Algemeen bestuur Voorbeeldclausules

Algemeen bestuur. Artikel 6: Aanwijzing leden 1. De colleges wijzen uit hun midden ieder twee leden van het algemeen bestuur aan. 2. De colleges kunnen voor ieder lid tevens één plaatsvervangend lid uit hun midden aanwijzen, dat het lid bij verhindering of ontstentenis vervangt. Hetgeen in deze regeling is bepaald ten aanzien van een lid van het algemeen bestuur is van overeenkomstige toepassing op het plaatsvervangend lid, tenzij de regeling anders bepaalt.
Algemeen bestuur. 1. Bij het algemeen bestuur berusten alle bevoegdheden die niet bij of krachtens deze regeling aan het dagelijks bestuur of de voorzitter zijn voorbehouden. 2. Het algemeen bestuur is in ieder geval belast met en bevoegd tot: a. het vaststellen van het tweejaarlijkse strategische beleidsplan (inclusief organisatie- ontwikkelings- en kwaliteitsborgingsplan) b. het vaststellen van het jaarlijkse uitvoeringsprogramma ; c. het doen van voorstellen aan de deelnemers omtrent toetreding tot, uittreding uit, wijziging van of opheffing van de regeling; d. het besluiten tot deelname aan en samenwerken met gemeenschappelijke regelingen en het (mede) oprichten van privaatrechtelijke rechtspersonen, nadat de raden en provinciale staten van de deelnemers in de gelegenheid zijn gesteld hun wensen en bedenkingen ter kennis van het algemeen bestuur te brengen; e. het instellen van commissies met het oog op de behartiging van bepaalde belangen zoals bedoeld in artikel 25 van de Wet gemeenschappelijke regelingen; f. tot wijziging van de gemeenschappelijke regeling indien en voor zover nieuwe wetten en/of regels hiertoe nopen en het uitsluitend technische wijzigingen betreft. Voor een wijziging als hier bedoeld behoeft niet de procedure als omschreven in artikel 37 te worden gevolgd. 3. Het algemeen bestuur kan aan het dagelijks bestuur of aan een bestuurscommissie als bedoeld in het tweede lid onder e bevoegdheden van het algemeen bestuur over- of opdragen, tenzij de aard van de bevoegdheid zich tegen deze overdracht verzet. Het dagelijks bestuur kan deze bevoegdheden mandateren aan de directeur.
Algemeen bestuur. Samenstelling Algemeen bestuur. Artikel 7. 1. De colleges van de deelnemende gemeenten wijzen ieder uit hun midden een lid van het Algemeen bestuur aan. Ook wijzen zij ieder uit hun midden een plaatsvervangende lid aan die de door hen benoemde leden bij ontstentenis vervangt. 2. Het daartoe bevoegde orgaan van PREZERO wijst één lid en één plaatsvervangend lid van het Algemeen bestuur aan. Dit orgaan is bevoegd de aanwijzing tussentijds in te trekken en een nieuw lid of plaatsvervangend lid van het Algemeen bestuur aan te wijzen. 3. De leden van het Algemeen bestuur worden aangewezen voor een zittingsduur van 4 jaar en treden af op de dag waarop in het kader van een nieuwe zittingsperiode van de gemeenteraad een nieuw geïnstalleerd college een besluit neemt tot aanwijzing van het lid en het plaatsvervangend lid van het Algemeen bestuur. Aftredende leden kunnen opnieuw als lid worden aangewezen. 4. Wanneer het lidmaatschap van het college van burgemeester en wethouders eindigt, eindigt ook het (plaatsvervangend) lidmaatschap van het Algemeen bestuur. 5. Wanneer het door de PREZERO aangewezen lid geen deel meer uitmaakt van een vennootschapsrechtelijk orgaan van PREZERO of geen dienstbetrekking meer heeft met PREZERO eindigt ook het (plaatsvervangend) lidmaatschap van het Algemeen bestuur. 6. Een lid van het Algemeen bestuur kan te allen tijde ontslag nemen. Dit gebeurt door mededeling aan het Algemeen bestuur. 