Concessiegebied Voorbeeldclausules

Concessiegebied. Het Concessiegebied bestaat uit het grondgebied van de gemeenten Alphen aan den Rijn, Bodegraven-Reeuwijk, Gouda, Hillegom, Kaag en Braassem, Katwijk, Krimpenerwaard, Leiden, Leiderdorp, Lisse, Nieuwkoop, Noordwijk, Oegstgeest, Teylingen, Voorschoten, Waddinxveen, Zoeterwoude en Zuidplas, een en ander op basis van de gemeentegrenzen zoals deze golden op 1 januari 2022.
Concessiegebied. Tijdens de voorbereiding van de inbesteding van de huidige concessie Amsterdam is een aantal alternatieven voor de op dat moment geldende afbakening van het concessiegebied Amsterdam onderzocht en afgewezen. Mede gelet op de recente gunning van de concessie Zaanstreek-Waterland die in december 2023 van start gaat, is er nu geen reden om de concessie-indeling nogmaals te heroverwegen. Het concessiegebied Amsterdam blijft bij de start van de nieuwe concessie daarom ongewijzigd en omvat het grondgebied van de gemeenten Amsterdam, Diemen en Ouder-Amstel (ten oosten van de A2, met name de kern Duivendrecht). Binnen het concessiegebied neemt de voormalige gemeente Weesp in ieder geval tot 15 december 2030 een aparte positie in. Dan loopt de huidige concessie Gooi en Vechtstreek af. Op 24 maart 2022 is deze gemeente gefuseerd met de gemeente Amsterdam en daarmee aan het concessiegebied Amsterdam toegevoegd. In het Programma van Eisen voor het concessiegebied Gooi en Vechtstreek waar Weesp daarvoor deel van uitmaakte is echter expliciet opgenomen dat een wijziging van gemeentegrenzen tijdens de looptijd van de concessie (bijvoorbeeld als gevolg van gemeentelijke herindeling), geen invloed heeft op de verantwoordelijkheid van de concessiehouder Xxxx en Vechtstreek. Deze moet de huidige lijnen 106 en 110 dus blijven rijden en deze lijnen moeten door GVB worden gedoogd. Deze gedoogplicht geldt ook voor de huidige lijn 522 richting Weesp die door de concessiehouder provincie Utrecht wordt geëxploiteerd. Daarentegen rijdt de huidige door GVB geëxploiteerde lijn 49 richting Weesp na de fusie volledig binnen het concessiegebied Amsterdam. Naast het recht, maar ook de plicht om openbaar vervoer per auto, bus, tram en metro in bovengenoemd concessiegebied te verrichten omvat de concessie Amsterdam tevens het recht, maar ook de plicht om een aantal concessiegrensoverschrijdende verbindingen te verrichten, waaronder de tramverbindingen richting Amstelveen. Hierbij geldt dat in geval van uitbreidingen van het tram- en/of metronetwerk buiten het concessiegebied Amsterdam (zie paragraaf 5.3.2) GVB het eerste exploitatierecht heeft; dit onder de voorwaarde dat de Vervoerregio en GVB overeenstemming bereiken over de voorwaarden waaronder het betreffende openbaar vervoer wordt uitgevoerd.
Concessiegebied 

Related to Concessiegebied

  • Slotbepaling Op deze overeenkomst is Nederlands recht van toepassing.

  • Begripsbepaling In deze Algemene Voorwaarden wordt verstaan onder:

  • Buitengebruikstelling 21.1 Opdrachtnemer heeft het recht geleverde producten en diensten (tijdelijk) buiten gebruik te stellen en/of het gebruik ervan te beperken indien opdrachtgever ter zake van de overeenkomst een verplichting jegens opdrachtnemer niet nakomt. Opdrachtnemer zal opdrachtgever hiervan tevoren in kennis stellen, tenzij xxxxx niet van opdrachtnemer in redelijkheid kan worden verlangd. De verplichting tot betaling van de verschuldigde bedragen blijft ook tijdens buitengebruikstelling bestaan. 21.2 Tot indienststelling wordt weer overgegaan indien opdrachtgever binnen een door opdrachtnemer gestelde termijn zijn verplichtingen is nagekomen.

  • Operationele doelstelling 1.1 - Optimaal begrotingsbeleid en transparante informatievoorziening. Een belangrijk onderdeel van het financieel beheer is het begrotingsbeleid. Het begrotingsbeleid richt zich op het bereiken van een houdbaar pad van de financiën en het op termijn (kunnen) aflossen van de schuld. Het doel van het begrotingsbeleid is om minimaal een begrotingseven- wicht te realiseren of, nog beter, tot een begrotingsoverschot te komen. De directie FBA draagt zorg voor een transparante informatievoorziening over de begrotingsvoorberei- ding, de -uitvoering en de -verantwoording. De beslissingen inzake het begrotingsbeleid en de uitvoering ervan worden op een professionele en onderbouwde manier voorbereid en ondersteund. Dit ter facilite- ring van de budgettaire besluitvorming van het College en om het College en de Raad van de VGC te informeren over de uitkomsten van deze besluitvorming via de begrotingen (ex-ante) en de jaarrekening (ex post). • Methodes en processen ontwikkelen of aanpassen om de beslissingen inzake de oriëntaties van het begrotingsbeleid te ondersteunen en de vertaling ervan in officiële documenten te verzorgen; • Methodes en gestandaardiseerde rapporteringsvormen ontwikkelen of aanpassen voor het op- volgen van de uitvoering van de begroting;

  • Prijsbepaling Deze opdracht is een opdracht tegen globale prijs. De opdracht tegen globale prijs is een opdracht waarin een forfaitaire prijs alle prestaties van de opdracht of van elk van de posten dekt.

