Gunningscriteria De prijs is niet het enige gunningscriterium en alle criteria worden enkel vermeld in de aanbestedingsdocumenten
Beoordeling 1. Over de wijze waarop de werknemer zijn functie heeft uitgeoefend en over zijn gedragingen tijdens de uitoefening van die functie wordt periodiek een beoordeling opgemaakt. 2. De werkgever stelt regels vast voor beoordelingen. 3. De werknemer is verplicht de beoordeling voor gezien te ondertekenen.
Selectiecriteria De inschrijver dient te voldoen aan onderstaande selectiecriteria.
Rolverdeling 1. Onderwijsinstelling is ten aanzien van de in diens opdracht uit te voeren Verwerkingen van Persoonsgegevens de Verwerkingsverantwoordelijke. De Onderwijsinstelling heeft en houdt zelfstandige zeggenschap over (het bepalen van) het doel en de middelen van de Verwerking van de Persoonsgegevens. 2. Verwerker draagt er zorg voor dat de Onderwijsinstelling bij het sluiten van deze Verwerkersovereenkomst toereikend wordt geïnformeerd over de dienst(en) die de Verwerker verleent, en de uit te voeren Verwerkingen. De gegeven informatie stelt de Onderwijsinstelling in staat om te doorgronden welke Verwerkingen onlosmakelijk zijn verbonden met een aangeboden dienst en voor welke Verwerkingen Onderwijsinstelling gebruik kan maken van eventueel aangeboden optionele diensten. 3. In aanvulling op lid 2 en onverminderd hetgeen elders in deze Verwerkersovereenkomst is bepaald, informeert Xxxxxxxxx bij het sluiten van deze Verwerkersovereenkomst de Onderwijsinstelling in Bijlage 1 over de in lid 2 bedoelde diensten, waaronder eventuele optionele diensten, en de Verwerkingen die in dat kader plaatsvinden. De in Bijlage 1 opgenomen informatie moet in begrijpelijke taal zijn beschreven, waardoor Onderwijsinstelling geïnformeerd akkoord kan gaan met de afname van deze dienst(en) en de uitvoering van de bijbehorende Verwerkingen. 4. Voor zover artikel 30 lid 5 AVG daartoe verplicht, houdt Verwerker conform artikel 30, lid 2 AVG een register bij van alle categorieën van verwerkingsactiviteiten die Verwerker ten behoeve van een Onderwijsinstelling verricht. 5. Onderwijsinstelling en Verwerker verstrekken elkaar over en weer alle benodigde informatie teneinde een goede naleving van de Toepasselijke wet- en regelgeving betreffende de Verwerking van Persoonsgegevens mogelijk te maken.
De beoordeling Welke vraag moet de commissie beantwoorden? 3.1 Alhoewel het partijdebat zich met name heeft toegespitst op de externe registraties, vat de commissie de klacht van de consument ook zo op dat zij ook de vraag moet beantwoorden of de verzekeraar de persoonsgegevens van de consument in de interne registers mocht registreren.1 Daarmee hangt ook samen de vraag of de verzekeraar de verschillende verzekeringen mocht beëindigen en daarvan melding mocht maken in de verschillende registers. 3.2 De commissie is van oordeel dat de verzekeraar de persoonsgegevens van de consument ten onrechte in de verschillende registers heeft opgenomen. Dat betekent dat de verzekeraar de registraties uit de registers moet verwijderen. Het oordeel van de commissie zal hierna worden toegelicht. Eerst zal het juridisch kader worden geschetst waarna de zaak aan de hand van dit toetsingskader zal worden beoordeeld. 3.3 Omdat deze registraties grote gevolgen hebben voor consumenten, is de commissie van oordeel dat verzekeraars niet zonder goede reden persoonsgegevens mogen opnemen in de genoemde registers. Er worden dan ook terecht hoge eisen gesteld aan die reden(en). De eisen voor registratie in het Incidentenregister en het EVR zijn opgenomen in het Protocol Incidentenwaarschuwingssysteem Financiële Instellingen 2021 (hierna: ‘het Protocol’, zie bijlage). 