Bijzondere ondernemingsraad (BOR) Voorbeeldclausules

Bijzondere ondernemingsraad (BOR). Dit artikel betreft de eventuele instelling van een Bijzondere Ondernemingsraad. De ondernemingsraden van Partijen kunnen overeen komen dat er een BOR wordt opgericht, die met de voorzitters van de gezamenlijke veiligheidsdirectie overleg zal voeren over aan de samenwerking gerelateerde vraagstukken. De bepaling is bewust facultatief geformuleerd. Het is aan Partijen om al dan niet te besluiten om een BOR in te stellen. Indien zij dat doen dan worden de afspraken tussen de ondernemingsraden van Partijen over het oprichten en het functioneren van de BOR in een convenant vastgelegd.

Related to Bijzondere ondernemingsraad (BOR)

  • Ondernemingsraad Je werkgever informeert de ondernemingsraad jaarlijks over de inzet van de studiefaciliteiten, loopbaanbudget en loopbaanscan. Ook wordt gerapporteerd over het aantal aangevraagde en toegekende opleidingen in het kader van loopbaanontwikkeling inclusief informatie over redenen van afwijzing.

  • Onderaanneming a. De aannemer zal slechts met schriftelijke toestemming van de opdrachtgever de uitvoering van de overeenkomst geheel of gedeeltelijk door derden laten verrichten. Deze toestemming is niet vereist voor glazenwaswerkzaamheden en/of éénmalige werkzaamheden. b. De aannemer zal de opdrachtgever op de hoogte stellen indien glazenwaswerkzaamheden en/of éénmalige werkzaamheden door derden zullen worden verricht. c. Voor onderaanneming ten behoeve van de aannemer zijn de Algemene Voorwaarden van Onderaanneming van toepassing.

  • Bijzondere voorwaarden Deze bijzondere voorwaarden gelden voor de specifieke dekkingen. Hier leest u wat verzekerd is, wat niet verzekerd is en wat wij vergoeden. Op uw polisblad ziet u welke dekkingen u heeft.

  • Arbeidsongeschiktheid 15.1. Indien een werknemer door arbeidsongeschiktheid verhinderd is de bedongen arbeid te verrichten, gelden voor hem de wettelijke bepalingen, voor zover hierna niet anders is bepaald. 15.2. Partijen zijn overeengekomen dat de invulling van dit artikel zal worden gebaseerd op de uitgangspunten van de preambule “Arbeid en Gezondheid”, met dien verstande dat: a. Loondoorbetaling van de eerste verzuimdag t/m week 52 wordt vastgesteld op 100% van het bruto maandsalaris. b. Loondoorbetaling van week 53 t/m week 104 wordt vastgesteld op 70% van het bruto maandsalaris. 15.3. Als er sprake is van een volledige en duurzame arbeidsongeschiktheid, dient de desbetreffende medewerker desgevraagd mee te werken aan een WIA-aanvraag in het kader van een verkorte wachttijd. 15.4. Indien de in lid 3 benoemde WIA-aanvraag niet wordt toegekend, ontvangt de werknemer een loondoorbetaling conform lid 2. 15.5. Indien de in lid 3 benoemde WIA-aanvraag wordt toegekend, wordt de loondoorbetaling in het 1ste en 2de ziektejaar aangevuld tot het loon dat betaald moet worden op grond van lid 2 van dit artikel. 15.6. De in lid 2 bedoelde loondoorbetaling wordt beëindigd, wanneer de werknemer de AOW-gerechtigde leeftijd heeft bereikt. 15.7. De werkgever heeft het recht de in lid 2 van dit artikel genoemde loondoorbetalingsverplichting: a. Op te schorten (indien werknemer alsnog voldoet aan de voorschriften, wordt het loon met terugwerkende kracht uitbetaald): • Indien de werknemer zich niet aan de door de werkgever gehanteerde voorschriften houdt teneinde hem in de gelegenheid te stellen te controleren of werknemer daadwerkelijk ziek is; b. Stop te zetten: • Indien de werknemer zonder deugdelijke grond niet meewerkt aan zijn re-integratie, of • De ziekte door opzet van de werknemer is veroorzaakt, of • De werknemer zijn genezing belemmert; 15.8. Na een arbeidsongeschiktheid van twee jaar kan de werkgever het dienstverband beëindigen.

