Deeltijdpensioen en ouderendagen. Indien u voor 1 januari 2010 in dienst was bij een werkgever/bedrijf genoemd in Artikel 1A Definities van de CAO voor personeel Vopak Tankopslag Nederland 2007 – 2009 en de overgangsbepalingen VUT, prepensioen en Levensloop beschreven in artikel 1b van bijlage V van eerdergenoemde CAO zijn op u van toepassing, dan is - afhankelijk van uw geboortejaar – één van de volgende regelingen op u van toepassing. Vopak en vakverenigingen zijn overeengekomen om een aanvulling op de bestaande mogelijkheid tot deeltijdpensioen in de CAO op te nemen. Het betreft hier een regeling waarbij verschillende groepen medewerkers worden onderscheiden. Alle hieronder genoemde voorbeelden en gemiddelde percentages zijn gebaseerd op de eerder overeengekomen Overgangsbepaling VUT, prepensioen en Levensloop (zie bijlage V van de CAO Tankopslagbedrijven 2007 - 2009) en hebben betrekking op medewerkers die vanaf 1 januari 2006 volledig deelnemen aan de overgangsregeling, in dienst zijn getreden voor 1 april 1999 en op 31 december 2005 deelnamen aan de prepensioenregeling. Indien de medewerkers niet aan deze voorwaarden voldoen, zullen de hieronder genoemde percentages aanmerkelijk lager uitvallen. Medewerkers dienen zich één jaar voor het bereiken van de 61-jarige leeftijd – of een latere leeftijd indien van toepassing – aan te melden voor het deeltijdpensioen dat bij het bereiken van de 61-jarige leeftijd dient aan te vangen. De medewerker dient op dat moment tevens aan te geven of hij kiest voor een deeltijdpensioen van 1 of 2 jaar. Vopak zal uiterlijk één maand voorafgaande aan deze datum een berekening van de pensioensituatie verstrekken. In zeer uitzonderlijke gevallen zal Vopak coulance betrachten en optreden als goed werkgever. Indien er voor een medewerker geen duobaan beschikbaar is, of als de functie zich niet leent om in deeltijd te worden verricht, kan dit ook betekenen dat de betreffende medewerker op zijn eigen afdeling of elders in de organisatie werkzaamheden gaat vervullen in een andere functie of in een ander dienstrooster om deeltijdpensioen mogelijk te maken. Afspraken hierover dienen plaats te vinden met wederzijds goedvinden. Een dergelijke herplaatsing heeft uitsluitend voor de duur van het deeltijdpensioen geen gevolgen voor het basismaandinkomen. Medewerkers die deelnemen aan de in dit artikel omschreven regeling voor deeltijdpensioen ontvangen een eenmalige storting van bruto € 13.000,= teneinde de deeltijdpensioen regeling aantrekkelijker te maken. De storting vindt plaats op het moment van deelname aan de regeling.
Appears in 2 contracts
Samples: Collective Labor Agreement (Cao), Collective Labor Agreement (Cao)
Deeltijdpensioen en ouderendagen. Indien u voor 1 januari 2010 in dienst was bij een werkgever/bedrijf genoemd in Artikel 1A Definities van de CAO voor personeel Vopak Tankopslag Nederland 2007 – 2009 en de overgangsbepalingen VUT, prepensioen en Levensloop beschreven in artikel 1b van bijlage V van eerdergenoemde CAO zijn op u van toepassing, dan is - afhankelijk van uw geboortejaar – één van de volgende regelingen op u van toepassing. Vopak en vakverenigingen Partijen zijn overeengekomen om een aanvulling op de bestaande mogelijkheid tot deeltijdpensioen in de CAO op te nemen. Het betreft hier een regeling waarbij verschillende voor vier groepen medewerkers worden onderscheiden. Alle medewerkers, echter de hieronder genoemde voorbeelden en gemiddelde percentages en voorbeelden zijn gebaseerd op de eerder overeengekomen Overgangsbepaling VUT, prepensioen en Levensloop levensloop (zie bijlage V van de CAO Tankopslagbedrijven 2007 - 2009Tankopslagbedrijven) en hebben