Beschrijving van het dividendbeleid. Er worden afzonderlijke boeken gehouden en een afzonderlijke balans en een winst- en verliesrekening opgemaakt voor de opbrengsten die voortkomen uit de investering in, en de financiering van, elke Productiecentrale waarvoor de Raad van Bestuur een afzonderlijke subcategorie van Aandelen B heeft ingericht. De algemene kosten die niet rechtstreeks ten laste kunnen worden gelegd van een bepaalde Productiecentrale worden omgeslagen over al de opbrengsten volgens een verdeelsleutel, jaarlijks te bepalen door de Raad van Bestuur in functie van de relatieve belangrijkheid van de opbrengsten van elke Productiecentrale. De gerealiseerde winst wordt als volgt bestemd : • jaarlijks wordt van de netto-winst vermeld in de jaarrekening een bedrag van vijf ten honderd voorafgenomen tot vorming van een wettelijke reserve; deze voorafneming is niet meer verplicht wanneer het reservefonds één tiende van het geplaatst kapitaal bereikt; • na de vorming van de wettelijke reserve keert de Algemene Vergadering een 1ste dividend, indien voorhanden, uit aan de Vennoten B. Het eventueel toe te kennen dividend wordt per subcategorie van Vennoten B berekend en is afhankelijk van de opbrengst uit de tussen Electrabel CoGreen en Electrabel afgesloten Leningsovereenkomst voor de Productiecentrale, waarnaar die subcategorie van Vennoten B werd genoemd. De kosten die specifiek eigen zijn aan een bepaalde subcategorie Aandelen B of een bepaalde Leningsovereenkomst voor een Productiecentrale komen enkel in mindering op de opbrengsten bestemd voor de Aandelen van deze subcategorie Aandelen B; de algemene kosten van Electrabel CoGreen worden gelijk verdeeld overeenkomstig de verdeelsleutel vastgelegd door de Raad van Bestuur in functie van de relatieve belangrijkheid van de opbrengsten van elke Productiecentrale; • na de betaling van het 1ste dividend kan de Algemene Vergadering beslissen een beschikbare reserve te vormen; • het eventueel daarna overblijvend saldo wordt onder de vorm van een 2de dividend toegekend aan de Vennoten A. Indien het batig saldo niet voldoende is om het 1ste dividend waarvan hierboven sprake uit te keren, dan behouden de betrokken Vennoten in de daaropvolgende jaren hierop hun recht. De eventuele beschikbare reserves kunnen bij beslissing van de Algemene Vergadering onder de vorm van dividenden worden verdeeld onder de Vennoten. Het dividend per aandeel mag in geen geval hoger zijn dan het bedrag dat is vastgesteld conform het Koninklijk Besluit van 8 januari 1962 tot vaststelling van de voorwaarden tot erkenning van de nationale groeperingen van coöperatieve vennootschappen en van de coöperatieve vennootschappen voor de Nationale Raad voor de Coöperatie. De Raad van Bestuur zal dit bedrag elk jaar bekendmaken op de website van Electrabel CoGreen. Het maximale dividendrendement bedraagt op de datum van dit Informatiememorandum 6%. Dit dividend is geen gegarandeerde opbrengst. Het verwachte netto dividendrendement, wat slechts een raming is en waaruit geen enkel recht kan worden afgeleid, wordt geraamd op 3,5%. Deze raming van het netto dividendrendement is gebaseerd op de hypothese dat de gemiddelde interestopbrengst uit de Leningsovereenkomsten 4,0 % zal bedragen. Gelet op het feit dat de Productiecentrales op datum van dit Informatiememorandum nog niet operationeel zijn en dat de opbrengsten uit de Leningsovereenkomsten bij niet-operationele Productiecentrales voor Electrabel CoGreen beperkt is tot een vaste rentevoet (3,00%), kan het netto dividendrendement voor het eerste boekjaar lager zijn dan het hierboven beschreven verwachte netto dividendrendement. Het netto dividendrendement kan eveneens lager zijn dan het hierboven geraamde netto dividendrendement indien de gemiddelde interestopbrengst uit de Leningsovereenkomsten, die niet gegarandeerd is, minder bedraagt dan de hierboven geraamde interestopbrengst uit de Leningsovereenkomsten. De Aandelen B geven geen recht op eventuele reserves of meerwaarden. De Vennoten genieten derhalve een begrensd rendement bij gunstige resultaten van Electrabel CoGreen, terwijl bij waardevermindering van de nominale waarde van de Aandelen van Electrabel CoGreen, de daling van het rendement wel onbeperkt is.
