Arbeidstijden in de mijnbouwsector Voorbeeldclausules

Arbeidstijden in de mijnbouwsector. De Arbeidstijdenwet (hierna ATW) is de basisregelgeving voor de arbeidstijden. De arbeids- en rusttijden, zoals die in de ATW zijn voorgeschreven, geven niet altijd voldoende mogelijkheden voor alle sectoren om een goede bedrijfsvoering te realiseren. De mijnbouw is zo'n sector waarvoor aanvullende en afwijkende regelgeving nodig is. Daarom geeft het Arbeidstijdenbesluit (hierna ATB) aanvullende en afwijkende regels voor werknemers die werkzaamheden verrichten op of vanaf een mijnbouwinstallatie (een in zee of oppervlaktewater geplaatste boor- of productie-installatie) of een onshore mijnbouwlocatie. Ook voor duikers die werkzaamheden verrichten voor de mijnbouw zijn aanvullende en afwijkende regels in het ATB opgenomen. Bij toepassing van de regels van het ATB moet in het oog worden gehouden dat de voorschriften van de ATW waarvan niet uitdrukkelijk wordt afgeweken in het ATB van toepassing blijven. Bovendien kan bij sommige werkzaamheden gekozen worden tussen de werktijdregeling van de ATW en de werktijdregeling van het ATB. Sinds april 2007 is de ATW op een aantal punten gewijzigd om tegemoet te komen aan de wens om meer flexibiliteit te creëren. De ATW kent geen standaard en overlegregeling. Er is een (hoofd)norm waarvan bij collectieve regeling kan worden afgeweken. Bij bedrijven waar niets is afgesproken over de bovenstaande onderwerpen, geldt de hoofdnorm. Het is alleen mogelijk af te wijken van de hoofdnorm door middel van collectieve afspraken tussen werkgever en werknemers. In dat geval geldt de ruimere norm van de collectieve regeling. De brancheorganisatie NADO (Nederlandse Associatie van Duikondernemingen), de NVB (Nederlandse Vereniging van Beroepsduikers), CNV en FNV hebben in april 2008 een convenant getekend, zodat de ruimere regeling van toepassing is. Download de brochure van Staatstoezicht op de Mijnen
Arbeidstijden in de mijnbouwsector. De Arbeidstijdenwet (hierna ATW) is de basisregelgeving voor de arbeidstijden. De arbeids- en rusttijden, zoals die in de ATW zijn voorgeschreven, geven niet altijd voldoende mogelijkheden voor alle sectoren om een goede bedrijfsvoering te realiseren. De mijnbouw is zo'n sector waarvoor aanvullende en afwijkende regelgeving nodig is. Daarom geeft het Arbeidstijdenbesluit (hierna ATB) aanvullende en afwijkende regels voor werknemers die werkzaamheden verrichten op of vanaf een mijnbouwinstallatie (een in zee of oppervlaktewater geplaatste boor- of productie-installatie) of een onshore mijnbouwlocatie. Ook voor duikers die werkzaamheden verrichten voor de mijnbouw zijn aanvullende en afwijkende regels in het ATB opgenomen. Bij toepassing van de regels van het ATB moet in het oog worden gehouden dat de voorschriften van de ATW waarvan niet uitdrukkelijk wordt afgeweken in het ATB van toepassing blijven. Bovendien kan bij sommige werkzaamheden gekozen worden tussen de werktijdregeling van de ATW en de werktijdregeling van het ATB. Sinds april 2007 is de ATW op een aantal punten gewijzigd om tegemoet te komen aan de wens om meer flexibiliteit te creëren. De ATW kent geen standaard en overlegregeling. Er is een (hoofd)norm waarvan bij collectieve regeling kan worden afgeweken.

Related to Arbeidstijden in de mijnbouwsector

  • Arbeidstijdenwet Voor deze cao gelden, tenzij anders bepaald, de normen van de Arbeidstijdenwet en de daarop berustende bepalingen, met dien verstande dat in werkroosters maximaal 5 nachtdiensten achter elkaar mogen worden ingeroosterd.

  • Arbeidstijden 1. Gemiddelde arbeidstijd per week Voor de werknemer geldt een gemiddelde wekelijkse arbeidstijd van gemiddeld 38 uur, verdeeld over 7 dagen per week volgens een dienstrooster. Werkgever en werknemer kunnen in overleg overeenkomen de gemiddelde arbeidstijd te verhogen van 38 uur naar 40 uur per week. Dit in ruil voor 13 vakantiedagen of 5% loonsverhoging.

  • Arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd De werknemer treedt in dienst voor onbepaalde tijd tenzij artikel D-3 of artikel D-4 van toepassing is.

