Bewijsstukken uitsluitingsgronden Voorbeeldclausules

Bewijsstukken uitsluitingsgronden. De Inschrijver aan wie de gemeente Den Haag de opdracht voornemens is te gunnen, dient de bewijsstukken terzake de niet-toepasselijkheid van de uitsluitingsgronden binnen 15 kalenderdagen na de voorgenomen gunning te overleggen. Indien de Inschrijver aan wie de gemeente Den Haag de opdracht is voornemens te gunnen een combinatie is, dan dienen alle combinantleden terzake de uitsluitingsgronden de betreffende bewijsstukken te overleggen binnen 15 kalenderdagen na de voorgenomen gunning. Indien de gemeente Den Haag voornemens is de opdracht aan u te gunnen en u heeft een beroep gedaan op een onderaannemer voor het voldoen aan gestelde eisen ten aanzien van financieel/economische draagkracht dan wel technische bekwaamheid en beroepsbekwaamheid, dan dient u tevens de betreffende bewijsstukken terzake de uitsluitingsgronden van de onderaannemer te overleggen binnen 15 kalenderdagen na de voorgenomen gunning. Blijkt een Inschrijver bij de verificatie hier niet aan te kunnen voldoen, dan wordt de inschrijving (alsnog) ongeldig verklaard. Het gaat om de volgende bewijsstukken:
Bewijsstukken uitsluitingsgronden. 1. Een gegadigde of inschrijver kan door middel van een uittreksel uit het handelsregister, dat op het tijdstip van het indienen van het verzoek tot deelneming of de inschrijving niet ouder is dan zes maanden, aantonen dat de uitsluitingsgrond van artikel 2.87, eerste lid, onderdeel b, op hem niet van toepassing is. 2. Een gegadigde of inschrijver kan door middel van een gedragsverklaring aanbesteden, die op het tijdstip van het indienen van het verzoek tot deelneming of de inschrijving niet ouder is dan twee jaar, aantonen dat de uitsluitingsgronden, bedoeld in de artikelen 2.86 en 2.87, eerste lid, onderdelen c en d, voor zover het een onherroepelijke veroordeling of een onherroepelijke beschikking wegens overtreding van mededingingsregels betreft, op hem niet van toepassing zijn. 3. Een gegadigde of inschrijver kan door middel van een verklaring van de belastingdienst, die op het tijdstip van het indienen van het verzoek tot deelneming of de inschrijving, niet ouder is dan zes maanden, aantonen dat de uitsluitingsgrond, bedoeld in artikel 2.86, vierde lid, of artikel 2.87, eerste lid, onderdeel j, niet op hem van toepassing is. 4. Een aanbestedende dienst aan welke een gegadigde of inschrijvergegevens overlegt ten bewijze dat de uitsluitingsgronden, bedoeld in artikel 2.86 of artikel 2.87, niet op hem van toepassing zijn, aanvaardt ook gegevens en bescheiden uit een andere lidstaat, uit het land van herkomst van de gegadigde of inschrijver of het land waar de gegadigde of inschrijver is gevestigd, die een gelijkwaardig doel dienen of waaruit blijkt dat de uitsluitingsgrond niet op hem van toepassing is.
Bewijsstukken uitsluitingsgronden. In het kader van de uitsluitingsgronden (artikels 67 tot en met 70 van de Wet Overheidsopdrachten) voegt de kandidaat of inschrijver bij zijn offerte een uittreksel uit het strafregister dat maximaal 6 maanden oud is, de bewijsstukken in het kader van de sociale en fiscale schulden worden door de aanbestedende overheid digitaal opgevraagd via Telemarc. Voor de buitenlandse ondernemingen dienen de goedkeurende jaarrekeningen van de twee laatste jaren of een staat van alle activa en passiva van de onderneming bij de offerte te worden gevoegd. Indien de inschrijver nog geen jaarrekening heeft gepubliceerd, bezorgt hij een tussentijdse balans voor echt verklaard door de accountant of door de bedrijfsrevisor (of door de persoon of het organisme dat een soortgelijke functie in zijn land uitoefent).
