Common use of Bodem Clause in Contracts

Bodem. 1. Van bodemverontreiniging in de zin van dit artikel is sprake indien zich op en/of in de bodem van het verkochte hogere concentraties van schadelijke stoffen bevinden dan op grond van natuurlijk voorkomen te verwachten is gelet op de Achtergrondwaarden van het Besluit- en de Regeling bodemkwaliteit, voor zover het de vaste bodem betreft, en gelet op de Streefwaarden grondwater van de Circulaire bodemsanering, voor zover het grondwater betreft, dan wel daarvoor in de plaats tredende of aanvullende algemeen gangbare kwaliteitseisen. Onder bodemverontreiniging wordt in dit artikel mede begrepen asbestverontreiniging in (puin)verhardingen. 2. Staatsbosbeheer heeft onderzoek laten verrichten naar de aanwezigheid van bodemverontreiniging in het verkochte door een specifiek gekwalificeerde en van beide partijen onafhankelijke instelling. De resultaten hiervan zijn vastgelegd in het rapport van 8 februari 2022 uitgevoerd door WSP Nederland B.V. Beide partijen verklaren in het bezit te zijn van dit rapport. Staatsbosbeheer verwijst naar dit - aan deze koopovereenkomst gehechte - onderzoeksrapport voor de hem bekende feiten en omstandigheden die van belang zijn of kunnen zijn voor de vraag of er sprake kan zijn van bodemverontreiniging in het verkochte. Staatsbosbeheer is niet bekend met andere feiten of omstandigheden die erop wijzen of kunnen wijzen dat het verkochte enige verontreiniging bevat, dan zijn vermeld in het onderzoek. Op basis van de inhoud van voormeld rapport gaan beide partijen ervan uit dat de bodem niet verontreinigd is. 3. De eventuele door koper gemaakte of te maken kosten van onderzoek, tijdelijke beveiligingsmaatregelen, maatregelen in het belang van de bescherming van de bodem, sanering en nazorg alsmede het waarde drukkend effect van eventuele (rest)verontreiniging komen voor rekening van Staatsbosbeheer indien blijkt dat, in afwijking van bovenbedoelde aanname, ten tijde van het passeren van akte toch verontreiniging in de onroerende zaak aanwezig is, waarover Staatsbosbeheer koper verwijtbaar onjuist of onvolledig heeft geïnformeerd. 4. Wanneer binnen een periode van tien jaren, ingaande heden, indien alsdan de rechtsvordering van koper niet reeds op grond van de wet is vervallen of verjaard, door het bevoegd gezag krachtens de Wet bodembescherming wordt vastgesteld dat er in het verkochte sprake is van een partijen ten tijde van het passeren van de akte niet bekend geval van ernstige bodemverontreiniging en door koper aannemelijk wordt gemaakt dat deze verontreiniging ook ten tijde van deze overdracht in het verkochte aanwezig was en ook onder de heden geldende normen moest worden aangemerkt als een geval van ernstige bodemverontreiniging, worden de eventuele door koper gemaakte kosten van maatregelen in het belang van de bescherming van de bodem alsmede het waarde drukkend effect van deze verontreiniging door Staatsbosbeheer vergoed. Indien koper bovendien aannemelijk maakt dat in het kader van de van toepassing zijnde wettelijke bepalingen op het moment van ondertekening van het passeren van de akte, en voorts uitgaande van het gebruik van de bodem ten tijde van het passeren van de akte, ten aanzien van dit geval van ernstige bodemverontreiniging sprake is van spoed om het betreffende geval te saneren, komen de eventuele door koper gemaakte of te maken kosten van onderzoek, tijdelijke beveiligingsmaatregelen, maatregelen in het belang van de bescherming van de bodem, sanering en nazorg alsmede het waarde drukkend effect van eventuele restverontreiniging voor rekening van Staatsbosbeheer. Artikel 7:23 van het Burgerlijk Wetboek is van toepassing. Er kunnen op grond van dit artikel in het Burgerlijk Wetboek meerdere termijnen spelen: i. de termijn waarop de verontreiniging wordt ontdekt of behoort te worden ontdekt; ii. de termijn, na ontdekking, waarbinnen de verontreiniging bekend moet worden gemaakt; iii. de termijn, na bekendmaking, waarbinnen de rechtsvordering aanhangig moet zijn gemaakt. (verjaring na 2 jaar). De termijn van tien jaar zoals genoemd in lid 4 slaat op de termijn bedoeld onder i. 5. Behoudens omstandigheden genoemd in lid 3 komen de eventuele door koper gemaakte of te maken kosten van onderzoek, tijdelijke beveiligingsmaatregelen, maatregelen in het belang van de bescherming van de bodem, sanering en nazorg alsmede het waarde drukkend effect van eventuele (rest)verontreiniging voortvloeiende uit de van toepassing zijnde wettelijke bepalingen op het moment van het passeren van de akte voor rekening van koper indien na tien jaar of langer zal blijken van een bij partijen op het moment van het passeren van de akte onbekende verontreiniging in het verkochte.

