Common use of Context Clause in Contracts

Context. Met de start van de nieuwe uitvoeringsorganisatie geven we invulling aan een andere manier van aansturen van een gemeenschappelijke regeling. Door middel van deze eerste prestatieovereenkomst gaan we gerichter sturen op de resultaten (output) en het maatschappelijk effect (outcome). Anders dan voorheen, worden door de drie GR-gemeenten vooraf aangegeven welke prestaties geleverd moeten worden, wanneer en met welke kwaliteit. De directeur, verantwoordelijk voor de uitvoering van de opdracht van de gemeenten, richt zijn organisatie zo in dat gewenste resultaten geleverd kunnen worden. De prestatieovereenkomst is hét middel om met elkaar in een vroegtijdig stadium in discussie te gaan over de bestuurlijke wensen die er zijn en in hoeverre die gerealiseerd kunnen worden. De prestatieovereenkomst is niet het enige sturingsinstrument. Het moet in samenhang gezien worden met de volgende documenten: - De GR-tekst: vormt de juridische basis voor de overheveling van bevoegdheden tussen gemeenten en de uitvoerende organisatie en bevat de verdeling van taken tussen bestuur en directeur. - Kadernota ‘Participatie de norm, werk het doel’: bevat het beleidskader, beschrijft de door de GR-gemeenten gewenste outcome en welke rol en positie de uitvoeringsorganisatie daarbij in moet nemen. - Gemeentelijke beleidsnota’s: couleur locale blijft mogelijk en komt vooral tot uiting in het armoedebeleid. - Jaarstukken: begroting, jaarrekening en jaarverslag doorlopen het in de Wet gemeenschappelijke regeling (Wgr) voorgeschreven besluitvormingsproces. - Bedrijfsplan: bevat het dienstverleningsconcept van de nieuwe organisatie en vormt het uitgangspunt voor de prestatie-indicatoren. - Kaderbrief: nieuw instrument op grond van de Wgr, welke de gemeenteraad kan gebruiken om vooraf sturing te geven aan de inhoud van de begroting van de GR. Nieuw instrument De ‘klassieke’ manier van sturen van een gemeenschappelijke regeling wordt steeds vaker als minder adequaat ervaren. Er wordt achteraf bijgestuurd (jaarrekening, jaarverslag) of, met veel onzekerheden, vooraf richting gegeven (begroting gebaseerd op aannames voor wat betreft rijksbijdragen en economische ontwikkelingen). Enkele jaren geleden is er in VDG-verband een advies verstrekt over hoe de aansturing van GR-en kan worden verbeterd. Geadviseerd werd vooraf zo SMART-mogelijk de ‘bestelling’ te formuleren. Aan dat advies geven we met deze prestatieovereenkomst invulling. De gemeenteraad ontvangt jaarlijks vóór 1 februari de algemene financiële en beleidsmatige kaders in de kaderbrief. Het vormgeven van dit instrument is een zoektocht van gemeenten en uitvoeringsorganisatie naar met welke prestatie-indicatoren bepaald kan worden of WPDA het beleid van gemeenten succesvol uitvoert. De KPI’s tonen welke prestaties gemeenten en uitvoeringsorganisatie van belang vinden om de organisatie te richten. Bij een aantal thema’s ontbreken bij de start de cijfers. In de loop van de jaren verkrijgen partijen meer inzicht in haalbare eisen en zullen de KPI’s strakker genormeerd worden. Overigens is de prestatieovereenkomst geen overeenkomst in de juridische zin van het woord. Door ondertekening geven de gemeenten aan wat zij geleverd willen zien en het AB verklaart met de ondertekening dat WPDA de prestaties kan leveren. Deze manier van sturen is nieuw en vergt daarom ook een andere inzet en houding van de direct betrokken bestuurders en ambtenaren, zowel van de gemeenten als van de uitvoeringsorganisatie. Vertrouwen vormt de basis voor de relatie tussen de drie opdrachtgevers en de opdrachtnemer. Met de prestatieovereenkomst nemen de gemeenten afstand van de uitvoering. De gemeenten bepalen de ‘bestelling’ (het WAT) en de directeur bepaalt op welke manier hij die bestelling gaat realiseren (het HOE). De directeur is verantwoordelijk voor de uitvoering en kan ter verantwoording worden geroepen door het bestuur over het resultaat. Sturen betekent op dit punt dan ook afstand nemen van de uitvoering, loslaten.

