Uitoefening van het herroepingsrecht door de consument en kosten daarvan 1. Als de consument gebruik maakt van zijn herroepingsrecht, meldt hij dit binnen de bedenktermijn door middel van het modelformulier voor herroeping of op andere ondubbelzinnige wijze aan de ondernemer. 2. Zo snel mogelijk, maar binnen 14 dagen vanaf de dag volgend op de in lid 1 bedoelde melding, zendt de consument het product terug, of overhandigt hij dit aan (een gemachtigde van) de ondernemer. Dit hoeft niet als de ondernemer heeft aangeboden het product zelf af te halen. De consument heeft de terugzendtermijn in elk geval in acht genomen als hij het product terugzendt voordat de bedenktijd is verstreken. 3. De consument zendt het product terug met alle geleverde toebehoren, indien redelijkerwijs mogelijk in originele staat en verpakking, en conform de door de ondernemer verstrekte redelijke en duidelijke instructies. 4. Het risico en de bewijslast voor de juiste en tijdige uitoefening van het herroepingsrecht ligt bij de consument. 5. De consument draagt de rechtstreekse kosten van het terugzenden van het product. Als de ondernemer niet heeft gemeld dat de consument deze kosten moet dragen of als de ondernemer aangeeft de kosten zelf te dragen, hoeft de consument de kosten voor terugzending niet te dragen. 6. Indien de consument herroept na eerst uitdrukkelijk te hebben verzocht dat de verrichting van de dienst of de levering van gas, water of elektriciteit die niet gereed voor verkoop zijn gemaakt in een beperkt volume of bepaalde hoeveelheid aanvangt tijdens de bedenktijd, is de consument de ondernemer een bedrag verschuldigd dat evenredig is aan dat gedeelte van de verbintenis dat door de ondernemer is nagekomen op het moment van herroeping, vergeleken met de volledige nakoming van de verbintenis. 7. De consument draagt geen kosten voor de uitvoering van diensten of de levering van water, gas of elektriciteit, die niet gereed voor verkoop zijn gemaakt in een beperkt volume of hoeveelheid, of tot levering van stadsverwarming, indien: a. de ondernemer de consument de wettelijk verplichte informatie over het herroepingsrecht, de kostenvergoeding bij herroeping of het modelformulier voor xxxxxxxxxx niet heeft verstrekt, of; b. de consument niet uitdrukkelijk om de aanvang van de uitvoering van de dienst of levering van gas, water, elektriciteit of stadsverwarming tijdens de bedenktijd heeft verzocht. 8. De consument draagt geen kosten voor de volledige of gedeeltelijke levering van niet op een materiële drager geleverde digitale inhoud, indien: a. hij voorafgaand aan de levering ervan niet uitdrukkelijk heeft ingestemd met het beginnen van de nakoming van de overeenkomst voor het einde van de bedenktijd; b. hij niet heeft erkend zijn herroepingsrecht te verliezen bij het verlenen van zijn toestemming; of c. de ondernemer heeft nagelaten deze verklaring van de consument te bevestigen. 9. Als de consument gebruik maakt van zijn herroepingsrecht, worden alle aanvullende overeenkomsten van rechtswege ontbonden.