  • Arbeidstijd 1. De werkgever stelt met inachtneming van het bepaalde in de Wet op de Ondernemingsraden de arbeidstijden vast binnen de volgende grenzen.

  • Arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd 1 De werknemer kan, met inachtneming van de maximale duur zoals genoemd in artikel D-5, in dienst treden voor bepaalde tijd.

  • Als arbeidsongeschiktheid van een medewerker te verwachten is Raakt een medewerker binnen zes maanden na de start van de module of van zijn dienstverband arbeidsongeschikt? En was zijn gezondheidstoestand bij de start van de module of van zijn dienstverband al zodanig dat u de arbeidsongeschiktheid had kunnen verwachten? Dan kunnen we de aanvulling tijdelijk of blijvend, geheel of gedeeltelijk weigeren. Had u direct voor de start van de module een soortgelijke verzekering, dan is bovenstaande bepaling bij de start van de module niet van toepassing. De bepaling is wel altijd van toepassing bij nieuwe medewerkers.

  • Geschillenregeling en de wettelijke klachtenregeling voor Kinderopvang 1. Geschillen tussen Ouder en Ondernemer over de totstandkoming of de uitvoering van de Overeenkomst kunnen zowel door de Ouder als door de Ondernemer aanhangig worden gemaakt bij de Geschillencommissie Kinderopvang en Peuterspeelzalen, Bordewijklaan 46, Xxxxxxx 00 000, 0000 XX Xxx Xxxx, (xxx.xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx.xx).

  • Arbeidsduur en werktijden Artikel 7.1.5.

  • Nederlandse Herverzekeringsmaatschappij voor Terrorismeschaden N.V. (NHT) Een door het Verbond van Verzekeraars opgerichte herverzekeringsmaatschappij, waarbij uitkeringsverplichtingen uit hoofde van verzekeringsovereenkomsten, die voor in Nederland toegelaten verzekeraars direct of indirect kunnen voortvloeien uit de verwezenlijking van de in artikel 1.1, 1.2 en 1.3 omschreven risico’s, in herverzekering kunnen worden ondergebracht.

  • Belangrijke opmerking Het volgende model werd opgesteld door de Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest overeenkomstig artikel 218, § 4 van de Brusselse Huisvestingscode. Het is een indicatief model en dus niet verplicht voor partijen die voor een ander model kunnen kiezen. Om de partijen bij te staan en om allesomvattend te zijn, omvat het de clausules van de Brusselse huisvestingscode en andere bepalingen die in de praktijk welbekend zijn en betrekking hebben op onderwerpen die niet gereglementeerd zijn. Om een duidelijk onderscheid te maken tussen de clausules die door een wettekst worden geregeld en de clausules die louter indicatief zijn en die de partijen naar eigen goeddunken kunnen wijzigen, zijn die laatste in de tekst in grijstinten. Wanneer het model voorziet in verschillende opties voor de partijen over hetzelfde onderwerp, wordt de keuze aangegeven met een selectievakje (□) voor elke optie. De partijen kunnen verwijzen naar de bij de huidige woonhuurovereenkomst bijgevoegde toelichtende nota voor iedere erbij horende aanvullende informatie. □ Als het om een natuurlijke persoon gaat (naam, voornaam en tweede voornaam van de verhuurder(s), rijksregisternummer):……………………………………………………………………………………………... .………………………………...…………………………………………………………………………………... Geboortedatum en –plaats: ……………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………. Adres: …………………………………………………………………………………………………………….. ……………………………………………………………………………………………………………………… □ Als het om een rechtspersoon gaat (maatschappelijke benaming van de rechtspersoon): …………… ………………………………………………………………………………………………………………………. Met maatschappelijke zetel gevestigd te (postcode, gemeente) …………………………………………….. (adres, nr.)…………………………………………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………………………………………………………. En met ondernemingsnummer………………………………………………………………………………….. Handelend in de hoedanigheid van........................................................................................................., Hier vertegenwoordigd door .................................................................................................................. De huurders, die solidair handelen, hierna de "medehuurders" genoemd (naam, voornaam en tweede voornaam van de eerste medehuurder, rijksregisternummer): …………… .………………………………...…………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………. Geboortedatum en –plaats: ……………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………. Adres: ……………………………………………………………………………………………………………… (naam, voornaam en tweede voornaam van de tweede medehuurder, rijksregisternummer): …………. .………………………………...…………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………. Geboortedatum en –plaats: ……………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………….... Adres: ……………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………. (naam, voornaam en tweede voornaam van de derde medehuurder, rijksregisternummer): …………… .………………………………...…………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………. Geboortedatum en –plaats: ……………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………… Adres: ……………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………….