Appears in 1 contract

Samples: Verkoopovereenkomst

Bodem. 1. Van bodemverontreiniging in de zin van dit artikel is sprake indien zich op en/of in de bodem van het verkochte Verkochte hogere concentraties van schadelijke stoffen bevinden dan op grond van natuurlijk voorkomen te verwachten is gelet op de Achtergrondwaarden van het Besluit- en de Regeling bodemkwaliteit, voor zover het de vaste bodem betreft, en gelet op de Streefwaarden grondwater van de Circulaire bodemsaneringbodemsanering 2009, voor zover het grondwater betreft, dan wel daarvoor in de plaats tredende of aanvullende algemeen gangbare kwaliteitseisen. Onder bodemverontreiniging wordt in dit artikel mede begrepen asbestverontreiniging in (puin)verhardingen. 2. Staatsbosbeheer heeft onderzoek laten verrichten naar de aanwezigheid van bodemverontreiniging in het verkochte Verkochte door een specifiek gekwalificeerde en van beide partijen onafhankelijke instelling. De resultaten hiervan zijn vastgelegd in het rapport van 8 februari 2022 3 november 2017 met ‘documentcode: 17F473.RAP001.WL’ uitgevoerd door WSP Nederland B.V. LievenseCSO. Beide partijen verklaren in het bezit te zijn van dit rapport. Staatsbosbeheer verwijst naar dit - dit- aan deze koopovereenkomst gehechte - onderzoeksrapport onderzoeksrapport(en) voor de hem bekende feiten en omstandigheden die van belang zijn of kunnen zijn voor de vraag of er sprake kan zijn van bodemverontreiniging in het verkochteVerkochte. Staatsbosbeheer is niet bekend met andere feiten of omstandigheden die erop wijzen of kunnen wijzen dat het verkochte Verkochte enige verontreiniging bevat, dan zijn vermeld in het onderzoek. Op basis van de inhoud van voormeld rapport gaan beide partijen ervan uit dat de bodem niet verontreinigd is. 3. De eventuele door koper Xxxxx gemaakte of te maken kosten van onderzoek, tijdelijke beveiligingsmaatregelen, maatregelen in het belang van de bescherming van de bodem, sanering en nazorg alsmede het waarde drukkend effect van eventuele (rest)verontreiniging komen voor rekening van Staatsbosbeheer indien blijkt dat, in afwijking van bovenbedoelde aanname, ten tijde van het passeren van de in artikel 3 van deze koopovereenkomst bedoelde notariële akte toch verontreiniging in de onroerende zaak aanwezig is, waarover Staatsbosbeheer koper Xxxxx verwijtbaar onjuist of onvolledig heeft geïnformeerd. 4. Wanneer binnen een periode van tien jaren, ingaande heden, indien alsdan de rechtsvordering van koper Koper niet reeds op grond van de wet is vervallen of verjaard, door het bevoegd gezag krachtens de Wet bodembescherming wordt vastgesteld dat er in het verkochte Verkochte sprake is van een partijen ten tijde van het passeren van de in artikel 3 van deze koopovereenkomst bedoelde notariële akte niet bekend geval van ernstige bodemverontreiniging en door koper Koper aannemelijk wordt gemaakt dat deze verontreiniging ook ten tijde van deze overdracht in het verkochte Verkochte aanwezig was en ook onder de heden geldende normen moest worden aangemerkt als een geval van ernstige bodemverontreiniging, worden de eventuele door koper Koper gemaakte kosten van maatregelen in het belang van de bescherming van de bodem alsmede het waarde drukkend effect van deze verontreiniging door Staatsbosbeheer vergoed. Indien koper Koper bovendien aannemelijk maakt dat in het kader van de van toepassing zijnde wettelijke bepalingen op het moment van ondertekening van het passeren van de in artikel 3 van deze koopovereenkomst bedoelde notariële akte, en voorts uitgaande van het gebruik van de bodem ten tijde van het passeren van de in artikel 3 van deze koopovereenkomst bedoelde notariële akte, ten aanzien van dit geval van ernstige bodemverontreiniging