Appears in 1 contract
Samples: Informatiememorandum
Beschrijving van het dividendbeleid. Er worden afzonderlijke boeken gehouden De Vennootschap moet overeenkomstig artikel 27 van het KB van 7 december 2010 en artikel 31 van haar statuten, als vergoeding van het kapitaal, een afzonderlijke balans en een winst- en verliesrekening opgemaakt voor bedrag uitkeren dat minstens gelijk is aan het positieve verschil tussen de opbrengsten die voortkomen uit volgende bedragen: • 80% van het bedrag gelijk aan de investering in, som van het gecorrigeerde resultaat en de financiering vannetto meer- waarden bij realisatie van vastgoed die niet van de verplichte uitkering zijn vrijgesteld, elke Productiecentrale waarvoor zoals bepaald in overeenstemming met het schema in hoofdstuk 3 van de Raad bijlage C bij het KB van Bestuur een afzonderlijke subcategorie 7 december 2010; en • de netto vermindering in het boekjaar van Aandelen B heeft ingerichtde schuldenlast van de Vennootschap, zoals be- doeld in artikel 27 van het KB van 7 december 2010. De algemene kosten die niet rechtstreeks ten laste kunnen worden gelegd vergadering beslist, op voorstel van de statutaire zaakvoerder, over de aanwen- ding van het saldo. Hoewel de Vennootschap het statuut van vastgoedbevak geniet, blijft zij onderworpen aan artikel 000 X. Xxxx. waarin wordt bepaald dat een dividend slechts kan wor- den uitgekeerd indien de netto-activa bij de afsluiting van het laatste boekjaar, als gevolg van een dergelijke uitkering, niet dalen tot onder het bedrag van het volgestorte kapitaal verhoogd met alle reserves die volgens de wet of de statuten niet mogen worden uitgekeerd. AfdeLyma Q – Rjico'z
D.1 D.2 Voornaamste risico’s met betrekking tot de Vennootschap of de sector Marktrisico Een verslechtering van de algemene economische conjunctuur heeft een invloed op de vraag en aanbod in de vastgoedsector en kan een negatieve impact hebben op de activiteiten en de ontwikkelingsvooruitzichten van de Vennootschap aangezien: (i) de beschikbare inkomsten van de huurders dalen; (ii) financieringsbronnen voor investeringen minder eenvoudig be- schikbaar worden; (iii) een mindere vraag naar huurpanden leidt tot grotere leegstand en het moeilijker wordt om bij nieuwe huurcontracten of bij de hernieuwing van huurcontracten de huurprijzen te handhaven; en (iv) bijgevolg daalt de reële waarde van de vastgoedportefeuille. De stijging van de financieringskost en de kapitalisatievoeten heeft een negatieve impact op de Vennootschap aangezien hogere kosten een negatieve impact hebben op de reële waarde van de vastgoedportefeuille. Dit kan het gevolg zijn van de opsplitsing van de monetaire unie of politieke instabiliteit in de Europese Unie maar ook door de algemene stijging van het prijs- peil of van de volatiliteit van het aandeel. Grote volatiliteit en onzekerheid op de financiële markten vermindert de mogelijkheid om een beroep te doen op de kapitaalmarkten en geeft aanleiding tot een grotere volatiliteit van de koers van het aandeel. Een aantal van deze fac- toren hebben een negatieve impact op de reële waarde van de vastgoedportefeuille van de Vennootschap wat een negatieve impact heeft op het eigen vermogen, het nettoresultaat en de intrinsieke waarde van het aandeel (en dus op de uitkeerbare dividenden) en leidt tot een stijging van de schuldgraad. Operationele risico’s De investeringsstrategie van de Vennootschap bestaat in het uitbouwen van een gediversi- fieerd vastgoedpatrimonium gecombineerd met een beperkte ontwikkelingsactiviteit. Het