Borging Voorbeeldclausules

Borging. Reglement beoordelen, bezwaarprocedure en evaluatie. Zie bijlage 3 (Regle- ment beoordelen en beloning) en bijlage 4 (Model bezwaarprocedure).
Borging. Het is belangrijk dat het onderwerp sociale veiligheid regelmatig op de agenda staat om te kunnen evalueren, eventueel aan te passen en te blijven groeien en ontwikkelen. De sociaal veiligheidscoördinatoren hebben de taak dit te coördineren. Ieder schooljaar houden we ons aan de volgende punten: - Iedere vergadering komt het punt ‘sociale veiligheid’ op de agenda. De sociaal veiligheidscoördinatoren zullen eventuele nieuwe informatie delen en vragen naar ervaringen/ incidenten. - Het bespreken van de uitkomsten IEP hart en handen wordt een agendapunt bij de bouwvergaderingen. - Incidenten worden altijd gedeeld met de sociaal veiligheidscoördinator en genoteerd in Parnassys. - In de schoolgids en op de website wordt vermeld wie de vertrouwenspersonen en de sociaal veiligheidscoördinatoren zijn. - Via de website kan het sociaal veiligheidsplan worden ingezien. - Het sociale veiligheidsplan wordt aan het eind van ieder schooljaar geëvalueerd en eventueel aangepast.
Borging. Er bestaan binnen SKOBOS een aantal beleidsdocumenten en protocollen m.b.t. sociale veiligheid en veiligheid in het algemeen. Een aantal ervan zijn op SKOBOS-niveau vastgesteld en gelden voor alle scholen. Een aantal andere zijn schoolspecifiek uitgewerkt. Extern gepubliceerd:
Borging. Parkeren Artikel 29
Borging. Om de uitgangspunten uit deze notitie te borgen worden deze als aanvullende verklaring (zie bijlage) bij de gedragscode Consument en Energieleverancier opgenomen. Leveranciers die in Nederland dynamische leveringsovereenkomsten aanbieden kunnen deze verklaring aan aanvulling op de gedragscode ondertekenen. Na ondertekening:
Borging. Alle deelnemende besturen maken gebruik van dezelfde procedure en instellingen. Hierdoor wordt versplintering voorkomen en kan er gebouwd worden aan een duurzame relatie met de partners in dit traject. Elke onbevoegde medewerker kan gebruik maken van de mogelijkheden, die door de P&O-mensen van elk van de besturen kenbaar worden gemaakt. De gegevens, standaarden en procedures kunnen ter beschikking worden gesteld van regio’s die op dit punt behoefte hebben aan ondersteuning. Thema 2 Van 2de graads naar 1stegraads/Master. In dit deelproject gaat het om het opscholen van 2de graads docenten naar een 1stegraads bevoegdheid in de tekortvakken door middel van blended learning. De doelen zijn kwaliteitsverbetering van het onderwijs en verkleining van de tekorten in het eerstegraads gebied door huidige 2degraads docenten op te scholen. Daardoor zullen de tekorten in het 2e graads veld kortstondig kunnen toenemen. Dat wordt echter opgevangen doordat: • er in de toename van de hoeveelheid 2degraads docenten wordt geïnvesteerd middels de andere thema’s • er een verschil is tussen vraag in docenten voor verschillende vakken. Bij natuurkunde is er bv een groot tekort aan 1stegraders, maar geen tekort aan 2degraders. Hierdoor zal opstroom niet meteen een nijpend probleem in het 2e graads veld veroorzaken. Daarnaast wordt er een pilot ontwikkeld voor de VMBO docenten, een blended Master Expert Beroepsonderwijs, om deze groep docenten ook kwalitatief te ondersteunen. Er is behoefte om dit blended learning aanbod modulair aan te bieden zodat docenten studie, baan en privé beter kunnen combineren en eventueel gefaseerd hun 1ste graads bevoegdheid kunnen behalen. Daarnaast zal er een module ontwikkeld worden om de werkplekbegeleiders4 zodanig te scholen dat zij eerstegraads studenten goed kunnen begeleiden. Wat we constateren is een groeiend tekort aan bevoegde 1ste graads docenten, met name in de kernvakken. Becijferd is, dat tot en met 2015 een uitstroom zal plaatsvinden van 32,69 fte Engels, 40,28 fte Nederlands en 40,55 fte wiskunde5. VO Limburg heeft in 2012 een convenant gesloten met de samenwerkende faculteiten van de hogescholen Utrecht, Amsterdam, InHolland en Windesheim, hierna genoemd de FF. Men wilde de 2degraads bevoegde en onderbevoegde docenten (2de graads docenten die in het eerstegraads gebied lesgeven) een 2 jarige 1ste graads studie aanbieden (men kan er 3 jaar over doen), die niet plaats- en tijdgebonden is, de zogenoemde blended learning variant van de ...