Bewijsstukken uitsluitingsgronden. De aanbestedende dienst verlangt voor definitieve gunning van de winnende inschrijver nader bewijs ten aanzien van de uit- sluitingsgronden. De aanbestedende dienst zal na voorlopige gunning verzoeken om binnen veertien kalenderdagen na dat verzoek de volgende bewijsstukken in te dienen: Een gedragsverklaring aanbesteden, die op het tijdstip van indienen niet ouder is dan 2 jaar, voor zover het een onherroe- pelijke beschikking wegens overtreding van mededingingsregels betreft (artikel 2.89.2 Aanbestedingswet). Een verklaring van de belastingdienst waaruit blijkt dat aan alle betalingsverplichtingen zijn voldaan en die op het tijdstip van het indienen van het verzoek niet ouder is dan 6 maanden (artikel 2.89.3 Aanbestedingswet).
Bewijsstukken uitsluitingsgronden. De Gecertificeerde Instelling dient de bewijsstukken terzake de niet-toepasselijkheid van de uitsluitingsgronden direct bij Aanmelding te overleggen. Het gaat om de volgende bewijsstukken: Faillissement Uittreksel Handelsregister Niet ouder dan 6 maanden (gerekend vanaf uiterste indientermijn van de Aanmelding) Overtreding beroepsgedragsregels GVA (xxx.xxxxxx.xx/xxxxxxxxx/xxx ) GVA niet ouder dan 2 jaar (gerekend vanaf uiterste indientermijn van de Aanmelding) Belasting/ sociale premies Verklaring belastingdienst Niet ouder dan 6 maanden (gerekend vanaf uiterste indientermijn van de Aanmelding)
Bewijsstukken uitsluitingsgronden. Indien op de Inschrijver geen van de uitsluitingsgronden a t/m k van toepassing zijn, ondertekent de Inschrijver Bijlage 1. Dit is een eigen verklaring. De Inschrijver aan wie de gemeente de opdracht voornemens is te gunnen, dient de originele bewijsstukken terzake de niet-toepasselijkheid van de uitsluitingsgronden, binnen 15 dagen na de voorlopige gunning te overleggen. Blijkt een Inschrijver bij de verificatie hier niet aan te kunnen voldoen, dan wordt de inschrijving (alsnog) ongeldig verklaard. Het gaat om de volgende bewijsstukken: • Artikel 45, lid 2 sub a en b, Verklaring surséance van betaling/faillissement: Overleg een verklaring van de griffier van de rechtbank of een vergelijkbare verklaring uit het land van herkomst. • Artikel 45, lid 2 sub e en f, Verklaring Inspecteur der Belastingen inzake betaling van de sociale verzekeringsbijdrage en belastingen: Overleg een verklaring van de Inspecteur der Belastingen of een vergelijkbare verklaring uit het land van herkomst. • Artikel 45, lid 2 sub c, VOGrp: Overleg een Verklaring omtrent het Gedrag voor rechtspersonen (VOGrp) indien er sprake is van een rechtspersoon of van een organisatie die daarmee op grond van artikel 51 derde lid Wetboek van Strafrecht wordt gelijkgesteld. In alle andere gevallen moet Inschrijver een VOG voor natuurlijke personen (VOGnp) overleggen. Buitenlandse ondernemingen moeten een vergelijkbare verklaring uit het land van herkomst overleggen. Indien geen zodanig document door het betrokken land wordt afgegeven, kan die worden vervangen door een verklaring onder ede – of in een land waar niet in een eed is voorzien, door een plechtige verklaring – die door Inschrijver is afgelegd ten overstaan van een notaris. Voormelde verklaringen mogen niet ouder zijn dan een jaar, te rekenen vanaf de sluitingsdatum aanbesteding. Naast het indienen van de eigen verklaring (Bijlage 1) dienen alle Inschrijvers bij inschrijving een kopie van het uittreksel van de Kamer van koophandel in te leveren bijhorend bij uitsluitingsgrond l. Bij een inschrijving als combinatie dienen alle combinantleden terzake de uitsluitingsgronden de betreffende bewijsstukken te overleggen bij de inschrijving (Eigen verklaring en KvK-uittreksel). Bij een inschrijving met een onderaannemer dient de hoofdaannemer tevens de betreffende bewijsstukken terzake de uitsluitingsgronden van de onderaannemer te overleggen (verklaring uitsluitingsgronden onderaannemer (Bijlage 2) en KvK-uittreksel). Voor de goede orde maken wi...