  • Onderzoek De ondernemingsraad of de personeelsvertegenwoordiging heeft het recht onderzoek te laten doen naar de werkdruk, als de werkgever hiervoor toe- stemming geeft. Als de ondernemingsraad of personeelsvertegenwoordiging om een derge- lijk onderzoek vraagt en de werkgever weigert dit, dan is er een beroepsmo- gelijkheid bij de Vaste Commissie (zie artikel 61).

  • BIJZONDERE VERKOOPSVOORWAARDEN Contactgegevens van het notariskantoor

  • Vakbondswerk in de onderneming 1. De werkgever erkent dat een goed functioneren van de vakorganisatie mede afhankelijk is van contacten met en tussen leden van de vakorganisaties en de mogelijkheden van de vakorganisaties om gekozen leden van de OR te ondersteunen. 2. De vakorganisatie erkent dat het vakbondswerk mede ten doel heeft bestaande en/of wettelijk voorgeschreven interne overlegstructuren, zoals de OR en zijn commissie, te ondersteunen. 3. Met inachtneming van de in de onderneming geldende regels zijn ten behoeve van het vakbondswerk de onderstaande faciliteiten overeengekomen: a. de werkgever zal op verzoek van de vakorganisatie toestemming verlenen tot het doen van zakelijke mededelingen middels geëigende communicatiemiddelen b. de werkgever zal - als regel buiten werktijd - bedrijfsruimte ter beschikking stellen voor vergaderingen van de vakorganisaties over bedrijfs- en vakbondsaangelegenheden c. de werkgever zal op verzoek, mits vooraf aangekondigd, aan de vakorganisaties - met inachtneming van de geldende huis- en/of veiligheidsregels - de toegang verlenen tot gebouwen en bedrijfsterreinen d. de werkgever zal – binnen redelijke grenzen en voor zover de bedrijfsomstandigheden dit naar zijn mening toelaten – op schriftelijk en tijdig verzoek van de vakbond voor haar leden verlof toekennen in de volgende gevallen: 1. voor het als officieel afgevaardigde deelnemen aan bijeenkomsten van bondscongres of bondsraad, voor zover opgenomen in de door de vakbond ter beschikking van werkgever te stellen lijst tot een maximum van 26 dagen per kalenderjaar 2. voor het deelnemen aan een door de vakbond georganiseerde vormings- of scholingsbijeenkomst; in overleg op basis van een jaarplanning van de vakbond, tot een maximum van 5 dagen per kalenderjaar e. de werkgever verklaart zich bereid om voor diverse vakbondswerkzaamheden per kalenderjaar jaarlijks aan de vakorganisaties een bijdrage te verstrekken. Deze bijdrage bedraagt EUR 9,-- per FTE vallend onder de werkingssfeer van deze CAO, aangevuld met EUR 31,-- per werknemer die lid is van één van de bij deze CAO betrokken vakorganisaties. Uiterlijk aan het einde van het eerste kwartaal zal de bijdrage betaalbaar worden gesteld. f. Vakbondsleden kunnen gebruik maken van betaling van hun maandelijkse contributie met fiscaal voordeel. Voor uitvoering en voorwaarden wordt verwezen naar het reglement.