betrekking op van de medewerkers die vanaf 1 januari 2006 volledig deelnemen aan de overgangsregelingdeelnemen, in dienst zijn getreden voor 1 april 1999 en op 31 december 2005 deelnamen aan de prepensioenregeling. Indien de medewerkers niet aan deze voorwaarden voldoen, dan zullen de hieronder genoemde percentages aanmerkelijk lager uitvallen. Medewerkers dienen zich één jaar voor het bereiken van de 61-jarige leeftijd – of een latere leeftijd indien van toepassing – aan te melden voor het deeltijdpensioen dat bij het bereiken van de 61-jarige leeftijd dient aan te vangen. De medewerker dient op dat moment tevens aan te geven of hij kiest voor een deeltijdpensioen van 1 of 2 jaardeeltijdpensioen. Vopak zal uiterlijk één 1 maand voorafgaande aan deze datum een berekening van de pensioensituatie verstrekken. In zeer uitzonderlijke gevallen zal zullen wij als Vopak coulance betrachten en optreden als goed werkgever. Indien er voor een medewerker geen duobaan beschikbaar is, of als de functie zich niet leent om in deeltijd te worden verricht, kan dit ook betekenen dat de betreffende medewerker op zijn eigen afdeling of elders in de organisatie een andere functie, dienstrooster, werkzaamheden of functie gaat vervullen in een andere functie of in een ander dienstrooster om deeltijdpensioen mogelijk te maken. Afspraken hierover hierop dienen plaats te vinden met wederzijds goedvinden. Een dergelijke herplaatsing heeft uitsluitend voor de duur van het deeltijdpensioen geen gevolgen voor het basismaandinkomen,. Groep 1 - Medewerkers geboren van 1950 t/m 1954 De hoofdlijnen van de regeling zijn: • Medewerkers nemen bij het bereiken van de 61-jarige leeftijd deel aan deze regeling. • Een deeltijd baan, waarbij 50% wordt gewerkt, geeft 55% salaris; • Deze 5% aanvulling op het salaris wordt voor 2% wordt door Vopak betaald, het restant uit de ouderendagen. • Volledig met (vroeg)pensioen op 63 jaar; • De ouderendagen (zie artikel 22.2 a van de CAO Tankopslag 2007 - 2009) vervallen zodra de 61 jarige leeftijd wordt bereikt; • Met medewerkers, die in aanmerking komen voor deze regeling, wordt indien zij aan deze regeling willen meedoen een vaststellingsovereenkomst gesloten, hierin wordt de uitvoering van de regeling vastgelegd. Alleen het op 61 jarige leeftijd in deeltijd gaan werken, de 5% aanvulling van Vopak en de voor deze regeling van toepassing zijnde pensioendatum (63 jaar) worden in deze vaststellingsovereenkomst opgenomen. • De inzet van de “VPL pensioenpot” is een individuele aangelegenheid die de medewerker zelf bespreekt met het Pensioenbureau. • Medewerkers geboren van 1950 t/m 1954 die niet deelnemen aan de deeltijdpensioenregeling behouden de ouderendagen zoals afgesproken in dit de huidige regeling (artikel omschreven 22.2 a CAO Tankopslag 2007 - 2009). Groep 2 - Medewerkers geboren van 1955 t/m 1959 Het is de intentie van Vopak om voor deze groep medewerkers eveneens een aanvulling op de mogelijkheid tot deeltijdpensioenregeling te treffen. Alvorens de hoofdlijnen van de regeling voor deeltijdpensioen ontvangen kunnen worden vastgesteld, dienen eerst de wettelijke maatregelen bekend te zijn met betrekking tot een eenmalige storting van bruto € 13.000,= teneinde latere AOW en/of pensioenleeftijd alsmede de deeltijdpensioen regeling aantrekkelijker te makenhiermee samenhangende fiscale maatregelen. De storting vindt plaats contouren van deze regeling zouden kunnen zijn: • Medewerkers kunnen vanaf een nader vast te stellen leeftijd, 2 jaar voorafgaand aan hun pensioendatum deelnemen aan deze regeling; • Medewerkers die vanaf deze datum deelnemen aan de regeling en in deeltijd gaan werken, zullen een