Related to Bewijsstukken uitsluitingsgronden

  • Uitsluitingsgronden Om voor een overeenkomst in aanmerking te komen dient de opdrachtnemer niet te voldoen aan de hierna omschreven uitsluitingsgronden. Bij de inschrijving geven opdrachtnemers via het UEA (Uniform Europees Aanbestedingsdocument) aan dat geen van de uitsluitingsgronden op hen van toepassing is. Deze gelden zowel bij inschrijving als gedurende de looptijd van de overeenkomst. In de afgelopen vijf jaar, gerekend vanaf het moment van indiening door opdrachtnemer van de contractdocumenten op het inkoopplatform en gedurende de looptijd van de overeenkomst met opdrachtnemer dient geen sprake te zijn van een onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak inzake één van de volgende veroordelingen: a. deelneming aan een criminele organisatie in de zin van artikel 2 van Kaderbesluit 2008/841/JBZ van de Raad van 24 oktober 2008 ter bestrijding van de georganiseerde criminaliteit; b. omkoping in de zin van artikel 3 van de Overeenkomst ter bestrijding van corruptie waarbij ambtenaren van de Europese Gemeenschappen of van de lidstaten van de Europese Unie betrokken zijn en van artikel 2, eerste lid, van Kaderbesluit 2003/568/JBZ van de Raad van 22 juli 2003 inzake de bestrijding van corruptie in de privésector; c. fraude in de zin van artikel 1 van de overeenkomst aangaande de bescherming van de financiële belangen van de Gemeenschap; d. xxxxxxxxx xxx xxxx in de zin van artikel 1 van richtlijn nr. 91/308/EEG van de Raad van 10 juni 1991 tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld; e. terroristische misdrijven of strafbare feiten in verband met terroristische activiteiten in de zin van de artikelen 1, 3 en 4 van Kaderbesluit 2002/475/JBZ van de Raad van 13 juni 2003 inzake terrorismebestrijding; f. kinderarbeid en andere vormen van mensenhandel in de zin van artikel 2 van Richtlijn 2011/36/EU van het Europees Parlement en de Raad van 5 april 2011 inzake de voorkoming en bestrijding van mensenhandel en de bescherming van slachtoffers daarvan, en ter vervanging van Kaderbesluit 2002/629/JBZ. Eveneens is er geen sprake van een onherroepelijke veroordeling van een persoon die lid is van het bestuurs-, leidinggevend of toezichthoudend orgaan of die daarin vertegenwoordigings-, beslissings- of controlebevoegdheid heeft. Eveneens dienen geen van de volgende situaties op opdrachtnemer van toepassing te zijn: 1. Opdrachtnemer verkeert in staat van faillissement of liquidatie, diens werkzaamheden zijn gestaakt, jegens hem geldt een surseance van betaling of een (faillissements-)akkoord, of opdrachtnemer verkeert in een andere vergelijkbare toestand ingevolge een soortgelijke procedure uit hoofde van op hem van toepassing zijnde wet- en regelgeving; 2. Opdrachtnemer heeft zich in ernstige mate schuldig gemaakt aan valse verklaringen bij het verstrekken van de informatie die nodig is voor de controle op het ontbreken van gronden voor uitsluiting of het voldoen aan de geschiktheidseisen of heeft die informatie achtergehouden, dan wel was niet in staat de ondersteunende documenten te overleggen; Een onwaarheid, waarvan opdrachtnemer redelijkerwijs had dienen te weten dat dit een onjuiste weergave van de werkelijkheid betrof, van hetgeen opdrachtnemer heeft ingevuld en verklaard wordt gelijkgesteld met een toerekenbare tekortkoming in de nakoming van deze overeenkomst en leidt per direct tot ontbinding van de overeenkomst; 3. De opdrachtnemer heeft in de uitoefening van zijn beroep een ernstige fout begaan, waardoor zijn integriteit in twijfel kan worden getrokken; 4. Opdrachtnemer voldoet niet aan zijn verplichtingen tot betaling van belastingen of van sociale zekerheidspremies. 5. Indien de overeenkomst met opdrachtgever of diens rechtsvoorganger eerder ontbonden is, met in achtneming artikel 3.5 lid 5.

