Storm definitie

Storm. Een windsnelheid van tenminste 14 meter per seconde (windkracht 7).
Storm windkracht 7 of meer op de schaal van Beaufort.
Storm. Windkracht 7 of meer op de schaal van Beaufort.

Examples of Storm in a sentence

  • Storm of Natuurrampen: schade aan tuinmeubelen tot € 4.400* ! ! Condensatie van isolerende ruiten: franchise per ruit.

  • Storm – hagel – sneeuw of ijsdruk gewaarborgd Waterschade gewaarborgd Rechtsbijstand gewaarborgd Premie o Wordt berekend op basis van de “duur van de ingebruikname” van de gebouwen.


More Definitions of Storm

Storm. Dat wil zeggen ■ de inwerking van wind waarvan een pieksnelheid van ten minste 80 km/u werd gemeten door het K.M.I.-station dat het dichtst bij het gebouw is gelegen ■ de inwerking van wind die andere goederen beschadigt die binnen een straal van 10 km rond het gebouw gelegen zijn en die verzekerbaar zijn tegen stormwind of een gelijkwaardige windweerstand vertonen als verzekerbare goederen.
Storm wind met een snelheid van ten minste 14 meter per seconde;
Storm. Onder storm is te verstaan een windsnelheid van minstens 14 meter per seconde (windkracht 7). Als bewijs kan dienen: • waarneming door het KNMI en/of Meteo Consult; • verklaring van getuigen; • stormschade aan andere gebouwen. Als de windsnelheid zich afwisselend boven en onder de 14 meter per seconde beweegt, dan wordt de periode vanaf het moment dat de windsnelheid voor het eerst 14 meter per seconde is, tot het begin van een periode van ten minste 24 achtereenvolgende uren waarbinnen de windsnelheid 10 meter per seconde of minder is geweest, als één storm beschouwd. Met schade door storm wordt gelijkgesteld: • schade ten gevolge van door storm bewogen respec- tievelijk getroffen zaken; • schade door regen, hagel, sneeuw of smeltwater voor zover deze schade het gevolg is van stormschade aan het gebouw.
Storm wind en windvlagen met een windkracht van 7 of meer op de schaal van Beaufort. Dat is wind met een snelheid van meer dan 14 meter per seconde.
Storm. Onder storm wordt verstaan een windsnelheid van ten- minste 14 meter per seconde (windkracht 7 of hoger).
Storm. Van storm is sprake bij een windsnelheid van windkracht 7 of hoger.
Storm. Een windsnelheid van minstens 14 meter per seconde. Als de windsnelheid zich afwisselend boven en onder de 14 meter per seconde beweegt, dan wordt voor de vaststelling van het aantal malen dat het eigen risico van toepassing is, de periode vanaf het moment dat de windsnelheid voor het eerst 14 meter per seconde is tot het begin van een periode van ten minste 24 achtereenvolgende uren waarbinnen de windsnelheid 10 meter per seconde of minder is geweest, als één evenement beschouwd.