7. Indien tussentijds de plaats van een (plaatsvervangend) lid vacant komt, wijst het daartoe bevoegde college of het daartoe bevoegde orgaan van PREZERO zo spoedig mogelijk een nieuw (plaatsvervangend) lid aan. 8. Bij het bestaan van één of meer vacatures blijven de resterende bestuursleden bevoegd besluiten te nemen, onverminderd het bepaalde in artikel 7 eerste lid. 9. Het lidmaatschap van het Algemeen bestuur is onverenigbaar met de betrekking van ambtenaar, door of vanwege het bestuur van één van de deelnemende gemeenten dan wel door of vanwege het Dagelijks bestuur van het openbaar lichaam aangesteld of daaraan ondergeschikt. Met ambtenaar worden voor de toepassing van dit lid gelijkgesteld zij die aangesteld zijn bij één der deelnemende gemeenten dan wel daar op een arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht werkzaam zijn. 1. Het Algemeen bestuur stelt voor zijn vergaderingen een reglement van orde vast. Dit reglement, en de daarin aangebrachte wijzigingen, worden aan de colleges van de deelnemende gemeenten en aan PREZERO gezonden. De artikelen ...
Algemeen bestuur. 1. De ontvanger, uitgezonderd natuurlijke personen, dient te blijven voldoen aan de bestuurlijke Code van de eigen branche of indien deze niet aanwezig is aan de voorwaarden die de gemeente voor goed bestuur kan stellen in de verordening Subsidieregels. 2. Burgemeester en wethouders kunnen artikel 2.4 Subsidies van de Beleidsregel toepassing wet Bibob van toepassing verklaren. 3. Burgemeester en wethouders kan aan de subsidie verplichtingen verbinden inhoudende: a. het betrekken van deelnemers en gebruikers bij het voorbereiden en uitvoeren van het beleid van de aanvrager; b. het gebruik van gemeentelijke accommodaties dan wel accommodaties van (andere) organisaties die subsidie ontvangen; c. social return bij de uitvoering van de gesubsidieerde activiteiten toe te passen; d. diversiteit bij het bereik van de activiteiten; e. duurzaamheid. 4. De ontvanger zorgt ervoor dat alle inwoners van West Betuwe ongeacht hun beperking gebruik kunnen maken van de activiteiten, die worden aangeboden. Burgemeester en wethouders kan in subsidieregels hiervan afwijken. Burgemeester en wethouders kan op verzoek van de aanvrager in een verlening besluit een ontheffing geven van deze verplichting voor een of meer jaren, mits de aanvrager aantoont dat het voldoen aan deze verplichting een onevenredige (financiële) inspanning vergt.
Algemeen bestuur. 1. Alle bevoegdheden die niet of bij of krachtens de wet aan het dagelijks bestuur of de voorzitter zijn toegekend, berusten bij het algemeen bestuur. 2. Het algemeen bestuur kan aan het dagelijks bestuur bevoegdheden overdragen, tenzij de aard van de bevoegdheid zich tegen overdracht verzet. 3. Het algemeen bestuur kan het dagelijks bestuur niet overdragen de bevoegdheid tot: a. het vaststellen of wijzigen van de begroting; b. het vaststellen van de jaarrekening; c. het beslissen tot het verlenen van diensten aan andere partijen dan de gemeenten. 3.4. Het algemeen bestuur besluit slechts tot oprichting van en de deelneming in stichtingen, maatschappen, vennootschappen, verenigingen, coöperaties en onderlinge waarborgmaatschappijen, indien dat in het bijzonder aangewezen moet worden geacht voor de behartiging van het daarmee te dienen openbaar belang. Het besluit wordt niet genomen dan nadat de raden in de gelegenheid zijn gesteld hun wensen en bedenkingen ter kennis van het algemeen bestuur te brengen. Het besluit wordt genomen bij meerderheid van twee derde van de uitgebrachte stemmen., waarbij de leden die zijn aangewezen door de colleges van Aalten, van Doetinchem en van Oude IJsselstreek voor het voorstel hebben gestemd.