  • Facultatieve uitsluitingsgronden indien de aanbestedende overheid met elk passend middel aantoont dat de kandidaat of inschrijver de verplichtingen op het vlak van het milieu-, sociaal en arbeidsrecht heeft geschonden;

  • Bijzondere uitsluitingen 50.1 Geen verplichting tot het verlenen of het blijven verlenen van rechtsbijstand (waaronder mede begrepen het verstrekken van advies) bestaat: 50.1.1 als verzekerde handelt in strijd met de verzekeringsvoorwaarden en daardoor de belangen van DAS schaadt. Daarvan is in ieder geval sprake als de zaak zó laat is aangemeld dat DAS slechts met meer inspanningen of meer kosten rechtsbijstand zou kunnen verlenen 50.1.2 als het rechtsprobleem verband houdt met het besturen van een motor terwijl de bestuurder niet bevoegd was de motor te besturen. Deze uitsluiting wordt niet ingeroepen als: 50.1.3 als het rechtsprobleem verband houdt met de onderhavige verzekeringsovereenkomst. DAS vergoedt echter alsnog de redelijk gemaakte kosten van rechtsbijstand als verzekerde in een onherroepelijk vonnis in het gelijk gesteld wordt 50.1.4 als de behoefte aan rechtsbijstand het beoogde of zekere gevolg is van handelen of nalaten door verzekerde of als hij het ontstaan van deze behoefte willens en wetens heeft geaccepteerd om enig voordeel te behouden of te behalen. In een strafzaak doet DAS op het voorgaande een beroep als het strafbare feit waarvan verzekerde wordt verdacht een (voorwaardelijk) opzetdelict is, dan wel als verzekerde het feit willens en wetens heeft gepleegd. DAS vergoedt achteraf alsnog de redelijk gemaakte kosten van rechtsbijstand als bij het einde van de zaak deze omstandigheden afwezig blijken te zijn 50.1.5 in geschillen over het instaan voor of overnemen van vorderingen van anderen door xxxxxx, schuldvernieuwing, subrogatie of borgtocht 50.1.6 in fiscale of fiscaalrechtelijke geschillen, waaronder ook begrepen worden geschillen over heffingen, retributies, bijdragen, leges, invoerrechten en accijnzen 50.1.7 in geschillen over exploitatie van de motor (verhuur, vervoer, examens, les enz.) 50.1.8 in geschillen over de aanschaf van tweedehands motoren, tenzij gekocht onder schriftelijke garantie bij een officiële dealer 50.1.9 bij het voeren van verweer tegen vorderingen uit onrechtmatige daad of daarvoor in de plaats komende regresacties. 50.2 Geen uitkering wordt verleend voor de in 49.4.2 tot en met 49.4.6 genoemde externe kosten die op grond van een contractuele of wettelijke bepaling (bijvoorbeeld artikel 591 en 591a van het Wetboek van Strafvordering) verhaald, verrekend (bijvoorbeeld door BTW-afdracht) of door anderen vergoed kunnen worden, met uitzondering van aanspraken op grond van de Wet op de Rechtsbijstand. DAS schiet deze kosten voor.

  • Beveiligingsmaatregelen 6.1 Rekening houdend met de stand van de techniek, de uitvoeringskosten, alsook met de aard, de omvang, de context en de verwerkingsdoeleinden en de qua waarschijnlijkheid en ernst uiteenlopende risico's voor de rechten en vrijheden van personen, treft Verwerker passende technische en organisatorische maatregelen om een op het risico afgestemd beveiligingsniveau te waarborgen. De beveiligingsmaatregelen die thans zijn genomen, zijn in Annex 2 bepaald. 6.2 Verwerker zorgt voor maatregelen die er mede op gericht zijn onnodige verzameling en verdere verwerking van persoonsgegevens te voorkomen. 6.3 De Gegevens worden uitsluitend opgeslagen en verwerkt binnen de Europese Economische Ruimte.

  • Aanvullende uitsluitingen Op deze rubriek zijn de volgende uitsluitingen van toepassing.