Appears in 1 contract

Samples: Prestatieovereenkomst

Context. Met de start van de nieuwe uitvoeringsorganisatie geven we invulling aan een andere manier van aansturen van een gemeenschappelijke regeling. Door middel van deze eerste prestatieovereenkomst gaan we gerichter sturen op de resultaten (output) en het maatschappelijk effect (outcome). Anders dan voorheen, worden door de drie GR-gemeenten vooraf aangegeven welke prestaties geleverd moeten worden, wanneer en met welke kwaliteit. De directeur, verantwoordelijk voor de uitvoering van de opdracht van de gemeenten, richt zijn organisatie zo in dat gewenste resultaten geleverd kunnen worden. De prestatieovereenkomst is hét middel om met elkaar in een vroegtijdig stadium in discussie te gaan over de bestuurlijke wensen die er zijn en in hoeverre die gerealiseerd kunnen worden. De prestatieovereenkomst is niet het enige sturingsinstrument. Het moet in samenhang gezien worden met de volgende documenten: - De GR-tekst: vormt de juridische basis voor de overheveling van bevoegdheden tussen gemeenten en de uitvoerende organisatie en bevat de verdeling van taken tussen bestuur en directeur. - Kadernota ‘Participatie de norm, werk het doel’: bevat het beleidskader, beschrijft de door de GR-gemeenten gewenste outcome en welke rol en positie de uitvoeringsorganisatie daarbij in moet nemen. - Gemeentelijke beleidsnota’s: couleur locale blijft mogelijk en komt vooral tot uiting in het armoedebeleid. - Jaarstukken: begroting, jaarrekening en jaarverslag doorlopen het in de Wet gemeenschappelijke regeling (Wgr) voorgeschreven besluitvormingsproces. - Bedrijfsplan: bevat het dienstverleningsconcept van de nieuwe organisatie en vormt het uitgangspunt voor de prestatie-indicatoren. - Kaderbrief: nieuw instrument op grond van de Wgr, welke de gemeenteraad kan gebruiken om vooraf sturing te geven aan de inhoud van de begroting van de GR. Nieuw instrument De ‘klassieke’ manier van sturen van een gemeenschappelijke regeling wordt steeds vaker als minder adequaat ervaren. Er wordt achteraf bijgestuurd (jaarrekening, jaarverslag) of, met veel onzekerheden, vooraf richting gegeven (begroting gebaseerd op aannames voor wat betreft rijksbijdragen en economische ontwikkelingen). Enkele jaren geleden is er in VDG-verband een advies verstrekt over hoe de aansturing van GR-en kan worden verbeterd. Geadviseerd werd vooraf zo SMART-mogelijk de ‘bestelling’ te formuleren. Aan dat advies geven we met deze prestatieovereenkomst invulling. De gemeenteraad ontvangt jaarlijks vóór 1 februari de algemene financiële en beleidsmatige kaders in de kaderbrief. Het vormgeven van dit instrument is een zoektocht van gemeenten en uitvoeringsorganisatie naar met welke prestatie-indicatoren bepaald kan worden of WPDA het beleid van gemeenten succesvol uitvoert. De KPI’s Kwaliteit Prestatie Indicatoren (KPII’s) tonen welke prestaties gemeenten en uitvoeringsorganisatie van belang vinden om de organisatie te richten. Bij een aantal thema’s ontbreken bij de start de cijfers. In de loop van de jaren verkrijgen partijen meer inzicht in haalbare eisen en zullen de KPI’s strakker genormeerd worden. Overigens is de prestatieovereenkomst geen overeenkomst in de juridische zin van het woord. Door ondertekening geven de gemeenten aan wat zij geleverd willen zien en het AB verklaart met de ondertekening dat WPDA de prestaties kan leveren. Deze manier van sturen is nieuw en vergt daarom ook een andere inzet en houding van de direct betrokken bestuurders en ambtenaren, zowel van de gemeenten als van de uitvoeringsorganisatie. Vertrouwen vormt de basis voor de relatie tussen de drie opdrachtgevers en de opdrachtnemer. Met de prestatieovereenkomst nemen de gemeenten afstand van de uitvoering. De gemeenten bepalen de ‘bestelling’ (het WAT) en de directeur bepaalt op welke manier hij die bestelling gaat realiseren (het HOE). De directeur is verantwoordelijk voor de uitvoering en kan ter verantwoording worden geroepen door het bestuur over het resultaat. Sturen betekent op dit punt dan ook afstand nemen van de uitvoering, loslaten.

