Common use of Voorwaarden en beperkingen Clause in Contracts

Voorwaarden en beperkingen. 1. Een partij stelt de andere partij schriftelijk in kennis van de opening van een onderzoek als bedoeld in lid 2, en overlegt met haar zo vroeg mogelijk vóór de toepassing van een bilaterale vrijwaringsmaatregel, teneinde de informatie die uit het onderzoek naar voren komt, te toetsen en van gedachten te wisselen over de maatregel. 2. Een partij treft een bilaterale vrijwaringsmaatregel slechts nadat haar bevoegde autoriteiten een onderzoek hebben verricht overeenkomstig artikel 3 en artikel 4, lid 2, onder c), van de Overeenkomst inzake vrijwaringsmaatregelen. Daartoe worden artikel 3 en artikel 4, lid 2, onder c), van de Overeenkomst inzake vrijwaringsmaatregelen mutatis mutandis in de onderhavige overeenkomst opgenomen en maken zij hier integraal deel van uit. 3. Bij het in lid 2 van dit artikel bedoelde onderzoek voldoet de partij aan de voorschriften van artikel 4, lid 2, onder a), van de Overeenkomst inzake vrijwaringsmaatregelen. Daartoe wordt artikel 4, lid 2, onder a), van de Overeen­ komst inzake vrijwaringsmaatregelen mutatis mutandis in de onderhavige overeenkomst opgenomen en maakt dat hier integraal deel van uit. 4. Elke partij waarborgt dat haar bevoegde autoriteiten alle in lid 2 beschreven onderzoeken afsluiten binnen een jaar na de datum waarop het is geopend. 5. De partijen mogen een bilaterale vrijwaringsmaatregel slechts toepassen met inachtneming van de volgende beper­ kingen: a) de maatregel mag enkel worden toegepast voor zover en zolang hij noodzakelijk is om ernstige schade te voorkomen of te herstellen en de aanpassing van de interne bedrijfstak te vergemakkelijken; b) de maatregel mag niet langer dan twee jaar worden toegepast. Deze periode kan echter met maximaal twee jaar worden verlengd indien de bevoegde autoriteiten van de partij van invoer overeenkomstig de in dit artikel gespecifi­ ceerde procedures vaststellen dat de maatregel noodzakelijk blijft om ernstige schade te voorkomen of te herstellen en de aanpassing van de interne bedrijfstak te vergemakkelijken, en er bewijs is dat de bedrijfstak zich aanpast, waarbij de totale toepassingsperiode van een vrijwaringsmaatregel, met inbegrip van de initiële toepassingsperiode en elke verlenging daarvan, niet langer mag zijn dan vier jaar; c) de maatregel mag niet worden toegepast na afloop van de overgangsperiode; d) de maatregel mag met betrekking tot hetzelfde product niet tegelijkertijd met een maatregel als bedoeld in artikel XIX van de GaTT 1994 en de Overeenkomst inzake vrijwaringsmaatregelen worden toegepast. 6. Wanneer een partij een bilaterale vrijwaringsmaatregel niet langer toepast, is het douanerecht het recht dat overeen­ komstig de lijst van die partij in bijlage XV bij deze overeenkomst bij ontbreken van de maatregel van kracht zou zijn geweest.