vastgoed wordt technisch deels intern (hoofdzakelijk België) en deels extern (hoofdzakelijk Luxemburg) beheerd. De diversificatie naar activa toe met een beperkte correlatie strookt met een spreiding van de marktrisico’s. De voornaamste risico’s verbonden aan de vastgoedportefeuille en de hieraan gelinkte ope- rationele activiteiten zijn: • Risico’s verbonden aan investeringen Ondanks een strategische analyse, risicoanalyse en due diligence kan het dat een vastgoe- dinvestering niet voldoet aan de verwachtingen van de Vennootschap met als gevolg dat de vooropgestelde rendementen niet worden behaald of dat er verborgen passiva aan het licht komen. Indien een investering in vastgoed of de samenstelling van de vastgoedportefeuille niet voldoet aan de vraag in de markt, kan dit leiden tot een grotere huurleegstand. Specifieke risico’s verbonden aan projectontwikkeling: (i) onzekerheid over het welslagen van het project en een niet gerealiseerd project leidt tot verloren kosten; (ii) het niet halen van de timing of overschrijding van het budget alsook het niet behalen van de beoogde kwaliteit van het vastgoed heeft een negatieve impact op het rendement van de investering; (iii) groter risico op langdurige leegstand in geval van nieuw ontwikkeld of herontwikkeld vastgoed dan voor een investering in bestaand vastgoed • Risico’s op huurders, huurprijzen en leegstand De Vennootschap is blootgesteld aan het in gebreke blijven van haar huurders aangezien zij niet verzekerd is voor wanbetaling, behoudens de huurwaarborgen waarover zij beschikt. Bovendien genereert zij geen inkomsten indien en in de mate dat er huurleegstand is in haar vastgoedportefeuille. Het risico op leegstand bestaat erin dat (i) de Vennootschap geen huurinkomsten genereert maar wel de kosten van het gebouw draagt; (ii) zelfs indien er nieuwe huurders worden ge- vonden, de nieuwe huurcontracten lagere huurinkomsten opbrengen dan de lopende huur- contracten terwijl de kosten meestal niet evenredig kunnen verminderd worden; (iii) er moge- lijks hoge commerciële kosten gemaakt moeten worden om nieuwe klanten aan te trekken, alsook bijkomende herinrichtingskosten. Het overwicht en de afhankelijkheid van bepaalde Productiecentrale huurders kan leiden tot een aanzienlijk ver- lies indien een belangrijke huurder zijn huurovereenkomst niet voortzet of voortijdig beëin- digt. Een gelijkaardig risico bestaat erin dat een belangrijk deel van de huurders gelijkaardige activiteiten heeft of actief is in dezelfde economische sector. Wanneer een specifieke sector wordt getroffen door een economische terugval en de huurders die actief zijn in die sector hun huurovereenkomst voortijdig beëindigen of in gebreke blijven om aan hun financiële ver- plichtingen te voldoen, heeft dit een grote negatieve impact op de Vennootschap welke nog wordt versterkt indien dergelijke huurder(s) een single tenant gebouw huren en hun vertrek leidt tot gehele leegstand van het gebouw. • Staat van het vastgoed en beheer Hoge onderhoudskosten, slijtage of de verslechterde staat van de gebouwen kunnen een im- pact hebben op de resultaten aangezien zij: (i) een negatieve impact hebben op de huurprij- zen; (ii) leiden tot een verminderde commerciële aantrekkingskracht, wat ook een negatieve impact heeft op de mogelijkheid tot wederverhuring en de waardering van het vastgoed; en (iii) leiden tot een lagere bezettingsgraad en hogere kosten. Een wijziging in de stedenbouw- of milieuwetgeving kan leiden tot hogere kosten om de gebouwen in goede