Appears in 1 contract

Samples: Prestatieovereenkomst

Context. Met de start van de nieuwe uitvoeringsorganisatie geven we invulling aan een andere manier van aansturen van een gemeenschappelijke regeling. Door middel van deze eerste prestatieovereenkomst gaan we gerichter sturen op de resultaten (output) en het maatschappelijk effect (outcome). Anders dan voorheen, worden door de drie GR-gemeenten vooraf aangegeven welke prestaties geleverd moeten worden, wanneer en met welke kwaliteit. De directeur, verantwoordelijk voor de uitvoering van de opdracht van de gemeenten, richt zijn organisatie zo in dat gewenste resultaten geleverd kunnen worden. De prestatieovereenkomst is hét middel om met elkaar in een vroegtijdig stadium in discussie te gaan over de bestuurlijke wensen die er zijn en in hoeverre die gerealiseerd kunnen worden. De prestatieovereenkomst is niet het enige sturingsinstrument. Het moet in samenhang gezien worden met de volgende documenten: - De GR-tekst: vormt de juridische basis voor de overheveling van bevoegdheden tussen gemeenten en de uitvoerende organisatie en bevat de verdeling van taken tussen bestuur en directeur. - Kadernota ‘Participatie de norm, werk het doel’: bevat het beleidskader, beschrijft de door de GR-gemeenten gewenste outcome en welke rol en positie de uitvoeringsorganisatie daarbij in moet nemen. - Gemeentelijke beleidsnota’s: couleur locale blijft mogelijk en komt vooral tot uiting in het armoedebeleid. - Jaarstukken: begroting, jaarrekening en jaarverslag doorlopen het in de Wet gemeenschappelijke regeling (Wgr) voorgeschreven besluitvormingsproces. - Bedrijfsplan: bevat het dienstverleningsconcept van de nieuwe organisatie en vormt het uitgangspunt voor de prestatie-indicatoren. - Kaderbrief: nieuw instrument op grond van de Wgr, welke de gemeenteraad kan gebruiken om vooraf sturing te geven aan de inhoud van de begroting van de GR. Nieuw instrument De ‘klassieke’ manier van sturen van een gemeenschappelijke regeling wordt steeds vaker als minder adequaat ervaren. Er wordt achteraf bijgestuurd (jaarrekening, jaarverslag) of, met veel onzekerheden, vooraf richting gegeven (begroting gebaseerd op aannames voor wat betreft rijksbijdragen en economische ontwikkelingen). Enkele jaren geleden is er in VDG-verband een advies verstrekt over hoe de aansturing van GR-en kan worden verbeterd. Geadviseerd werd vooraf zo SMART-mogelijk de ‘bestelling’ te formuleren. Aan dat advies geven we met deze prestatieovereenkomst invulling. De gemeenteraad ontvangt jaarlijks vóór 1 februari de algemene financiële en beleidsmatige kaders in de kaderbrief. Het vormgeven van dit instrument is een zoektocht van gemeenten en uitvoeringsorganisatie naar met welke prestatie-indicatoren bepaald kan worden of WPDA het beleid van gemeenten succesvol uitvoert. De KPI’s tonen welke prestaties gemeenten en uitvoeringsorganisatie van belang vinden om de organisatie te richten. Bij een aantal thema’s ontbreken bij de start de cijfers. In de loop van de jaren verkrijgen partijen meer inzicht in haalbare eisen en zullen de KPI’s strakker genormeerd worden. Overigens is de prestatieovereenkomst geen overeenkomst in de juridische zin van het woord. Door ondertekening geven de gemeenten aan wat zij geleverd willen zien en het AB verklaart met de ondertekening dat WPDA de prestaties kan leveren. Deze manier van sturen is nieuw en vergt daarom ook een andere inzet en houding van de direct betrokken bestuurders en ambtenaren, zowel van de gemeenten als van de uitvoeringsorganisatie. Vertrouwen vormt de basis voor de relatie tussen de drie opdrachtgevers en de opdrachtnemer. Met de prestatieovereenkomst nemen de gemeenten afstand van de uitvoering. De gemeenten bepalen de ‘bestelling’ (het WAT) en de directeur bepaalt op welke manier hij die bestelling gaat realiseren (het HOE). De directeur is verantwoordelijk voor de uitvoering en kan ter verantwoording worden geroepen door het bestuur over het resultaat. Sturen betekent op dit punt dan ook afstand nemen van de uitvoering, loslaten.