3.4 Artikel 5.2.1 van het Protocol bepaalt onder welke voorwaarden persoonsgegevens mogen worden opgenomen in het EVR. Vereist is dat er een zwaardere verdenking tegen de consument bestaat dan alleen maar een redelijk vermoeden van schuld aan de fraude, in die zin dat de te verwerken strafrechtelijke persoonsgegevens in voldoende mate moeten vaststaan. Een strafrechtelijke veroordeling van de betrokkene is niet vereist.2 Het uitgangspunt is dat de verzekeraar moet kunnen aantonen dat in voldoende mate vaststaat dat de gedraging van de consument de kwalificatie strafbaar feit kan dragen. Dit betekent dat alleen een verdenking van fraude niet genoeg is, hier moet ook enig bewijs voor zijn. De verzekeraar moet dus goede redenen hebben de gegevens te registreren en hij moet dat ook voldoende kunnen onderbouwen. Het is aan de verzekeraar te bewijzen dat hiervan sprake is. 1 Er is bij het invullen van het klachtformulier immers geen sprake van ‘het formuleren van een vordering’. Door het indienen van dat formulier wordt een klacht in volle omvang aan de Geschillencommissie voorgelegd, zie HR 17 november 1995, NJ 0000/000 (Xxxxx/Xxxxx) en art. 47 lid 2 onder h van het reglement. 2 Zie Hoge Raad 29 mei 2009, ECLI:NL:HR:2009:BH4720, overweging 4.4 (te vinden op xxx.xxxxxxxxxxx.xx). 3.5 De verzekeraar stelt zich op het standpunt dat de consument hem opzettelijk heeft misleid door te proberen een dubbele uitkering te verkrijgen voor het verlies van één en dezelfde verlovingsring, terwijl hij daar geen recht op had. De consument heeft een uitvoerige verklaring gegeven, zoals weergegeven bij de nummers 2.5 t/m 2.12, voor de door de verzekeraar geconstateerde merkwaardigheden. De consument ontkent dat hij betrokken is geweest bij het indienen van de claim bij de reisverzekeraar. 3.6 De verzekeraar is er op basis van de aangevoerde argumenten niet in geslaagd de commissie ervan te overtuigen dat de consument heeft geprobeerd ter zake de verlovingsring een dubbele uitkering te krijgen. De commissie is van oordeel dat de verzekeraar onvoldoende naar voren heeft gebracht om vast te kunnen stellen dat de consument wist dat zijn verloofde al een claim bij de reisverzekeraar had ingediend. Evenmin is vast komen te staan dat de consument zelf de claim bij de reisverzekeraar heeft ingediend. In het licht van de consistente verklaringen van de consument, met name daar waar het gezamenlijke gebruik van de computer en de periode van ziekte en rouw betreft, acht de commissie niet in voldoende mate vaststaan dat de consument betrokken was bij of wetenschap had van de eerdere claim. De commissie neemt daarbij mee dat de consument ook ter zitting desgevraagd het een en ander op een consistente wijze heeft opgehelderd, niet is gebleken dat de consument tegenstrijdig heeft verklaard en niet valt uit te sluiten dat het is gegaan zoals de consument heeft verklaard. 3.7 Dat de consument in eerste instantie stellig heeft verklaard dat hij aan het sterfbed van zijn vader de verlovingsring had gezien, maakt het voorgaande niet anders. Gelet op de situatie waarin de consument zich destijds bevond, is het denkbaar dat hij ook daadwerkelijk in die veronderstelling verkeerde. De commissie kan zich voorts voorstellen dat de houding van de verzekeraar in deze kwestie voor de consument reden is geweest om zijn verloofde geen verklaring te laten afleggen. Niet weersproken is dat dit ook het advies is geweest van zijn rechtsbijstandsverzekeraar. Daarbij acht de commissie van belang dat de consument ter zitting heeft aangegeven bereid te zijn om erover na te denken zijn verloofde alsnog een verklaring te laten afleggen. 