  • Uitkering bij arbeidsongeschiktheid 1. Werkgever zal ingeval van aantoonbare arbeidsongeschiktheid, vanaf de 1e dag van arbeidsongeschiktheid gedurende maximaal 2 jaar het op basis van de wettelijke verplichting tot loondoorbetaling verschuldigde loon aanvullen tot: 100% gedurende de eerste 6 maanden van arbeidsongeschiktheid; 90% gedurende de daaropvolgende 6 maanden van arbeidsongeschiktheid; 85% gedurende de daaropvolgende 12 maanden van arbeidsongeschiktheid; van het voor de werknemer geldende brutoloon. Hierbij geldt voor de werknemer de resultaatverplichting dat er sprake is van aantoonbare actieve re-integratie naar redelijkheid en billijkheid. Indien de werknemer arbeidsongeschikt wordt door een bedrijfsongeval vult de werkgever -gedurende maximaal twee jaar- het loon van de werknemer aan tot 100% van het voor de werknemer geldende brutoloon. Bovenstaand schema geldt in dat geval niet. Als voorwaarde daarbij geldt dat uit onderzoek van de Arbeidsinspectie blijkt dat er sprake is van verwijtbaarheid aan de zijde van de werkgever. 2. Het voor de werknemer geldende brutoloon zoals bedoeld in lid 1, is het gemiddelde van het door de werknemer gedurende de 13 weken onmiddellijk voorafgaand aan de arbeidsongeschiktheid verdiende brutoloon met inbegrip van genoten toeslagen en betaling van structureel overwerk doch met uitzondering van vakantietoeslag en eindejaarsuitkering. 3. Het bepaalde in de voorgaande leden van dit artikel is niet van toepassing, indien en voor zover de werknemer ter zake van zijn arbeidsongeschiktheid een vordering tot schadevergoeding kan doen gelden jegens derden. In dat geval zal de werkgever een voorschot op de schadevergoeding verstrekken ter hoogte van het in de voorgaande leden bedoelde brutoloon of -aanvulling. De werknemer is verplicht op daartoe strekkend verzoek aan de werkgever door middel van een akte van cessie zijn aanspraken jegens derden op vergoeding van schade aan de werkgever over te dragen. Dit echter niet tot een hoger bedrag dan het bedrag van de in de voorgaande leden bedoelde doorbetaling van loon. Na de cessie kunnen de voorschotten niet meer worden teruggevorderd. 4. Werkgever kan één wachtdag inhouden bij iedere derde en volgende ziekmelding van de werknemer in enig kalenderjaar, mits de OR of de PVT hiermee instemt en mits bovendien de OR of de PVT heeft ingestemd met een verzuimbegeleidings-plan, met inachtneming van de wettelijke minimale loondoorbetalingsplicht bij ziekte. Deze instemmingsbevoegdheid komt toe aan de personeelsvertegenwoordiging in ondernemingen waarin geen OR of PVT aanwezig is, of aan de betrokken werknemers-verenigingen in ondernemingen waar geen ondernemingsraad aanwezig is terwijl de onderneming hiertoe wel wettelijk verplicht is. Bij ziekmelding als gevolg van chronisch ziek zijn kunnen geen wachtdagen worden ingehouden. 5. In geval van chronisch ziek zijn komt de mogelijkheid tot het inhouden van wachtdagen volgens voorgaand lid te vervallen. Het dient toetsbaar en onomstotelijk vast te staan dat er sprake is van chronisch ziek zijn. Ingeval van onduidelijkheid is er een toetsing mogelijk via de bedrijfsarts / Arboarts. Voor het definiëren van het begrip “chronisch ziek” wordt aansluiting gezocht bij de studie die daar van overheidswege (onderzoek eigen risico zorgverzekering) naar wordt verricht.