  • AFWIJKENDE BEPALINGEN KLEINVERBRUIKAANSLUITINGEN In afwijking van artikel 10 lid 2 zijn Klanten met een Kleinverbruikaansluiting een opzegvergoeding verschuldigd conform de Richtsnoeren Redelijke Opzegvergoedingen.

  • Algemene uitsluitingen Wij verlenen geen dekking voor schade: 1. die is veroorzaakt door of verband houdt met: a. molest; b. atoomkernreacties. De uitsluiting van atoomkernreacties geldt niet: - als deze te maken hebben met radioactieve nucliden, die zich buiten een kerninstallatie bevinden. Deze nucliden moeten gebruikt worden of bestemd zijn om te gebruiken voor industriële, commerciële, landbouwkundige, medische, onderwijskundige, wetenschappelijke doeleinden of niet-militaire beveiligingsdoeleinden en - er door de overheid een vergunning voor vervaardiging, gebruik, opslag en het zich ontdoen van radioactieve stoffen is afgegeven. Voor zover er volgens de wet een derde voor de geleden schade aansprakelijk is, blijft de uitsluiting van kracht. Onder 'wet' verstaan wij de Wet Aansprakelijkheid Kernongevallen (Staatsblad 1979 - 225). In deze wet is de bijzondere wettelijke regeling van de aansprakelijkheid op het gebied van de kernenergie opgenomen. Onder 'kerninstallatie' verstaan wij een kerninstallatie in de zin van deze wet of aan boord van een schip; a. die op grond van een bestaande garantieregeling, leveringsovereenkomst of de verzekering van de reparateur en/of handelaar kan worden verhaald; b. die gedekt is op (een) andere verzekering(en) of daarop gedekt zou zijn wanneer deze verzekering niet zou hebben bestaan. In deze gevallen bieden wij uitsluitend dekking voor het verschil in de verzekerde bedragen; c. die al op basis van een wet of andere voorziening wordt vergoed. In deze gevallen vergoeden wij uitsluitend de gedekte schade die het bedrag overschrijdt waarop u of de verzekerde elders aanspraak kan maken. De uitsluitingen in dit lid gelden niet voor de dekking voor Ongevallenverzekeringen; 3. als de premie niet betaald is, zoals omschreven in het artikel Premiebetaling; 4. die opzettelijk door, dan wel met goedvinden van een verzekerde is veroorzaakt. Deze uitsluiting geldt niet voor de verzekerde die aantoont dat hem voor de genoemde omstandigheden geen verwijt kan worden gemaakt; 5. als de verzekerde over een schade, ongeval of gebeurtenis opzettelijk onware of onvolledige mededelingen doet of laat doen.

  • Onmiddellijke opeisbaarheid U moet aan uw verplichtingen voldoen. Als u dit niet doet, kunnen wij al onze vorderingen op u meteen opeisbaar maken. a. Wij mogen dan al onze vorderingen op u meteen opeisbaar maken, dus ook de vorderingen uit een overeenkomst die u wel correct nakomt. Wij maken van dit recht geen gebruik als uw verzuim van weinig betekenis is en houden ons aan onze zorgplicht zoals genoemd in artikel 2 lid 1 ABV. Wij geven een voorbeeld: Stel u heeft bij ons een betaalrekening waarop u volgens de afspraken met ons maximaal € 500,- rood mag staan terwijl u een keer € 900,- rood staat. U heeft dan een niet toegestaan tekort van € 400,- op uw betaalrekening. Als u daarnaast een woningfinanciering bij ons heeft, is dit tekort geen voldoende reden om uw woningfinanciering op te eisen. U moet dan natuurlijk wel aan al uw verplichtingen uit de woningfinanciering voldoen en het tekort snel aanzuiveren. b. Als wij onze vorderingen opeisbaar maken, doen wij dat door een verklaring. Wij vertellen u daarin waarom wij dat doen.

  • Sancties bij niet nakomen betalingsverplichtingen De informatie over sancties bij het niet nakomen van betalingsverplichtingen is vermeld in Hoofdstuk Premie van de polisvoorwaarden Zekerheidspakket.

  • geheimhouding en kosteloze klachtbehandeling 1. De klachtenfunctionaris en degene over wie is geklaagd nemen bij de klachtbehandeling geheimhouding in acht. 2. De klager is geen vergoeding verschuldigd voor de kosten van de behandeling van de klacht.