Appears in 1 contract

Samples: Prestatieovereenkomst

Context. Met de start van de nieuwe uitvoeringsorganisatie geven we invulling aan een andere manier van aansturen van een gemeenschappelijke regeling. Door middel van deze eerste prestatieovereenkomst gaan we gerichter sturen op de resultaten (output) en het maatschappelijk effect (outcome). Anders dan voorheen, worden door de drie GR-gemeenten vooraf aangegeven welke prestaties geleverd moeten worden, wanneer en met welke kwaliteit. De directeur, verantwoordelijk voor de uitvoering van de opdracht van de gemeenten, richt zijn organisatie zo in dat gewenste resultaten geleverd kunnen worden. De prestatieovereenkomst is hét middel om met elkaar in een vroegtijdig stadium in discussie te gaan over de bestuurlijke wensen die er zijn en in hoeverre die gerealiseerd kunnen worden. De prestatieovereenkomst is niet het enige sturingsinstrument. Het moet in samenhang gezien worden met de volgende documenten: - De GR-tekst: vormt de juridische basis voor de overheveling van bevoegdheden tussen gemeenten en de uitvoerende organisatie en bevat de verdeling van taken tussen bestuur en directeur. - Kadernota ‘Participatie de norm, werk het doel’: bevat het beleidskader, beschrijft de door de GR-gemeenten gewenste outcome en welke rol en positie de uitvoeringsorganisatie daarbij in moet nemen. - Gemeentelijke beleidsnota’s: couleur locale blijft mogelijk en komt vooral tot uiting in het armoedebeleid. - Jaarstukken: begroting, jaarrekening en jaarverslag doorlopen het in de Wet gemeenschappelijke regeling (Wgr) voorgeschreven besluitvormingsproces. - Bedrijfsplan: bevat het dienstverleningsconcept van de nieuwe organisatie en vormt het uitgangspunt voor de prestatie-indicatoren. - Kaderbrief: nieuw instrument op grond van de Wgr, welke de gemeenteraad kan gebruiken om vooraf sturing te geven aan de inhoud van de begroting van de GR. Nieuw instrument De ‘klassieke’ manier van sturen van een gemeenschappelijke regeling wordt steeds vaker als minder adequaat ervaren. Er wordt achteraf bijgestuurd (jaarrekening, jaarverslag) of, met veel onzekerheden, vooraf richting gegeven (begroting gebaseerd op aannames voor wat betreft rijksbijdragen en economische ontwikkelingen). Enkele jaren geleden is er in VDG-verband een advies verstrekt over hoe de aansturing van GR-en kan worden verbeterd. Geadviseerd werd vooraf zo SMART-mogelijk de ‘bestelling’ te formuleren. Aan dat advies geven we met deze prestatieovereenkomst invulling. De gemeenteraad ontvangt jaarlijks vóór 1 februari de algemene financiële en beleidsmatige kaders in de kaderbrief. Het vormgeven van dit instrument is een zoektocht van gemeenten en uitvoeringsorganisatie naar met welke prestatie-indicatoren bepaald kan worden of WPDA het beleid van gemeenten succesvol uitvoert. De KPI’s Kwaliteit Prestatie Indicatoren (KPII’s) tonen welke prestaties gemeenten en uitvoeringsorganisatie van belang vinden om de organisatie te richten. Bij een aantal thema’s ontbreken bij de start de cijfers. In de loop van de jaren verkrijgen partijen meer inzicht in haalbare eisen en zullen de KPI’s strakker genormeerd worden. Overigens is de prestatieovereenkomst geen overeenkomst in de juridische zin van het woord. Door ondertekening geven de gemeenten aan wat zij geleverd willen zien en het AB verklaart met de ondertekening dat WPDA de prestaties kan leveren. Deze manier van sturen is nieuw en vergt daarom ook een andere inzet en houding van de direct betrokken bestuurders en ambtenaren, zowel van de gemeenten als van de uitvoeringsorganisatie. Vertrouwen vormt de basis voor de relatie tussen de drie opdrachtgevers en de opdrachtnemer. Met de prestatieovereenkomst nemen de gemeenten afstand van de uitvoering. De gemeenten bepalen de ‘bestelling’ (het WAT) en de directeur bepaalt op welke manier hij die bestelling gaat realiseren (het HOE). De directeur is verantwoordelijk voor de uitvoering en kan ter verantwoording worden geroepen door het bestuur over het resultaat. Sturen betekent op dit punt dan ook afstand nemen van de uitvoering, loslaten.