Appears in 1 contract

Samples: Associatieovereenkomst

Voorwaarden en beperkingen. 1. Een partij stelt de andere partij schriftelijk in kennis van de opening van een onderzoek als bedoeld omschreven in lid 2, en overlegt met haar zo vroeg mogelijk vóór de toepassing van een bilaterale vrijwaringsmaatregel, teneinde teneinde: a) de informatie die uit het onderzoek naar voren komt, te toetsen en na te gaan of is voldaan aan de in dit artikel gestelde voorwaarden; b) van gedachten te wisselen over de maatregelmaatregel en over de vraag of hij geschikt is in het licht van de doelstellingen van deze afdeling om een einde te maken aan ernstige schade of een dreiging van ernstige schade voor de interne bedrijfstak door een toename van de invoer, als bedoeld in artikel 3.10 (Toepassing van bilaterale vrijwaringsmaatregelen), lid 1, en c) een eerste gedachtewisseling te hebben over de in artikel 3.13 (Compensatie) bedoelde compensatie. 2. Een partij treft een bilaterale vrijwaringsmaatregel slechts nadat haar bevoegde autoriteiten een onderzoek hebben verricht overeenkomstig in overeenstemming met artikel 3 en artikel 4, lid 2, onder a) en c), van de Overeenkomst inzake vrijwaringsmaatregelen. Daartoe worden , waartoe artikel 3 en artikel 4, lid 2, onder a) en c), van de Overeenkomst inzake vrijwaringsmaatregelen mutatis mutandis in de onderhavige overeenkomst opgenomen en maken zij hier integraal deel van uitworden opgenomen. 3. Bij De in artikel 3.10 (Toepassing van bilaterale vrijwaringsmaatregelen) bedoelde vaststelling wordt slechts gedaan indien uit het in lid 2 onderzoek op basis van dit artikel bedoelde onderzoek voldoet objectief bewijsmateriaal blijkt dat een oorzakelijk verband bestaat tussen de partij aan de voorschriften van artikel 4, lid 2, onder a), toename van de Overeenkomst inzake vrijwaringsmaatregeleninvoer uit de andere partij en de ernstige schade of dreiging daarvan. Daartoe In dit verband wordt artikel 4naar behoren rekening gehouden met andere factoren, lid 2, onder a), met inbegrip van de Overeen­ komst inzake vrijwaringsmaatregelen mutatis mutandis in de onderhavige overeenkomst opgenomen en maakt dat hier integraal deel invoer van uithet zelfde product uit andere landen. 4. Elke partij Elk van beide partijen waarborgt dat haar bevoegde autoriteiten alle in lid 2 beschreven onderzoeken dit onderzoek afsluiten binnen een jaar na de datum waarop het is geopend. 5. De partijen mogen een bilaterale vrijwaringsmaatregel als bedoeld in artikel 3.10 (Toepassing van bilaterale vrijwaringsmaatregelen), lid 1, slechts toepassen met inachtneming van de volgende beper­ kingenbeperkingen: a) de maatregel mag enkel worden toegepast voor zover en zolang zo lang hij noodzakelijk is om ernstige schade te voorkomen of te herstellen en de om aanpassing van de interne bedrijfstak te vergemakkelijken; b) de maatregel mag niet langer dan twee jaar worden toegepast. Deze , maar deze periode kan echter met maximaal twee jaar worden verlengd indien de bevoegde autoriteiten van de importerende partij van invoer overeenkomstig de in dit artikel gespecifi­ ceerde gespecificeerde procedures vaststellen dat de maatregel noodzakelijk blijft om ernstige schade te voorkomen of te herstellen en de aanpassing van de interne bedrijfstak te vergemakkelijken, en er bewijs is dat de bedrijfstak zich aanpast, waarbij de totale toepassingsperiode van een vrijwaringsmaatregel, met inbegrip van de initiële toepassingsperiode en elke verlenging daarvan, niet langer mag zijn dan vier jaar;, en c) de maatregel mag niet worden toegepast na afloop van de overgangsperiode; d) overgangsperiode mag de maatregel mag enkel met betrekking tot hetzelfde product niet tegelijkertijd met een maatregel als bedoeld in artikel XIX instemming van de GaTT 1994 en de Overeenkomst inzake vrijwaringsmaatregelen andere partij worden toegepast. 6. Een maatregel wordt tijdens de overgangsperiode niet opnieuw toegepast op de invoer van hetzelfde goed, tenzij na verloop van een periode die gelijk is aan de helft van de periode waarin de vrijwaringsmaatregel eerder werd toegepast. In dat geval is artikel 3.13 (Compensatie), lid 3, niet van toepassing. 7. Wanneer een partij een bilaterale vrijwaringsmaatregel niet langer toepast, is het douanerecht het recht dat overeen­ komstig overeenkomstig de lijst van die partij in bijlage XV bij deze overeenkomst 2-A bij ontbreken van de maatregel van kracht zou zijn geweest.

