Vergunningen 10.1. Voor zover voor de uitvoering van de Overeenkomst krachtens enig nationaal of internationaal voorschrift een vergunning is vereist, is Wederpartij verantwoordelijk voor het verkrijgen en behouden van een dergelijke vergunning. 10.2. Wederpartij stelt Opdrachtgever onverwijld in kennis van alles wat naar zijn oordeel strijd met de vergunning oplevert of kan opleveren.
Bestuursvergaderingen 1. Het bestuur vergadert tenminste éénmaal per jaar en voorts zo dikwijls de voorzitter of ten minste twee bestuursleden dit nodig achten. 2. De wijze en termijn van oproeping worden bij bestuursbesluit geregeld.
Inleidende bepalingen a. De geldende bepalingen van de Voorwaarden maken deel uit van deze mantelovereenkomst en vormen daarmee één geheel. De Voorwaarden gelden voor zover hier in de mantelovereenkomst daarvan niet wordt afgeweken; b. De bepalingen in onderhavige mantelovereenkomst prevaleren boven de Voorwaarden WGA-gat Uitgebreid; de polisvoorwaarden zijn op aanvraag beschikbaar bij Schouten Zekerheid en het secretariaat van CAO-partijen; aan een eventuele toelichting bij de polis kunnen geen rechten worden ontleend; de tekst van deze mantelovereenkomst wordt opgenomen in de CAO. c. In de polis voor de Werkgever is een bepaling opgenomen, waardoor de condities van deze mantelovereenkomst ook op die overeenkomst van toepassing is, inclusief het recht op beëindiging bij wijziging van deze mantelovereenkomst.
Gebruiksbeperkingen Deze dienst is alleen beschikbaar als het voertuig stilstaat, de deur van de bestuurder is gesloten, het ontstekingsmechanisme is uitgeschakeld en de sleutel niet in het contactslot zit. Aanvullende beperkingen kunnen van toepassing zijn in overeenstemming van land- specifieke voorschriften.
Vergaderingen Het Auditcomité vergadert zo vaak als nodig is voor de goede werking van het Comité, maar komt op zijn minst vier maal per jaar bijeen. Voor zover als mogelijk, worden de vergaderingen jaarlijks van tevoren vastgelegd en vinden deze zo kort mogelijk voor de vergaderingen van de Raad van Bestuur plaats. De vergaderingen van het Auditcomité worden in beginsel bijeengeroepen door de secretaris van het Auditcomité, in overleg met de voorzitter van het Auditcomité. Elk lid van het Auditcomité mag aan de voorzitter vragen om een vergadering van het Auditcomité bijeen te laten roepen. Behalve in dringende gevallen (onderworpen aan de beoordeling van de voorzitter van het Auditcomité), wordt de oproepingsbrief (met inbegrip van de agenda van de vergadering) tenminste vijf werkdagen vóór de vergadering toegezonden aan alle leden van het Auditcomité. Voor elk agendapunt wordt zoveel mogelijk schriftelijke informatie verschaft en worden relevante documenten toegevoegd aan de oproepingsbrief. Indien alle leden aanwezig of geldig vertegenwoordigd zijn, dient de naleving van de oproepingsformaliteiten niet te worden nagegaan. Het Auditcomité kan geldig beraadslagen en besluiten over de agendapunten op voorwaarde dat tenminste de helft van zijn leden aanwezig of geldig vertegenwoordigd is. Besluiten worden genomen met meerderheid van de stemmen uitgebracht door de leden van het Comité die aanwezig of geldig vertegenwoordigd zijn. De vergaderingen kunnen door middel van een conference call gehouden worden. De Voorzitter van de Raad van Bestuur is te allen tijde uitgenodigd om de vergaderingen van het Auditcomité bij te wonen, zelfs indien hij of zij hier geen lid van is. De Commissaris kan de voorzitter van het Auditcomité verzoeken een vergadering van het Auditcomité bij te mogen wonen. Het Auditcomité heeft minstens twee maal per jaar een ontmoeting met de Commissaris en de Directeur ACR, om met hen te overleggen over aangelegenheden die tot de bevoegdheden van het Auditcomité behoren en alle aangelegenheden die voortvloeien uit het auditproces (in het bijzonder de belangrijke zwaktes van de interne controle). Om zijn controlefunctie zo efficiënt mogelijk uit te oefenen, kan