exploitatiestaat te behouden. Xxxxxx’x in verband met financieel beheer • Schuldstructuur Eind 2012 bedroeg de schuldratio (in de zin van het KB van 7 december 2010) van de Ven- nootschap 56,19% (geconsolideerd) en 57,87% (statutair). Wanneer de geconsolideerde schuldgraad meer dan 50% bedraagt moet er een financieel plan met een uitvoeringsschema worden omgeslagen over al opgesteld waarin een beschrijving wordt gegeven van de opbrengsten volgens maatregelen die genomen zullen worden om te verhinderen dat deze ratio meer dan 65% zou gaan bedragen (artikel 54 van het KB van 7 december 2010). De Vennootschap heeft een verdeelsleutel, jaarlijks te bepalen dergelijk een financieel plan opgemaakt. Eind maart 2013 bedroeg de schuldratio (in de zin van het KB van 7 december 2010) 53,69% op geconsolideerd niveau en 57,29% op statutair niveau. Bijgevolg bevond de geconsolideerde schuldratio zich terug binnen de door de Raad van Bestuur in functie van de relatieve belangrijkheid van de opbrengsten van elke Productiecentrale. De gerealiseerde winst wordt als volgt bestemd : • jaarlijks wordt van de netto-winst vermeld in de jaarrekening een bedrag van vijf ten honderd voorafgenomen tot vorming van een wettelijke reserve; deze voorafneming is niet meer verplicht wanneer het reservefonds één tiende van het geplaatst kapitaal bereikt; • na de vorming van de wettelijke reserve keert de Algemene Vergadering een 1ste dividend, indien voorhanden, uit aan de Vennoten B. Het eventueel toe te kennen dividend wordt per subcategorie van Vennoten B berekend en is afhankelijk van de opbrengst uit de tussen Electrabel CoGreen en Electrabel afgesloten Leningsovereenkomst voor de Productiecentrale, waarnaar die subcategorie van Vennoten B werd genoemd. De kosten die specifiek eigen zijn aan een bepaalde subcategorie Aandelen B of een bepaalde Leningsovereenkomst voor een Productiecentrale komen enkel in mindering op de opbrengsten bestemd voor de Aandelen van deze subcategorie Aandelen B; de algemene kosten van Electrabel CoGreen worden gelijk verdeeld overeenkomstig de verdeelsleutel vastgelegd door de Raad van Bestuur in functie van de relatieve belangrijkheid van de opbrengsten van elke Productiecentrale; • na de betaling van het 1ste dividend kan de Algemene Vergadering beslissen een beschikbare reserve te vormen; • het eventueel daarna overblijvend saldo wordt onder de vorm van een 2de dividend toegekend aan de Vennoten A. Indien het batig saldo niet voldoende is om het 1ste dividend waarvan hierboven sprake uit te keren, dan behouden de betrokken Vennoten in de daaropvolgende jaren hierop hun recht. De eventuele beschikbare reserves kunnen bij beslissing van de Algemene Vergadering onder de vorm van dividenden worden verdeeld onder de Vennoten. Het dividend per aandeel mag in geen geval hoger zijn dan het bedrag dat is vastgesteld conform het Koninklijk Besluit van 8 januari 1962 tot vaststelling van de voorwaarden tot erkenning van de nationale groeperingen van coöperatieve vennootschappen en van de coöperatieve vennootschappen voor de Nationale Raad voor de Coöperatie. De Raad van Bestuur zal dit bedrag elk jaar bekendmaken op de website van Electrabel CoGreen. Het maximale dividendrendement bedraagt op de datum van dit Informatiememorandum 6%. Dit dividend is geen gegarandeerde opbrengst. Het verwachte netto dividendrendement, wat slechts een raming is en waaruit geen enkel recht kan worden afgeleid, wordt geraamd op 3,5Ven- nootschap vooropgestelde vork zijnde 50%-55%. Deze raming daling van de