sprake is van spoed om het betreffende geval te saneren, komen de eventuele door koper Xxxxx gemaakte of te maken kosten van onderzoek, tijdelijke beveiligingsmaatregelen, maatregelen in het belang van de bescherming van de bodem, sanering en nazorg alsmede het waarde drukkend effect van eventuele restverontreiniging voor rekening van Staatsbosbeheer. Artikel 7:23 van het Burgerlijk Wetboek is van toepassing. Er kunnen op grond van dit artikel in het Burgerlijk Wetboek meerdere termijnen spelen: i. A. de termijn waarop de verontreiniging wordt ontdekt of behoort te worden ontdekt; ii. B. de termijn, na ontdekking, waarbinnen de verontreiniging bekend moet worden gemaakt; iii. C. de termijn, na bekendmaking, waarbinnen de rechtsvordering aanhangig moet zijn gemaakt. (verjaring na 2 jaar). De termijn van tien jaar zoals genoemd in lid 4 artikel 9.4 van deze koopovereenkomst slaat op de termijn bedoeld onder i.A. 5. Behoudens omstandigheden genoemd in lid 3 artikel 9.3 komen de eventuele door koper Xxxxx gemaakte of te maken kosten van onderzoek, tijdelijke beveiligingsmaatregelen, maatregelen in het belang van de bescherming van de bodem, sanering en nazorg alsmede het waarde drukkend effect van eventuele (rest)verontreiniging voortvloeiende uit de van toepassing zijnde wettelijke bepalingen op het moment van het passeren van de in artikel 3 van deze koopovereenkomst bedoelde notariële akte voor rekening van koper Koper indien na tien jaar of langer zal blijken van een bij partijen op het moment één van Partijen ten tijde van het passeren van de in artikel 3 van deze koopovereenkomst bedoelde notariële akte onbekende verontreiniging in het verkochteVerkochte onbekende verontreiniging.

Appears in 1 contract

Samples: Koopovereenkomst

Bodem. 17.1. Van bodemverontreiniging in de zin van dit artikel Er is sprake indien zich op en/of in de bodem van het verkochte hogere concentraties van schadelijke stoffen bevinden dan op grond van natuurlijk voorkomen te verwachten is gelet op de Achtergrondwaarden van het Besluit- en de Regeling bodemkwaliteit, voor zover het de vaste bodem betreft, en gelet op de Streefwaarden grondwater van de Circulaire bodemsanering, voor zover het grondwater betreft, dan wel daarvoor in de plaats tredende of aanvullende algemeen gangbare kwaliteitseisen. Onder bodemverontreiniging wordt in dit artikel mede begrepen asbestverontreiniging in (puin)verhardingen. 2. Staatsbosbeheer heeft onderzoek laten verrichten naar de aanwezigheid van bodemverontreiniging in het verkochte door een specifiek gekwalificeerde en van beide partijen onafhankelijke instellinginstellingen onderzoek verricht naar de aanwezigheid van bodemverontreiniging in de erfpachtzaak. De resultaten hiervan zijn vastgelegd in het rapport een aantal rapporten. De opsomming van 8 februari 2022 uitgevoerd door WSP Nederland B.V. Beide partijen deze rapporten is als bijlagen 4 en 5 aan deze overeenkomst gehecht. Erfpachter en erfverpachter verklaren in het bezit te zijn van dit rapportdeze rapporten en zich bewust te zijn van de inhoud van deze rapporten. Staatsbosbeheer De erfverpachter verwijst naar dit - aan deze koopovereenkomst gehechte - onderzoeksrapport onderzoeksrapporten voor de hem bekende feiten en omstandigheden die van belang zijn of kunnen zijn voor de vraag of er sprake kan zijn van bodemverontreiniging in de erfpachtzaak. 7.2. Blijkens de in artikel 7.1 bedoelde rapporten is er sprake van bodemverontreinigingen op drie locaties, welke zijn aangegeven op de als bijlage 6 aan deze overeenkomst gehechte tekening. Erfverpachter draagt voor eigen rekening en risico er voor zorg dat de sanering van de mobiele verontreiniging op locatie B1 uiterlijk per 1-1-2017 heeft plaatsgevonden. Ten aanzien van locatie A en B2 neemt erfverpachter geen maatregelen. 