3.8 De verzekeraar stelt zich tot slot op het standpunt dat de consument bij e-mail van 14 januari 2022 heeft erkend dat hij heeft gefraudeerd. Gelet op de context waarin voornoemde e-mail door de consument is verstuurd, is de commissie echter van oordeel dat hierin geen erkenning van de consument besloten ligt. 3.9 De commissie is dan ook van oordeel dat niet is vast komen te staan dat de consument heeft gefraudeerd. Dit brengt mee dat niet is voldaan aan de vereisten die het Protocol stelt om tot registratie in het EVR over te gaan. De verzekeraar is dan ook onterecht overgegaan tot het registreren van de persoonsgegevens van de consument in het EVR en dient die registratie te verwijderen. 3.10 Vervolgens is de vraag aan de orde of de registratie in het Incidentenregister wel mag worden gehandhaafd. De commissie oordeelt dat ook de registratie in het Incidenten- register moet worden doorgehaald. Er is niet langer voldaan aan artikel 3.1.1 van het Protocol. Nu niet is vast komen te staan dat de consument heeft gefraudeerd, zijn de geregistreerde gegevens niet langer ter zake dienend. De registratie draagt niet langer bij aan het onderkennen, voorkomen, onderzoeken en bestrijden van strafbare gedragingen, en ook niet kan worden gezegd dat de registratie anderszins nog kan bijdragen aan de in artikel 4.1.1 Protocol omschreven doelen. 3.11 Op grond van artikel 4.2.3 van het Protocol worden de gegevens in het Incidenten- register uitgewisseld met functionarissen werkzaam bij de daartoe ingerichte coördinatiefuncties van het Verbond van Verzekeraars, te weten het fraudeloket. Dit is het CBV. Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen dient de verzekeraar de melding van de incidentenregistratie aan het CBV in te trekken.
Niet toerekenbare tekortkoming 13.1. De Contractant kan zich jegens de Gemeente enkel op overmacht beroepen, indien de Contractant de Gemeente zo spoedig mogelijk, onder overlegging van de bewijsstukken, schriftelijk van het beroep op overmacht in kennis stelt.
Toerekenbare tekortkoming 12.1 Indien één van de Partijen toerekenbaar tekort schiet in de nakoming van de Overeenkomst en/of deze algemene inkoopvoorwaarden, zal de andere Partij een aangetekend schrijven verzenden aan de tekortkomende Partij, alvorens gebruik te maken van de Partij toekomende wettelijke rechten, behoudens de gevallen waarin ingebrekestelling ingevolge het Burgerlijk Wetboek achterwege kan blijven, in welke gevallen de nalatige Partij direct in verzuim verkeert.
Overmacht (niet toerekenbare tekortkoming) 1. Wij zijn niet gehouden tot nakoming van enige verplichting indien wij daartoe gehinderd zijn als gevolg van een omstandigheid, die niet te wijten is aan onze schuld (waaronder begrepen niet of niet tijdige levering aan ons door onze toeleveranciers), noch krachtens wet, rechtshandeling of in het verkeer geldende opvattingen voor onze rekening komt. 2. Wij zijn in geval van blijvende overmacht gerechtigd de overeenkomst met koper buitengerechtelijk te ontbinden door middel van een schriftelijke verklaring. In geval van tijdelijke overmacht zijn wij gerechtigd de termijnen van de overeenkomst met koper te verlengen met de tijd gedurende welke de tijdelijke overmacht geldt.