schuldratio in het eerste kwartaal van 2013 is toe te schrijven aan de gerealiseerde verkopen en het resultaat van het eerste kwartaal. • Liquiditeitsrisico en onbeschikbaarheid van financiering Er bestaat steeds een risico dat bankfinanciering niet meer beschikbaar zou zijn of dat er voor een gewenste looptijd geen markt bestaat, wat kan leiden tot de onmogelijkheid om acquisi- ties te financieren of enkel tegen hogere kosten met een lagere rendabiliteit van de acquisitie tot gevolg. Niet verlenging van een kredietlijn zou ook kunnen leiden tot een verplichte ver- koop van activa aan een waarde lager dan de reële waarde om het krediet, waarvan de hoofd- som gebruikelijk integraal terugbetaalbaar is op de vervaldag (leningen van het type ‘bullet’), terug te kunnen betalen. De Vennootschap doet een beroep op de commercial paper markt. Het verdwijnen van deze commercial paper markt zou een negatieve invloed kunnen hebben op de financieringskost en bijgevolg op het netto resultaat. Tevens loopt de Vennootschap een liquiditeitsrisico ingeval van opzegging van haar kredietlijnen indien de Vennootschap de overeengekomen convenanten, o.m. het behalen van een aantal financiële ratio’s, niet kan nakomen. De insolvabiliteit van een financiële of bancaire tegenpartij zou kunnen leiden tot de opzeg- ging van bestaande kredietlijnen, zowel voor kredieten als voor afdekkingen (‘hedging’), en bijgevolg tot een inkrimping van de financiële middelen van de Vennootschap. De Vennootschap sluit het grootste gedeelte van haar financiële schulden af tegen een vari- abele rentevoet. Om het risico van de stijging van de rentevoeten in te dekken, dekt de Ven- nootschap het renterisico doorgaans voor ongeveer 75% van de financiële schulden af voor een periode van 5 jaar en 50% voor een periode van de daaropvolgende 5 jaar om zo optimale financieringskost te bereiken. Het veiligstellen van het risico van de stijging van de rentevoeten bij variabele rente kredieten gebeurt door het aangaan van afgeleide financiële instrumen- ten zoals interest rate swaps (een product waarbij de Vennootschap de variabele rente inruilt tegen een vaste rente) of interest rate caps. De reële waarde schommelingen van deze in- strumenten geven aanleiding tot een hogere variabiliteit van het netto dividendrendement is gebaseerd op resultaat en het eigen vermogen, alsook de hypothese dat de gemiddelde interestopbrengst uit de Leningsovereenkomsten 4,0 % zal bedragen. Gelet op het feit dat de Productiecentrales op datum van dit Informatiememorandum nog niet operationeel zijn intrinsieke waarde en dat de opbrengsten uit de Leningsovereenkomsten kunnen dus bij niet-operationele Productiecentrales voor Electrabel CoGreen beperkt is tot dalende rentevoeten hierop een vaste rentevoet (3,00%), kan het netto dividendrendement voor het eerste boekjaar lager zijn dan het hierboven beschreven verwachte netto dividendrendement. Het netto dividendrendement kan eveneens lager zijn dan het hierboven geraamde netto dividendrendement indien de gemiddelde interestopbrengst uit de Leningsovereenkomsten, die niet gegarandeerd is, minder bedraagt dan de hierboven geraamde interestopbrengst uit de Leningsovereenkomsten. De Aandelen B geven geen recht op eventuele reserves of meerwaarden. De Vennoten genieten derhalve een begrensd rendement bij gunstige resultaten van Electrabel CoGreen, terwijl bij waardevermindering van de nominale waarde van de Aandelen van Electrabel CoGreen, de daling van het rendement wel onbeperkt isnegatief effect hebben.
