Vergoedingen en betaling 9.1. De door de Klant aan CCV verschuldigde vergoedingen voor de te leveren Producten en Diensten zijn door de Klant geaccepteerd bij de totstandkoming van de Overeenkomst. 9.2. Tenzij anders is overeengekomen, zullen alle door de Klant aan CCV verschuldigde bedragen vooraf per automatische incasso worden geïncasseerd vanaf het rekeningnummer van de Klant dat op de Overeenkomst vermeld staat, dan wel anderszins door de Klant aan CCV gecommuniceerd is. De Klant staat ervoor in dat op de desbetreffende rekening steeds voldoende saldo staat. De Klant zal zo nodig mee werken aan de verlening van de noodzakelijke machtigingen, die het voor CCV mogelijk maakt om de automatische incasso uit te voeren. De Klant staat in dit kader in voor de juistheid van de door hem aan CCV verstrekte gegevens. 9.3. Uiterlijk 5 dagen voor de incassodatum wordt de Klant geïnformeerd over de exacte incassodatum en bedrag. Bij periodieke afschrijvingen worden de periodieke incasso afschrijvingen met de bedragen en incassodata eveneens uiterlijk 5 dagen voor de desbetreffende incassodatum aangekondigd. 9.4. Indien met de Klant betaling achteraf per factuur wordt overeengekomen, geldt een betalingstermijn van veertien (14) dagen na de factuurdatum. 9.5. Betalingen van de Klant aan CCV zullen steeds worden geacht te strekken tot voldoening van de langst openstaande vordering, ook indien de Klant bij betaling anders vermeldt. 9.6. CCV behoudt zich het recht voor haar tarieven en vergoedingen jaarlijks per 1 januari te wijzigen overeenkomstig het CBS consumenten prijs indexcijfer totale bestedingen (2006 = 100) van augustus. Daarnaast heeft CCV te allen tijde het recht aantoonbare prijsstijgingen van leveranciers van CCV aan de Klant door te berekenen. 9.7. De Klant is niet bevoegd op het door hem verschuldigde bedrag enig bedrag in mindering te brengen of het door hem verschuldigde bedrag te verrekenen met enige tegenvordering die hij mocht of meent te hebben op CCV. Evenmin is de Klant gerechtigd zijn betalingsverplichtingen op te schorten. 9.8. Indien enig door de Klant verschuldigd bedrag niet kan worden geïncasseerd via automatische incasso of de Klant anderszins niet tijdig aan zijn betalingsverplichtingen voldoet, is de Klant van rechtswege in verzuim zonder dat daartoe een nadere aanmaning en/of ingebrekestelling vereist is. CCV is in dat geval gerechtigd vanaf de vervaldatum van de factuur intresten in rekening te brengen conform de wet betreffende de bestrijding van de betalingsachterstand bij handelstransacties van 2 augustus 2002, tot aan de dag van algehele voldoening, een en ander onverminderd de overige rechten van CCV, waaronder onder meer begrepen maar niet beperkt tot het recht van CCV haar verplichtingen (waaronder in ieder geval begrepen de dienstverlening door CCV) onmiddellijk geheel of gedeeltelijk op te schorten. Alle eventuele kosten, zowel gerechtelijke als buitengerechtelijke, die door CCV worden gemaakt om de nakoming van de (betalings-)verplichtingen van de Klant af te dwingen, komen ten laste van de Klant. De buitengerechtelijke kosten worden hierbij vastgesteld op 15% van het factuurbedrag, zulks met een minimum van € 40,-. 9.9. Indien de Klant in verzuim is met betaling, is hij tevens gehouden om op eerste verzoek van CCV alle reeds afgeleverde Producten waarvan de eigendom niet aan Klant is overgedragen op haar kosten aan CCV te (doen) retourneren. 9.10. De Klant is bij of na het aangaan van de Overeenkomst op eerste verzoek daartoe van CCV telkens gehouden tot verschaffing van voldoende zekerheid in verband met zijn betalingsverplichtingen en andere uit de Overeenkomst voortvloeiende verplichtingen. In afwachting van deze zekerheidsverschaffing is CCV gerechtigd tot gehele of gedeeltelijke opschorting van haar verplichtingen. 9.11. Alle kosten van welke aard dan ook, voortvloeiend uit of gemaakt in verband met de Overeenkomst en/of de uitvoering daarvan, zowel in als buiten rechte, waaronder begrepen de kosten van juridische bijstand en proceskosten, zijn voor rekening van de Klant.