Uitvoering werkzaamheden 1. Cia Bouwbedrijf zal zich inspannen om de Overeenkomst met de grootst mogelijke zorgvuldigheid uit te voeren zoals van een goed Aannemer verlangd mag worden. Alle Werkzaamheden worden uitgevoerd op basis van een inspanningsverbintenis, tenzij expliciet en schriftelijk een resultaat is overeengekomen dat uitvoerig is beschreven. In geen geval staat Cia Bouwbedrijf ervoor in dat de uitgevoerde Werkzaamheden en/of de door haar geleverde zaken geschikt zijn voor het door Opdrachtgever beoogde doel. 2. Bij de uitvoering van de Werkzaamheden is Cia Bouwbedrijf niet verplicht of gehouden om de aanwijzingen van Opdrachtgever op te volgen indien daardoor de inhoud of omvang van de overeengekomen Werkzaamheden wordt gewijzigd. Indien de aanwijzingen meerwerk opleveren voor Cia Bouwbedrijf, is Opdrachtgever gehouden om dienovereenkomstig de meer- of bijkomende kosten te vergoeden. Alle instructies, aanwijzingen, adviezen en meer worden geacht onder de uitdrukkelijke goedkeuring van Opdrachtgever gedaan te zijn indien deze door werknemers, ondergeschikten en/of door Opdrachtgever ingeschakelde derden zijn gedaan. Schade ten gevolge van het onbevoegd of buiten de omvang van de opdracht geven van deze instructies e.d. komt geheel voor rekening en risico van Opdrachtgever. 3. Cia Bouwbedrijf vraagt geen vergunningen of andere al dan niet verplichte documenten en toestemmingen aan bij overheden of andere instanties. Opdrachtgever is zelf verantwoordelijk voor het tijdig verkrijgen van benodigde vergunningen en/of benodigde toestemmingen. Schade en/of vertraging als gevolg van het ontbreken van deze vergunningen of toestemmingen komt voor rekening en risico van Opdrachtgever. Opdrachtgever vrijwaart Cia Bouwbedrijf expliciet voor alle (gevolg)schade als gevolg van het ontbreken van vergunningen en toestemmingen. Cia Bouwbedrijf zal de (gevolg)schade in rekening brengen bij Opdrachtgever die gehouden is de schade aan Cia Bouwbedrijf te vergoeden. 4. Cia Bouwbedrijf is gerechtigd om voor de uitvoering van de Werkzaamheden naar eigen inzicht derden in te schakelen. 5. Cia Bouwbedrijf heeft het recht reclame te maken voor haar bedrijf wanneer zij op locatie van Opdrachtgever werkzaam is. 6. Indien de Werkzaamheden op verzoek van Opdrachtgever opgeschort worden, is Opdrachtgever verplicht de direct opeisbare vergoeding van de op dat moment reeds verrichte Werkzaamheden en gemaakte kosten, te betalen op eerste verzoek van Cia Bouwbedrijf. Bovendien is Cia Bouwbedrijf gerechtigd alle voor haar uit de opschorting voortvloeiende kosten in rekening te brengen van Opdrachtgever (hieronder tevens verstaan gereserveerde uren). 7. Indien na de opschortingsduur de uitvoering van de Overeenkomst niet hervat kan worden, is Cia Bouwbedrijf B.V. gerechtigd om de Overeenkomst zonder gerechtelijke tussenkomst, middels een schriftelijke verklaring aan Opdrachtgever direct te ontbinden. Xxxxxxx van hervatting van de uitvoering van de Overeenkomst is Opdrachtgever verplicht alle uit deze hervatting voortvloeiende kosten van Cia Bouwbedrijf B.V. volledig te voldoen. 8. Opdrachtgever is verplicht ervoor zorg te dragen dat: a. Alle voor de uitvoering van de Overeenkomst benodigde informatie, gegevens en bescheiden (waaronder tevens verstaan kaarten, tekeningen, overzichten, huisaansluitingen en meer tijdig en op de door Cia Bouwbedrijf gewenste wijze aan Cia Bouwbedrijf ter beschikking worden gesteld; b. Cia Bouwbedrijf op de overeengekomen data en tijden toegang krijgt tot de werklocatie, welke locatie voldoet aan de hiervoor geldende wettelijke (veiligheids)eisen en arbeidsomstandigheden (al dan niet conform CAO). Bij gebreke hiervan is Cia Bouwbedrijf gerechtigd om haar Werkzaamheden op te schorten zolang hieraan niet voldaan is, zonder gehouden te zijn tot vergoeding van enige (vertragings)schade. c. De door haar ingeschakelde derden hun Werkzaamheden en/of leveringen dusdanig verrichten, zodat Cia Bouwbedrijf geen vertraging en geen belemmering ondervindt bij de uitvoering van de Overeenkomst c.q. Werkzaamheden; d. Cia Bouwbedrijf tijdig beschikt over voldoende