Appears in 1 contract
Samples: Public Offering of Shares
Beschrijving van het dividendbeleid. Er worden afzonderlijke boeken gehouden en een afzonderlijke balans en een winst- en verliesrekening opgemaakt voor de opbrengsten die voortkomen uit de investering in, en de financiering van, elke Productiecentrale waarvoor de Raad van Bestuur een afzonderlijke subcategorie van Aandelen B heeft ingericht. De algemene kosten die niet rechtstreeks ten laste kunnen worden gelegd van een bepaalde Productiecentrale worden omgeslagen over al de opbrengsten volgens een verdeelsleutel, jaarlijks te bepalen door de Raad van Bestuur in functie van de relatieve belangrijkheid van de opbrengsten van elke Productiecentrale. De gerealiseerde winst wordt als volgt bestemd bestemd: • jaarlijks wordt (i) van de netto-winst vermeld in nettowinst van de jaarrekening een bedrag van vijf ten honderd voorafgenomen tot vorming van een wettelijke reserve; deze voorafneming is niet meer verplicht wanneer het reservefonds één tiende van het geplaatst kapitaal bereikt; • na Vennootschap wordt elk jaar minstens 5% afgenomen voor de vorming van de wettelijke reserve. Deze afneming is niet langer verplicht van zodra de wettelijke reserve keert één tiende van het vast gedeelte van het maatschappelijk kapitaal bedraagt. En (ii) op voorstel van de Raad van Bestuur beslist de Algemene Vergadering over de toekenning van een 1ste dividend, indien voorhanden, uit aan met dien verstande dat de Vennoten B. Het eventueel toe te kennen Aandelen B van elke (eventuele) subcategorie uitsluitend recht geven op een dividend dat uitgekeerd wordt per subcategorie van Vennoten B berekend en is afhankelijk van de opbrengst uit de tussen Electrabel CoGreen en Electrabel afgesloten Leningsovereenkomst voor opbrengsten uit de Productiecentrale, waarnaar lening(en) die subcategorie van Vennoten B werd genoemdwerden toegewezen aan zulke subcategorie. De kosten die specifiek eigen zijn aan een bepaalde subcategorie Aandelen B of een bepaalde Leningsovereenkomst voor een Productiecentrale lening toegewezen aan deze subcategorie komen enkel in mindering op de opbrengsten bestemd voor de Aandelen van deze subcategorie Aandelen B; de algemene kosten van Electrabel CoGreen North Sea Wind worden gelijk verdeeld overeenkomstig de verdeelsleutel vastgelegd opgelegd door de Raad van Bestuur in functie van de relatieve belangrijkheid van de opbrengsten inkomsten van elke Productiecentrale; • na de betaling van het 1ste dividend kan de Algemene Vergadering beslissen een beschikbare reserve te vormen; • het eventueel daarna overblijvend saldo wordt onder de vorm van een 2de dividend toegekend aan de Vennoten A. Indien het batig saldo niet voldoende is om het 1ste dividend waarvan hierboven sprake uit te keren, dan behouden de betrokken Vennoten in de daaropvolgende jaren hierop hun recht. De eventuele beschikbare reserves kunnen bij beslissing van de Algemene Vergadering onder de vorm van dividenden worden verdeeld onder de Vennotenlening. Het dividend per aandeel mag in geen geval hoger zijn dan het bedrag dat is vastgesteld conform het Koninklijk Besluit KB van 8 januari 1962 tot vaststelling van de voorwaarden tot erkenning nominale waarde van de nationale groeperingen van coöperatieve vennootschappen en Aandelen, na aftrek van de coöperatieve vennootschappen voor de Nationale Raad voor de Coöperatieroerende voorheffing. De Raad van Bestuur zal dit bedrag elk jaar bekendmaken op de website van Electrabel CoGreen. Het Dit maximale dividendrendement bedraagt op