Bedrijventerreinen Voorbeeldclausules

Bedrijventerreinen. Om de grondprijs van bedrijventerreinen te bepalen, hanteert de gemeente een vaste prijs per m² volgens de tabel hieronder. Hierbij zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd: • De grondprijzen zijn berekend via de residuele methode, het residu tussen de commerciële waarde van het object en de bouw- en bijkomende kosten. • Er is gekeken naar vraag- en transactieprijzen op locaties met een vergelijkbaar profiel (comparatieve vergelijking). • Hierbij is het uitgangspunt een FSI van 1.
Bedrijventerreinen. Met betrekking tot bedrijventerreinen stelt de verordening het volgende. Bestemmingsplannen voor gronden die zijn gelegen op bedrijventerreinen: • wijzen geen bestemmingen aan en stellen geen regels die nieuwe bedrijfswoningen mogelijk maken, behoudens woningen behorende bij woonwerkeenheden op (delen van) bedrijventerreinen waar maximaal milieucategorie 2 is toegestaan en die niet binnen de invloedssfeer liggen van (delen van) bedrijventerreinen waar bedrijven in een hogere milieucategorie zijn toegestaan; • moeten bedrijven uit de hoogst mogelijke milieucategorie passend bij de omgeving van het bedrijventerrein mogelijk maken, waarbij rekening wordt gehouden met toekomstige ontwikkelingen die mogelijk zijn op grond van een onherroepelijk bestemmingsplan of een provinciale structuurvisie. Afwijking hiervan is mogelijk indien in regionaal verband afspraken zijn gemaakt over het voorzien in voldoende ruimte voor bedrijven.
Bedrijventerreinen. Paragraaf 4.2.1 Instructieregels bedrijventerreinen
Bedrijventerreinen. De behoefte aan bedrijventerreinen lijkt de komende jaren te gaan terugvallen. Daarom maakten de gemeenten in de regio afspraken1 over de ontwikkeling en uitgifte van bedrijventerreinen. Daarmee wordt voorkomen dat er onnodig bedrijventerreinen worden ontwikkeld. De gemeente Buren ontwikkelt nu het bedrijventerrein Doejenburg II in Maurik. Grote ontwikkelingen op het gebied van bedrijventerreinen zijn niet gepland. De provinciale woningbouwopgave geeft als opdracht minder woningen te bouwen. Daarmee wordt voorkomen dat er meer woningen gebouwd worden, dan er vraag is in de regio. Deze maatschappelijke ontwikkelingen brengen geen grote veranderingen voor het grondbeleid. Deze nota kent daarom geen grote verschillen met de nota uit 2012. De gemeente Buren behoudt de instrumenten om een actief grondbeleid te voeren. De huidige marktsituatie zal ertoe leiden dat deze instrumenten in de praktijk weinig worden toegepast. Actief grondbeleid kan op beperkte schaal nog worden toegepast. Het is dan belangrijk snel te kunnen schakelen. . Regionaal Programma Bedrijventerrein 2016 Regio Rivierenland.
Bedrijventerreinen. Figuur 3.2 Vestiging en vertrek van bedrijvigheid op bedrijventerreinen in de Regio Amersfoort* (2005-2010) * exclusief Nijkerk en Barneveld Bron: PAR Tegenover de inkomende stromen staan ook grote uitgaande stromen. Het grootste verlies komt voor rekening van de opheffing van bedrijven (figuur 3.2). Het presentie- saldo op bedrijven is hierdoor fors negatief. Daarnaast zijn 161 bedrijven met 1.767 arbeidsplaatsen vertrokken naar een locatie buiten bedrijventerreinen. Ten opzichte van locaties elders in de regio is er een bescheiden vestigingsoverschot. De groei van de werkgelegenheid op bedrijventerreinen komt hierdoor vooral van al op bedrijventerreinen gevestigde bedrijven. De 160 tussen bedrijventerreinen verhuisde bedrijven lieten een groei zien van 560 arbeidsplaatsen. De niet verhuisde bedrijven op bedrijventerreinen groeiden met ruim 1.600 arbeidsplaatsen.