gelegenheid voor aanvoer, opslag en/of afvoer van (bouw)materialen en/of hulpmiddelen; e. Cia Bouwbedrijf tijdig beschikt over eventueel benodigde steigers, rand- en valbeveiliging en meer die door Opdrachtgever ter beschikking dienen te worden gesteld, tenzij partijen uitdrukkelijk schriftelijk anders zijn overeengekomen; f. De werklocatie in zodanige staat is dat Cia Bouwbedrijf ongehinderd haar Werkzaamheden kan verrichten en/of voortzetten; g. Cia Bouwbedrijf op de werklocatie beschikt over aansluitmogelijkheden voor elektriciteit, gas en water. Opdrachtgever dient de kosten hiervan te vergoeden. Verloren arbeidsuren als gevolg van water, gas- of stroomuitval komen voor rekening van de Opdrachtgever; h. De locatie dient over voldoende voorzieningen te beschikken voor het juist en volledig inzamelen van afval; i. De werklocatie dient (indien mogelijk) over een geschikte ruimte te beschikken waar gereedschappen, machines, materialen en meer van Cia Bouwbedrijf opgeslagen kunnen worden zonder dat beschadiging c.q. diefstal van deze zaken kan plaatsvinden. Xxxxxxx xxx xxxxxxxx, verlies of beschadiging komen de kosten hiervan voor rekening van Opdrachtgever; j. Op de werklocatie dienen de door Cia Bouwbedrijf en/of diens (onder)aannemers in redelijkheid gewenste overige voorzieningen aanwezig te zijn, zonder dat hiervoor (extra) kosten aan Cia Bouwbedrijf gerekend worden. k. In geval van grond, - of bodemwerkzaamheden is Opdrachtgever verplicht tenminste drie dagen vóór de aanvang van de Werkzaamheden een melding bij het Kabels en Leidingen Informatie Centrum (KLIC) te laten uitvoeren en de informatie hiervan verstrekt aan Cia Bouwbedrijf. Ook dient Opdrachtgever Cia Bouwbedrijf tijdig te informeren over alle kabels, leidingen alsmede alle mogelijke obstakels, belemmeringen en risico’s. Opdrachtgever dient alle instructies van KLIC op te volgen. Bij gebreke hiervan is Cia Bouwbedrijf gerechtigd de bijkomende kosten in rekening te brengen bij Opdrachtgever. l. Cia Bouwbedrijf vóór aanvang van de Werkzaamheden op de hoogte wordt gesteld van de ligging van kabels, leidingen e.d. die al op de werklocatie aanwezig zijn. Indien dit niet tijdig verstrekt wordt, en ten gevolge van de onwetendheid schade ontstaat, is Opdrachtgever zelf verantwoordelijk en aansprakelijk voor de hieruit voortkomende kosten. Opdrachtgever is ervoor verantwoordelijk dat in geval van obstakels in de grond, onder leiding van Opdrachtgever door een vakbekwaam persoon proefgravingen gedaan worden. m. Opdrachtgever verplicht zich op verzoek van Cia Bouwbedrijf tot het geven van inzicht in de (milieu)hygiënische toestand van de te bewerken bodem, het afgeven van een V&G plan ontwerpfase en/of het verrichten of laten verrichten van een asbestinventarisatie door een hiertoe erkend en gecertificeerd asbest inventarisatiebureau (SC 540) en/of een bouwstoffenonderzoek. n. Opdrachtgever alle noodzakelijke voorzieningen treft om overlast en of schade voor de omgeving, waaronder milieuschade, gevolgschade aan zaken en goederen en/of stoffen door trillingen te voorkomen. o. Opdrachtgever is voorts verplicht om zorg te dragen voor het schoonmaken van de weg en plaatsen van deugdelijke waarschuwingen in geval van (mogelijk) gevaarlijke situaties; p. Alle gebreken binnen twee weken na ontdekking worden gemeld aan Cia Bouwbedrijf 9. Indien Opdrachtgever niet tijdig aan de in dit artikel genoemde verplichtingen voldoet, is Cia Bouwbedrijf B.V. gerechtigd de uitvoering van de Overeenkomst op te schorten tot het moment dat Opdrachtgever wel aan haar verplichtingen heeft voldaan. De kosten in verband met de opgelopen vertraging en/of de kosten voor het verrichten van extra Werkzaamheden c.q. overige gevolgen die hieruit voortvloeien komen voor rekening en risico van Opdrachtgever. 10. Indien Opdrachtgever haar verplichtingen niet nakomt en Cia Bouwbedrijf nalaat van Opdrachtgever nakoming te verlangen, tast dit het recht van Cia Bouwbedrijf om op een later tijdstip alsnog nakoming te verlangen niet aan.
Xxxxxx informatie, bemiddeling en toetsing Organisatie voor beroepsprocedures: [ Raad van State ] ---