De beoordeling Welke vraag moet de commissie beantwoorden? 3.1 Alhoewel het partijdebat zich met name heeft toegespitst op de externe registraties, vat de commissie de klacht van de consument ook zo op dat zij ook de vraag moet beantwoorden of de verzekeraar de persoonsgegevens van de consument in de interne registers mocht registreren.1 Daarmee hangt ook samen de vraag of de verzekeraar de verschillende verzekeringen mocht beëindigen en daarvan melding mocht maken in de verschillende registers. 3.2 De commissie is van oordeel dat de verzekeraar de persoonsgegevens van de consument ten onrechte in de verschillende registers heeft opgenomen. Dat betekent dat de verzekeraar de registraties uit de registers moet verwijderen. Het oordeel van de commissie zal hierna worden toegelicht. Eerst zal het juridisch kader worden geschetst waarna de zaak aan de hand van dit toetsingskader zal worden beoordeeld. 3.3 Omdat deze registraties grote gevolgen hebben voor consumenten, is de commissie van oordeel dat verzekeraars niet zonder goede reden persoonsgegevens mogen opnemen in de genoemde registers. Er worden dan ook terecht hoge eisen gesteld aan die reden(en). De eisen voor registratie in het Incidentenregister en het EVR zijn opgenomen in het Protocol Incidentenwaarschuwingssysteem Financiële Instellingen 2021 (hierna: ‘het Protocol’, zie bijlage). 3.4 Artikel 5.2.1 van het Protocol bepaalt onder welke voorwaarden persoonsgegevens mogen worden opgenomen in het EVR. Vereist is dat er een zwaardere verdenking tegen de consument bestaat dan alleen maar een redelijk vermoeden van schuld aan de fraude, in die zin dat de te verwerken strafrechtelijke persoonsgegevens in voldoende mate moeten vaststaan. Een strafrechtelijke veroordeling van de betrokkene is niet vereist.2 Het uitgangspunt is dat de verzekeraar moet kunnen aantonen dat in voldoende mate vaststaat dat de gedraging van de consument de kwalificatie strafbaar feit kan dragen. Dit betekent dat alleen een verdenking van fraude niet genoeg is, hier moet ook enig bewijs voor zijn. De verzekeraar moet dus goede redenen hebben de gegevens te registreren en hij moet dat ook voldoende kunnen onderbouwen. Het is aan de verzekeraar te bewijzen dat hiervan sprake is. 1 Er is bij het invullen van het klachtformulier immers geen sprake van ‘het formuleren van een vordering’. Door het indienen van dat formulier wordt een klacht in volle omvang aan de Geschillencommissie voorgelegd, zie HR 17 november 1995, NJ 0000/000 (Xxxxx/Xxxxx) en art. 47 lid 2 onder h van het reglement. 2 Zie Hoge Raad 29 mei 2009, ECLI:NL:HR:2009:BH4720, overweging 4.4 (te vinden op xxx.xxxxxxxxxxx.xx). 3.5 De verzekeraar stelt zich op het standpunt dat de consument hem opzettelijk heeft misleid door te proberen een dubbele uitkering te verkrijgen voor het verlies van één en dezelfde verlovingsring, terwijl hij daar geen recht op had. De consument heeft een uitvoerige verklaring gegeven, zoals weergegeven bij de nummers 2.5 t/m 2.12, voor de door de verzekeraar geconstateerde merkwaardigheden. De consument ontkent dat hij betrokken is geweest bij het indienen van de claim bij de reisverzekeraar. 3.6 De verzekeraar is er op basis van de aangevoerde argumenten niet in geslaagd de commissie ervan te overtuigen dat de consument heeft geprobeerd ter zake de verlovingsring een dubbele uitkering te krijgen. De commissie is van oordeel dat de verzekeraar onvoldoende naar voren heeft gebracht om vast te kunnen stellen dat de consument wist dat zijn verloofde al een claim bij de reisverzekeraar had ingediend. Evenmin is vast komen te staan dat de consument zelf de claim bij de reisverzekeraar heeft ingediend. In het licht van de consistente verklaringen van de consument, met name daar waar het gezamenlijke gebruik van de computer en de periode van ziekte en rouw betreft, acht de commissie niet in voldoende mate vaststaan dat de consument betrokken was bij of wetenschap had van de eerdere claim. De commissie neemt daarbij mee dat de consument ook ter zitting desgevraagd het een en ander op een consistente wijze heeft opgehelderd, niet is gebleken dat de consument tegenstrijdig heeft verklaard en niet valt uit te sluiten dat het is gegaan zoals de consument heeft verklaard. 