Background Voorbeeldclausules

Background. 7.1 Background door een Partij ter beschikking gesteld gedurende -en voor de uitvoering van- het Project is en blijft (intellectueel) eigendom van, c.q. behoort toe aan uitsluitend de Partij die deze Background daartoe ter beschikking heeft gesteld. Elke Partij zal aan een Partij de noodzakelijke Background ter beschikking stellen die benodigd is voor de uitvoering van het Project zoals in Bijlage 2 vermeld, met de van toepassing zijnde restricties op het gebruik. De Partijen hebben het recht om, voor zover nodig voor het uitvoeren van het Project, aanvullende Background ter beschikking te stellen die niet in Bijlage 2 is vermeld. Deze aanvullende Background zal ook in Bijlage 2 worden opgenomen nadat dit akkoord is bevonden in een vergadering van de Projectcommissie en is toegevoegd aan de notulen van deze vergadering zonder dat een getekend Addendum nodig is. Een Partij heeft evenwel niet de verplichting om zulke aanvullende Background ter beschikking te stellen. 7.2 Iedere Partij verleent hierbij, aan de andere Partij(en) (inclusief diens Gelieerde partijen en betrokken derde partijen zoals gespecificeerd in Artikel 3.5) uitsluitend indien en voor zover dit noodzakelijk is voor de uitvoering van het Project door die Partij(en), een niet-exclusief, royalty vrij, niet-overdraagbaar gebruiksrecht op de door haar ter beschikking gestelde Background die is vastgelegd in Bijlage 2. 7.3 Indien toegang tot de Background van een andere Partij noodzakelijk is voor het gebruik van de Foreground, zal een Partij op verzoek van een andere Partij aan die Partij een niet-exclusieve, wereldwijde, niet overdraagbare licentie tot het gebruik van haar Background, zoals vastgelegd in Bijlage 2 verlenen. De voorwaarden voor deze licentie zullen worden vastgesteld op een objectieve, redelijk manier tegen marktvoorwaarden. Een dergelijk verzoek moet binnen 6 (zes) maanden na afloop van het Project worden gemaakt.
Background. The Ocean Cleanup seeks to remove as much floating plastic as possible from the oceans. To do so, it plans to deploy a number of floating systems to each gyre. Such gyres are areas in which the concentration of plastic is generally significantly greater than in other parts of the ocean. Plastic that drifts into a gyre becomes trapped there for decades, gradually disintegrating into ever smaller pieces. The systems will be transported to the high seas by ship and positioned in the gyres. These systems will be an estimated one to two kilometres long and will not be fixed to the seabed or actively steered or controlled. Since the system’s relative velocity will differ from that of the floating plastic, it will be able to collect plastic that is floating in the gyres. Periodically, a ship will sail to each system to take on board the collected plastic, which will then be brought back to land for recycling. The systems will move at a relatively low velocity of one to two knots, and will be followed from a distance. In 2018, The Ocean Cleanup will deploy a single system in the gyre in the North Pacific Ocean from San Francisco in the United States. The intention is to deploy multiple systems of a similar kind over the next few years to all the subtropical gyres (the North Pacific Gyre, South Pacific Gyre, Indian Ocean Gyre, North Atlantic Gyre and South Atlantic Gyre). This agreement has been drafted so as to take into account the continuous development of the system’s design, with a view to maximising its performance, expanding the number of systems, and increasing the number of areas in which the systems will be deployed. Removing plastic from the upper surface layer of the ocean is an essential and appealing part of the plan to rid the oceans of waste. The Netherlands values innovative developments that promote the government’s policy objectives. At the same time, States have a duty of care in relation to all operations, activities and processes that are conducted under their jurisdiction or control outside those areas where they exercise sovereign rights under the terms of various international conventions (e.g. on the basis of article 194, paragraph 2 of UNCLOS). Since Stichting The Ocean Cleanup and The Ocean Cleanup Projects B.V. are both Dutch legal entities, the Netherlands has an obligation to ensure that the activities undertaken by The Ocean Cleanup are at least in accordance with international standards in order to guarantee that the marine environm...
Background. De eigendomsrechten op de Background worden door de bepalingen van deze Overeenkomst niet aangetast. De Background is en blijft de eigendom van de inbrengende Partij.
Background. All information and INTELLECTUAL PROPERTY RIGHTS except BACKGROUND RIGHTS owned or controlled by a PARTNER or its AFFILIATE and which are not FOREGROUND.
Background. The Norwegian authorities notified an aid scheme for the trans- portation of round wood as existing aid in 1993. This scheme expired in 2006. Following the adoption of new guidelines for regional aid by the Authority applicable as of 1 January 2007, the Norwegian authorities have re-notified an aid scheme for the transportation of round wood in light of the new provisions for State aid guidelines for national regional aid. The scheme is called the regional grant for the transportation of round wood („Transporttilskudd til skogbruket”).