Borging. In de context van de Limburgse situatie (waar geen eerstegraads aanbod is) zal blended leren een goed alternatief zijn en zullen docenten (indien de ervaringen goed zijn) gebruik blijven maken van het blended (modulaire) aanbod. In Limburg kennen we de situatie dat – door de scheve leeftijdsopbouw van het onderwijspersoneel – er op korte termijn een piek in de uitstroom van met name oudere eerstegraads docenten zal plaatsvinden. Om die korte piek op te vangen moeten we nu versneld investeren in maatregelen en begeleiding. Als we door de piek heen zijn en er sprake is van stabilisatie, zullen we minder docenten moeten opscholen en begeleiden. Er is duidelijk sprake van een tijdelijke piek, geen structurele omvangrijke tekortsituatie, Als de pilot periode voorbij is kunnen de docenten zich regulier inschrijven en dat financieren via de lerarenbeurs. Na 2016 zullen de - dan veel minder - werkplekbegeleiders betaald worden door VO Limburg. Zeker als blijkt dat de ervaring direct overdraagbaar is in de onderwijspraktijk en het aanbod uitgebreid wordt. VO Limburg zal ook na 2016 blijven samenwerken met de FF en de opleidingen promoten bij de docenten.
Borging. De leernetwerken/kenniskringen zullen blijven bestaan en ook nadrukkelijk in beeld brengen of de ontwikkelde instrumenten de gewenste ontwikkeling en ondersteuning aan de docenten bieden of nog aanpassing behoeven. Voor de financiering in de toekomst zal een budget in de begrotingen van de afzonderlijke besturen worden opgenomen, zoals nu ook al gebeurt in de vorm van het Bendecafé voor gepersonaliseerd leren, waaraan scholen van alle besturen al deelnemen. De instrumenten zullen worden geïntegreerd in de HR-instrumenten van alle VO-besturen afzonderlijk en niet op zichzelf blijven staan.
Borging. Dit deelproject zal samen met de academische opleidingsscholen worden uitgevoerd. Daarnaast zal er een nulmeting en een eindmeting plaatsvinden door docenten van VO Limburg die een onderzoeksopdracht uitvoeren, begeleid door LO RUG. Elke startende docent neemt deel aan het inductieprogramma en krijgt een begeleider. De ontwikkeling wordt gekoppeld aan de strategische HR-instrumenten. Het initiatief hierin wordt genomen door de programmaleiders en de regiegroep. In de begroting is opgenomen dat we interne trainers laten opleiden die uiteindelijk vanuit de organisatie zelf docenten gaan opleiden als coach voor beginnende docenten. Hiermee wordt VO Limburg minder afhankelijk van externe trainers en kunnen aanzienlijke kostenreducties gerealiseerd worden, waardoor het inductieprogramma goedkoper en daarmee ook beter te borgen is. VO Limburg zal met name de leernetwerken voor beginnende docenten na afloop van het project instandhouden omdat deze netwerken een essentieel onderdeel vormen van het begeleidingsproces van de startende docenten. Startende docenten krijgen zo binnen de besturen van VO Limburg minimaal 3 jaren persoonlijke begeleiding en begeleiding/klankbord in de netwerken.
Borging. Het werven van leerlingen uit de eigen gelederen als toekomstige werknemers is één van de meest voor de hand liggende opties om ook in de toekomst voldoende goede instroom te garanderen. We hebben immers al vroeg invloed op het beeld en de ervaringen van de toekomstige beroepsbeoefenaren. Door de oriëntatie op te nemen in de uren LOB en de leerlingen structureel een rol te geven in de begeleiding van andere leerlingen, verankeren we thema 5 in het leerplan en de structuur van de deelnemende scholen.