Woonplaatsbeginsel. 1. Aanbieder stelt op grond van het woonplaatsbeginsel en het Convenant uitvoering woonplaatsbeginsel Jeugdwet (VNG juni 2017), hierna: Het convenant, voor bij welke Gemeente de toekenning dient te worden aangevraagd.
2. Gemeente is bevoegd het verzoek om toekenning te weigeren als ze heeft vastgesteld dat de woonplaats op grond het woonplaatsbeginsel en Het convenant niet in de gemeente is waar het verzoek is ingediend. Gemeente informeert Xxxxxxxxx in geval van weigering Xxxxxxxxx haar verzoek om toekenning wel voor verdere behandeling kan indienen.
3. Voortzetting van de vergoeding van Jeugdhulp na wijziging van de woonplaats op grond van het woonplaatsbeginsel geschiedt conform de bepalingen in Het convenant.
Woonplaatsbeginsel. 17.1 Aanbieder maakt per Jeugdige naar beste inzicht en met toepassing van daarvoor beschikbare handreikingen een inschatting van de gemeente waar de Wettelijk vertegenwoordiger(s) woont.
17.2 Feitelijke vaststelling van de verantwoordelijke gemeente door middel van toepassing van het woonplaatsbeginsel is de verantwoordelijkheid van de Gemeente.
17.3 Bij afkeuring van een verzoek om toewijzing (iJW-315 bericht) of factuur, op basis van het woonplaatsbeginsel draagt Gemeente zorg om Aanbieder te informeren over de juiste gemeente waartoe Aanbieder zich kan richten.
Woonplaatsbeginsel. 33.1 Feitelijke vaststelling van de verantwoordelijke gemeente door middel van toepassing van het woonplaatsbeginsel is de verantwoordelijkheid van Gemeente.
33.2 Dienstverlener maakt per Jeugdige naar beste inzicht en met toepassing van daarvoor beschikbare handreikingen een inschatting van de gemeente waar de ouder met gezag woont.
33.3 Bij afkeuring van een Verzoek om toewijzing of van een Declaratieregel op basis van het woonplaatsbeginsel draagt Gemeente er zorg voor Dienstverlener te informeren over de juiste gemeente waartoe Dienstverlener zich kan richten.
33.4 Bij verhuizing van de gezagsdrager of een Jeugdige onder voogdij naar een Gemeente binnen de regio Midden-Holland, waarbij de Jeugdige en gezagsdrager de Jeugdhulp door Dienstverlener willen laten continueren, honoreert Gemeente de oorspronkelijk afgegeven beslissing, beschikking of toewijzing van Jeugdhulp voor de duur waarvoor deze is afgegeven, met een maximum van één jaar.
Woonplaatsbeginsel. 1. Feitelijke vaststelling van de verantwoordelijke Gemeente door middel van toepassing van het woonplaatsbeginsel is in beginsel de verantwoordelijkheid van de Opdrachtgever.
2. Opdrachtnemer controleert echter ook het woonplaatsbeginsel (door navraag aan Jeugdige en/of gezin) voorafgaande de uitvoering van Jeugdhulp.
3. Indien Opdrachtnemer verneemt dat de woonplaats van Jeugdige en/of gezin niet meer in één van de deelnemende gemeente is, neemt Opdrachtnemer onverwijld contact op via xxxxxxxxx@xxxxx.xx.
4. Het woonplaatsbeginsel wordt toegepast volgens de op dat moment geldende wet- en regelgeving, waaronder de wettelijke bepalingen als genoemd bij de definiëring van woonplaats in artikel 1.1 Jeugdwet.
5. Bij afkeuring van een Verzoek om toewijzing jeugdhulp of declaratie op het woonplaatsbeginsel, draagt Opdrachtgever de zorg om Opdrachtnemer te informeren over de juiste Gemeente waartoe Opdrachtnemer zich kan richten.
6. Bij verhuizing van een Jeugdige naar een Gemeente die wordt vertegenwoordigd door Opdrachtgever, een Gemeente uit Regio WBO, waarbij Jeugdige en gezagsdrager de dienstverlening door Opdrachtnemer willen continueren, honoreert Opdrachtgever de oorspronkelijk afgegeven Verwijzing van jeugdhulp voor de duur waarvoor deze is afgegeven, met een maximum van één jaar en treden Partijen in overleg voor de overheveling van Jeugdhulp naar de andere woonplaats.
7. Indien er wijzigingen zijn omtrent wettelijke bepalingen rondom het woonplaatsbeginsel, conformeren Partijen zich aan de nieuwe regels.