Appears in 1 contract

Samples: Free Trade Agreement

Voorwaarden en beperkingen. 1. Een partij stelt de andere partij schriftelijk in kennis van de opening ope- ning van een onderzoek als bedoeld omschreven in lid 2, en overlegt met haar zo vroeg mogelijk vóór de toepassing van een bilaterale vrijwaringsmaatregelvrijwarings- maatregel, teneinde de informatie die uit het onderzoek naar voren komt, te toetsen en van gedachten te wisselen standpunten over de maatregelmaatregel uit te wisselen. 2. Een partij treft een bilaterale vrijwaringsmaatregel slechts nadat haar bevoegde autoriteiten een onderzoek hebben verricht overeenkomstig in overeen- stemming met artikel 3 en artikel 4, lid 2, onder c), van de in bijlage 1A bij de WTO-Overeenkomst opgenomen Overeenkomst inzake vrijwaringsmaatregelen. Daartoe worden vrijwa- ringsmaatregelen, hierna „Overeenkomst inzake vrijwaringsmaatrege- len” genoemd, waartoe artikel 3 en artikel 4, lid 2, onder c), van de Overeenkomst inzake vrijwaringsmaatregelen mutatis mutandis in de onderhavige overeenkomst opgenomen en maken zij hier integraal deel van uitworden opgenomen. 3. Bij het in lid 2 van dit artikel bedoelde omschreven onderzoek voldoet de een partij aan de voorschriften vereisten van artikel 4, lid 2, onder a), van de Overeenkomst inzake vrijwaringsmaatregelen. Daartoe wordt vrij- waringsmaatregelen, waartoe dat artikel 4, lid 2, onder a), van de Overeen­ komst inzake vrijwaringsmaatregelen mutatis mutandis in de onderhavige onder- havige overeenkomst opgenomen en maakt dat hier integraal deel van uitwordt opgenomen. 4. Elke partij Elk van beide partijen waarborgt dat haar bevoegde autoriteiten alle in lid 2 beschreven onderzoeken dit onderzoek afsluiten binnen een jaar na de datum waarop het is geopend. 5. De partijen mogen een bilaterale vrijwaringsmaatregel slechts toepassen toe- passen met inachtneming van de volgende beper­ kingenbeperkingen: a) a. de maatregel mag enkel worden toegepast voor zover en zolang hij zo lang zij noodzakelijk is om ernstige schade te voorkomen of te herstellen en de om aanpassing van de interne bedrijfstak te vergemakkelijken; b) b. de maatregel mag niet langer dan twee jaar worden toegepast. Deze , maar deze periode kan echter met maximaal twee jaar worden verlengd indien de bevoegde autoriteiten van de partij van invoer overeenkomstig de in dit artikel gespecifi­ ceerde gespecificeerde procedures vaststellen dat de maatregel noodzakelijk noodza- kelijk blijft om ernstige schade te voorkomen of te herstellen en de aanpassing van de interne bedrijfstak aanpas- sing te vergemakkelijken, en er bewijs is dat de bedrijfstak industrie zich aanpast, waarbij de totale toepassingsperiode van een vrijwaringsmaatregel, met inbegrip van de initiële toepassingsperiode en elke verlenging daarvan, niet langer mag zijn dan vier jaar;; en c) de maatregel mag niet worden toegepast c. na afloop van de overgangsperiode; d) overgangsperiode mag de maatregel mag enkel met betrekking tot hetzelfde product niet tegelijkertijd met een maatregel als bedoeld in artikel XIX instemming van de GaTT 1994 en de Overeenkomst inzake vrijwaringsmaatregelen andere partij worden toegepast. 6. Wanneer een partij een bilaterale vrijwaringsmaatregel niet langer toepast, is het douanerecht het recht dat overeen­ komstig overeenkomstig de lijst van die partij in bijlage XV bij deze overeenkomst 2-A (Afschaffing van douanerechten) bij ontbreken van de maatregel van kracht zou zijn geweest.geweest.‌

