Eigen-risicotermijn. Voor elke vergoedbare periode van arbeidsongeschiktheid wordt een eigen-risicotermijn vastgesteld waarvan de duur in de bijzondere voorwaarden is vastgelegd. Indien deze eigen-risicotermijn korter is dan 365 dagen, wordt deze vanaf de leeftijd van 60 jaar op 365 dagen gebracht voor arbeidsongeschiktheid die door ziekte wordt veroorzaakt. De eigen-risicotermijn begint op de dag die door de artsen wordt aangeduid als die van de aanvang van de arbeidsongeschiktheid. De arbeidsongeschiktheid ondergaan vóór het verstrijken van de eigen-risicotermijn wordt niet vergoed. Er zal nooit een nieuwe eigen-risicotermijn worden toegepast na het einde van een vorige arbeidsongeschiktheidsperiode waarover vergoeding werd uitgekeerd: - wanneer bij de verzekerde binnen de 3 maanden een arbeidsongeschiktheid optreedt ten gevolge van een reeds vroeger gewaarborgd ongeval of ziekte; - bij verwijdering van osteosynthesemateriaal, d.w.z. mechanische hulpmiddelen, zoals schroeven, platen, nagels of metaaldraden waarmee heelkundige breukfragmenten van beenderen aan elkaar worden gezet.
Eigen-risicotermijn. De periode van 52 weken waarin geen recht bestaat op vrijstelling van premiebetaling bij arbeidsongeschiktheid.
Eigen-risicotermijn. De in de Bijzondere Voorwaarden bepaalde termijn die ingaat op de dag vastgesteld door de arts als het begin van de arbeidsongeschiktheid. Tijdens deze periode zal geen prestatie worden uitgekeerd door de pensioeninstelling.
Eigen-risicotermijn. De periode die begint op de dag vastgesteld door een arts als het begin van de arbeidsongeschiktheid en waarvan de duur vastgelegd is in de Bijzondere Voorwaarden. Tijdens deze periode zijn de verzekerde prestaties niet verschuldigd door de maatschappij.
Eigen-risicotermijn. Voor elke vergoedbare periode van arbeidsongeschiktheid geldt een eigen risicotermijn waarvan de duur in de Bijzondere Voorwaarden is vastgelegd. Indien tijdens de eigen risicotermijn of in de loop van de uitkering van een verzekerde prestatie zich een extra arbeidsongeschiktheid voordoet als gevolg van een andere oorzaak, past de maatschappij voor een bijkomende verzekerde prestatie een nieuwe eigen risicotermijn toe. De Bijzondere Voorwaarden kunnen vermelden dat er geen behoud is van de eigen risicotermijn vanaf 60 jaar indien de arbeidsongeschiktheid een gevolg is van een ziekte. In dat geval bedraagt de eigen risicotermijn vanaf de leeftijd van 60 jaar altijd 365 dagen. Indien de verzekeringnemer gekozen heeft voor een “overbrugging” van de eigen risicotermijn, vindt de uitkering plaats vanaf de eerste dag van de arbeidsongeschiktheid op voorwaarde dat de arbeidsongeschiktheid onafgebroken langer duurt dan het in de Bijzondere Voorwaarden vermelde aantal dagen. De overbrugging van de eigen risicotermijn kan, volgens de keuze van de verzekeringnemer, toegepast worden: - ofwel bij volledige arbeidsongeschiktheid door ziekte of ongeval; - ofwel bij gedeeltelijke of volledige arbeidsongeschiktheid door ongeval. Er zal geen nieuwe eigen risicotermijn worden toegepast: - bij herval, indien bij de verzekerde binnen de 3 maanden na het einde van een gewaarborgde arbeidsongeschiktheid een nieuwe gewaarborgde arbeidsongeschiktheid optreedt die te wijten is aan hetzelfde ongeval of dezelfde ziekte; - bij verwijdering van osteosynthesemateriaal, d.w.z. mechanische hulpmiddelen, zoals schroeven, platen, nagels of metaaldraden, waarmee heelkundige breukfragmenten van beenderen aan elkaar worden gezet. Indien de verzekeringnemer ervoor gekozen heeft meerdere eigen risicotermijnen te combineren in één contract, wordt per eigen risicotermijn een rente vastgesteld. Per contract moet gekozen worden voor eenzelfde type waarborg en type rente.