Appears in 1 contract

Samples: Prestatieovereenkomst

Context. Met Remgelden bestaan in België al bijna 50 jaar, en ze zijn sterk gedifferentieerd en complex. Op vraag van het RIZIV bestudeerde het Federaal Kenniscentrum voor de start Gezondheidszorg (KCE) een aantal belangrijke pijnpunten. Zie hiervoor ook het KCE rapport 186A ‘Bepaling van het remgeld in functie van de nieuwe uitvoeringsorganisatie geven we invulling aan een andere manier van aansturen maatschappelijke waarde van een gemeenschappelijke regelingverstrekking of product‘. Door middel Het systeem wordt best vereenvoudigd. Zo kunnen verschillen in remgelden op basis van het aantal patiënten dat de huisarts per huisbezoek ziet of de woonplaats van de patiënt worden afgeschaft. Hoe hoger de maatschappelijke meerwaarde van een medische interventie, hoe lager het remgeld zou moeten zijn. Dit zou bijdragen tot een meer kwaliteitsvolle en doeltreffende gezondheidszorg. Het KCE pleit er dus voor om het remgeld niet langer gewoon te berekenen als een percentage van het ereloon van de arts of de kostprijs van een geneesmiddel. Belangrijk is dat bij dit alles een globale visie wordt uitgewerkt, waarbij wordt nagedacht over de doelstellingen van de remgelden. In de nationale akkoorden/overeenkomsten van deze eerste prestatieovereenkomst gaan we gerichter sturen 3 sectoren zijn specifieke initiatieven ingeschreven inzake de hervorming van de persoonlijke aandelen. Deze hervorming moet leiden tot een vereenvoudiging van de regeling én een betere toegankelijkheid van de zorg, gericht op de resultaten betrokken doelgroep. Telkens wordt uitgegaan van een budgettair neutraal kader. Het RIZIV engageert zich om tijdens de beginperiode van de 5de bestuursovereenkomst (output2016-2018) deze hervorming voor te bereiden zowel inhoudelijk als naar reglementering toe, en dit samen met de betrokkenen. Concreet gaat het o.a. over het oprichten en (bege)leiden van specifieke werkgroepen, het aanbrengen van oplossingen, het concretiseren van principiële beslissingen, het uitvoeren van die beslissingen,… De verschillende sectoren hebben elk specifieke kenmerken en doelstellingen zodat het uitwerken van deze hervorming dient voorbereid en behandeld te worden per sector. Concreet zijn volgende bepalingen opgenomen in de nationale akkoorden/overeenkomsten: • voor de kinesitherapeuten : “De Overeenkomstencommissie zal een onderzoek voeren met als doel een harmonisering van de persoonlijke aandelen, binnen de beschikbare budgettaire middelen. Het resultaat van dit onderzoek moet gebeuren in een budgettair neutraal kader“ • voor de Logopedisten: “Programma voor de hervorming van de monodisciplinaire logopedie binnen de verplichte ziekteverzekering met o.a. de afschaffing van de ZIV-tegemoetkoming voor de behandelingszittingen boven percentiel 75 op basis van het huidige verbruik per patiënt en per stoornis en/of rekening houdende met de evidentie op basis van de geldende guidelines. Deze projecten moeten worden gerealiseerd in een budget