aanvulling ontvangen van Vopak op het parttime salaris, waarbij het de intentie van Vopak is om net als in groep 1 bij 50% werken een aanvulling te geven van 5% • Deze 5% aanvulling op het salaris wordt voor 2% wordt door Vopak betaald en het restant uit de ouderendagen. • De betreffende medewerkers gebruiken de VPL pensioenpot om het bruto jaarinkomen aan te vullen gedurende de jaren dat zij van deeltijd- en (vroeg)pensioenregeling gebruik maken; • De ouderendagen vervallen zodra de medewerker deelneemt aan de regeling; • Net als in groep 1 wordt ook met de deelnemers uit deze leeftijdsgroep een vaststellingsovereenkomst afgesloten; • Medewerkers hebben de keuze om de ouderendagenregeling te behouden, waarbij de dagen op 61-jarige leeftijd worden bevroren (in totaal 84 dagen), of deel te nemen aan de nieuwe leeftijdsfaseregeling, waarbij zij vanaf 1 januari 2010 t/m het bereiken van de 64 jarige leeftijd in totaal 90 leeftijdsfasedagen ontvangen. Deze leeftijdsdagen kunnen naar keuze van de medewerker (eenmalige keuze) op een rekening worden gestort zoals hierboven aangegeven of te storten in een zogeheten “dagenbank”. Groep 3 - Medewerkers geboren van 1960 t/m 1964 Het is de intentie van Vopak om voor deze groep medewerkers eveneens een aanvulling op de mogelijkheid tot deeltijdpensioen te treffen. Gezien de voorliggende wetgeving die de regering heeft voorbereid, zal het moment van deelname later liggen dan voor de medewerkers uit groep 1 en komen de contouren overeen met groep 2. Ook voor deze groep geldt dat deze medewerkers de keuze hebben om de ouderendagenregeling te behouden, waarbij de dagen op 61-jarige leeftijd worden bevroren (in totaal 84 dagen), of deel te nemen aan de regelingnieuwe leeftijdsfaseregeling, waarbij zij vanaf 1 januari 2010 t/m het bereiken van de 64 jarige leeftijd in totaal 90 leeftijdsfasedagen ontvangen. Deze leeftijdsdagen kunnen naar keuze van de medewerker (eenmalige keuze) op een rekening worden gestort zoals hierboven aangegeven of te storten in een zogeheten “dagenbank”. Groep 4 - Medewerkers geboren van 1965 tot heden / nieuwe medewerkers De ouderendagenregeling komt te vervallen voor medewerkers geboren van 1965 tot heden en in dienst van Vopak op 31 december 2009. Hiervoor in de plaats komt een leeftijdsfaseregeling. Deze medewerkers krijgen een vast percentage per jaar toegekend op basis van leeftijdsfasedag(en) per jaar die vanaf 1 januari 2010 aan de betreffende medewerkers zullen worden toegekend. Dit gaat als volgt: • Geboortejaren 1965 t/m 1969 2,5 leeftijdsfasedag per jaar • Geboortejaren 1970 t/m 1974 2,0 leeftijdsfasedag per jaar • Geboortejaren 1975 t/m heden 1,5 leeftijdsfasedag per jaar Alle medewerkers die in dienst treden vanaf 1 januari 2010 krijgen 1,0 leeftijdsfasedag per jaar. Voor de berekening van het percentage wordt voor de waarde van deze dagen uitgegaan van de waarde van een ATV –dag (= 0,36% van 12 keer het basismaandsalaris) en wordt aan het einde van het kalenderjaar gestort op de levensloopregeling of op een andere nader overeen te komen spaarregeling, zoals banksparen. Met betrekking tot het instellen van de hierboven genoemde dagenbank, zal een document worden opgesteld, waarin is opgenomen welke dagen in de dagenbank kunnen worden gestort en wanneer, en voor welk doel de dagen kunnen worden opgenomen. (zie bijlage 1) Vopak heeft de intentie om op basis van de bovenstaande regeling tijdens de discussie over het opstellen van de concern CAO ook te komen tot een dergelijke regeling voor Vopak Terminal Vlissingen, Vopak Terminal Amsterdam en het hoofdkantoor. Hierbij zullen de uitgangspunten zoals beschreven bij de concern CAO leidend zijn.