3.7 Dat de consument in eerste instantie stellig heeft verklaard dat hij aan het sterfbed van zijn vader de verlovingsring had gezien, maakt het voorgaande niet anders. Gelet op de situatie waarin de consument zich destijds bevond, is het denkbaar dat hij ook daadwerkelijk in die veronderstelling verkeerde. De commissie kan zich voorts voorstellen dat de houding van de verzekeraar in deze kwestie voor de consument reden is geweest om zijn verloofde geen verklaring te laten afleggen. Niet weersproken is dat dit ook het advies is geweest van zijn rechtsbijstandsverzekeraar. Daarbij acht de commissie van belang dat de consument ter zitting heeft aangegeven bereid te zijn om erover na te denken zijn verloofde alsnog een verklaring te laten afleggen. 3.8 De verzekeraar stelt zich tot slot op het standpunt dat de consument bij e-mail van 14 januari 2022 heeft erkend dat hij heeft gefraudeerd. Gelet op de context waarin voornoemde e-mail door de consument is verstuurd, is de commissie echter van oordeel dat hierin geen erkenning van de consument besloten ligt. 3.9 De commissie is dan ook van oordeel dat niet is vast komen te staan dat de consument heeft gefraudeerd. Dit brengt mee dat niet is voldaan aan de vereisten die het Protocol stelt om tot registratie in het EVR over te gaan. De verzekeraar is dan ook onterecht overgegaan tot het registreren van de persoonsgegevens van de consument in het EVR en dient die registratie te verwijderen. 3.10 Vervolgens is de vraag aan de orde of de registratie in het Incidentenregister wel mag worden gehandhaafd. De commissie oordeelt dat ook de registratie in het Incidenten- register moet worden doorgehaald. Er is niet langer voldaan aan artikel 3.1.1 van het Protocol. Nu niet is vast komen te staan dat de consument heeft gefraudeerd, zijn de geregistreerde gegevens niet langer ter zake dienend. De registratie draagt niet langer bij aan het onderkennen, voorkomen, onderzoeken en bestrijden van strafbare gedragingen, en ook niet kan worden gezegd dat de registratie anderszins nog kan bijdragen aan de in artikel 4.1.1 Protocol omschreven doelen. 3.11 Op grond van artikel 4.2.3 van het Protocol worden de gegevens in het Incidenten- register uitgewisseld met functionarissen werkzaam bij de daartoe ingerichte coördinatiefuncties van het Verbond van Verzekeraars, te weten het fraudeloket. Dit is het CBV. Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen dient de verzekeraar de melding van de incidentenregistratie aan het CBV in te trekken.
Wat zijn de gevolgen als u een wijziging in uw medewerkersbestand niet of te laat doorgeeft? We willen uw melding van een nieuwe medewerker binnen een maand ontvangen. Ontvangen we uw melding niet of te laat, dan is deze medewerker niet verzekerd. Dat betekent dat u een eventuele aanvulling die we aan deze medewerker verlenen, aan ons moet terugbetalen. We verlenen deze aanvulling alleen als we daartoe verplicht zijn op grond van de Pensioenwet. Ontvangen we uw melding van een nieuwe medewerker na een maand of later alsnog? Dan nemen we hem in de module op vanaf de datum dat hij in dienst is getreden, of – als dat later is – vanaf de ingangsdatum van de module. Vanaf die datum bent u ook premie verschuldigd voor deze medewerker. De dekking van de module gaat echter pas in op het moment dat hij is aangemeld.