neutraal kader, te weten binnen de globale begrotingsdoelstelling. Het totaal persoonlijk aandeel op de behandelingszittingen zal gelijk zijn aan de totale huidige remgelden tot aan P75, MAF inbegrepen. Een werkgroep bepaalt de modaliteiten van het toekennen van het persoonlijk aandeel” • Tandheelkundigen: “De NCTZ zal in 2015 de modaliteiten uitwerken om, al dan niet gefaseerd, in 2016 een mondzorgtraject in te voeren, ondersteund door een tandheelkundig dossier, dat evolueert naar een elektronisch tandheelkundig dossier. Binnen dit mondzorgtraject wordt voorzien in gedifferentieerde terugbetaling, enerzijds door het invoeren van een verbeterde terugbetaling voor prioritaire verstrekkingen bij personen die het mondzorgtraject volgen en anderzijds door verminderde terugbetaling voor verstrekkingen die voorkomen konden worden indien het traject werd gevolgd. De differentiering van remgelden zal samengaan met het invoeren van vaste remgeldbedragen, waarbij de hoogte ervan wordt vastgelegd in functie van de aard van tandheelkundige zorg en het maatschappelijk effect (outcome)preventief karakter ervan. Anders dan voorheen, worden door de drie GR-gemeenten vooraf aangegeven welke prestaties geleverd moeten worden, wanneer en met welke kwaliteitDie vaste bedragen evolueren volgens een cliquet mechanisme. Deze omzetting moet budgetneutraal gebeuren“ De directeur, verantwoordelijk voor Dienst Geneeskundige Verzorging zal o.a. volgende concrete acties ondernemen in het kader van de uitvoering van de opdracht dit project: • Organiseren van werkgroepen; • Inzamelen en verwerken van specifieke data; • Uitwerken van haalbare oplossingen; • Concretiseren van die oplossingen in nota’s of ontwerpen van regelgeving; • Raming van de gemeentenbudgettaire en administratieve impact; • Voorleggen aan de bevoegde organen en die toelichten; • Communiceren naar burgers, richt zijn organisatie zo zorgverleners, verzekeringsinstellingen en andere partners. Voor de sectoren van de kinesitherapie en logopedie is de voorbereiding volop lopende. Voor de logopedie is het de bedoeling dat de conclusies van de werkgroep in dat gewenste resultaten geleverd kunnen worden2016 voorgesteld worden aan de plenaire vergadering van de Overeenkomstencommissie. De prestatieovereenkomst is hét middel om met elkaar uitgewerkte teksten zullen vervolgens in een vroegtijdig stadium in discussie te gaan over de bestuurlijke wensen die er zijn en in hoeverre die gerealiseerd kunnen worden. De prestatieovereenkomst is niet het enige sturingsinstrument. Het moet in samenhang gezien worden met de volgende documenten: - De GR-tekst: vormt de juridische basis voor de overheveling van bevoegdheden tussen gemeenten en de uitvoerende organisatie en bevat de verdeling van taken tussen bestuur en directeur. - Kadernota ‘Participatie de norm, werk het doel’: bevat het beleidskader, beschrijft de door de GR-gemeenten gewenste outcome en welke rol en positie de uitvoeringsorganisatie daarbij in moet nemen. - Gemeentelijke beleidsnota’s: couleur locale blijft mogelijk en komt vooral tot uiting in het armoedebeleid. - Jaarstukken: begroting, jaarrekening en jaarverslag doorlopen het in de Wet gemeenschappelijke regeling (Wgr) voorgeschreven besluitvormingsproces. - Bedrijfsplan: bevat het dienstverleningsconcept van de nieuwe organisatie en vormt het uitgangspunt voor de prestatie-indicatoren. - Kaderbrief: nieuw instrument op grond van de Wgr, welke de gemeenteraad kan gebruiken om vooraf sturing te geven aan de inhoud van de begroting van de GR. Nieuw instrument De ‘klassieke’ manier van sturen van een gemeenschappelijke regeling wordt steeds vaker als minder adequaat ervaren. Er wordt achteraf bijgestuurd (jaarrekening, jaarverslag) of, met veel onzekerheden, vooraf richting gegeven (begroting gebaseerd op aannames voor wat betreft rijksbijdragen en economische ontwikkelingen). Enkele jaren geleden is er in VDG-verband een advies verstrekt over hoe de aansturing van GR-en kan worden verbeterd. Geadviseerd werd vooraf zo SMART-mogelijk de ‘bestelling’ te formuleren. Aan dat advies geven we met deze prestatieovereenkomst invulling. De gemeenteraad ontvangt jaarlijks vóór 1 februari de algemene financiële en beleidsmatige kaders in de kaderbrief. Het vormgeven van dit instrument is een zoektocht van gemeenten en uitvoeringsorganisatie naar met welke prestatie-indicatoren bepaald kan worden of WPDA het beleid van gemeenten succesvol uitvoert. De KPI’s tonen welke prestaties gemeenten en uitvoeringsorganisatie van belang vinden om de organisatie te richten. Bij een aantal thema’s ontbreken bij de start de cijfers. In de loop van 2016 voorgelegd worden aan het Verzekeringscomité. Voor de jaren verkrijgen partijen meer inzicht kinesitherapie zal de Overeenkomstencommissie een uitgewerkte tekst bespreken in haalbare eisen en zullen 2016 waarna een voorstel zal worden voorgelegd aan het Verzekeringscomité. Voor de KPI’s strakker genormeerd worden. Overigens is sector van de prestatieovereenkomst geen overeenkomst tandheelkundige zal het nodige worden opgemaakt in de juridische zin van het woord. Door ondertekening geven de gemeenten aan wat zij geleverd willen zien en het AB verklaart met de ondertekening dat WPDA de prestaties kan leveren. Deze manier van sturen is nieuw en vergt daarom ook een andere inzet en houding periode van de direct betrokken bestuurders en ambtenaren, zowel van de gemeenten als van de uitvoeringsorganisatie. Vertrouwen vormt de basis voor de relatie tussen de drie opdrachtgevers en de opdrachtnemer. Met de prestatieovereenkomst nemen de gemeenten afstand van de uitvoering. De gemeenten bepalen de ‘bestelling’ (het WAT) en de directeur bepaalt op welke manier hij die bestelling gaat realiseren (het HOE). De directeur is verantwoordelijk voor de uitvoering en kan ter verantwoording worden geroepen door het bestuur over het resultaat. Sturen betekent op dit punt dan ook afstand nemen van de uitvoering, loslaten5de bestuursovereenkomst.

Appears in 1 contract

Samples: Not Specified