het Auditcomité apart vergaderen met het Uitvoerend Management, de interne auditors en de Commissaris. Het Auditcomité is derhalve vrij om op geregelde tijdstippen afzonderlijk met elk van hen te vergaderen. Teneinde zijn efficiëntie te verhogen, beslist het Auditcomité welke personen de vergaderingen van het Auditcomité mogen bijwonen zonder lid te zijn. Het kan onder meer ook aan vertegenwoordigers van het Uitvoerend Management vragen om zijn vergaderingen bij te wonen teneinde het Auditcomité in te lichten over bepaalde aangelegenheden. Indien nodig, en na de Voorzitter van de Raad van Bestuur hierover voorafgaandelijk te hebben ingelicht, kan het Auditcomité, op kosten van de Vennootschap, extern professioneel advies inwinnen over onderwerpen die tot haar bevoegdheid behoren. Ieder lid van het Auditcomité heeft toegang tot de boeken, gegevens en kantoren van de Vennootschap en van haar Dochtervennootschappen en heeft de toelating gesprekken te voeren met het leidinggevende personeel en/of werknemers van de Vennootschap en van haar Dochtervennootschappen, voor zover dit nodig is of nuttig kan zijn voor een goede vervulling van zijn taak. Een lid van het Auditcomité oefent dit recht uit in overleg met de voorzitter van het Auditcomité. Hiertoe kan het Auditcomité zich richten tot de Secretaris. Elk lid van het Auditcomité dient het Auditcomité in kennis te stellen van: - elk rechtstreeks of onrechtstreeks financieel belang bij enige aangelegenheid waarop het Auditcomité moet toezien; of - elk belangenconflict dat zou kunnen ontstaan omwille van andere mandaten die hij of zij vervult. Dit lid mag niet deelnemen aan de beraadslaging en de stemming over beslissingen van het Auditcomité waaromtrent zulk financieel belang of belangenconflict bestaat en, indien vereist door de Raad van Bestuur, neemt dit lid ontslag als lid van het Auditcomité.
Opleidingen 1 KPN onderscheidt drie aanleidingen voor het volgen van een opleiding: a. de opleiding is nodig voor de uitoefening van je functie; b. de opleiding is nodig om je om te scholen naar een andere functie in een groeidomein binnen KPN; c. de opleiding vergroot je inzetbaarheid en heeft niet direct een bedrijfsbelang; deze opleiding kies je zelf. 2 Een functieopleiding, zoals genoemd in lid 1 sub a, is een opleiding die nodig is voor de uitoefening van je functie. Opleidingsresultaten moeten direct in praktijk kunnen worden gebracht. Bij de keuze van je opleiding wordt rekening gehouden met - de functiebeschrijving, en; - je aanwezige kennis en vaardigheden. KPN betaalt de functieopleiding, je volgt deze in werktijd. 3 Een omscholingsopleiding, zoals genoemd in lid 1 sub b, is een opleiding om je in staat te stellen een andere functie in een groeidomein binnen KPN te gaan vervullen. Deze opleiding wordt in overleg met je manager vastgesteld. Van een omscholingsopleiding kan pas sprake zijn als jij en KPN samen de intentie hebben dat je gaat werken in dit groeidomein binnen KPN na afronding van de opleiding. In dat geval worden de kosten van deze omscholing door KPN vergoed en volg je deze opleiding in werktijd. 4 Een opleiding ten behoeve van je inzetbaarheid, zoals genoemd in lid 1 sub c, kun je onder andere kiezen uit de opleidingen die in KPN Academy staan vermeld. Als de opleiding niet in KPN Academy staat, kun je daar een ‘Aanvraag Buiten Catalogus’ voor doen. KPN Academy toetst je aanvraag aan een aantal voorwaarden. Meer informatie hierover vind je op TeamKPN. 5 Als een opleiding ten behoeve van je inzetbaarheid meer kost dan je Inzetbaarheidbudget toelaat, kan je manager beslissen het deel boven het beschikbare Inzetbaarheidbudget door KPN te laten betalen. 6 Ongeacht de hoogte van het bedrag dat jouw manager boven het Inzetbaarheidbudget voor jouw opleiding betaalt, geldt dat wanneer je stopt je met de betreffende opleiding voordat je die hebt afgerond en dit aan jou te wijten is, je het door KPN betaalde aanvullende deel terugbetaalt.