Eigen-risicotermijn. Voor elke vergoedbare periode van arbeidsongeschiktheid wordt een eigen-risicotermijn vastgesteld, waarvan de duur in de Bijzondere Voorwaarden is vastgelegd. De eigen-risicotermijn begint op de dag die door de geneesheren wordt aangeduid als die van de aanvang van de arbeidsongeschiktheid. Het verlies van beroepsinkomen, ondergaan tussen het begin van de arbeidsongeschiktheid en het verstrijken van de eigen-risicotermijn wordt niet vergoed. Er zal nooit een nieuwe eigen-risicotermijn worden toegepast na het einde van een vorige arbeidsongeschiktheidsperiode waarvoor vergoeding werd uitgekeerd: • bij herval binnen de 3 maanden; • bij verwijdering van osteosynthesemateriaal.
Eigen-risicotermijn. De termijn van 52 weken waarvoor geen uitkering wordt verleend. De eigen risicotermijn wordt slechts eenmaal in aanmerking genomen voor perioden van arbeidsongeschiktheid, die elkaar opvolgen met tussen- pozen van minder dan 4 weken. De eigen risicotermijn gaat in op de dag volgend op de dag waarop door een bevoegd arts de arbeidsongeschikt- heid is vastgesteld.
Eigen-risicotermijn. Voor elke vergoedbare periode van arbeidsongeschiktheid, bedraagt de eigen-risicotermijn 30 dagen. Deze eigen-risicotermijn begint op de dag die door de geneesheren wordt aangeduid als die van de aanvang van de arbeidsongeschiktheid . De arbeidsongeschiktheid, ondergaan vóór het verstrijken van de eigen-risicotermijn wordt niet vergoed. Er zal nooit een nieuwe eigen-risicotermijn worden toegepast na het einde van een vorige arbeidsongeschiktheidsperiode waarvoor vergoeding werd uitgekeerd: • bij herval binnen de 3 maanden; • bij verwijdering van osteosynthesemateriaal.
Eigen-risicotermijn. De overeengekomen, op het polisblad vermelde, termijn waarover per arbeidsongeschiktheidsmelding geen uitkering wordt verleend. Deze termijn vangt aan op de eerste ziektedag van de werknemer. De eigen risicotermijn per werknemer wordt slechts éénmaal gerekend voor perioden van arbeidsongeschiktheid die elkaar opvolgen met tussenpozen van minder dan 4 weken. Voor zover op deze verzekering een kortere eigen risicotermijn dan 4 weken van toepassing is, zal bij detachering van een werknemer in het buitenland bij arbeidsongeschiktheid van de werk- nemer een eigen risicotermijn van 4 weken worden gehanteerd.
Eigen-risicotermijn. De eigen risicotermijn bij arbeidsongeschiktheid is de periode waarover de verzekerde geen recht heeft op een uitkering krachtens deze rubriek. Deze termijn gaat in op de dag volgend op de dag met ingang waarvan verzekerde binnen de daarvoor gelden- de termijn door zijn werkgever bij de arbodienst ziek is gemeld danwel bij een zelfstandige de dag volgend op die, waarop een bevoegd arts de medische behandeling heeft gestart en de arbeidsongeschiktheid heeft vastge- steld. De eigen risicotermijn wordt slechts eenmaal in aanmer- king genomen voor perioden van arbeidsongeschiktheid, die elkaar opvolgen met tussenpozen van minder dan 4 weken.