Woonplaatsbeginsel. Wij attenderen u op het feit dat het woonplaatsbeginsel gedurende 2019 een andere definitie zal krijgen die per 1-1-2020 zal ingaan. Xxxxxxx gedurende het jaar 2019 de ontwikkelingen te volgen en de stappen te nemen die leiden tot een succesvolle implementatie per 1-1-2020.
Woonplaatsbeginsel. 16.1 Feitelijke vaststelling van de verantwoordelijke gemeente door middel van toepassing van het woonplaatsbeginsel is de verantwoordelijkheid van de opdrachtgever.
16.2 Opdrachtnemer maakt per jeugdige naar beste inzicht en met toepassing van daarvoor beschikbare handreikingen een inschatting van de gemeente waar de ouder met gezag woont.
16.3 Bij afkeuring van een verzoek om een verwijzing of factuur op basis van het woonplaatsbeginsel draagt opdrachtgever xxxx om opdrachtnemer te informeren over de juiste gemeente waartoe opdrachtnemer zich kan richten.
16.4 Bij verhuizing van de gezagsdrager of een jeugdige onder voogdij naar een gemeente, vertegenwoordigd door opdrachtgever, waarbij jeugdige en gezagsdrager de dienstverlening door opdrachtnemer willen continueren, honoreert opdrachtgever de oorspronkelijk afgegeven beslissing, beschikking of verwijzing van jeugdhulp voor de duur waarvoor deze is afgegeven, met een maximum van één jaar.
Woonplaatsbeginsel. Per 1 januari 2022 is het nieuwe woonplaatsbeginsel voor de Jeugdwet van kracht gegaan. Dit protocol volgt de werkwijze zoals vastgelegd in het stappenplan woonplaatsbeginsel en het (nieuwe) J42- convenant ‘woonplaatsbeginsel’. Dit convenant is verplicht voor alle betrokken gemeenten.
Woonplaatsbeginsel. 16.1 Feitelijke vaststelling van de verantwoordelijke gemeente door middel van toepassing van het woonplaatsbeginsel is de verantwoordelijkheid van de opdrachtgever.
16.2 Opdrachtnemer maakt per jeugdige naar het beste inzicht en met toepassing van daarvoor beschikbare handreikingen een inschatting van de gemeente waar de ouder met gezag woont. woonplaatsbeginsel draagt opdrachtgever zorg om opdrachtnemer te informeren over de juiste gemeente waartoe opdrachtnemer zich kan richten.
16.4 Bij verhuizing van de gezagsdrager of een jeugdige onder voogdij naar een gemeente, vertegenwoordigd door opdrachtgever, waarbij jeugdige en gezagsdrager de dienstverlening door opdrachtnemer willen continueren, honoreert opdrachtgever de oorspronkelijk afgegeven beslissing, beschikking of verwijzing van jeugdhulp voor de duur waarvoor deze is afgegeven, met een maximum van één jaar.
Woonplaatsbeginsel. 1. Feitelijke vaststelling van de verantwoordelijke gemeente door middel van toepassing van het woonplaatsbeginsel is de verantwoordelijkheid van Holland Rijnland.
2. De jeugdzorgaanbieder maakt per jeugdige naar beste inzicht en met toepassing van daarvoor beschikbare handreikingen een inschatting van de verantwoordelijke gemeente.
3. Bij afkeuring van een verzoek, toewijzing of factuur op basis van het woonplaatsbeginsel draagt Holland Rijnland zorg om jeugdzorgaanbieder te informeren over de juiste gemeente waartoe jeugdzorgaanbieder zich kan richten.
4. Wanneer door verhuizing het woonplaatsbeginsel van een jeugdige wijzigt naar een gemeente, vertegenwoordigd door Holland Rijnland, waarbij jeugdige en gezagsdrager de dienstverlening door jeugdzorgaanbieder willen continueren, honoreert Holland Rijnland de oorspronkelijk afgegeven beslissing, beschikking of verwijzing van jeugdhulp voor de duur waarvoor deze is afgegeven, met een maximum van één jaar.
Woonplaatsbeginsel. 1. Feitelijke vaststelling van de verantwoordelijke gemeente door middel van toepassing van het woonplaatsbeginsel is de verantwoordelijkheid van SOJ ZHZ.
2. De Jeugdhulpaanbieder maakt per jeugdige naar beste inzicht en met toepassing van daarvoor beschikbare handreikingen een inschatting van de verantwoordelijke gemeente.
3. Bij afkeuring van een verzoek, toewijzing of factuur op basis van het woonplaatsbeginsel draagt SOJ ZHZ zorg om Jeugdhulpaanbieder te informeren over de juiste gemeente waartoe Jeugdhulpaanbieder zich kan richten.