesteld of opnieuw vastgesteld: a. bij de aanvang van elk kalenderjaar; b. bij aanvang van de dienstbetrekking. Indien de werknemer 50 jaar of ouder is en in het kader van demotie een lager betaalde functie aanvaardt waardoor zijn uitkeringsgrondslag daalt, dan kan zijn uitkeringsgrondslag - uitkeringsgrond- slag – met inachtneming van de hierboven genoemde maximering - op het niveau direct voorafgaand aan de daling als gevolg van demotie op zijn verzoek blijven gehandhaafd. 2. [mitigering geschrapt] 3. Indien in (een deel van) de periode van tien jaar onmiddellijk voorafgaande aan de uittredingsdatum de tussen de werknemer en zijn werkgever overeengekomen wekelijkse arbeidsduur minder heeft bedragen dan de normale arbeidsduur, of gedeeltelijke gedeelte- lijke uittreding heeft plaatsgevonden, wordt de volgens de voorgaande leden van dit artikel berekende uitkeringsgrondslag vastgesteld met toepassing van een gewogen parttimebreuk. Indien de werknemer echter in het kader van demotie zijn overeengekomen overeen- gekomen wekelijkse arbeidsduur heeft verlaagd, dan kan deze daling als gevolg van demotie op zijn verzoek buiten beschouwing blijven. 4. De gewogen parttimebreuk wordt vastgesteld door rekening te houden met de parttimebreuken en de reeds plaatsgevonden gedeeltelijke uittreding die in de periode van tien jaren bedoeld in het derde lid voor de werknemer hebben gegolden en met de tijd gedurende welke zij hebben gegolden. 5. Het gestelde in het eerste lid van dit artikel geldt niet voor werknemers die vóór 2 januari 2000 conform dit hoofdstuk uittreden.

Appears in 1 contract

Samples: Cao Woondiensten 2014 2016

Uitkeringsgrondslag. 1. Als grondslag voor de uitkering als bedoeld in dit hoofdstuk geldt het loon op jaarbasis zoals door de werkgever vastgesteld en opgegeven. .Voor werknemers die op of na 1 januari 1998 een loon genoten van ten hoogste de maximeringsgrens wordt voor de berekening van de uitkeringsgrondslag uitkerings- grondslag het loon op jaarbasis tot de maximeringsgrens in aanmerking genomen. De uitkeringsgrondslag uitkerings- grondslag wordt vastgesteld of opnieuw vastgesteld: a. bij de aanvang van elk kalenderjaar; b. bij aanvang van de dienstbetrekking. Indien de werknemer 50 jaar of ouder is en in het kader van demotie een lager betaalde functie aanvaardt waardoor zijn uitkeringsgrondslag daalt, dan kan zijn uitkeringsgrondslag - met inachtneming inacht- neming van de hierboven genoemde maximering - op het niveau direct voorafgaand aan de daling als gevolg van demotie op zijn verzoek blijven gehandhaafd. 2. [mitigering geschrapt] 3. Indien in (een deel van) de periode van tien jaar onmiddellijk voorafgaande aan de uittredingsdatum uittredings- datum de tussen de werknemer en zijn werkgever overeengekomen wekelijkse arbeidsduur minder min- der heeft bedragen dan de normale arbeidsduur, of gedeeltelijke uittreding heeft plaatsgevonden, wordt de volgens de voorgaande leden van dit artikel berekende uitkeringsgrondslag vastgesteld met toepassing van een gewogen parttimebreuk. Indien de werknemer echter in het kader van demotie zijn overeengekomen wekelijkse arbeidsduur arbeids- duur heeft verlaagd, dan kan deze daling als gevolg van demotie op zijn verzoek buiten beschouwing beschou- wing blijven. 4. De gewogen parttimebreuk wordt vastgesteld door rekening te houden met de parttimebreuken en de reeds plaatsgevonden gedeeltelijke uittreding die in de periode van tien jaren bedoeld in het derde lid voor de werknemer hebben gegolden en met de tijd gedurende welke zij hebben gegolden. 5. Het gestelde in het eerste lid van dit artikel geldt niet voor werknemers die vóór 2 januari 2000 conform dit hoofdstuk uittreden.

Appears in 1 contract

Samples: Cao Woondiensten 2007 2008