de datum Datum van dit Informatiememorandum het Prospectus 6%. Dit dividend is geen gegarandeerde opbrengst. Het verwachte netto dividendrendementVennoten die zijn uitgetreden, wat slechts een raming is en waaruit geen enkel (gedeeltelijk) zijn uitgesloten, of hun Aandelen gedeeltelijk hebben teruggenomen, hebben pro rata temporis recht kan worden afgeleid, wordt geraamd op 3,5%het aan hun Aandelen verbonden recht op dividend met betrekking tot het boekjaar waarin de hoedanigheid van Xxxxxxx met betrekking tot die Aandelen werd verloren. Deze raming De hoogte van het netto dividendrendement is gebaseerd uit te keren jaarlijkse dividend wordt berekend aan de hand van de interestvergoeding van de Leningsovereenkomst, en na aftrek van de algemene en specifieke werkingskosten van North Sea Wind. Vanaf boekjaar 2020 t.e.m. boekjaar 2024 zal North Sea Wind ook een aantal niet-recurrente opstart- en oprichtingskosten ten laste moeten nemen als onderdeel van de jaarlijks gefactureerde werkingskosten, welke gedragen werden door Parkwind. Die zullen wegen op de hypothese dat desbetreffende dividenduitkeringen. Bij vervroegde terugbetaling van de gemiddelde interestopbrengst uit Leningsovereenkomst zullen de Leningsovereenkomsten 4,0 % zal bedragen. Gelet opstartkosten vervroegd terugbetaald moeten worden met een negatief effect op het feit dat dividendbeleid tot gevolg. De hoogte van het jaarlijks dividend kan ook negatief beïnvloed worden door de Productiecentrales op datum middelen die eventueel besteed moeten worden aan de terugkoop van dit Informatiememorandum nog niet operationeel zijn en dat Aandelen van uittredende Vennoten en, in geval van gehele of gedeeltelijke vervroegde terugbetaling van de opbrengsten uit de Leningsovereenkomsten bij niet-operationele Productiecentrales voor Electrabel CoGreen beperkt is tot een vaste rentevoet (3,00%)Leningsovereenkomst, kan het netto dividendrendement voor het eerste boekjaar lager zijn dan het hierboven beschreven verwachte netto dividendrendement. Het netto dividendrendement kan eveneens lager zijn dan het hierboven geraamde netto dividendrendement indien de gemiddelde interestopbrengst uit de Leningsovereenkomsten, die niet gegarandeerd is, minder bedraagt dan de hierboven geraamde interestopbrengst uit de Leningsovereenkomstenverminderde inkomsten. De Aandelen B geven geen recht op deelname in eventuele reserves of meerwaardenmeerwaarden in geval van uittreding, terugneming van Aandelen en uitsluiting. De Vennoten genieten derhalve een begrensd rendement bij gunstige resultaten van Electrabel CoGreenNorth Sea Wind, terwijl bij waardevermindering van de nominale waarde van de Aandelen van Electrabel CoGreen, de daling van het rendement wel onbeperkt is.waarde
Appears in 1 contract
Beschrijving van het dividendbeleid. Er worden afzonderlijke boeken gehouden en een afzonderlijke balans en een winst- en verliesrekening opgemaakt voor de opbrengsten die voortkomen uit de investering in, en de financiering van, elke Productiecentrale waarvoor de Raad van Bestuur een afzonderlijke subcategorie van Aandelen B heeft ingericht. De algemene kosten die niet rechtstreeks ten laste kunnen worden gelegd van een bepaalde Productiecentrale worden omgeslagen over al de opbrengsten volgens een verdeelsleutel, jaarlijks te bepalen door de Raad van Bestuur in functie van de relatieve belangrijkheid van de opbrengsten van elke Productiecentrale. De gerealiseerde winst wordt als volgt bestemd : • jaarlijks wordt van de netto-winst vermeld in de jaarrekening een bedrag