Milieu. De werkgevers- en werknemersorganisaties betrokken bij de CAO vragen bijzondere aandacht van de werkgevers en werknemers voor een zodanige structurering van de werkzaamheden dat het milieu daardoor zo min mogelijk wordt belast.
Milieu. De werkgever zal alle milieu-hygiënische aspecten verbonden aan het productieproces, aan de orde stellen in de Ondernemingsraad en maatregelen die dienaangaande genomen dienen te worden, zullen zo mogelijk in overleg met de Ondernemingsraad worden uitgevoerd.
Milieu. De maatschappijen zullen in de bedrijfsuitoefening aandacht schenken aan milieu-aspecten.
Milieu. Schade als gevolg van door de lucht getransporteerde verontreinigende en/of bederf veroorzakende stoffen die niet afkomstig zijn van
a. de locatie waar de verzekerde zaken zijn gedekt;
b. de direct aangrenzende percelen.
Milieu. Ingevolge de voorschriften van de Rijksoverheid is er een onderzoek gedaan naar eventuele verontreiniging van de bodem. Daaruit is gebleken dat de bodemgesteldheid, op basis van de thans gehanteerde wettelijke waarden, van dien aard is dat er geen bezwaren zijn tegen de uitvoering van de bouwplannen (c.q. het levert geen gevaar op voor de volksgezondheid).
Milieu. 1. Onverminderd de overgangsbepalingen in bijlage I bij deze overeenkomst zien de partijen erop toe dat hun relevante wetten, regels en procedures beantwoorden aan de regelgevende eisen en normen op het gebied van luchtvervoer, zoals gespecificeerd in deel E van bijlage II bij deze overeenkomst.
2. De partijen ondersteunen de noodzaak aan milieubescherming door duurzame ontwikkeling van de luchtvaart te bevorderen. De partijen nemen zich voor samen te werken om na te gaan welke gevolgen de luchtvaart heeft voor het milieu.
3. De partijen erkennen dat het belangrijk is samen te werken om de gevolgen van de luchtvaart voor het milieu te bestuderen en tot een minimum te beperken, in overeenstemming met de doelstellingen van deze overeenkomst.
4. De partijen erkennen dat het belangrijk is de klimaatverandering te bestrijden en derhalve de uitstoot van broeikasgassen door de luchtvaart, zowel op nationaal als op internationaal niveau, aan te pakken. Zij komen overeen om intensiever samen te werken met betrekking tot deze kwesties, onder meer via relevante multilaterale akkoorden, met name de tenuitvoerlegging van de mondiale marktgebaseerde maatregel die is overeengekomen op de 39ste vergadering van de ICAO, en het gebruik van het mechanisme dat is ingesteld bij artikel 6.4 van de in het kader van het Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake klimaatverandering gesloten Overeenkomst van Parijs met het oog op de ontwikkeling van internationale marktgebaseerde maatregelen voor de beperking van broeikasgasemissies van de luchtvaart en alle andere bij artikel 6 voorziene aspecten die van bijzonder belang zijn voor de internationale luchtvaart.
5. De partijen verbinden zich ertoe informatie uit te wisselen en regelmatig rechtstreeks overleg te houden tussen deskundigen teneinde beter samen te werken met het oog op de beperking van de gevolgen van de luchtvaart voor het milieu; dit heeft onder meer betrekking op:
a) onderzoek naar en ontwikkeling van milieuvriendelijke luchtvaarttechnologie;
b) innovatie in het luchtverkeersbeheer, teneinde de gevolgen van de luchtvaart voor het milieu te beperken;
c) onderzoek naar en ontwikkeling van duurzame alternatieve brandstoffen voor de luchtvaart;
d) de uitwisseling van standpunten over kwesties die verband houden met de gevolgen van de luchtvaart voor het milieu en de beperking van de emissies van de luchtvaart die gevolgen hebben voor het klimaat; en
e) beperking van en toezicht op geluidsoverlast, teneinde de gevolgen va...
