Verwerving. Op de aankoop en verkoop en op elke andere verwerving en vervreemding onder bezwarende titel in België via een professionele tussenpersoon, van Aandelen (secundaire markt), is een belasting op de beursverrichtingen verschuldigd die 0,09% bedraagt van de prijs van de transactie. De verrichtingen worden ook geacht in België te zijn aangegaan of uitgevoerd wanneer het order daartoe rechtstreeks of onrechtstreeks aan een in het buitenland gevestigde tussenpersoon wordt gegeven, hetzij door een natuurlijke persoon met gewone verblijfplaats in België, hetzij door een rechtspersoon voor rekening van een zetel of een vestiging ervan in België. Het bedrag van de belasting op de beursverrichtingen is beperkt tot EUR 1.300 per transactie en per partij. De volgende personen zijn in alle gevallen vrijgesteld van de belasting op de beursverrichtingen indien zij voor eigen rekening handelen: (i) de professionele tussenpersonen vermeld in artikel 2, 9° en 10° van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten; (ii) de verzekeringsondernemingen vermeld in artikel 2, §1, van de wet van 9 juli 1975 betreffende de controle der verzekeringsondernemingen; (iii) de instellingen voor bedrijfspensioenvoorzieningen vermeld in artikel 2, 1°, van de wet van 27 oktober 2006 betreffende het toezicht op de instellingen voor bedrijfspensioenvoorzieningen; (iv) instellingen voor collectieve belegging; (v) gereglementeerde vastgoedvennootschappen; en (vi) de niet- ingezetenen (voor zover zij een attest overleggen dat bewijst dat zij geen ingezetene zijn van België).
Verwerving. Verwerving van de benodigde gronden gebeurt onder verantwoordelijkheid en op kosten van het Rijk, conform artikel 3.6 en artikel 3.10.
Verwerving. Bij beëindiging van de concessie, om welke reden ook, zullen het handelsfonds met inbegrip van het cliënteel, de goodwill, de exploitatienaam en enig ander immaterieel actief dat door de concessionaris voor zijn exploitatie werd opgebouwd of verworven, van rechtswege en zonder enige vergoeding, van welke aard ook, door Natuurinvest worden verworven.
Verwerving. Op de aankoop en verkoop en op elke andere verwerving en vervreemding onder bezwarende titel in België via een professionele tussenpersoon, van Aandelen (secundaire markt), is een belasting op de beursverrichtingen verschuldigd die 0,12% bedraagt van de prijs van de transactie. De verrichtingen worden ook geacht in België te zijn aangegaan of uitgevoerd wanneer het order daartoe rechtstreeks of onrechtstreeks aan een in het buitenland gevestigde tussenpersoon wordt gegeven, hetzij door een natuurlijke persoon met gewone verblijfplaats in België, hetzij door een rechtspersoon voor rekening van een zetel of een vestiging ervan in België. Het bedrag van de belasting op de beursverrichtingen is beperkt tot EUR 1.300 per transactie en per partij. De TOB wordt ingehouden door de professionele tussenpersoon. Echter, indien de tussenpersoon in het buitenland is gevestigd, zal de belasting in principe verschuldigd zijn door de Belgische investeerder, tenzij deze Belgische investeerder kan aantonen dat de belasting reeds werd voldaan. Professionele tussenpersonen gevestigd in het buitenland kunnen, onder naleving van bepaalde voorwaarden en formaliteiten, een in België gevestigde aansprakelijke vertegenwoordiger aanstellen ter voldoening van deze belasting met betrekking tot de transacties die worden uitgevoerd via de professionele tussenpersoon. Indien een dergelijke vertegenwoordiger de belasting op beursverrichtingen betaalt, is de Belgische investeerder niet langer de belastingschuldige van deze belasting. De volgende personen zijn in alle gevallen vrijgesteld van de belasting op de beursverrichtingen indien zij voor eigen rekening handelen: (i) de professionele tussenpersonen vermeld in artikel 2, 9° en 10° van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten; (ii) de verzekeringsondernemingen vermeld in artikel 2, §1, van de wet van 9 juli 1975 betreffende de controle der verzekeringsondernemingen; (iii) de instellingen voor bedrijfspensioenvoorzieningen vermeld in artikel 2, 1°, van de wet van 27 oktober 2006 betreffende het toezicht op de instellingen voor bedrijfspensioenvoorzieningen; (iv) instellingen voor collectieve belegging; (v) gereglementeerde vastgoedvennootschappen; en (vi) de niet- inwoners (voor zover zij een attest overleggen dat bewijst dat zij geen inwoners zijn van België).
Verwerving. Het gebied van in totaal 18 ha is in eigendom van provincie Zuid-Holland. Aanvullende verwerving en daarmee ook te maken verwervingskosten zijn bij dit project niet aan de orde.
Verwerving. Verwerving van de benodigde gronden gebeurt onder verantwoordelijkheid en op kosten van het Rijk, conform het bepaalde in artikel 3.6 en artikel 3.10. Op basis van het voor 1 januari 2007 nog vast te stellen geactualiseerde inrichtingsplan wordt definitief bepaald welke gronden aangekocht zullen worden. Mogelijk hoeven minder gronden verworven te worden, omdat de huidige inrichting voldoet aan de doelstelling voor recreatief groen
Verwerving. In afwijking van artikel 3.6 zijn de benodigde gronden reeds aangekocht door de gemeente Leiden. In afwijking van artikel 3.10 maken partijen uiterlijk voor 1 juli 2006 nadere afspraken over een bijdrage aan grondverwervingskosten.
Verwerving. Verwerving van de benodigde gronden gebeurt onder verantwoordelijkheid en op kosten van het Rijk, conform het bepaalde in artikel 3.6 en artikel 3.10. Op basis van het voor 1 januari 2007 op te stellen ontwerpplan wordt een inrichtingsplan opgesteld en wordt uiterlijk voor 1 januari 2008 bepaald welke gronden aangekocht zullen worden.
Verwerving. Verwerving van de benodigde gronden voor deelproject 1 gebeurt onder verantwoordelijkheid en op kosten van het Rijk, conform het bepaalde in artikel 3.6 en artikel 3.10. Voor het deelproject 2 zijn de gronden reeds in eigendom bij gemeente Voorschoten. Voor het deelproject 3 zijn de gronden deels in eigendom bij gemeente Oegstgeest, de gemeente Rijnsburg, het Hoogheemraadschap van Rijnland en particulieren.
Verwerving. Nadat het Inrichtingsplan voor de Duivenvoorde Corridor is vastgesteld zullen Rijk, Provincie, de gemeente Voorschoten en de stichting Duivenvoorde voor 1 januari 2007 de verantwoordelijkheid voor de verwerving van gronden, inclusief de daarmee gemoeid gaande rijksbijdrage, gezamenlijk definitief bepalen. Verwerving van de benodigde gronden in Noordrand Leidschendam gebeurt onder verantwoordelijkheid en op kosten van het Rijk, conform het bepaalde in artikel 3 lid 6 en artikel 3.10.