Wat betaalt u zelf? ● Vanaf 18 jaar geldt eigen risico. ● Onderstaande medische indicatie of situatie geldt voor u: ○ U gebruikt meerdere medicijnen chronisch en er is een medische en farmaceutische noodzaak. ● U gebruikt meerdere medicijnen chronisch. ● De zorgverlener die het behandelvoorstel doet, heeft de medische en farmaceutische noodzaak vastgesteld. De criteria hiervoor kunt u vinden in de richtlijn Medicatiebeoordeling van de Koninklijke Nederlandse Maatschappij ter bevordering der Pharmacie op xxx.xxxx.xx. ● Een medicatiebeoordeling heeft betrekking op medicijnen die voldoen aan de voorwaarden voor medicijnen die zijn opgenomen in het GVS. Als u daarnaast ook medicijnen gebruikt die niet aan deze voorwaarden voldoen, worden deze inhoudelijk wel meegenomen in de medicatiebeoordeling. ● Medicatiebeoordeling gebeurt in samenspraak met u, uw behandelend arts en de overige betrokken zorgverleners. ● De zorgverlener moet de geldende NZa Prestatiebeschrijving en de Multidisciplinaire Richtlijn Polyfarmacie bij ouderen volgen. ● Apotheker. ● Apotheekhoudend huisarts. ● Medisch specialist. ● Arts verstandelijk gehandicapten. ● Specialist ouderengeneeskunde. ● U heeft een akkoordverklaring van ons nodig als niet wordt voldaan aan de algemene voorwaarden voor medicatiebeoordeling maar als u om andere medische of farmaceutische redenen wel behoefte heeft aan een medicatiebeoordeling. Kijk voor de akkoordverklaring in de bijlage Algemene Voorwaarden, onderdeel Akkoordverklaring. ● Apotheker of apotheekhoudend huisarts met opleiding Medicatiebeoordeling. Apotheker of apotheekhoudend huisarts die een door ons als voldoende beoordeelde, aanvullende opleiding met goed gevolg heeft afgerond voor het uitvoeren van een medicatiebeoordeling. De zorg vindt plaats in de praktijk van de apotheekhoudend (huis)arts, een door de overheid erkende (ziekenhuis)apotheek, bij u thuis of op uw tijdelijke verblijfplaats. Kijk voor de algemene uitsluitingen in de bijlage Algemene Voorwaarden, onderdeel Algemene uitsluitingen. ● Medicijnen die de apotheek zelf maakt (magistrale bereidingen). Het gaat om niet-geregistreerde medicijnen die door een apotheker op individueel recept zijn gemaakt. Uw arts schrijft een medicijn voor dat de apotheek speciaal voor u maakt. Dat heet een magistrale bereiding. Het kan ook gaan om een niet-geregistreerd medicijn dat uw apotheker door een andere apotheek laat maken. Dat noemen wij een 'doorgeleverde bereiding'.
Verzekerde bedragen A. Behoudens anders bepaald in de bijzondere voorwaarden moeten de verzekerde bedragen onder de verantwoordelijkheid van de verzekeringnemer worden vastgesteld. Om de toepassing van de evenredigheidsregel op de bedragen te voorkomen, moeten de verzekerde bedragen, die alle belastingen omvatten in zoverre deze niet kunnen worden afgetrokken, op ieder ogenblik gelijk zijn aan de waarde van de verzekerde goederen*, geschat met inachtneming van de volgende bepalingen, ongeacht enige boekwaarde: 1) het gebouw*: volgens de werkelijke waarde* of, als de bijzondere voorwaarden dit vermelden, volgens de nieuwwaarde*; 2) de inboedel*: volgens de nieuwwaarde*; Niettemin: a) worden xxxxxxxxxx en kleding volgens de werkelijke waarde* geschat; b) worden stijlmeubelen, kunstvoorwerpen en verzamelobjecten, juwelen en in het algemeen alle zeldzame of kostbare voorwerpen volgens hun verkoopwaarde* geschat; c) worden fietsen, bromfietsen en motorfietsen, elektrische toestellen (met inbegrip van elektronische toestellen) geschat volgens hun werkelijke waarde*, zonder dat deze hoger mag zijn dan de vervangingsprijs van nieuwe goederen met vergelijkbare prestaties; 3) het materieel*: volgens de werkelijke waarde* of, als de bijzondere voorwaarden het vermelden, volgens de nieuwwaarde*; Niettemin: a) mag het materieel* niet geschat worden