Milieu. 1. Met inachtneming van het Europese Energiehandvest en de Ver- klaring van de in 1993 in Luzern gehouden conferentie, en het Ener- giehandvestverdrag, inzonderheid artikel 19, en het Protocol bij het Verdrag inzake het Energiehandvest betreffende energie-efficiëntie en daarmee samenhangende milieuaspecten, ontwikkelen en versterken par- tijen hun samenwerking op het gebied van het milieu en de volks- gezondheid.
2. De samenwerking beoogt bestrijding van het milieubedrijf en met name: — daadwerkelijke controle van de verontreinigingsniveaus en beoor- deling van het milieu; informatiesysteem met betrekking tot de mi- lieutoestand; — bestrijding van lokale, regionale en grensoverschrijdende lucht- en waterverontreiniging; — ecologisch herstel; — duurzame, doeltreffende en uit milieuoogpunt doelmatige energie- productie en -gebruik; — de veiligheid van industriële installaties; — de classificatie en veilige behandeling van chemische producten; — verbetering van de kwaliteit van het water; — beperking, recycling en veilige verwijdering van afval; tenuitvoer- legging van het Verdrag van Bazel; — onderzoek van de milieueffecten van de landbouw, bodemerosie en chemische verontreiniging; — de bescherming van bossen; — de instandhouding van de biodiversiteit, beschermde gebieden en duurzame gebruik en beheer van biologische rijkdommen; — planning van het landgebruik, met inbegrip van nieuwbouwplanning en stadsplanning; — toepassing van economische en fiscale instrumenten; — onderzoek van klimaatsveranderingen op aarde; — milieuopvoeding en -bewustmaking; — technische bijstand bij de sanering van met radioactiviteit besmette zones en het oplossen van daardoor veroorzaakte gezondheids- en sociale problemen; — tenuitvoerlegging van het Verdrag van Espoo inzake milieueffec- trapportage in grensoverschrijdend verband.
3. De samenwerking vindt met name plaats via: — opstelling van plannen voor rampen en andere noodsituaties; — uitwisseling van informatie en deskundigen, onder meer op het ge- bied van de overdracht van schone technologieën en het veilige en uit milieuoogpunt verantwoorde gebruik van biotechnologieën; — gezamenlijke onderzoeksactiviteiten; — aanpassing van wetgeving aan communautaire normen; — opleiding op milieugebied en institutionele versterking; — samenwerking in regionaal verband, met inbegrip van samenwerking in het kader van het Europees Milieuagentschap en op internationaal niveau; — ontwikkeling van strategieën, vooral in verband met wereldomvat- ...
Milieu. Partijen erkennen hun verantwoordelijkheid ten opzichte van zowel het milieu met betrekking tot de arbeidsomstandigheden en het productieproces (intern milieu) als het milieu van haar omgeving (extern milieu). Alle milieuhygiënische aspecten, verbonden aan het productieproces kunnen in de ondernemingsraad aan de orde worden gesteld en de werkgever zal maatregelen die dienaangaande getroffen dienen te worden in overleg met de ondernemingsraad nemen en zo mogelijk in overleg daarmee uitvoeren. Met betrekking tot het externe milieu draagt de werkgever zorg voor een strikte naleving van de milieuwetten en -verordeningen.
Milieu. Huurder zal de richtlijnen, voorschriften of aanwijzingen van de overheid of andere bevoegde instanties ten aanzien van het (gescheiden) aanbieden van afvalstoffen nauwgezet naleven. Bij de niet nakoming of niet volledige nakoming van deze verplichting is huurder aansprakelijk voor de daaruit voortvloeiende financiële, strafrechtelijke en mogelijk andere consequenties.
Milieu. Wanneer bij aanvang van de huurovereenkomst een milieu-onderzoek ter zake van het gehuurde is ingesteld, en tijdens de duur van de huurovereenkomst of direct na de beëindiging van de huurovereenkomst - bij een gelijkwaardig onderzoek - onder, in, aan of rondom het gehuurde hogere concentraties van een of meer stoffen dan die waarop het eerdere onderzoek betrekking had, worden aangetroffen, dan dient de huurder de uit de verontreiniging voortvloeiende schade te vergoeden en is huurder ten opzichte van verhuurder aansprakelijk voor kosten die verband houden met het opheffen van die verontreiniging of het treffen van maatregelen.