  • Arbeidsongeschiktheidspensioen 1. Recht op arbeidsongeschiktheidspensioen heeft de (gewezen) deelnemer die tijdens het deel- nemerschap arbeidsongeschikt is geworden, terzake van die tijdens het deelnemerschap ontstane arbeidsongeschiktheid. 2. Het arbeidsongeschiktheidspensioen gaat in op de eerste dag van de maand volgend op de dag waarop de (gewezen) deelnemer gedurende twee jaar arbeidsongeschikt is. Het arbeidsongeschiktheidspensioen wordt uitgekeerd tot de pensioendatum dan wel tot en met de laatste dag van de maand van de eerdere beëindiging van de arbeidsongeschiktheid of het eerdere overlijden van de pensioengerechtigde. 3. Het arbeidsongeschiktheidspensioen bedraagt bij volledige arbeidsongeschiktheid 70% van het pensioengevend salaris vermeerderd met de ploegenpensioengrondslag boven het maximum WIA-uitkeringsdagloon conform de Wet financiering Sociale Verzekeringen. Het pensioengevend salaris wordt hierbij niet gemaximeerd op het opbouwgrensbedrag. Voor de vaststelling van het arbeidsongeschiktheidspensioen wordt uitgegaan van het pensioengevend salaris, de ploegenpensioengrondslag en het maximum WIA-uitkeringsdagloon, zoals deze gelden op de dag voorafgaand aan de dag waarop de deelnemer gedurende twee jaar arbeidsongeschikt is. 4. Bij gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid wordt het in lid 3 bedoelde arbeidsongeschiktheidspen- sioen gedeeltelijk uitgekeerd overeenkomstig de volgende tabel: Bij een arbeidsongeschiktheidspercentage van Bedraagt het uitkeringspercentage 80% of meer 100% 65% tot 80% 72,5% 55% tot 65% 60% 45% tot 55% 50% 35% tot 45% 40% 0% tot 35% 0% De mate van arbeidsongeschiktheid geschiedt op basis van het door het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) op grond van de WIA vastgestelde percentage. De mate van arbeidsongeschiktheid zal indien en voor zolang door het UWV geen arbeidsongeschiktheidspercentage wordt vastgesteld volgens de volgende formule worden vastgesteld: Daarbij wordt uitgegaan van het maatmanloon en de restverdiencapaciteit (het salaris dat volgens het UWV nog verdiend kan worden) zoals deze door het UWV worden opgegeven. 5. In afwijking op het bepaalde in lid 4 wordt in geval van wijziging van de mate van arbeidsongeschiktheid na beëindiging van het dienstverband met de werkgever, het arbeidsongeschiktheidspensioen dienovereenkomstig aangepast. 6. Geen recht op arbeidsongeschiktheidspensioen bestaat, indien de deelnemer bij aanvang van het dienstverband reeds geheel of gedeeltelijk arbeidsongeschiktheid is. Het pensioenfonds kan de uitkering van arbeidsongeschiktheidspensioen weigeren als de deelnemer binnen een half jaar· na aanvang van het deelnemerschap, zijn werkzaamheden (deels) staakt wegens ziekte en de gezondheidstoestand van de werknemer dit ten tijde van aanvang van het deelnemerschap kennelijk moest doen verwachten. De periode van een half jaar wordt verminderd met de periode dat de deelnemer bij het pensioenfonds of een andere pensioenuitvoerder direct voorafgaand op een vergelijkbaar niveau dekking had voor hetzelfde risico. 7. In geval van arbeidsongeschiktheidspensioen wegens arbeidsongeschiktheid van een deeltijd- werknemer wordt uitgegaan van het deeltijdpercentage van het pensioengevend salaris en de ploegenpensioengrondslag zoals deze gelden op de dag voorafgaand aan het tijdstip vanaf wanneer de werkgever krachtens artikel 7: 629 van het Burgerlijk Wetboek het salaris aan de werknemer doorbetaalt. 8. vervallen – 9. Perioden waarin de arbeidsongeschiktheid met minder dan vier weken is onderbroken worden voor de toepassing van dit artikel samengeteld.

  • Tijdelijke waarneming De werknemer die de functie van een andere, op een hoger functieniveau ingedeelde werknemer tijdelijk waarneemt, heeft recht op extra betaling als de waarneming langer dan vier aaneengesloten weken heeft geduurd en voor zover het een volledige vervanging betreft, uitgezonderd de functiewaarneming wegens vakantie. De extra betaling is ten minste gelijk aan het verschil tussen het schaalsalaris van de functie die hij tijdelijk waarneemt uitgaande van 0 functieperiodieken en het schaalsalaris van zijn eigen functie uitgaande van 0 functieperiodieken. De werknemer kan nooit een hoger salaris ontvangen dan het salaris dat de werknemer wiens functie hij tijdelijk waarneemt, verdient.