Background. Prior to the financial crisis of 2008 Glitnir Bank was the third largest in Iceland. At the end of 2007 its balance sheet amounted to ISK 2,949 billion (EUR c. 32,3 billion) and it made a net profit that year of EUR 315 million. The bank’s main markets were in Iceland and Norway where it offered a range of financial services, including corporate banking, investment banking, capital markets, investment management and retail banking. Glitnir also had operations in Finland, Sweden, Denmark, UK, Luxembourg, US, Canada, China and Russia. It held a number of subsidiary companies, the most significant being: Glitnir AB (Sweden); Glitnir Bank Oyi (Finland); Glitnir Bank ASA (Norway); Glitnir Bank Luxembourg SA; and Gltinir Asset Management Luxembourg. The bank’s international expansion was based on two specialised industry sectors; seafood and sustainable energy (1). Shares in the bank were listed on the Icelandic OMX.
Background. TS owns and operates Trondheim Spektrum, a multipurpose facility located in central Trondheim. The facility consists of eight multi-purpose halls. The halls are used as training venues for local sports clubs, small and large sports events and other events such as concerts, trade fairs and congresses.
Background. In 1992, the Norwegian authorities introduced a scheme concerning special tax deductions for cooperatives. According to the scheme, cooperatives within the agricultural and fisheries sectors as well as consumer cooperatives were entitled to incor- porate tax deductions on the basis of allocations to equity capital. Other forms of cooperatives were not covered by the scheme. The deduction was limited to maximum 15 % of the annual net income, and taken solely from the part of the income deriving from trade with the members of the cooperative. A deduction corresponding to the maximum allowed would imply a reduc- tion from the normal corporate tax rate of 28 % to 23,8 % (5). According to the Proposal by the Norwegian Government of 29 September 2006 (6), the aim of the scheme was to grant a fiscal advantage to the cooperatives on the basis that the coope- ratives were considered to have a more difficult access to equity capital than other undertakings.
Background. 8.1.1 Deze consortiumovereenkomst heeft geen invloed op de eigendom van enige background; dergelijke background blijft eigendom van de partner die toegangsrechten verleent aan een of meer partners voor de uitvoering en duur van het project, onder voorbehoud van eventuele rechten van derden. Tenzij anders vermeld, stemmen de partners in met het algemene principe dat methoden, procedures, technieken, modellen, apparatuur, datasets, enz. die tijdens de uitvoering van het project worden verbeterd of aangevuld met een nieuwe functionaliteit, worden beschouwd als background die toebehoort aan de partner die hetzelfde heeft ontwikkeld. Dit is niet van toepassing op wat binnen dit project als gezamenlijke resultaten, methoden en procedures wordt omschreven. 8.1.2 Elke partner geeft aan op welke background hij bereid is toegangsrechten te verlenen, met inachtneming van de bepalingen van deze consortiumovereenkomst en onder voorbehoud van de rechten van derden. De partners komen overeen dat alle niet in bijlage 4 vermelde background expliciet wordt uitgesloten van toegangsrechten. Partners kunnen extra background toevoegen door schriftelijke kennisgeving aan het stuurcomité. Alleen het stuurcomité kan echter een partner toestemming geven om een van zijn backgrounds uit bijlage 4 te schrappen. Elke partner brengt de andere partners zo snel mogelijk op de hoogte van elke beperking op de toekenning van toegangsrechten tot background of van enige andere beperking die een wezenlijke invloed zou kunnen hebben op de toekenning van toegangsrechten.
Background. Prior to the financial crisis of 2008 Landsbanki was the second largest bank in Iceland. At the end of the second quarter of 2008 its balance sheet amounted to ISK 3,970 billion (EUR 43,5 billion) and it made a pre-tax profit during the first half of that year of ISK 31 billion, around EUR 341 million. The published business strategy (1) of the bank was to transform the bank from a local commercial bank, operating exclusively in Iceland, ‘into a highly profitable corporate and investment banking operation stretching eastward from Iceland across Europe and westward over the Atlantic’. In 2000, Landsbanki began its activities abroad by acquiring a 70 % holding in the Heritable Bank in London and over the following years the bank grew substantially both through acquisitions and the establishment of foreign branches. Prior to its collapse the bank held seven main subsidiaries in the UK, Ireland, Luxembourg, France/Germany and Iceland itself. It also had branches in the UK (which in turn had offices in the Netherlands, Germany and the United States), Canada, Norway and Finland; and a sales office in Hong Kong.