ARBEID OP ZATERDAG Voorbeeldclausules

ARBEID OP ZATERDAG. 1. Op zaterdag wordt niet gewerkt, tenzij met goedkeuring van de Vakraad, werkgever en werknemer in overleg daartoe besluiten. 2. De werknemer die - met ontheffing van de Vakraad - regelmatig op zaterdagen belast wordt met schoonmaakwerkzaamheden, onderhoud en reparatie van machines en gebouwen, expeditie en dergelijke werkzaamheden, ontvangt voor de eerste drie op een zaterdag gewerkte uren een vergoeding in de vorm van betaald verlof in de opvolgende week van 150% van de gewerkte tijd. De meerdere uren worden betaald met een toeslag van 50%.
ARBEID OP ZATERDAG. 1. Incidenteel werk op zaterdag is toegestaan, mits er geen structurele werkweek van zes dagen ontstaat. 2. Werken op zaterdag vindt alleen plaats in overleg tussen werkgever en werknemer. 3. De overwerktoeslag op zaterdag is 50%. 4. Werkgever en werknemer kunnen een vijfdaagse werkweek overeenkomen, waar de zaterdag een vast onderdeel van uitmaakt. 5. De werknemer die regelmatig op zaterdagen belast wordt met schoonmaakwerkzaamheden, onderhoud en reparatie van machines en gebouwen, expeditie en dergelijke werkzaamheden, ontvangt voor de eerste drie op zaterdag gewerkte uren een vergoeding in de vorm van betaald verlof in de opvolgende week van 150% van de gewerkte tijd. De meerdere uren worden betaald met een toeslag van 50%.
ARBEID OP ZATERDAG. 1. Op zaterdag zullen in de dagtakencombinatie als bedoeld in artikel B2 dagdienst alle voorkomende stuwadoorswerkzaamheden worden verricht. 2. Op zaterdagen waarop stuwadoorswerkzaamheden worden verricht en indien deze worden verricht tot een tijdstip gelegen voor 15.30 uur, kan personeel van de technische dienst - derhalve ook machinisten en motordrijvers - worden opgedragen tot 15.30 uur werkzaamheden te verrichten op welke locatie dan ook, voor zover deze nodig zijn om de stuwadoorswerkzaamheden van de komende dienst op tijd en storingvrij te laten beginnen.
ARBEID OP ZATERDAG. 1. In verband met het werkaanbod en de noodzaak om de openingstijden van de UWT-terminals gelijk te schakelen, zijn de vestigingen van UWT op zaterdag geopend. Er wordt op zaterdag gewerkt van 06.00 uur tot 12:00 uur, respectievelijk van 7:00 tot 13:00 uur (afhankelijk van locatie) met een doorbetaalde pauze van 15 minuten. De bezetting zal voor zover mogelijk bestaan uit vrijwilligers. Voor het geval er gelet op de te bezetten functies onvoldoende aanbod van vrijwilligers is, wordt er door UWT een lijst met namen van werknemers vastgesteld. Op basis van deze lijst kunnen werknemers bij toerbeurt voor een zaterdagdienst worden opgeroepen. De werknemer die is opgeroepen, is verplicht om aan een verzoek om op zaterdag te werken gehoor te geven volgens de op betreffende locatie geldende tijden. 2. M.b.t. de afspraken in lid 1 wordt door UWT, in samenspraak met de Ondernemingsraad, een enquête uitgezet m.b.t. het zaterdagrooster. De uitkomst van de enquête is niet bindend en wordt meegenomen in een volgend overleg met de vakbond. De enquête wordt uitgezet onder de functies heftruckchauffeur, kraanmachinist, balie en/of bargemedewerker, estimators en aansluitende niet nader genoemde functies waarvan de aanwezigheid noodzakelijk is voor de zaterdagopening.