Waarborgsom en tussentijdse betaling 10.1 Het horecabedrijf kan van de klant verlangen dat deze onder het horecabedrijf een waarborgsom deponeert. Ontvangen waarborgsommen worden deugdelijk geadministreerd, dienen uitsluitend tot zekerheid voor het horecabedrijf en gelden uitdrukkelijk niet als reeds gerealiseerde omzet. Tot meerdere zekerheid van het hore- cabedrijf kan deze van de klant verlangen zijn medewerking te verlenen aan het verstrekken van de benodigde gegevens, waaronder het maken van een afdruk of kopie van de creditcard van de klant, teneinde de waarborg- som en de mogelijkheid tot het uitwinnen daarvan zo veel als mogelijk zeker te stellen. 10.2 Het horecabedrijf kan steeds tussentijds betaling verlangen van reeds verleende horecadiensten. 10.3 Het horecabedrijf mag zich verhalen op het ingevolge de voorgaande bepalingen gedeponeerde bedrag ter zake al datgene wat de klant uit welken hoofde ook aan hem verschuldigd is. Het overschot dient door het horecabe- drijf onverwijld aan de klant te worden terugbetaald.
Extra vergoedingen De Maatschappij vergoedt bovendien (indien dit blijkt uit het dekkingsoverzicht):
Thuiswerkvergoeding a. De werknemer die anders dan incidenteel thuis werkt, heeft recht op een vergoeding van € 2,00 netto per thuiswerkdag om de dienstbetrekking vanuit thuis goed te kunnen uitvoeren. Onder anders dan incidenteel thuiswerken in dit artikel wordt verstaan: a. de werknemer werkt over een tijde- lijke periode van tenminste één maand minimaal 50% van zijn werktijd thuis, waarbij een minimum geldt van twee werkdagen per werkweek of b. de werknemer werkt structureel minimaal 20% van zijn werktijd thuis, waarbij een minimum geldt van één werkdag per werkweek. b. Het recht op de (standaard) thuiswerkvergoeding wordt door deugdelijke administratie bijgehouden door de werkgever. c. De werknemer die recht heeft op de in lid a genoemde vergoeding, heeft op een thuiswerkdag geen recht op een kostenvergoeding woon-werkverkeer zoals genoemd in artikel 6.2 van deze cao. De werknemer die op een thuiswerkdag een noodzakelijke dienstreis maakt, heeft aanspraak op een vergoeding voor de gemaakte reiskosten.
Vergoedingen 1. Prijsopgaven worden steeds gedaan op basis van de op het tijdstip van het aanbod (offerte) geldende prijzen. Indien tussen het moment van het aanbod en het moment van de uitvoering van de Overeenkomst één of meer kostprijsfactoren (waaronder onder meer zijn te verstaan tarieven, lonen, kosten van sociale maatregelen en/of wetten, vracht- en koersnoteringen etc.) een verhoging ondergaan, is Expediteur gerechtigd deze verhoging aan Opdrachtgever in rekening te brengen. De Expediteur dient de wijzigingen te kunnen aantonen. 2. Indien door de expediteur all-in tarieven of forfaitaire (gefixeerde) tarieven worden berekend, moeten in deze tarieven worden beschouwd te zijn begrepen alle kosten die in het algemeen bij normale afwikkeling van de opdracht voor rekening van de Expediteur komen. 3. Tenzij het tegendeel is bedongen, zijn in all-in tarieven en in forfaitaire (gefixeerde) tarieven in ieder geval niet begrepen: rechten, belastingen en heffingen, consulaats- en legalisatiekosten, kosten voor het opmaken van bankgaranties en verzekeringspremies. 4. In geval van omstandigheden die van dien aard zijn dat bij het tot stand komen van de Overeenkomst geen rekening behoefde te worden gehouden met de kans dat zij zich zouden voordoen, die de Expediteur niet kunnen worden toegerekend en die de kosten van de uitvoering van de Diensten aanzienlijk verhogen, heeft de Expediteur aanspraak op bijbetaling. Waar mogelijk pleegt de Expediteur voorafgaand overleg met de Opdrachtgever. Alsdan zal de bijbetaling bestaan uit de extra kosten die de Expediteur heeft moeten maken teneinde de prestatie te verrichten vermeerderd met een extra naar billijkheid vast te stellen vergoeding voor de door de Expediteur te verrichten prestaties. 5. Buitengewone onkosten en hogere arbeidslonen, die ontstaan wanneer Derden krachtens enige bepaling in de desbetreffende overeenkomsten tussen Expediteur en Derden gedurende de avond, de nacht, op zaterdagen of op zon- of feestdagen in het land waar de Dienst wordt verricht, tot laden of lossen overgaan, zijn niet in de overeengekomen prijzen begrepen, tenzij zulks afzonderlijk is bedongen. Zulke kosten moeten dientengevolge door de Opdrachtgever aan de Expediteur worden vergoed. 6. Tenzij sprake is van opzet of bewuste roekeloosheid van de Expediteur, komen bij onvoldoende laad- en /of lostijd alle daaruit voortvloeiende kosten, zoals overliggelden, wachtkosten enz. voor rekening van de Opdrachtgever, ook dan wanneer de Expediteur het cognossement en/of de charterpartij, waaruit de extra kosten voortvloeien, zonder protest heeft aangenomen. De Expediteur dient zich in te spannen om de kosten te voorkomen.