volgens een waarde die hoger is dan de vervangingsprijs van nieuw materieel met vergelijkbare prestaties; b) worden originelen en kopieën van archieven, documenten, handelsboeken, plannen, modellen en informatiedragers* geschat volgens de materiële wedersamenstellingswaarde, met uitsluiting van de kosten voor onderzoek en studie; c) worden motorrijtuigen en aanhangwagens volgens de verkoopwaarde* geschat; d) worden de onderdelen die blootstaan aan snelle slijtage en herhaalde vervangingen zoals bijvoorbeeld kabels, kettingen, riemen, pakkingen, dichtingen, buigzame leidingen, luchtbanden en andere rubberbanden, pantser- en slijtplaten, graaf- en grijptanden, zeven, accumulatorbatterijen, volgens hun werkelijke waarde* geschat; 4) koopwaar*; - bevoorradingen, grondstoffen, eetwaren, verpakkingen, afval betreft: volgens de dagwaarde*; - producten in fabricatie of afgewerkte maar niet verkochte producten: door bij de prijs van de grondstoffen volgens de dagwaarde* de rechtstreekse en onrechtstreekse kosten te voegen die gemaakt zijn om hun fabricatiegraad te bereiken; - de afgewerkte en verkochte, maar niet geleverde producten: volgens de verkoopprijs, verminderd met de niet gemaakte kosten; - de goederen die aan de cliënteel toebehoren en bij de verzekerde zijn opgeslagen: op basis van de werkelijke waarde* tenzij het motorrijtuigen of hun aanhangwagens betreft: in dat geval gebeurt de schatting volgens de verkoopwaarde*; 5) dieren: volgens hun dagwaarde*, zonder rekening te houden met hun tentoonstellings- of wedstrijdwaarde; 6) de huurdersaansprakelijkheid* of de aansprakelijkheid als gebruiker*; - indien de verzekerde* huurder of gebruiker is van het hele gebouw*: volgens de werkelijke waarde* van dat gebouw*; - indien de verzekerde* huurder of gebruiker is van een gedeelte van het gebouw*: volgens de werkelijke waarde*, zowel van dit deel van het gebouw* als van de andere delen, in zoverre de verzekerde* er contractueel aansprakelijk voor kan worden gesteld. B. Tijdens de duur van het contract kan de verzekeringnemer te allen tijde verzoeken de verzekerde bedragen te wijzigen om ze in overeenstemming te brengen met de waarden van de omschreven goederen waarop ze betrekking hebben.
Onvoorziene omstandigheden 1. Onverminderd het bepaalde in artikel 5 lid 5, draagt de consument het risico van het door de onder- nemer aantreffen van een zaak die een wezenlijke belemmering of bemoeilijking van de uitvoering betekent, behoudens voor zover de ondernemer redelijkerwijs van de aanwezigheid van die zaak op de hoogte was of op de hoogte behoorde te zijn. 2. Wanneer zich onvoorziene omstandigheden met be- trekking tot de aanvang en uitvoering van het werk voordoen, doet de ondernemer hiervan zo spoedig mogelijk mededeling aan de consument en treden ondernemer en consument met elkaar in overleg. 3. Indien de ondernemer de consument niet kan bereiken, dient hij het werk te onderbreken, behalve indien de onvoorziene omstandigheid onmiddellijk handelen vereist. 4. Eventuele extra kosten die de ondernemer moet ma- ken in verband met een onvoorziene omstandigheid die onmiddellijk handelen vereist en die redelijk zijn ter beperking van de schade, zullen door de consu- ment worden vergoed, tenzij de omstandigheid naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid voor risico van de ondernemer komt. 5. Indien de onvoorziene omstandigheid niet onmid- dellijk handelen vereist, kan de consument meer- en minderwerk opdragen.
Einde van de uitkering In de Algemene voorwaarden Inkomen en hoofdstuk 3.b ‘Einde van de uitkering’ van deze polisvoorwaarden leest u wanneer de uitkering stopt. De uitkering stopt ook: • op de dag dat uw werknemer niet meer ziek is. • op de dag dat de arbeidsovereenkomst met uw werknemer eindigt. • op de dag dat u geen loondoorbetalingsplicht meer heeft.