Kostenvergoedingen a. De werknemer kan in aanmerking komen voor de volgende kostenvergoedingen: - woon-werkverkeer (artikel 6.2); - functiegerichte scholing (artikel 6.3), loopbaan- gerichte scholing (artikel 6.4), en maaltijdkosten (artikel 6.7). b. Voorts kunnen door de werkgever een aantal facultatieve kostenvergoedingen toegekend worden. In bijlage 6 zijn de aanbevelingen opgenomen met betrekking tot deze regelingen: - zakelijke kilometers; - telefoon; - verblijf. Deze niet verplichte kostenvergoedingen zullen individueel in de arbeidsovereenkomst worden overeengekomen. Daarbij worden zoveel als mogelijk de richtlijnen gevolgd zoals deze in bijlage 6 zijn op- genomen. De werkgever heeft echter te allen tijde de bevoegdheid om daar van af te wijken. c. De vergoedingen worden maandelijks met het salaris uitbetaald, dan wel rechtstreeks per kas onder overleg- ging van de originele betalingsbewijzen of nota’s, (eventueel) de kilometerstaten en de door de werk- gever voor akkoord getekende opgave. d. Indien de werknemer de functie langer dan 1 maand niet uitoefent, behoudt de werkgever zich het recht voor om de voor de werknemer geldende kosten ver- goeding(en) stop te zetten, zonder dat de werkgever jegens de werknemer gehouden zal zijn tot betaling van enige (schade-) vergoeding. e. Alle kostenvergoedingsregelingen zijn erop gebaseerd dat voor de werkgever, ten aanzien van de vergoedin- gen, geen inhoudingplicht in het kader van de Wet op de Loonbelasting aanwezig is.
AFWIJKENDE BEPALINGEN KLEINVERBRUIKAANSLUITINGEN In afwijking van artikel 10 lid 2 zijn Klanten met een Kleinverbruikaansluiting een opzegvergoeding verschuldigd conform de Richtsnoeren Redelijke Opzegvergoedingen.
Afhandeling verzoeken van betrokkenen 8.1. In het geval dat een betrokkene een verzoek tot uitoefening van zijn/haar wettelijke rechten (artikel 15-22 AVG) richt aan Verwerker, zal Verwerker het verzoek doorsturen aan Verwerkingsverantwoordelijke, en zal Verwerkingsverantwoordelijke het verzoek verder afhandelen. Verwerker mag de betrokkene daarvan op de hoogte stellen.
Slotbepalingen 1. Op elke overeenkomst en alle daaruit tussen partijen voortvloeiende rechtsverhoudingen is uitsluitend Nederlands recht van toepassing. 2. Partijen zullen niet eerder een beroep doen op de rechter dan nadat zij zich optimaal hebben ingespannen om het geschil in onderling overleg te beslechten. 3. Voor zover de wet daarvan onder de gegeven omstandigheden van het geval niet dwingend afwijkt, wordt uitsluitend de bevoegde rechter binnen het arrondissement van de vestigingsplaats van Mega-Schutting aangewezen om van gerechtelijke geschillen kennis te nemen.