Common use of Aangifte Clause in Contracts

Aangifte. De aangeslotene, de inrichter of ieder ander persoon die belang heeft bij de uitkering moet iedere ziekte of ongeval waardoor een arbeidsongeschiktheid wordt veroorzaakt of zou kunnen worden veroorzaakt aan de pensioeninstelling aangeven, op het hiertoe door de pensioeninstelling ter beschikking gestelde formulier, dit binnen 30 dagen na het begin van de ziekte of na het ongeval en in ieder geval zo spoedig als redelijkerwijze mogelijk is. Deze aangifte dient zo vlug mogelijk te worden gedaan met opgave van alle nodige gegevens. De aangeslotene bezorgt de geneeskundige verklaringen van de behandelende arts aan de adviserende arts van de pensioeninstelling, met vermelding van de oorzaken, aard, graad en vermoedelijke evolutie van de arbeidsongeschiktheid. De aangifte zal nog worden aanvaard indien zij om een geldige reden later wordt gedaan, maar dit op zijn laatst één jaar na het begin van de ziekte of na het ongeval. Zo de pensioeninstelling het bewijs levert dat zij door de laattijdigheid van de aangifte enig nadeel heeft geleden, zal de eigen-risicotermijn pas ingaan op de dag waarop de pensioeninstelling effectief in kennis werd gesteld van de ziekte of het ongeval. De inrichter of de aangeslotene is verplicht de pensioeninstelling vooraf te melden, wanneer: - de aangeslotene ophoudt zijn in de Bijzondere Voorwaarden vermelde beroep daadwerkelijk uit te oefenen; - de aangeslotene een ander beroep gaat uitoefenen; - de aan het gemelde beroep verbonden werkzaamheden veranderen - het inkomen van de aangeslotene wijzigt - het sociale zekerheidsstatuut van de aangeslotene wijzigt.

Aangifte. De aangeslotene, de inrichter of ieder ander persoon die belang heeft bij de uitkering moet iedere ziekte of ongeval waardoor een arbeidsongeschiktheid wordt veroorzaakt of zou kunnen worden veroorzaakt aan de pensioeninstelling aangeven, op het hiertoe door de pensioeninstelling ter beschikking gestelde formulier, dit binnen 30 dagen na het begin van de ziekte of na het ongeval en in ieder geval zo spoedig als redelijkerwijze mogelijk is. Deze aangifte dient zo vlug mogelijk te worden gedaan met opgave van alle nodige gegevens. De aangeslotene bezorgt de geneeskundige verklaringen van de behandelende arts aan de adviserende arts van de pensioeninstelling, met vermelding van de oorzaken, aard, graad en vermoedelijke evolutie van de arbeidsongeschiktheid. De aangifte zal nog worden aanvaard indien zij om een geldige reden later wordt gedaan, maar dit op zijn laatst één jaar na het begin van de ziekte of na het ongeval. Zo de pensioeninstelling het bewijs levert dat zij door de laattijdigheid van de aangifte enig nadeel heeft geleden, zal de eigen-risicotermijn pas ingaan op de dag waarop de pensioeninstelling effectief in kennis werd gesteld van de ziekte of het ongeval. De inrichter of de aangeslotene is verplicht de pensioeninstelling vooraf te melden, wanneer: - de aangeslotene ophoudt zijn in de Bijzondere Voorwaarden vermelde beroep daadwerkelijk uit te oefenen; - de aangeslotene een ander beroep gaat uitoefenen; - de aan het gemelde beroep verbonden werkzaamheden veranderen - het inkomen van de aangeslotene wijzigt - het sociale zekerheidsstatuut van de aangeslotene wijzigtwijzigt Indien zich een schadegeval voordoet voordat de aangeslotene of de inrichter de vermindering van het inkomen heeft gemeld, kan de pensioeninstelling de gewaarborgde rente aanpassen overeenkomstig punt 11.3.

Aangifte. De aangesloteneverzekerde, de inrichter verzekeringsnemer of ieder ander persoon die belang heeft bij de uitkering moet iedere ziekte of ongeval waardoor een arbeidsongeschiktheid wordt veroorzaakt of zou kunnen worden veroorzaakt aan de pensioeninstelling maatschappij aangeven, op het hiertoe door de pensioeninstelling maatschappij ter beschikking gestelde formulier, dit binnen 30 dagen na het begin van de ziekte of na het ongeval en in ieder geval zo spoedig als redelijkerwijze mogelijk is. Deze aangifte dient zo vlug mogelijk te worden gedaan met opgave van alle nodige gegevens. De aangeslotene verzekerde bezorgt de geneeskundige verklaringen van de behandelende arts aan de adviserende arts van de pensioeninstellingmaatschappij, met vermelding van de oorzaken, aard, graad en vermoedelijke evolutie van de arbeidsongeschiktheid. De aangifte zal nog worden aanvaard indien zij om een geldige reden later wordt gedaan, maar dit op zijn laatst één jaar na het begin van de ziekte of na het ongeval. Zo de pensioeninstelling maatschappij het bewijs levert dat zij door de laattijdigheid van de aangifte enig nadeel heeft geleden, zal de eigen-risicotermijn pas ingaan op de dag waarop de pensioeninstelling maatschappij effectief in kennis werd gesteld van de ziekte of het ongeval. De inrichter verzekeringsnemer of de aangeslotene verzekerde is verplicht de pensioeninstelling maatschappij vooraf te melden, wanneer: - de aangeslotene verzekerde ophoudt zijn in de Bijzondere Voorwaarden vermelde beroep daadwerkelijk uit te oefenen; - de aangeslotene verzekerde een ander beroep gaat uitoefenen; - de aan het gemelde beroep verbonden werkzaamheden veranderen veranderen; - het inkomen de bijdrage van de aangeslotene wijzigt werkzaamheden van de verzekerde bij de totstandkoming van de toegevoegde waard wijzigt; - de inkomsten van de verzekeringsnemer zoals hiervoor bepaald wijzigen; - het sociale zekerheidsstatuut van de aangeslotene verzekerde wijzigt.