Passen we de premie aan bij wijzigingen in uw medewerkersbestand? We passen uw premie aan als de verzekerde loonsom binnen uw verzekering wijzigt. Dit kan gebeuren doordat: - nieuwe medewerkers bij u in dienst treden; - medewerkers uit dienst treden; - het salaris van een of meer verzekerden verandert. We berekenen voor deze aanpassing een wijziging in de premie. Deze brengen we in rekening bij uw eerstvolgende naverrekeningstermijn. Welke naverrekeningstermijn we met u hebben afgesproken staat op uw polisblad. Deze premiewijziging geeft u niet het recht om de verzekering te beëindigen. Het premiepercentage passen we niet aan door deze wijzigingen in het medewerkersbestand. Wijzigt het medewerkersbestand door (gedeeltelijke) overname van een ander bedrijf, fusie, splitsing van uw bedrijf of doordat u een deel van uw bedrijf verkoopt? Dan passen we het premiepercentage wel aan. U krijgt dan een offerte van ons. Gaat u niet akkoord met de wijziging van uw premiepercentage? Dan willen we deze mededeling binnen een maand, nadat we u geïnformeerd hebben over de wijziging, van u hebben ontvangen. De verzekering eindigt dan op de datum waarop uw risico gewijzigd is.
Onvoorziene gevallen In alle gevallen waarin dit reglement niet voorziet, beslist het bestuur.
Duurtransacties: duur, opzegging en verlenging De consument kan een overeenkomst die voor onbepaalde tijd is aangegaan en die strekt tot het geregeld afleveren van producten (elektriciteit daaronder begrepen) of diensten, te allen tijde opzeggen met inachtneming van daartoe overeengekomen opzeggingsregels en een opzegtermijn van ten hoogste één maand. De consument kan een overeenkomst die voor bepaalde tijd is aangegaan en die strekt tot het geregeld afleveren van producten (elektriciteit daaronder begrepen) of diensten, te allen tijde tegen het einde van de bepaalde duur opzeggen met inachtneming van daartoe overeengekomen opzeggingsregels en een opzegtermijn van ten hoogste één maand. De consument kan de in de vorige leden genoemde overeenkomsten: • te allen tijde opzeggen en niet beperkt worden tot opzegging op een bepaald tijdstip of in een bepaalde periode; • tenminste opzeggen op dezelfde wijze als zij door hem zijn aangegaan; • altijd opzeggen met dezelfde opzegtermijn als de ondernemer voor zichzelf heeft bedongen. Een overeenkomst die voor bepaalde tijd is aangegaan en die strekt tot het geregeld afleveren van producten (elektriciteit daaronder begrepen) of diensten, mag niet stilzwijgend worden verlengd of vernieuwd voor een bepaalde duur. In afwijking van het vorige lid mag een overeenkomst die voor bepaalde tijd is aangegaan en die strekt tot het geregeld afleveren van dag- nieuws- en weekbladen en tijdschriften stilzwijgend worden verlengd voor een bepaalde duur van maximaal drie maanden, als de consument deze verlengde overeenkomst tegen het einde van de verlenging kan opzeggen met een opzegtermijn van ten hoogste één maand. Een overeenkomst die voor bepaalde tijd is aangegaan en die strekt tot het geregeld afleveren van producten of diensten, mag alleen stilzwijgend voor onbepaalde duur worden verlengd als de consument te allen tijde mag opzeggen met een opzegtermijn van ten hoogste één maand. De opzegtermijn is ten hoogste drie maanden in geval de overeenkomst strekt tot het geregeld, maar minder dan eenmaal per maand, afleveren van dag-, nieuws- en weekbladen en tijdschriften. Een overeenkomst met beperkte duur tot het geregeld ter kennismaking afleveren van dag-, nieuws- en weekbladen en tijdschriften (proef- of kennismakingsabonnement) wordt niet stilzwijgend voortgezet en eindigt automatisch na afloop van de proef- of kennismakingsperiode. Als een overeenkomst een duur van meer dan een jaar heeft, mag de consument na een jaar de overeenkomst te allen tijde met een opzegtermijn van ten hoogste één maand opzeggen, tenzij de redelijkheid en billijkheid zich tegen opzegging vóór het einde van de overeengekomen duur verzetten.