  • Overlijdensuitkering a. Indien de werknemer komt te overlijden wordt, naast de uitbetaling van het salaris tot en met de dag van overlijden, een uitkering ineens toegekend, gelijk aan 3/12e jaarsalaris netto uit te keren aan: - de partner als bedoeld in artikel 1.1; - indien deze partner reeds overleden is, de minder- jarige kinderen tot wie de overledene in familie- rechtelijke betrekking stond en bij ontstentenis van dezen, degene met wie de werknemer in gezins- verband leefde en in wiens kosten van bestaan hij grotendeels voorzag. b. Indien de werknemer arbeidsongeschikt is vooraf- gaand aan het overlijden, wordt bij de bepaling van de overlijdensuitkering uitgegaan van het (volledige) 1/12e jaarsalaris uitgekeerd in de maand voorafgaand aan de eerste dag van de arbeidsongeschiktheid. c. Indien de werknemer voorafgaand aan het overlijden verlof geniet, wordt bij de vaststelling van de over- lijdensuitkering uitgegaan van het (volledige) maand- salaris in de maand voorafgaand aan de aanvang van de verlofperiode. d. Voor dit artikel worden de rechten van gehuwde werk- nemers en die van de partner als bedoeld in artikel 1.1 gelijkgesteld. e. Wanneer er geen belanghebbenden zijn als bedoeld in voorgaande leden, kan in bijzondere gevallen de in lid a bedoelde uitkering worden uitbetaald aan de persoon of personen die daarvoor naar het oordeel van de werkgever naar billijkheid in aanmerking komen. f. De overlijdensuitkering, bedoeld in lid a, wordt ver- minderd met het bedrag van de uitkering dat aan de belanghebbenden ter zake van het overlijden van de werknemer toekomt krachtens de Ziektewet, uit hoofde van de WIA (artikel 7.4) of de WAO (artikel 53) of een wettelijk voorgeschreven arbeidsongeschikt- heidsverzekering.

  • Kettingbeding a. De koper is verplicht en verbindt zich jegens de gemeente, die dit voor zich aanvaardt, het bepaalde in de daartoe in de koopovereenkomst en deze algemene voorwaarden aangewezen artikelen bij overdracht van het geheel of een gedeelte van de onroerende zaak, alsmede bij de verlening daarop van een zakelijk recht niet zijnde een hypotheekrecht, aan de nieuwe eigenaar of zakelijk gerechtigde op te leggen en in verband daarmee, om het in die artikelen bepaalde in de notariële akte of verlening van zakelijk recht woordelijk op te nemen, zulks op verbeurte van een direct opeisbare boete van € 25.000,00 (zegge: vijfentwintigduizend euro) ten behoeve van de gemeente, met bevoegdheid voor deze laatste om daarnaast nakoming en/of de eventueel meer geleden schade te vorderen. b. Op gelijke wijze als hierboven onder lid a bepaald, verbindt de koper zich jegens de gemeente tot het bedingen bij wijze van derdenbeding van de nieuwe eigenaar of zakelijk gerechtigde dat ook deze zowel het bepaalde in de in lid a bedoelde artikelen, als de in lid a en in het onderhavige lid b opgenomen verplichting om dit door te geven, zal opleggen aan diens rechtsopvolgers/zakelijk gerechtigden. Elke opvolgende vervreemder neemt daarbij namens en ten behoeve van de gemeente het beding aan.

  • Motorrijtuigen Niet gedekt is de aansprakelijkheid voor schade veroorzaakt met of door een motorrijtuig, met inbegrip van al hetgeen daarmee met welk doel dan ook is verbonden, dat: ■ een verzekerde in eigendom heeft, bezit, houdt, bestuurt, gebruikt of laat gebruiken; ■ een niet-ondergeschikte gebruikt voor werkzaamheden ter uitoefening van het bedrijf van de verzekeringnemer. Deze uitsluiting geldt evenwel niet voor:

  • Overgangsregeling 1 Die werknemer die volledig gebruik heeft gemaakt van het recht ingevolge artikel M-2 van de cao-hbo 2012-2013 kan geen aanspraak maken op de regeling Werktijdvermindering Senioren. 2 De extra DI-uren conform artikel M-1-c zijn niet van toepassing op de werknemer die gebruik maakt van artikel M-2 van de cao- hbo 2012-2013. 3 Voor de werknemer die gebruik maakte van artikel M-2 van de cao-hbo 2012-2013 en is overgestapt op de regeling Werktijdvermindering Senioren, blijft minimaal het percentage intact, waarmee het dienstverband na afloop van de M-2 regeling van de cao-hbo 2012-2013 zou worden beëindigd.

  • Toepassingsgebied Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers, arbeiders en arbeidsters van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de metaalhandel. Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt onder “arbeiders” verstaan, de mannelijke en vrouwelijke werklieden.