Appears in 1 contract
Samples: Collective Labor Agreement (Cao)
Deeltijdpensioen en ouderendagen. Indien u voor 1 januari 2010 in dienst was bij een werkgever/bedrijf genoemd in Artikel 1A Definities van de CAO voor personeel Vopak Tankopslag Nederland 2007 – 2009 en de overgangsbepalingen VUT, prepensioen en Levensloop beschreven in artikel 1b van bijlage V van eerdergenoemde CAO zijn op u van toepassing, dan is - afhankelijk van uw geboortejaar – één van de volgende regelingen op u van toepassing. 21.10.1.Algemeen Vopak en vakverenigingen zijn overeengekomen om een aanvulling op de bestaande mogelijkheid tot deeltijdpensioen in de CAO op te nemen. Het betreft hier een regeling waarbij verschillende groepen medewerkers worden onderscheiden. Alle hieronder genoemde voorbeelden en gemiddelde percentages zijn gebaseerd op de eerder overeengekomen Overgangsbepaling VUT, prepensioen en Levensloop (zie bijlage V van de CAO Tankopslagbedrijven 2007 - 2009) en hebben betrekking op medewerkers die vanaf 1 januari 2006 volledig deelnemen aan de overgangsregeling, in dienst zijn getreden voor 1 april 1999 en op 31 december 2005 deelnamen aan de prepensioenregeling. Indien de medewerkers niet aan deze voorwaarden voldoen, zullen de hieronder genoemde percentages aanmerkelijk lager uitvallen. Medewerkers dienen zich één jaar voor het bereiken van de 61-jarige leeftijd – of een latere leeftijd indien van toepassing – aan te melden voor het deeltijdpensioen dat bij het bereiken van de 61-jarige leeftijd dient aan te vangen. De medewerker dient op dat moment tevens aan te geven of hij kiest voor een deeltijdpensioen van 1 of 2 jaar. Vopak zal uiterlijk één maand voorafgaande aan deze datum een berekening van de pensioensituatie verstrekken. In zeer uitzonderlijke gevallen zal Vopak coulance betrachten en optreden als goed werkgever. Indien er voor een medewerker geen duobaan beschikbaar is, of als de functie zich niet leent om in deeltijd te worden verricht, kan dit ook betekenen dat de betreffende medewerker op zijn eigen afdeling of elders in de organisatie werkzaamheden gaat vervullen in een andere functie of in een ander dienstrooster om deeltijdpensioen mogelijk te maken. Afspraken hierover dienen plaats te vinden met wederzijds goedvinden. Een dergelijke herplaatsing heeft uitsluitend voor de duur van het deeltijdpensioen geen gevolgen voor het basismaandinkomen. Medewerkers die deelnemen aan de in dit artikel omschreven regeling voor deeltijdpensioen ontvangen een eenmalige storting van bruto € 13.000,= teneinde de deeltijdpensioen regeling aantrekkelijker te maken. De storting vindt plaats op het moment van deelname aan de regeling. 21.10.2.Groep 1 - Medewerkers geboren van 1950 t/m 1954 De hoofdlijnen van de regeling zijn: • Medewerkers kunnen bij het bereiken van de 61-jarige leeftijd deelnemen aan de regeling met betrekking tot het deeltijdpensioen; • Een deeltijd baan, waarbij 50% wordt gewerkt, geeft 55% salaris; • Deze 5% aanvulling op het salaris wordt voor 2% door Vopak betaald, het restant van de kosten wordt betaald uit de ouderendagen; • Volledig met (vroeg)pensioen op 62 of 63 jaar; • Als een medewerker deelneemt aan deeltijdpensioenregeling vervallen de ouderendagen (zie artikel 22.2 a van de CAO voor personeel Vopak Tankopslag Nederland, 2007 - 2009), zodra de 61-jarige leeftijd wordt bereikt; • Met medewerkers die in aanmerking komen voor deze regeling, wordt indien zij aan deze regeling willen meedoen een vaststellingsovereenkomst gesloten. Hierin wordt de uitvoering van de regeling vastgelegd. Alleen het op 61-jarige leeftijd in deeltijd gaan werken, de 5% aanvulling van Vopak en de voor deze regeling van toepassing zijnde pensioendatum (62 of 63 jaar) worden in deze vaststellingsovereenkomst opgenomen. • De inzet van de eigen ‘VPL pensioenpot’ is een individuele aangelegenheid die de medewerker zelf bespreekt met het Pensioenbureau. • Medewerkers geboren van 1950 t/m 1954 die niet deelnemen aan de deeltijdpensioenregeling behouden de ouderendagen zoals afgesproken in de huidige regeling (artikel 22.2 a van de CAO voor personeel Vopak Xxxxxxxxxx Xxxxxxxxx,0000 - 0000).
Appears in 1 contract
Samples: Collective Labor Agreement (Cao)