Appears in 1 contract

Samples: Vrijhandelsovereenkomst

Voorwaarden en beperkingen. 1. Een partij stelt de andere partij schriftelijk in kennis van de opening van een onderzoek als bedoeld het in lid 2, 2 bedoelde onderzoek en overlegt met haar treedt zo vroeg mogelijk vóór de toepassing van een bilaterale vrijwaringsmaatregelvrijwaringsmaatregel met de andere partij in overleg, teneinde de informatie te toetsen die uit het onderzoek naar voren komt, te toetsen komt en van gedachten te wisselen over de maatregel. 2. Een partij treft mag pas een bilaterale vrijwaringsmaatregel slechts toepassen nadat haar bevoegde autoriteiten een onderzoek hebben verricht overeenkomstig in overeenstemming met artikel 3 en artikel 4, lid 2, onder c), van de Overeenkomst inzake vrijwaringsmaatregelen. Daartoe worden artikel 3 en artikel 4, lid 2, onder c), van de Overeenkomst inzake vrijwaringsmaatregelen mutatis mutandis in de onderhavige overeenkomst opgenomen en maken zij hier integraal integrerend deel van hiervan uit. 3. Bij In het kader van het in lid 2 van dit artikel bedoelde onderzoek voldoet de partij aan de voorschriften van artikel 4, lid 2, onder a), van de Overeenkomst inzake vrijwaringsmaatregelen. Daartoe wordt artikel 4, lid 2, onder a), van de Overeen­ komst Overeenkomst inzake vrijwaringsmaatregelen mutatis mutandis in de onderhavige overeenkomst opgenomen en maakt dat hier integraal het integrerend deel van hiervan uit. 4. Uit het onderzoek moet op basis van objectief bewijsmateriaal tevens blijken dat er een oorzakelijk verband bestaat tussen de toename van de invoer en de ernstige schade of de dreiging daarvan. Bij het onderzoek wordt behalve met de toename van de invoer ook rekening gehouden met andere factoren die eveneens tegelijkertijd schade kunnen veroorzaken. 5. Elke partij waarborgt dat haar bevoegde autoriteiten alle het in lid 2 beschreven onderzoeken bedoelde onderzoek afsluiten binnen een jaar na de datum waarop het is geopend. 56. De partijen mogen Voor de toepassing van een bilaterale vrijwaringsmaatregel slechts toepassen met inachtneming van door een partij gelden de volgende beper­ kingenbeperkingen: a) de maatregel mag enkel worden toegepast voor zover en zolang zo lang hij noodzakelijk is om ernstige schade te voorkomen of te herstellen en de om aanpassing van de interne bedrijfstak te vergemakkelijken; b) de maatregel mag niet langer dan twee jaar worden toegepast. Deze , tenzij deze periode kan echter met maximaal twee jaar worden wordt verlengd indien de bevoegde autoriteiten van de partij van invoer overeenkomstig de in dit artikel gespecifi­ ceerde vastgelegde procedures vaststellen dat de maatregel noodzakelijk blijft om ernstige schade te voorkomen of te herstellen en de om aanpassing van de interne bedrijfstak te vergemakkelijken, en er bewijs is bewijzen zijn dat de bedrijfstak zich aanpast, waarbij de totale toepassingsperiode toepassingsduur van een vrijwaringsmaatregel, met inbegrip van de initiële toepassingsperiode aanvankelijke toepassingsduur en elke verlenging daarvan, niet langer mag zijn meer dan vier jaar;jaar mag bedragen, en c) de maatregel mag niet worden toegepast na afloop van de overgangsperiode; d) de maatregel mag overgangsperiode enkel met betrekking tot hetzelfde product niet tegelijkertijd met een maatregel als bedoeld in artikel XIX toestemming van de GaTT 1994 en de Overeenkomst inzake vrijwaringsmaatregelen andere partij worden toegepast. 67. Om de aanpassing te vergemakkelijken wanneer de verwachte duur van een bilaterale vrijwaringsmaatregel meer dan twee jaar bedraagt, liberaliseert de partij die de maatregel toepast die geleidelijk op gezette tijden tijdens de toepassingsduur ervan. 8. Wanneer een partij een bilaterale vrijwaringsmaatregel niet langer toepast, is het douanerecht het recht dat overeen­ komstig overeenkomstig de lijst van die partij in bijlage XV bij deze overeenkomst 2-A (Afschaffing van douanerechten) bij ontbreken van de maatregel van kracht zou zijn geweest.

Appears in 1 contract

Samples: Free Trade Agreement