Deelnemerschap. 2.1 Deelnemer in de zin van deze overgangsregeling is de (gewezen) werknemer die
a) vóór 1 januari 1996 een tijdelijk partnerpensioen heeft opgebouwd uit hoofde van het pensioenreglement van het inmiddels geliquideerde Pensioenfonds Campagne, welk reglement in 2003 is overgenomen door het Fonds; en
b) een ex-partner heeft.
2.2 Het deelnemerschap vangt aan op 1 april 2016.
2.3 Het deelnemerschap eindigt:
a) op de datum van overlijden van de (gewezen) deelnemer;
b) op de pensioendatum.
Deelnemerschap. 1. Als deelnemer in deze regeling wordt opgenomen de medewerker zoals omschreven in artikel 1.18.
2. Het deelnemerschap eindigt:
a. op het moment van aanvang van de afbouwfase;
b. bij beëindiging van het dienstverband met de werkgever;
c. bij overlijden van de deelnemer;
d. bij het eindigen van deze regeling.
Deelnemerschap. 1. Deelnemer in deze pensioenregeling is de werknemer van 18 jaar of ouder, tenzij het bestuur van het pensioenfonds aan de betrokken werknemer of diens werkgever vrijstelling heeft verleend op grond van gemoedsbezwaren. De regeling inzake vrijstelling wegens gemoedsbezwaren is opgenomen in bijlage 1 bij dit pensioenreglement. Het deelnemerschap aan deze pensioenregeling vangt aan op 1 januari 2013 dan wel de latere datum van indiensttreding of de latere datum waarop de werknemer 18 jaar wordt. Voor de werknemer die in dienst is op de 1e van de maand waarin hij/zij 18 jaar wordt, vindt opname in deze pensioenregeling plaats op die 1e van de maand. Voor werknemers die op latere leeftijd in dienst treden, gebeurt dit op de eerste dag van de maand samenvallend met dan wel de eerste dag van de maand volgend op de datum van indiensttreding.
2. Het deelnemerschap aan deze pensioenregeling geeft jegens het pensioenfonds aanspraak op:
a. ouderdomspensioen: voor de (gewezen) deelnemer;
b. partnerpensioen: voor de partner van de (gewezen) deelnemer;
c. wezenpensioen: voor de kinderen van de (gewezen) deelnemer;
d. tijdelijk partnerpensioen: voor de partner van de deelnemer maar alleen indien de werkgever hiervoor op grond van hoofdstuk IV heeft gekozen;
e. aanvullend partnerpensioen: voor de partner van de deelnemer die op 31 december 2012 xxxxxxxxx was aan het toen geldende pensioenreglement van het pensioenfonds (overgangsbepaling);
f. aanvullend wezenpensioen: voor de kinderen van de deelnemer die op 31 december 2012 deelnemer was aan het toen geldende pensioenreglement van het pensioenfonds (overgangsbepaling);
g. verevend ouderdomspensioen: voor de gewezen partner van de (gewezen) deelnemer mits is voldaan aan de voorwaarden zoals genoemd in artikel 23 van dit reglement;
h. geconverteerd ouderdomspensioen: voor de gewezen partner van de (gewezen) deelnemer mits is voldaan aan de voorwaarden zoals genoemd in artikel 23 van dit reglement;
i. bijzonder partnerpensioen: voor de gewezen partner van de (gewezen) deelnemer;
j. de toeslagen die op grond van artikel 34, lid 2 van dit reglement (overgangsbepaling) zijn verleend over de tot en met 31 december 2012 krachtens voorgaande pensioenreglementen opgebouwde pensioenaanspraken en pensioenrechten.
3. Het deelnemerschap eindigt:
a. door het overlijden van de deelnemer;
b. op de pensioendatum;
c. door beëindiging van het dienstverband met de werkgever vóór de pensioendatum, tenzij sprake is van een aansluitend nieuw d...
Deelnemerschap. 2.1 Deelnemer in de zin van deze overgangsregeling is de werknemer die:
Deelnemerschap. 1. Deelnemer aan de netto pensioenregeling is de deelnemer aan de basispensioenregeling van het Fonds met een pensioengevend loon (op fulltime basis) boven de aftoppingsgrens, tenzij de deelnemer aan de basispensioenregeling en de partner - op een door het Fonds ter beschikking gesteld formulier - te kennen hebben gegeven dat afstand wordt gedaan van deelname aan de netto pensioenregeling.
2. Door deelname aan de netto pensioenregeling zijn de aanspraken verzekerd als vermeld in artikel 3 lid 1. Gedeeltelijke deelname is niet mogelijk.
Deelnemerschap. Voor de deelnemer waarvan het dienstverband met de werkgever is aangevangen vóór 1 februari 2007 en die voor deze datum reeds voldeed aan de voorwaarden als genoemd in artikel 1 onder a geldt het volgende. Bij ingang van de afbouwfase wordt voor de toepassing van artikel 5 een afbouwvolume toegekend, uitgaande van de fictie dat er ook vóór 1 februari 2007 sprake was van deelnemerschap.
Deelnemerschap. 1. Als deelnemer wordt opgenomen de werknemer die een arbeidsovereenkomst heeft met de werkgever. Geen deelnemer is de werknemer die na 31 december 2005 in dienst is getreden.
