Uitzend- en payrollkrachten a. De volgende artikelen van deze cao gelden voor uitzendkrachten: • Artikel 12 Overwerk (toeslag) • Artikel 15 Functie-indeling en beloning • Artikel 17 Individuele loonsverhoging • Artikel 19 Vakantietoeslag • Artikel 20 Bijzondere uren (toeslag)
b. De (inlenende) werkgever moet zich ervan verzekeren dat de uitzend- of payrollwerkgever op uitzend- en payrollkrachten de arbeidsvoorwaarden toepast, zoals genoemd in dit artikel. Dit doet de werkgever door in de overeenkomst van opdracht met het uitzend- of payrollbureau op te nemen dat de bepalingen, zoals genoemd in dit artikel, worden toegepast. Als het uitzendbureau rechtstreeks of door een avv aan een cao gebonden is die de doorwerking van lid 1 en 2 van dit artikel regelt, dan wordt de werkgever geacht aan zijn verplichting van dit lid te hebben voldaan.
c. De werkgever maakt enkel gebruik van NEN 4400-gecertificeerde uitzendondernemingen uit het register Normering arbeid.
d. Als de werkgever niet voldoet aan zijn verplichtingen, zoals opgenomen in lid 1 en 2 van dit artikel, dan kan de uitzendkracht nakoming van deze bepalingen vorderen bij de werkgever.
e. Werknemers die onder een payroll-constructie werken, hebben recht op dezelfde arbeidsvoorwaarden als werknemers met een gewone arbeidsovereenkomst met de werkgever.
Uitzend- en payrollkrachten. 5.1.1 Regels betreffende uitzendkrachten, niet zijnde payrollkrachten 63
5.1.2 Regels betreffende payrollkrachten 63
Uitzend- en payrollkrachten. 5.1.1 Regels betreffende uitzendkrachten, niet zijnde payrollkrachten
1. De artikelen 2.1 (standplaats, onderbreking (tot 1 maart 2022), onbetaalde periodes en verloonde tijd (vanaf 1 maart 2022) rijdend personeel ), 2.2 (arbeidstijd niet-rijdend personeel), 2.3 (dienstrooster) -echter met uitzondering van art. 2.3.2 (langer werken door de werknemer en intrekken roostervrije dag)-, 2.5 (collectieve regeling Atb- v/ATW), 3.1 (definities ervaringsjaar en dienstjaar), 3.2 (inschaling rijdend personeel),
Uitzend- en payrollkrachten. 5.1.1 Regels betreffende uitzendkrachten, niet zijnde payrollkrachten
1. De artikelen 2.1 (standplaats, onbetaalde periodes en verloonde tijd rijdend personeel), 2.2 (arbeidstijd niet-rijdend personeel), 2.3 (dienstrooster) -echter met uitzondering van art. 2.3.2 (langer werken door de werknemer en intrekken roostervrije dag)-, 2.5 (collectieve regeling Atb-v/ATW), 3.1 (definities ervaringsjaar en dienstjaar), 3.2 (inschaling rijdend personeel), 3.3 (inschaling niet-rijdend), 3.5 (lonen rijdend personeel), 3.6 (loonsverhoging rijdend personeel), 3.7 (inschalingsmatrix),
Uitzend- en payrollkrachten. 5.1.1 Regels betreffende uitzendkrachten, niet zijnde payrollkrachten
1. De artikelen 2.1 (standplaats, onbetaalde periodes en verloonde tijd rijdend personeel), 2.2 (arbeidstijd niet-rijdend personeel), 2.3 (dienstrooster) -echter met uitzondering van art. 2.3.2 (langer werken door de werknemer en intrekken roostervrije dag)-, 2.5 (collectieve regeling Atb-v/ATW), 3.1 (definities ervaringsjaar en dienstjaar), 3.2 (inschaling rijdend personeel), 3.3 (inschaling niet-rijdend), 3.5 (lonen rijdend personeel), 3.6 (loonsverhoging rijdend personeel), 3.7 (inschalingsmatrix), 3.9 (functiebeschrijving niet-rijdend personeel), 3.10 (lonen niet-rijdend personeel), 3.11 (loonsverhoging niet-rijdend personeel), 3.12.2 (berekenen meer/overuren en overurenvergoeding), en de bepalingen in hoofdstuk 6 van deze CAO zijn van overeenkomstige toepassing op de uitzendkracht, niet zijnde payrollkracht, als vakkracht (en op de uitzendkracht, niet zijnde payrollkracht, die langer dan 26 weken werkzaam is bij een werkgever), met dien verstande dat voor die vakkracht respectievelijk uitzendkracht, niet zijnde payrollkracht, de bij zijn functie behorende loonschaal geldt naar rato van het aantal gewerkte uren en met dien verstande dat met ‘werkgever’ steeds ‘inlener’ bedoeld wordt.
2. Als vakkracht wordt aangemerkt de uitzendkracht, niet zijnde payrollkracht, die als taxichauffeur wordt uitgezonden en in het bezit is van een geldige chauffeurskaart.
4. De werkgever dient zich er van te verzekeren dat aan uitzendkrachten, niet zijnde payrollkrachten, en vakkrachten die aan zijn onderneming ter beschikking zijn gesteld loon, overige vergoedingen en premies worden betaald overeenkomstig lid 1.
Uitzend- en payrollkrachten a. De volgende artikelen van deze cao gelden voor uitzend- krachten: • Artikel 7 Arbeidstijden • Artikel 12 Overwerk (toeslag)