Vraagsubstitutie Voorbeeldclausules

Vraagsubstitutie. 157. Het college is van oordeel dat de groep van gebruikers die bij een geringe duurzame verhoging van het tarief van vaste telefonie zal overstappen naar mobiele telefonie zodanig klein is dat aanbieders van vaste telefonie winstgevend een verhoging kunnen doorvoeren. Het college baseert zich hierbij op verschillen in functionaliteit en in tarieven, die gezamenlijk er voor zorgen dat van vraagsubstitutie geen sprake is. Het college zal eerst ingaan op verschillen in functionaliteit en daarna op de tariefverschillen.
Vraagsubstitutie. 250. Of een nader onderscheid tussen ISDN15, 20 en 30 aan de orde is, is op basis van vraagsubstitutie niet eenduidig te beantwoorden. De prijs- en functionaliteitsverschillen tussen ISDN20 en ISDN30 zijn zodanig dat het onduidelijk is of een beperkte maar substantiële en blijvend doorgevoerde prijsverhoging van de kleinste telefonieaansluiting winstgevend zal zijn of dat de overstap naar ISDN30 dit voorkomt144. Of er tussen ISDN15 en ISDN20 ook onvoldoende vraagsubstitutiemogelijkheden zijn, is ook niet op voorhand duidelijk145. 251. Vanwege de geringe kostenverschillen tussen het aanbieden van telefonieaansluitingen met 15, 20 of 30 kanalen zijn er nagenoeg gelijke concurrentie-omstandigheden aan de aanbodkant. Met andere woorden een aanbieder van telefonieaansluitingen met 30 kanalen kan eenvoudig overstappen op het aanbieden van telefonieaansluitingen met 20 of 15 kanalen.
Vraagsubstitutie. 343. In aanwezigheid van wholesaleregulering voorzien telefonieaansluitingen en verkeer nog steeds in verschillende behoeften waardoor er ook in deze situatie geen vraagsubstitutie plaatsvindt. Telefonieaansluiting en verkeer blijven complementen en de wholesaleregulering verandert daar weinig aan.
Vraagsubstitutie. 359. Verkeer bestaat uit ’belminuten’. Belminuten zijn homogene producten die voor particuliere en zakelijke eindgebruikers gelijk zijn. Sommige C(P)S-aanbieders van verkeer richten zich op zowel particuliere als zakelijke eindgebruikers, andere C(P)S-aanbieders uitsluitend op particuliere of uitsluitend op zakelijke gebruikers. In hun marketinguitingen maken zij een dergelijk onderscheid naar doelgroep. Dit doet echter niet af aan de homogeniteit van verkeer. De C(P)S-aanbieders die zich op particuliere eindgebruikers richten, worden gedisciplineerd door de aanbieders die zich zowel op de particuliere als zakelijke gebruikers richten. Eveneens worden de C(P)S-aanbieders die zich op zakelijke eindgebruikers richten, gedisciplineerd door de aanbieders die zich zowel op de particuliere als zakelijke gebruikers richten. Hierdoor zullen de tarieven voor zakelijk verkeer gedisciplineerd worden door de tarieven voor consumentenverkeer en vice versa. Ingeval een C(P)S-aanbieder van verkeer die zowel particuliere als zakelijke eindgebruikers bedient, besluit om de prijs van het verkeer aan één van deze doelgroepen te verhogen, zal de particuliere of zakelijke eindgebruiker overstappen op een C(P)S-aanbieder die zich uitsluitend op particuliere of zakelijke eindgebruikers richt en vice versa.
Vraagsubstitutie. 175. Sinds de splitsing van het voormalige Nozema in Nozema Services en Novec per 1 januari 2005 is Novec B.V. de eigenaar van alle antenne-opstelpunten voor middengolffrequenties in Nederland welke gebruikt worden voor uitzendingen met hoge vermogens. In het geval een hypothetische monopolist zijn wholesale tarieven met 5% tot 10% verhoogt, heeft een leverancier van transmissiediensten of van antennesystemen voor de middengolf geen andere keuze dan dit product bij deze aanbieder af te blijven nemen. Een dergelijke afnemer kan niet overstappen naar een ander type dienstverlening. Zoals hiervoor immers reeds werd geconcludeerd, vormen andere transmissiediensten (bijvoorbeeld via de FM) geen alternatief voor transmissiediensten via de middengolf. Daarnaast werd hiervoor tevens geconcludeerd dat er geen alternatieven bestaan voor antennesystemen voor de middengolf. Al met al is een leverancier van transmissiediensten via de middengolf met hoge vermogens gebonden aan de antenne-opstelpunten die geleverd worden door Novec.
Vraagsubstitutie. 184. Bezien vanuit de vraagzijde dient te worden onderzocht of aanbieders die gebruik maken van opstelpunten uit de zerobase een alternatief vinden in lage opstelpunten in het geval de hypothetische monopolist van hoge opstelpunten een kleine duurzame maar significante prijsstijging doorvoert.
Vraagsubstitutie. 194. Geredeneerd vanuit de kleinst mogelijke markt kan een hypothetische monopolist van een hoog antenne-opstelpunt op locatie A (uit de zerobase) een prijsverhoging van 5% tot 10% doorvoeren. Aanbieders van FM-antennesystemen, en als gevolg hiervan de afnemers van FM- transmissiediensten (programma-aanbieders) zullen ondanks deze prijsverhoging geen toegang gaan afnemen op een ander opstelpunt. Immers, de programma-aanbieders kunnen niet van antenne-opstelpunt (locatie) wisselen vanwege de verplichtingen welke op grond van de vergunningen voor hen gelden: deze vergunningen zijn immers locatiegebonden.
Vraagsubstitutie. 213. Indien een hypothetische monopolist van antennesystemen voor de middengolf een prijsverhoging van 5 tot 10% zou doorvoeren, zouden leveranciers van transmissiediensten via de middengolf deze prijsverhoging moeten internaliseren of moeten doorberekenen omdat zij geen alternatief hebben om aan de vraag van programma-aanbieders te voldoen. Zij zullen geen alternatief vinden in FM-antennesystemen doordat deze systemen enkel op FM- frequenties kunnen uitzenden; de programma-aanbieders hebben voor deze frequenties geen vergunning. Omgekeerd zullen FM-transmissieleveranciers geen alternatief vinden in antennesystemen voor de middengolf vanwege het ontbreken van vergunningen bij programma- aanbieders en de beperkte functionaliteiten van de middengolf.
Vraagsubstitutie. 217. Voor het leveren van landelijke FM-transmissiediensten is het noodzakelijk te beschikken over verschillende FM-antennesystemen. De locaties van deze antennesystemen zijn als gevolg van de zerobase planning gebonden aan de locaties van de antenne-opstelpunten.
Vraagsubstitutie. 162. De vraag die centraal staat bij het analyseren van vraagsubstitutie tussen middengolf- en FM- transmissiediensten is of, bij een kleine, maar significante en duurzame prijsstijging van transmissiediensten via de middengolf, FM-transmissiediensten een alternatief vormen voor programma-aanbieders (en omgekeerd).