Overige vergoedingen De kosten van lesboeken, examens (materiaal en inschrijving) en theorieopleiding (inschrijfkosten school) worden vergoed door de werkgever zonder dat deze kosten bij de leerling-werknemer mogen worden teruggevorderd. Tevens zal de werkgever de leerling-werknemer de benodigde gereedschappen, bedrijfskleding en veiligheidsmiddelen ter beschikking stellen, alsmede een aansprakelijkheids- en ongevallenverzekering ten behoeve van de leerling-werknemer afsluiten.
De betaling / Niet-tijdige betaling 1. De Ouder betaalt op basis van een Schriftelijke factuur en uiterlijk op de factuur vermelde betalingsdatum. Een eventueel beroep op een gestelde borg staat gelijk aan een betaling. De factuur wordt kosteloos verstrekt. 2. Indien een Ouder betaalt aan een door de Ondernemer aangewezen derde geldt dit voor de Ouder als bevrijdende betaling. De aanwijzing door de Ouder van een derde die voor het doen van betalingen dient zorg te dragen, staat niet aan de aansprakelijkheid van de Ouder voor (tijdige) betaling in de weg. Een eventuele betaling door een derde voor de Ouder geldt wel als een bevrijdende betaling door die Ouder. 3. Bij gebreke van volledige en tijdige betaling is de Ouder van rechtswege in verzuim. 4. De Ondernemer zendt na het verstrijken van de betalingsdatum een Schriftelijke betalingsherinnering en geeft de Ouder de gelegenheid binnen 14 dagen na ontvangst van deze betalingsherinnering alsnog te betalen. Verder waarschuwt de Ondernemer de Ouder in deze betalingsherinnering voor de opzeggingsbevoegdheid van de Ondernemer op grond van 10 lid 3 sub a. Deze betalingsherinnering moet minimaal 14 dagen vóór de datum waarop die bevoegdheid ontstaat zijn verzonden. 5. Als na het verstrijken van de termijn genoemd in de betalingsherinnering nog steeds niet is betaald, brengt de ondernemer rente in rekening vanaf het verstrijken van de in de factuur genoemde uiterste betalingsdatum. Deze rente is gelijk aan de wettelijke rente. 6. Door de Ondernemer gemaakte buitengerechtelijke kosten om betaling van een schuld van de Ouder af te dwingen, kunnen aan de Ouder in rekening worden gebracht. De hoogte van de buitengerechtelijke incassokosten is onderworpen aan wettelijke grenzen. 7. Een gedane betaling strekt in de eerste plaats ter voldoening van de verschuldigde kosten en rente en vervolgens ter voldoening van de oudst openstaande schulden.
Kostenvergoedingen a. De werknemer kan in aanmerking komen voor de volgende kostenvergoedingen: - woon-werkverkeer (artikel 6.2); - functiegerichte scholing (artikel 6.3), loopbaan- gerichte scholing (artikel 6.4), en maaltijdkosten (artikel 6.7). b. Voorts kunnen door de werkgever een aantal facultatieve kostenvergoedingen toegekend worden. In bijlage 6 zijn de aanbevelingen opgenomen met betrekking tot deze regelingen: - zakelijke kilometers; - telefoon; - verblijf. Deze niet verplichte kostenvergoedingen zullen individueel in de arbeidsovereenkomst worden overeengekomen. Daarbij worden zoveel als mogelijk de richtlijnen gevolgd zoals deze in bijlage 6 zijn op- genomen. De werkgever heeft echter te allen tijde de bevoegdheid om daar van af te wijken. c. De vergoedingen worden maandelijks met het salaris uitbetaald, dan wel rechtstreeks per kas onder overleg- ging van de originele betalingsbewijzen of nota’s, (eventueel) de kilometerstaten en de door de werk- gever voor akkoord getekende opgave. d. Indien de werknemer de functie langer dan 1 maand niet uitoefent, behoudt de werkgever zich het recht voor om de voor de werknemer geldende kosten ver- goeding(en) stop te zetten, zonder dat de werkgever jegens de werknemer gehouden zal zijn tot betaling van enige (schade-) vergoeding. e. Alle kostenvergoedingsregelingen zijn erop gebaseerd dat voor de werkgever, ten aanzien van de vergoedin- gen, geen inhoudingplicht in het kader van de Wet op de Loonbelasting aanwezig is.
WANNEER KRIJGT U GEEN VERGOEDING? Premie niet betaald 6.1 Wij vergoeden geen kosten en verlenen geen hulp als u de premie voor deze verzekering niet heeft betaald.
Maaltijdvergoeding Indien de werkgever geen maaltijd verstrekt, heeft de medewerker recht op een vergoeding. Deze vergoeding is per 1 januari 2021 ten minste € 4,30. Overlegt de medewerker een kassabon van een genoten maaltijd op die dag met een hoger bedrag, dan ontvangt hij het bonbedrag tot een maximum van € 8,80.