Bedrijventerreinen. Om de grondprijs van bedrijventerreinen te bepalen, hanteert de gemeente een vaste prijs per m² volgens de tabel hieronder. Hierbij zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd: • De grondprijzen zijn berekend via de residuele methode, het residu tussen de commerciële waarde van het object en de bouw- en bijkomende kosten. • Er is gekeken naar vraag- en transactieprijzen op locaties met een vergelijkbaar profiel (comparatieve vergelijking). • Hierbij is het uitgangspunt een FSI van 1. Bedrijventerrein Haansberg 153 p/m2 Vliegende Vennen Paarse Strook (bedrijven) 158 p/m2 Vliegende Vennen Paarse Strook (wonen minimaal 400 m2) 393 p/m2 Voor reststroken hanteert de gemeente de volgende vaste grondprijzen. Iedere aanvraag wordt afzonderlijk beoordeeld door de gemeente (en kan dus ook worden afgewezen).
Bedrijventerreinen. Sportterreinen
Bedrijventerreinen. Projectnaam Revitalisering bedrijventerrein Heerenveen-Zuid Omschrijving Revitaliseren bedrijventerrein te Heerenveen Doorlooptijd 5 maanden Opdrachtgever Gemeente Heerenveen Eigen rol Bestekschrijver Werkzaamheden Opstellen van het bestek, de besteksraming en het organiseren van het aanbestedingstraject. Projectnaam Revitalisering Overtoom fase 1 en 2 te Gorredijk Omschrijving Revitaliseren bedrijventerrein te Gorredijk Doorlooptijd 4 maanden Opdrachtgever Gemeente Opsterland Eigen rol Bestekschrijver Werkzaamheden Opstellen van het bestek, de besteksraming en het organiseren van het aanbestedingstraject. Projectnaam Baggeren vaarweg 24 Omschrijving Baggerbestek provinciale vaarweg 24 Doorlooptijd 6 maanden Projectkosten € 711.000,= Opdrachtgever Provincie Fryslân Eigen rol Projectleider en bestekschrijver Werkzaamheden Projectbegeleiding en mede opstellen van het bestek, de besteksraming en het organiseren van het aanbestedingstraject.
Bedrijventerreinen. Met betrekking tot bedrijventerreinen stelt de verordening het volgende. Bestemmingsplannen voor gronden die zijn gelegen op bedrijventerreinen: • wijzen geen bestemmingen aan die leiden tot een verlies aan ruimte voor bedrijvigheid, tenzij in regionaal verband afspraken zijn gemaakt over de wijze waarop dit verlies aan ruimte gecompenseerd wordt en de locatie waar deze compensatie zal plaatsvinden; • wijzen geen bestemmingen aan en stellen geen regels die nieuwe bedrijfswoningen mogelijk maken, behoudens woningen behorende bij woonwerkeenheden op (delen van) bedrijventerreinen waar maximaal milieucategorie 2 is toegestaan; • moeten bedrijven uit de hoogst mogelijke milieucategorie mogelijk maken. Indien dit niet mogelijk blijkt, dient de toelichting van het bestemmingsplan een motivering te bevatten. In deze motivering moet in ieder geval worden ingegaan op de relatie tussen de hoogst mogelijke milieucategorie en de lokale omstandigheden. Bestemmingsplannen voor gronden langs transportroutes voor het vervoer van gevaarlijke stoffen dienen voor wat betreft het aanwijzen van bestemmingen en het stellen van regels die nieuwe kwetsbare objecten of beperkt kwetsbare objecten, in de zin van de circulaire risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen (zoals die luidde op 1 augustus 2008), mogelijk maken, te voldoen aan de grenswaarde PR 10-6 voor kwetsbare objecten en de richtwaarde PR 10-6 voor beperkt kwetsbare objecten. De groepsrisicoafweging geldt voor het invloedsgebied van de transportroutes. Bij een toename van het groepsrisico moet een groepsrisico-afweging gemaakt worden. Onder transportroutes voor het vervoer van gevaarlijke stoffen wordt verstaan alle routes zoals opgenomen in de circulaire risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen (zoals die luidde op 1 augustus 2008) die niet uitgesloten zijn van het vervoer van gevaarlijke stoffen. Indien op grond van het bovenstaande een groepsrisicoafweging moet worden gemaakt, dient hierbij de CHAMP-methodiek te worden gehanteerd, zoals opgenomen in de nota 'Risico's in Balans' (vastgesteld door Gedeputeerde Staten op 4 juli 2006).
Bedrijventerreinen