7.3. De verontreinigingen op de locaties A en B2, welke achterblijven in de erfpachtzaak, blijven te allen tijde een verantwoordelijkheid van de erfverpachter. Voor zover erfverpachter monitoring wenst, zal dit in nauw overleg met erfpachter plaatsvinden. Erfverpachter zal, binnen de kaders van haar publiekrechtelijke mogelijkheden en verplichtingen al het verkochte. Staatsbosbeheer is niet bekend met andere feiten of omstandigheden die erop wijzen of kunnen wijzen redelijke doen om ervoor te zorgen dat het verkochte enige verontreiniging bevatten aanzien van de locaties A en B2 aan erfpachter, dan zijn vermeld in het onderzoekzo mogelijk vóór 01 januari 2016, beschikkingen op grond van de Wet bodembescherming worden verstrekt opdat gebruiksmogelijkheden van de locaties A en B2 ook juridisch verankerd zijn. 7.4. Op basis de erfpachtzaak bevindt zich een grond- en slibdepot, zoals aangegeven op de als bijlage 7 aan deze overeenkomst gehechte tekening. De locatie van het grond- en slibdepot zal leeg worden opgeleverd op 1-1-2016, tenzij erfpachter voor 01 oktober 2015 aangeeft de aldaar op dat moment nog aanwezige grond- en/of slibvoorraad (bodemklasse deels industrie, deels wonen) te willen benutten. 7.5. In opdracht van erfverpachter zal door (een) specifiek gekwalificeerde en van beide partijen onafhankelijke instelling(en) onderzoek worden verricht naar de aanwezigheid van bodemverontreiniging in de erfpachtzaak op enkele locaties. De betreffende locaties zijn alle aangegeven op de als bijlage 7 aan deze overeenkomst gehechte tekening. Erfverpachter zal de resultaten van het onderzoek volgens planning vóór 1-8-2015 aan erfpachter ter beschikking stellen. Voor wat betreft het in artikel 7.4. bedoelde grond- en slibdepot zal erfverpachter de resultaten van het onderzoek volgens planning vóór 1-3-2016 aan erfpachter beschikbaar stellen. 7.6. Nadat de uitkomsten van de inhoud in artikel 7.5 bedoelde onderzoeken bekend zijn, zullen partijen in een alsdan op te maken overeenkomst nadere afspraken vastleggen over de eventueel noodzakelijke sanering van voormeld rapport gaan beide partijen ervan eventuele bodem- en grondwaterverontreiniging en over de verdeling van de hieruit voortvloeiende kosten tussen partijen. Hierbij gelden de in art. 4.2 van de bestuursovereenkomst van 19 juni 2014 genoemde randvoorwaarden van maatschappelijk verantwoord en kosten efficiënt. Tevens zal in deze op te maken overeenkomst worden vastgelegd welke eventuele restricties ten aanzien van het gebruik voortvloeien uit dat de bodem niet verontreinigd isalsdan gemaakte afspraken. 37.7. De eventuele door koper gemaakte of In de art.7.6. bedoelde overeenkomst zullen partijen tevens afspraken maken over hoe om te maken kosten van onderzoekgaan met de situatie waarin, tijdelijke beveiligingsmaatregelenondanks de in artikel 7.1 en 7.5 bedoelde onderzoeken, maatregelen in het belang van de bescherming van de bodem, sanering en nazorg alsmede het waarde drukkend effect van eventuele (rest)verontreiniging komen voor rekening van Staatsbosbeheer indien blijkt dat, in afwijking van bovenbedoelde aanname, ten tijde van het passeren van akte toch verontreiniging in de onroerende zaak aanwezig is, waarover Staatsbosbeheer koper verwijtbaar onjuist of onvolledig heeft geïnformeerd. 