Algemeen bestuur. 1. Het bestuur van de stichting wordt Algemeen Bestuur genoemd. 2. Het Algemeen Bestuur bestaat uit tenminste vijf (5) natuurlijke personen en is samengesteld uit de Algemeen Voorzitter, de Algemeen Secretaris en de Algemeen Penningmeester en voorts uit tenminste twee (2) en ten hoogste tien
Algemeen bestuur. In afwijking van artikel 13 lid 6 Wgr bestaat het algemeen bestuur verplicht uit de burgemeesters, zoals artikel 11 lid 1 Wvr voorschrijft. De burgemeester zit in het algemeen bestuur als vertegenwoordiger van het college van burgemeester en wethouders, nu de gemeenschappelijke regeling een zogenoemde collegeregeling betreft (zie eerste deel van deze toelichting). Indien een burgemeester verhinderd is aan de vergadering van het algemeen bestuur deel te nemen, dan kan de locoburgemeester hem overeenkomstig artikel 77 van de Gemeentewet vervangen als lid van het algemeen bestuur. De loco-burgemeester heeft dan volledig stemrecht in de vergadering van het algemeen bestuur.
Algemeen bestuur. Dit artikel regelt de taken en bevoegdheden van het algemeen bestuur. Het algemeen bestuur is bevoegd, tenzij een ander orgaan expliciet bevoegd is gemaakt (lid 1). Uit lid 2 en artikel 3.3 lid 2 volgt dat het algemeen bestuur bepaalde bevoegdheden niet mag overdragen aan het dagelijks bestuur. Het algemeen bestuur kan voorts beslissen, overeenkomstig artikel 31a Wgr, dat de veiligheidsregio (als rechtspersoon) gaat deelnemen in een privaatrechtelijke rechtspersoon. Daarbij moet overeenkomstig artikel 31a Wgr wel een zienswijzenprocedure bij de raden worden gevolgd. Vastgelegd is voorts dat het algemeen bestuur een notitie verbonden partijen moet opstellen met algemene kaders voor het oprichten van of deelnemen in privaatrechtelijke of publiekrechtelijke rechtspersonen.
Algemeen bestuur. Het (statutair) bestuur van de Stichting.
Algemeen bestuur. 2.1.1 Het (algemeen) bestuur bestaat uit: een voorzitter, een secretaris, een penningmeester en tenminste twee leden, die allen meerderjarig moeten zijn. 2.1.2 Onder het bestuur valt: • de algemene leiding van zaken • de uitvoering van de door de algemene vergadering genomen besluiten • het toezicht op de naleving van de statuten en reglementen • benoeming, ontslag en schorsing van personen werkzaam ten behoeve van de vereniging 2.1.3 Het bestuur vergadert minimaal één maal per twee maanden volgens een vooraf vastgesteld rooster, met uitzondering van de maanden juli en augustus. Daarnaast vergadert het bestuur zo dikwijls als de voorzitter of tenminste drie leden van het bestuur dit wensen. 2.1.4 Een oproep voor een vergadering dient minimaal 48 uur voor aanvang van de vergadering in het bezit van de bestuursleden te zijn. Een vergadering op verzoek van bestuursleden dient binnen maximaal één week te worden belegd. 2.1.5 Een bestuursvergadering is tot besluiten bevoegd als de meerderheid van de bestuursleden aanwezig is. Over personen wordt schriftelijk gestemd. Over zaken kan mondeling gestemd worden. Besluiten worden bij meerderheid van geldige stemmen genomen. Indien bij een stemming over zaken de stemmen staken, wordt het voorstel geacht te zijn verworpen. Heeft bij een stemming over personen bij de eerste stemming niemand de meerderheid van de uitgebrachte geldige stemmen verkregen, dan vindt een herstemming plaats over de personen met de (op één na meeste) stemmen. Indien bij de herstemming de stemmen staken, beslist het lot.