2. Voor werknemers die reeds deelnamen aan de vorige pensioenregeling van de werkgever treedt dit nieuwe pensioenreglement in werking op 1 juli 1995. Voor de overige werknemers vangt het deelnemerschap aan op de eerste dag van de maand waarin de werknemer deelnemer wordt, maar niet eerder dan op 1 juli 1995.
3. Het deelnemerschap eindigt:
a. bij overlijden van de deelnemer;
b. op de pensioendatum;
c. op de datum waarop de arbeidsovereenkomst eerder wordt beëindigd anders dan door arbeidsongeschiktheid;
d. op 1 januari 2006 voor wie geboren is op of na 1 januari 1950.
e. op de datum en voor het deel dat de deelnemer met onbetaald verlof gaat, waarbij de deelneming herleeft per de datum en voor het deel dat het onbetaalde verlof eindigt.
4. In afwijking van het vorige lid eindigt het deelnemerschap niet indien een deelnemer gebruik maakt van de mogelijkheid vervroegd met pensioen te gaan zoals geregeld in het Vroegpensioenreglement (Pensioenreglement III). Indien de deelnemer op een eerdere datum dan de vervroegde pensioendatum wordt gepensioneerd blijft de periode tussen de eerdere pensioendatum en de vervroegde pensioendatum bij de berekening van het aantal deelnemersjaren voor deze pensioenregeling en de in het Vroegpensioenreglement (Pensioenreglement III) omschreven pensioenregeling buiten beschouwing.
5. Tijdens onbetaald verlof gelden de volgende (aanvullende) bepalingen voor het deelnemerschap en de opbouw van pensioenaanspraken:
a. tijdens levensloopverlof wordt het deelnemerschap voortgezet en vindt opbouw van pensioenaanspraken plaats mits de deelnemer ten minste 70% van het laatstverdiende loon laat uitkeren vanuit het levenslooptegoed;
b. tijdens alle overige vormen van onbetaald verlof, waaronder levensloopverlof indien de deelnemer minder dan 70 van het laatstverdiende loon laat uitkeren vanuit het levenslooptegoed, vindt geen opbouw van pensioenaanspraken plaats. Tijdens dit verlof kan de werknemer de deelname aan de pensioenregeling vrijwillig voorzetten. Zowel de werknemers- als de werkgeverspremie komt in dat geval ten laste van de werknemer. Bij onbetaald verlof is het bepaalde in Artikel 7 Partnerpensioen, lid 8 van toepassing.
Deelnemerschap. 1. Het deelnemerschap is van toepassing voor iedere werknemer van de vennootschap, die de leeftijd van 21 jaar heeft bereikt.
2. Het bestuur informeert de deelnemer bij toetreding over de kenmerken van de pensioenregeling, waaronder de uitvoering van de pensioenregeling en over persoonlijke omstandigheden die een actie van de werknemer kunnen vergen. De werknemer wordt daarbij tevens gewezen op de website van de stichting en op de mogelijkheid het pensioenregister te raadplegen.
3. Het deelnemerschap vangt aan zodra de werknemer voldoet aan de in het eerste lid van dit artikel voor de toekenning van het deelnemerschap gestelde normen. De datum van aanvang van het deelnemerschap wordt op het pensioenoverzicht vermeld.
4. Het deelnemerschap eindigt;
a. door overlijden van de deelnemer;
b. bij beëindiging van het dienstverband van de deelnemer met de werkgever;
c. door ingang van het ouderdomspensioen.
Deelnemerschap. 1. Het deelnemerschap vangt aan op de datum waarop het dienstverband met KLM Health Services is ingegaan.
2. Het deelnemerschap eindigt bij beëindiging van het dienstverband met KLM Health Services, maar in ieder geval op de dag waarop de AOW- gerechtigde leeftijd wordt bereikt, dan wel de dag waarop het ouderdomspensioen (gedeeltelijk) vervroegd ingaat.
3. In afwijking van het bepaalde in het vorige lid wordt het deelnemerschap geacht voort te duren en wordt de pensioenopbouw geheel of gedeeltelijk voortgezet na beëindiging van het dienstverband zolang de persoon:
a. recht heeft op premievrije voortzetting van de pensioenopbouw tijdens arbeidsongeschiktheid;
b. recht heeft op voortzetting van de pensioenopbouw op grond van een met KLM Health Services overeengekomen individuele regeling in de sfeer van de arbeidsvoorwaarden.
4. Het Fonds, namens de werkgever, informeert de deelnemer op de wettelijk voorgeschreven wijze, binnen drie maanden na aanvang van de deelname over de inhoud van de pensioenregeling.
Deelnemerschap. 1. Deelnemer aan deze pensioenregeling is de werknemer van 18 jaar of ouder die in dienst is van de werkgever en die met de werkgever is overeengekomen dat hij of zij deelnemer wordt in deze pensioenregeling.
2. De werknemer die eerst na de ingangsdatum van deze pensioenregeling aan de gestelde opnemingsvereisten voldoet, wordt opgenomen op de eerste van de maand waarin aan die vereisten is voldaan.
3. Het deelnemerschap eindigt op de laatste dag van de maand waarin de deelnemer overlijdt of op de laatste dag van de maand waarin de arbeidsovereenkomst tussen de werknemer en de werkgever eindigt, maar uiterlijk op de pensioeningangsdatum.