4. Wanneer binnen een periode van tien jaren, ingaande hedenop de in artikel 1.1 respectievelijk 1.2 en 1.3 bedoelde ingangsdatum, indien alsdan de rechtsvordering van koper de erfpachter niet reeds op grond van de wet is vervallen of verjaard, door het bevoegd gezag krachtens de Wet bodembescherming wordt vastgesteld dat er in het verkochte de erfpachtzaak sprake is van een partijen ten tijde van het passeren van de akte ingangsdatum niet bekend geval van ernstige bodemverontreiniging en door koper de erfpachter aannemelijk wordt gemaakt dat deze verontreiniging ook ten tijde van deze overdracht de levering van de erfpachtzaak in het verkochte de erfpachtzaak aanwezig was en ook onder de heden op de ingangsdatum geldende normen moest worden aangemerkt als een geval van ernstige bodemverontreiniging. 7.8. De in de in artikel 7.1 en artikel 7.5 bedoelde rapporten weergegeven bodemsituatie(s) geldt (gelden) als ijkpunt voor het vastleggen van de zogenoemde actuele nulsituatie. Deze nulsituatie vormt de toetssteen voor de uitkomsten van het in artikel 7.10 bedoelde onderzoek. In aanvulling op de in artikel 7.1 en artikel 7.5 bedoelde rapporten, zal erfverpachter zorg dragen voor door van beide partijen onafhankelijke en specifiek gekwalificeerde partijen vervaardigde onderzoeksrapportages waarin de nulsituatie wordt vastgelegd met betrekking tot de in artikel 7.2 bedoelde locatie B1 na sanering. 7.9. Eventuele restricties die voortvloeien uit de aanwezigheid van de in artikel 7.2 genoemde verontreinigingen op de locaties A en B2, zal erfpachter voor eigen rekening en risico respecteren. 7.10. Bij beëindigen van deze overeenkomst zal in opdracht en op kosten van erfpachter door een specifiek gekwalificeerde en van beide partijen onafhankelijke instelling bodemonderzoek worden verricht omtrent de aanwezigheid van verontreiniging op en of in de erfpachtzaak. Verontreinigingen welke zijn ontstaan na de in artikel 1 genoemde ingangsdatum en waarvan erfpachter niet kan aantonen dat deze niet door of vanwege erfpachter zijn ontstaan of veroorzaakt, worden de eventuele door koper gemaakte of vanwege en op kosten van maatregelen in het belang van de bescherming van de bodem alsmede het waarde drukkend effect van deze verontreiniging door Staatsbosbeheer vergoed. Indien koper bovendien aannemelijk maakt dat in het kader van de van toepassing zijnde wettelijke bepalingen op het moment van ondertekening van het passeren van de akte, en voorts uitgaande van het gebruik van de bodem ten tijde van het passeren van de akte, ten aanzien van dit geval van ernstige bodemverontreiniging sprake is van spoed om het betreffende geval te saneren, komen de eventuele door koper gemaakte of te maken kosten van onderzoek, tijdelijke beveiligingsmaatregelen, maatregelen in het belang van de bescherming van de bodem, sanering en nazorg alsmede het waarde drukkend effect van eventuele restverontreiniging voor rekening van Staatsbosbeheer. Artikel 7:23 van het Burgerlijk Wetboek is van toepassing. Er kunnen op grond van dit artikel in het Burgerlijk Wetboek meerdere termijnen spelen: i. de termijn waarop de verontreiniging wordt ontdekt of behoort te worden ontdekt; ii. de termijn, na ontdekking, waarbinnen de verontreiniging bekend moet worden gemaakt; iii. de termijn, na bekendmaking, waarbinnen de rechtsvordering aanhangig moet zijn gemaakt. (verjaring na 2 jaar). De termijn van tien jaar zoals genoemd in lid 4 slaat op de termijn bedoeld onder i. 5. Behoudens omstandigheden genoemd in lid 3 komen de eventuele door koper gemaakte of te maken kosten van onderzoek, tijdelijke beveiligingsmaatregelen, maatregelen in het belang van de bescherming van de bodem, sanering en nazorg alsmede het waarde drukkend effect van eventuele (rest)verontreiniging voortvloeiende uit de van toepassing zijnde wettelijke bepalingen op het moment van het passeren van de akte voor rekening van koper indien na tien jaar of langer zal blijken van een bij partijen op het moment van het passeren van de akte onbekende verontreiniging in het verkochteerfpachter verwijderd.