van vijf ten honderd voorafgenomen tot vorming van een wettelijke reserve; deze voorafneming is niet meer verplicht wanneer het reservefonds één tiende van het geplaatst kapitaal bereikt; • na de vorming van de wettelijke reserve keert de Algemene Vergadering een 1ste dividend, indien voorhanden, uit aan de Vennoten B. Het eventueel toe te kennen dividend wordt per subcategorie van Vennoten B berekend en is afhankelijk van de opbrengst uit de tussen Electrabel CoGreen en Electrabel afgesloten Leningsovereenkomst voor de Productiecentrale, waarnaar die subcategorie van Vennoten B werd genoemd. De kosten die specifiek eigen zijn aan een bepaalde subcategorie Aandelen B of een bepaalde Leningsovereenkomst voor een Productiecentrale komen enkel in mindering op de opbrengsten bestemd voor de Aandelen aandelen van deze subcategorie Aandelen B; de algemene kosten van Electrabel CoGreen worden gelijk verdeeld overeenkomstig de verdeelsleutel vastgelegd door de Raad van Bestuur in functie van de relatieve belangrijkheid van de opbrengsten van elke Productiecentrale; • na de betaling van het 1ste eerste dividend kan de Algemene Vergadering beslissen een beschikbare reserve te vormen; • het eventueel daarna overblijvend saldo wordt onder de vorm van een 2de dividend toegekend aan de Vennoten A. Indien het batig saldo niet voldoende is om het 1ste eerste dividend waarvan hierboven sprake uit te keren, dan behouden de betrokken Vennoten in de daaropvolgende jaren hierop hun recht. De eventuele beschikbare reserves kunnen bij beslissing van de Algemene Vergadering onder de vorm van dividenden worden verdeeld onder de Vennoten. Het dividend per aandeel mag in geen geval hoger zijn dan het bedrag dat is vastgesteld conform het Koninklijk Besluit van 8 januari 1962 tot vaststelling van de voorwaarden tot erkenning van de nationale groeperingen van coöperatieve vennootschappen en van de coöperatieve vennootschappen voor de Nationale Raad voor de Coöperatie. De Raad van Bestuur zal dit bedrag elk jaar bekendmaken op de website van Electrabel CoGreen. Het maximale dividendrendement bedraagt op de datum van dit Informatiememorandum 6%. Dit dividend is geen gegarandeerde opbrengst. Het verwachte netto dividendrendement, wat slechts een raming is en waaruit geen enkel recht kan worden afgeleid, wordt geraamd op 3,54%. Deze raming van het netto dividendrendement is gebaseerd op de hypothese dat de gemiddelde interestopbrengst uit de Leningsovereenkomsten 4,0 4,4 % zal bedragen. Gelet op het feit dat de Productiecentrales op datum van dit Informatiememorandum nog niet operationeel zijn en dat de opbrengsten uit de Leningsovereenkomsten bij niet-operationele Productiecentrales voor Electrabel CoGreen beperkt is tot een vaste rentevoet (3,003,50%), kan het netto dividendrendement voor het eerste boekjaar lager zijn dan het hierboven beschreven verwachte netto dividendrendement. Het netto dividendrendement kan eveneens lager zijn dan het hierboven geraamde netto dividendrendement indien de gemiddelde interestopbrengst uit de Leningsovereenkomsten, die niet gegarandeerd is, minder bedraagt dan de hierboven geraamde interestopbrengst uit de Leningsovereenkomsten. De Aandelen B geven geen recht op eventuele reserves of meerwaarden. De Vennoten genieten derhalve een begrensd rendement bij gunstige resultaten van Electrabel CoGreen, terwijl bij waardevermindering van de nominale waarde van de Aandelen van Electrabel CoGreen, de daling van het rendement wel onbeperkt is.
Appears in 1 contract
Samples: Informatiememorandum