Aanstelling in algemene dienst. Lid 1 De ambtenaar is – nadat hij is gehoord – verplicht om in het belang van de dienst een andere passende functie te aanvaarden. Een passende functie is een functie die de ambtenaar redelijkerwijs in verband met zijn persoonlijkheid, zijn omstandigheden en de voor hem bestaande vooruitzichten kan worden opgedragen.
Lid 2 Indien het college dit in het belang van de dienst nodig acht, is de ambtenaar verplicht om:
a. tijdelijk niet tot zijn functie behorende werkzaamheden te verrichten, dan wel tijdelijk een andere functie waar te nemen;
b. tijdelijk werkzaamheden te verrichten buiten de voor hem vastgestelde werktijden;
c. beschikbaar te zijn buiten de voor zijn functie vastgestelde werktijden. Voor het, gedurende onbepaalde tijd periodiek verrichten van deze beschikbaarheidsdiensten wordt de ambtenaar schriftelijk aangewezen, indien deze diensten ten minste op gemiddeld zestig kalenderdagen in een periode van twaalf maanden zullen moeten worden verricht, hetgeen uit de schriftelijke aanwijzing moet blijken.
Lid 3 Wanneer de ambtenaar meent, dat in verband met zijn persoonlijkheid en omstandigheden de in het tweede lid bedoelde werkzaamheden redelijkerwijs niet van hem kunnen worden gevergd, geeft hij – onverminderd zijn verplichting om die werkzaamheden terstond aan te vangen – daarvan door tussenkomst van het hoofd van dienst terstond kennis aan het college, dat zo spoedig mogelijk een beslissing ter zake neemt.
Aanstelling in algemene dienst. Lid 1 De aanstelling geschiedt in algemene dienst van de gemeente. Lid 2 Het college stelt in een lokale regeling nadere regels ter uitvoering van dit artikel. Lid 3 De ambtenaar die op 31 december 2012 in dienst is van de gemeente is met ingang van 1 januari 2013 van rechtswege aangesteld in algemene dienst van de gemeente.
Aanstelling in algemene dienst. 1. De ambtenaar wordt aangesteld in algemene dienst van de provincie.
2. De aanstelling geschiedt voor bepaalde of onbepaalde tijd.
3. Aan een aanstelling voor onbepaalde tijd kan een aanstelling voor bepaalde tijd op proef voorafgaan.
Aanstelling in algemene dienst. Lid 1 De aanstelling geschiedt in algemene dienst van de veiligheidsregio. Lid 2 Het bestuur stelt in een lokale regeling nadere regels ter uitvoering van dit artikel. Lid 3 De ambtenaar die op 31 december 2012 in dienst was van de veiligheidsregio is met ingang van 1 janu- ari 2013 van rechtswege aangesteld in algemene dienst van de veiligheidsregio.
Lid 1 De ambtenaar is – nadat hij is gehoord – verplicht om in het belang van de dienst een andere passende functie te aanvaarden. Een passende functie is een functie die de ambtenaar redelijkerwijs in verband met zijn persoonlijkheid, zijn omstandigheden en de voor hem bestaande vooruitzichten kan worden opgedragen.
Lid 2 Indien het bestuur dit in het belang van de dienst nodig acht, is de ambtenaar verplicht om:
a. tijdelijk niet tot zijn functie behorende werkzaamheden te verrichten, dan wel tijdelijk een andere functie waar te nemen;
b. tijdelijk werkzaamheden te verrichten buiten de voor hem vastgestelde werktijden;
c. beschikbaar te zijn buiten de voor zijn functie vastgestelde werktijden. Lid 3 Voor het, gedurende onbepaalde tijd periodiek verrichten van deze beschikbaarheidsdiensten wordt de ambtenaar schriftelijk aangewezen, indien deze diensten ten minste op gemiddeld zestig kalender- dagen in een periode van twaalf maanden zullen moeten worden verricht, hetgeen uit de schriftelijke aanwijzing moet blijken.
Aanstelling in algemene dienst. 1. De ambtenaar wordt door het dagelijks bestuur in algemene dienst aangesteld, tenzij bij of krachtens wet of besluit van het algemeen bestuur anders is bepaald.
2. Voor aanstelling kan slechts in aanmerking komen hij van wie – na een daartoe door of vanwege het tot aanstelling bevoegde bestuursorgaan gehouden onderzoek – kan wor- den aangenomen dat hij in voldoende mate beschikt over de hoedanigheden tot het ver- richten van de hem op te dragen werkzaamheden.
3. Voor aanstelling kan als vereiste worden gesteld dat betrokkene in het bezit is van een verklaring omtrent het gedrag als bedoeld in de Wet justitiële en strafvorderlijke gege- vens.
4. De vreemdeling zoals omschreven in de Vreemdelingenwet 2000 kan slechts voor een aanstelling of een arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht in aanmerking komen in- dien hij beschikt over een tewerkstellingsvergunning, tenzij hij van deze verplichting is uitgesloten volgens artikel 3 van de Wet arbeid vreemdelingen (WAV).
5. Het dagelijks bestuur treft maatregelen, waardoor de vertrouwelijkheid van de gegevens, ontvangen volgens het in lid 1 bedoelde onderzoek, te allen tijde wordt gegarandeerd.
Aanstelling in algemene dienst. 1. De ambtenaar wordt door het dagelijks bestuur in algemene dienst aangesteld.
2. In het schriftelijk bericht van aanstelling of plaatsing in algemene dienst wordt de periode van plaatsing in de functie (zie art. 2.1.11, lid 1, letter d SAW) uitdrukkelijk vermeld.
3. De salarisschaal wordt vastgesteld op het niveau van de functie waarop de ambtenaar geplaatst wordt en dit is tenminste het niveau van de huidige salarisschaal.
4. Met de ambtenaar wordt als onderdeel van de gesprekscyclus, het maatwerk tussen ambtenaar en leidinggevende, jaarlijks over de loopbaan gesproken met toepassing van het gestelde in hoofdstuk 5 SAW. Dit loopbaangesprek richt zich op het in overleg komen tot een volgende functie na afloop van de periode van plaatsing als bedoeld in lid 2.
5. De ambtenaar wordt iedere keer voor een periode van tenminste drie jaar en maximaal vijf jaar in een functie geplaatst, tenzij in overleg anders is bepaald.
6. De ambtenaar kan na afloop van de periode als bedoeld in lid 2 ook opnieuw in dezelfde functie worden geplaatst.
7. Zolang er na afloop van de periode als bedoeld in lid 2 geen andere functie beschikbaar is blijft de ambtenaar zijn functie voorlopig vervullen.
8. De ambtenaar kan op eigen verzoek in een andere functie worden geplaatst dan wel tijdelijk met ander werk worden belast als hij voldoet aan de daaraan gesteld eisen van bekwaamheid en geschiktheid
9. De ambtenaar kan worden verplicht na afloop van de periode van plaatsing in een functie als bedoeld in lid 2, een hem aangeboden passende functie te aanvaarden. Bij het aanbieden van een andere functie wordt door het dagelijks bestuur een termijn van tenminste twee maanden in acht genomen.
Aanstelling in algemene dienst. Artikel 2.1