Related to ARBEID OP ZATERDAG

  • Arbeidsduur en arbeidstijden 1. De uitzendonderneming maakt afspraken met de uitzendkracht over het aantal te werken uren per dag/week/periode. 2. De arbeids-, pauze- en rusttijden van de uitzendkracht zoals bedoeld in de Arbeidstijdenwet zijn gelijk aan die bij de opdrachtgever. 3. In overleg met de opdrachtgever en uitzendonderneming, is het de uitzendkracht toegestaan af te wijken van de bij de opdrachtgever geldende arbeidsduur en/of arbeidstijden. Dit kan bij aanvang van de uitzendovereenkomst, dan wel gedurende de uitzendovereenkomst worden overeengekomen. Hierbij geldt dat: x. xx xxxxxxxxx niet de voor de opdrachtgever uiterste grenzen van de wet en/of cao van de opdrachtgever (voor zover deze ruimer is) overschrijdt; b. de pauze- en rusttijden voor de uitzendkracht niet korter zijn dan bij de opdrachtgever.

  • Ziekte en arbeidsongeschiktheid 1. De werknemer die wegens ziekte geheel of gedeeltelijk verhinderd is zijn arbeid te verrichten, geniet van rechtswege geheel of gedeeltelijk verlof. 2. De werknemer is verplicht zo spoedig mogelijk aan de werkgever mededeling te doen van zijn verhindering, zijn medewerking te verlenen aan een geneeskundig onderzoek en ook overigens de hem in dit verband door de Arbodienst of uitvoeringsorganisatie gegeven voorschriften na te leven. 3. De werknemer die geheel of gedeeltelijk wegens ziekte verhinderd is zijn arbeid te verrichten, behoudt gedurende een termijn van twaalf maanden zijn volledige salaris. Vervolgens (tweede ziektejaar) ontvangt werknemer over de verlofuren wegens ziekte 70% van zijn salaris tot het einde dienstverband. De werknemer die de AOW-gerechtigde leeftijd heeft bereikt en die die geheel of gedeeltelijk wegens ziekte verhinderd is zijn arbeid te verrichten, behoudt vanaf zijn eerste ziektedag gedurende maximaal 13 weken aanspraak op zijn volledige salaris. Na deze periode heeft bedoelde werknemer geen recht meer op loon. 4. De werknemer die gerekend vanaf de eerste ziektedag twee jaar (104 weken) onafgebroken niet in staat is geweest zijn arbeid wegens ziekte geheel of gedeeltelijk te verrichten, heeft recht op een WIA- uitkering, indien hij aan de daarvoor gestelde eisen voldoet. 5. Het in lid 3 van dit artikel bepaalde is onverkort van toepassing op een werknemer die in het eerste ziektejaar een vervroegde geneeskundige keuring aanvraagt en aansluitend door het UWV volledig en duurzaam arbeidsongeschikt wordt verklaard. 6. Indien het UWV op grond van artikel 25 negende lid van de WIA een tijdvak vaststelt, gedurende welke de werknemer jegens de werkgever aanspraak op loon heeft, ontvangt de werknemer over dat tijdvak loon ter hoogte van 80% van zijn loon over de verlofuren wegens ziekte. 7. Indien de werknemer een WAO, WIA-, IP- of een AAOP-uitkering is toegekend, wordt het bedrag van die uitkering(en) in mindering gebracht op het bedrag, waarop hij ingevolge de in het vierde of vijfde lid opgenomen bepaling recht heeft. 8. Indien, als gevolg van het handelen of nalaten van handelingen door werknemer, de WAO of WIA- uitkering geheel of gedeeltelijk wordt geweigerd, dan wel blijvende of tijdelijke vermindering ondergaat, wordt deze uitkering voor de toepassing van het vierde of vijfde lid geacht steeds onverminderd te zijn genoten. 9. Het bepaalde in de leden 4 tot en met 8 van dit artikel is niet van toepassing op een werknemer die de AOW-gerechtigde leeftijd heeft bereikt.