Appears in 1 contract

Samples: Erfpachtovereenkomst Incl. Recht Van Opstal

Bodem. 1. Van bodemverontreiniging in Op grond van artikel 8 van de zin Woningwet (Ww) en artikel 2.4 onderdeel d van dit artikel de Regeling omgevingsrecht (Mor) dient een bodemonderzoek te worden uitgevoerd door een persoon of een instelling die daartoe is sprake indien zich op en/of in de bodem van het verkochte hogere concentraties van schadelijke stoffen bevinden dan erkend op grond van natuurlijk voorkomen te verwachten het Besluit bodemkwaliteit. Echter, de jaarrondpaviljoens worden of zijn op palen geplaatst en worden daarom beschouwd als zijnde een bouwwerk wat de grond niet raakt. Voor deze bouwwerken is gelet op de Achtergrondwaarden het uitvoeren van het Besluit- en de Regeling bodemkwaliteit, voor zover het de vaste bodem betreft, en gelet op de Streefwaarden grondwater van de Circulaire bodemsanering, voor zover het grondwater betreft, dan wel daarvoor in de plaats tredende of aanvullende algemeen gangbare kwaliteitseisen. Onder bodemverontreiniging wordt in dit artikel mede begrepen asbestverontreiniging in (puin)verhardingen. 2. Staatsbosbeheer heeft onderzoek laten verrichten naar de aanwezigheid van bodemverontreiniging in het verkochte door een specifiek gekwalificeerde en van beide partijen onafhankelijke instelling. De resultaten hiervan zijn vastgelegd in het rapport van 8 februari 2022 uitgevoerd door WSP Nederland B.V. Beide partijen verklaren in het bezit te zijn van dit rapport. Staatsbosbeheer verwijst naar dit - aan deze koopovereenkomst gehechte - onderzoeksrapport voor de hem bekende feiten en omstandigheden die van belang zijn of kunnen zijn voor de vraag of er sprake kan zijn van bodemverontreiniging in het verkochte. Staatsbosbeheer is niet bekend met andere feiten of omstandigheden die erop wijzen of kunnen wijzen dat het verkochte enige verontreiniging bevat, dan zijn vermeld in het onderzoek. Op basis van de inhoud van voormeld rapport gaan beide partijen ervan uit dat de bodem niet verontreinigd is. 3. De eventuele door koper gemaakte of te maken kosten van onderzoek, tijdelijke beveiligingsmaatregelen, maatregelen in het belang van de bescherming van de bodem, sanering en nazorg alsmede het waarde drukkend effect van eventuele (rest)verontreiniging komen voor rekening van Staatsbosbeheer indien blijkt dat, in afwijking van bovenbedoelde aanname, ten tijde van het passeren van akte toch verontreiniging in de onroerende zaak aanwezig is, waarover Staatsbosbeheer koper verwijtbaar onjuist of onvolledig heeft geïnformeerd. 4. Wanneer binnen een periode van tien jaren, ingaande heden, indien alsdan de rechtsvordering van koper niet reeds bodemonderzoek op grond van artikel 8 lid 3 van de wet is vervallen of verjaard, door het bevoegd gezag krachtens Woningwet niet verplicht. Strandpaviljoens zijn naast bouwwerken als bedoeld in de Woningwet ook inrichtingen als bedoeld in de Wet bodembescherming milieubeheer. Ze vallen qua milieuvoorschriften onder de werkingssfeer van het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer (Activiteitenbesluit). In het Activiteitenbesluit is geregeld dat indien in een inrichting een bodembedreigende activiteit wordt vastgesteld dat verricht, binnen 3 maanden na oprichting van de inrichting, een rapport met de resultaten van een onderzoek naar de bodemkwaliteit aan het college van de gemeente wordt toegestuurd. Dit betreft het zogenaamde “nulsituatie-bodemonderzoek”. Voor zover middels meldingen bekend gemaakt, vinden er in het verkochte sprake is van een partijen ten tijde van het passeren van de akte niet bekend geval van ernstige bodemverontreiniging en door koper aannemelijk huidige strandpaviljoens geen bodembedreigende activiteiten zoals genoemd in de Nederlandse Richtlijn bodembescherming plaats. Zodoende wordt gemaakt dat deze verontreiniging ook ten tijde van deze overdracht in het verkochte aanwezig was en ook onder de heden geldende normen moest worden aangemerkt als een geval van ernstige bodemverontreiniging, worden de eventuele door koper gemaakte kosten van maatregelen in het belang van de bescherming van de bodem alsmede het waarde drukkend effect van deze verontreiniging door Staatsbosbeheer vergoed. Indien koper bovendien aannemelijk maakt gesteld dat in het kader van de van toepassing zijnde wettelijke bepalingen het Activiteitenbesluit ook geen bodemonderzoek noodzakelijk is. De gemeente controleert en ziet toe op het moment verrichten van ondertekening uitsluitend die activiteiten die gemeld zijn. Verder signaleren zij ook wanneer een ondernemer een verandering moet melden. Het college heeft de bevoegdheid tot het stellen van maatwerkvoorschriften met betrekking tot het passeren uitvoeren van een bodemonderzoek bij een verandering van de akteinrichting, en voorts uitgaande van indien gelet op de aard of de mate waarin de inrichting verandert, het gebruik nodig is de bodemkwaliteit vast te leggen. Dit met het oog op een mogelijke aantasting of verontreiniging van de bodem ten tijde die kan of is ontstaan door een bodembedreigende activiteit. Dus indien blijkt dat binnen strandpaviljoens wel degelijk bodembedreigende activiteiten worden uitgevoerd, kan het college alsnog gebruik maken van het passeren van de akte, ten aanzien van dit geval van ernstige bodemverontreiniging sprake is van spoed om het betreffende geval te saneren, komen de eventuele door koper gemaakte of te maken kosten van onderzoek, tijdelijke beveiligingsmaatregelen, maatregelen in het belang van de bescherming van de bodem, sanering en nazorg alsmede het waarde drukkend effect van eventuele restverontreiniging voor rekening van Staatsbosbeheer. Artikel 7:23 van het Burgerlijk Wetboek is van toepassing. Er kunnen op grond van dit artikel in het Burgerlijk Wetboek meerdere termijnen spelen: i. de termijn waarop de verontreiniging wordt ontdekt of behoort te worden ontdekt; ii. de termijn, na ontdekking, waarbinnen de verontreiniging bekend moet worden gemaakt; iii. de termijn, na bekendmaking, waarbinnen de rechtsvordering aanhangig moet zijn gemaakt. (verjaring na 2 jaar). De termijn van tien jaar zoals genoemd in lid 4 slaat op de termijn bedoeld onder i. 5. Behoudens omstandigheden genoemd in lid 3 komen de eventuele door koper gemaakte of te maken kosten van onderzoek, tijdelijke beveiligingsmaatregelen, maatregelen in het belang van de bescherming van de bodem, sanering en nazorg alsmede het waarde drukkend effect van eventuele (rest)verontreiniging voortvloeiende uit de van toepassing zijnde wettelijke bepalingen op het moment van het passeren van de akte voor rekening van koper indien na tien jaar of langer zal blijken bevoegdheid tot eisen van een bij partijen op bodemonderzoek middels het moment stellen van het passeren van de akte onbekende verontreiniging in het verkochtemaatwerkvoorschriften.

Appears in 1 contract

Samples: Bestemmingsplan