Aangifte. De aangesloteneverzekerde, de inrichter verzekeringsnemer of ieder ander persoon die belang heeft bij de uitkering moet iedere ziekte of ongeval waardoor een arbeidsongeschiktheid wordt veroorzaakt of zou kunnen worden veroorzaakt aan de pensioeninstelling maatschappij aangeven, op het hiertoe door de pensioeninstelling maatschappij ter beschikking gestelde formulier, dit binnen 30 dagen na het begin van de ziekte of na het ongeval en in ieder geval zo spoedig als redelijkerwijze mogelijk is. Deze aangifte dient zo vlug mogelijk te worden gedaan met opgave van alle nodige gegevens. De aangeslotene verzekerde bezorgt de geneeskundige verklaringen van de behandelende arts aan de adviserende arts van de pensioeninstellingmaatschappij, met vermelding van de oorzaken, aard, graad en vermoedelijke evolutie van de arbeidsongeschiktheid. De aangifte zal nog worden aanvaard indien zij om een geldige reden later wordt gedaan, maar dit op zijn laatst één jaar na het begin van de ziekte of na het ongeval. Zo de pensioeninstelling maatschappij het bewijs levert dat zij door de laattijdigheid van de aangifte enig nadeel heeft geleden, zal de eigen-risicotermijn pas ingaan op de dag waarop de pensioeninstelling maatschappij effectief in kennis werd gesteld van de ziekte of het ongeval. De inrichter verzekeringsnemer of de aangeslotene verzekerde is verplicht de pensioeninstelling maatschappij vooraf te melden, wanneer: - de aangeslotene verzekerde ophoudt zijn in de Bijzondere Voorwaarden vermelde beroep daadwerkelijk uit te oefenen; - de aangeslotene verzekerde een ander beroep gaat uitoefenen; - de aan het gemelde beroep verbonden werkzaamheden veranderen veranderen; - het inkomen van de aangeslotene wijzigt verzekerde wijzigt; - het sociale zekerheidsstatuut van de aangeslotene verzekerde wijzigt.

Aangifte. De aangesloteneverzekerde, de inrichter verzekeringsnemer of ieder ander persoon die belang heeft bij de uitkering moet iedere ziekte of ongeval waardoor een arbeidsongeschiktheid wordt veroorzaakt of zou kunnen worden veroorzaakt aan de pensioeninstelling maatschappij aangeven, op het hiertoe door de pensioeninstelling maatschappij ter beschikking gestelde formulier, dit binnen 30 dagen na het begin van de ziekte of na het ongeval en in ieder geval zo spoedig als redelijkerwijze mogelijk is. Deze aangifte dient zo vlug mogelijk te worden gedaan met opgave van alle nodige gegevens. De aangeslotene verzekerde bezorgt de geneeskundige verklaringen van de behandelende arts aan de adviserende arts van de pensioeninstellingmaatschappij, met vermelding van de oorzaken, aard, graad en vermoedelijke evolutie van de arbeidsongeschiktheid. De aangifte zal nog worden aanvaard indien zij om een geldige reden later wordt gedaan, maar dit op zijn laatst één jaar na het begin van de ziekte of na het ongeval. Zo de pensioeninstelling maatschappij het bewijs levert dat zij door de laattijdigheid van de aangifte enig nadeel heeft geleden, zal de eigen-risicotermijn pas ingaan op de dag waarop de pensioeninstelling maatschappij effectief in kennis werd gesteld van de ziekte of het ongeval. De inrichter verzekeringsnemer of de aangeslotene verzekerde is verplicht de pensioeninstelling maatschappij vooraf te melden, wanneer: - de aangeslotene verzekerde ophoudt zijn in de Bijzondere Voorwaarden vermelde beroep daadwerkelijk uit te oefenen; - de aangeslotene verzekerde een ander beroep gaat uitoefenen; - de aan het gemelde beroep verbonden werkzaamheden veranderen - het inkomen van de aangeslotene verzekerde wijzigt - het sociale zekerheidsstatuut van de aangeslotene verzekerde wijzigt.