Financieel bewustzijn Voorbeeldclausules

Financieel bewustzijn. Financieel bewustzijn van het kind is in verband gebracht met het al dan niet overzicht hebben over financiële zaken bij de ouders. Het overzicht van de ouder is vergelijkbaar met financieel bewust- zijn zoals gemeten bij het kind. Zoals te zien is in tabel 4.4, worden er geen verbanden gevonden tussen het financieel bewustzijn bij ouders en bij kinderen. bewustzijn ouders 46% 17% 61% geen overzicht 42% 24% 63% benedengemiddeld overzicht 45% 11% 58% bovengemiddeld overzicht 50% 18% 64% goed overzicht 40% 16% 61% * Dit onderwerp is alleen aan kinderen op het voortgezet onderwijs voorgelegd. Het geheel aan indicaties voor financieel inzicht van ouders is samengevat in de vorm van een aantal clusters (zie paragraaf 2.4). Voor deze ouderclusters is nagegaan of er bij hun kinderen verschillen zijn in termen van financiële kennis en vaardigheden, financiële motivatie en financieel bewustzijn. Uit tabel 4.5 kan worden afgeleid dat er geen statistisch significante verschillen zijn wanneer de zeven groepen ouders met elkaar worden vergeleken. Ook al zijn er in statistische zin geen significante resultaten, toch zijn er een aantal opmerkelijke tendensen die bijna significant zijn en het vermelden waard zijn. Zo lijkt het erop dat financieel ambitieuze ouders kinderen hebben die iets vaker aangeven dat ze meer willen weten over geld. Ook lijkt er een groot verschil in bezorgdheid voor later wanneer ongeletterde ouders worden vergeleken met andere ouders. Omdat de vraag over bezorgdheid alleen in het voortgezet onderwijs is gesteld (en de steekproef dus kleiner is, namelijk 341 kinderen), kan dit verschil toe te schrijven zijn aan toeval. onbekommerd 90 71% 67% 17% 9% 46% 20% 66% ambitieus 144 66% 65% 31% 3% 44% 17% 66% degelijk 92 67% 81% 16% 8% 47% 14% 60% onzeker 140 63% 71% 21% 4% 48% 12% 64% zoekend 118 67% 73% 22% 3% 51% 17% 59% laconiek 130 67% 68% 22% 2% 39% 19% 55% ongeletterd 32 56% 54% 16% 0% 47% 0% 50% * Deze vragen zijn alleen aan kinderen in het voortgezet onderwijs gevraagd.

Related to Financieel bewustzijn

  • Arbeidsongeschiktheid 1 Indien de werknemer ten gevolge van ziekte, zwangerschap of bevalling niet in staat is de bedongen arbeid te verrichten, gelden de bepalingen van artikel 7: 629 BW, de Ziektewet (ZW), voor zwangerschaps- en bevallingsverlof de Wet arbeid en zorg, de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO) en de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA), voor zover hierna niet anders is bepaald.

  • Arbeidsongeschikt Een verzekerde is arbeidsongeschikt als hij dat is in de zin van de WIA. De arbeidsongeschiktheid begint op de eerste dag waarop de verzekerde wegens ziekte of een ongeval niet werkt of het werk tijdens werktijd staakt. Op die dag begint ook de wachttijd voor de WIA. Perioden van arbeidsongeschiktheid die elkaar opvolgen met een onderbreking van minder dan vier weken beschouwen we als één arbeidsongeschiktheid.

  • Arbeidsduur De normale arbeidsduur voor een voltijdwerker is gemiddeld 40 uur per week.

  • Uitkering bij arbeidsongeschiktheid 1. Indien een werknemer ten gevolge van ziekte, zwangerschap of bevalling niet in staat is de bedongen arbeid te verrichten, en waarbij de eerste ziektedag na 1 januari 2004 ligt, gelden voor hem de bepalingen van artikel 7:629 BW, de Ziektewet, de Wet Arbeid en Zorg en de Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen, voor zover hierna niet anders is bepaald.

  • Belangrijke opmerking Het volgende model werd opgesteld door de Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest overeenkomstig artikel 218, § 4 van de Brusselse Huisvestingscode. Het is een indicatief model en dus niet verplicht voor partijen die voor een ander model kunnen kiezen. Om de partijen bij te staan en om allesomvattend te zijn, omvat het de clausules van de Brusselse huisvestingscode en andere bepalingen die in de praktijk welbekend zijn en betrekking hebben op onderwerpen die niet gereglementeerd zijn. Om een duidelijk onderscheid te maken tussen de clausules die door een wettekst worden geregeld en de clausules die louter indicatief zijn en die de partijen naar eigen goeddunken kunnen wijzigen, zijn die laatste in de tekst in grijstinten. Wanneer het model voorziet in verschillende opties voor de partijen over hetzelfde onderwerp, wordt de keuze aangegeven met een selectievakje (□) voor elke optie. De partijen kunnen verwijzen naar de bij de huidige woonhuurovereenkomst bijgevoegde toelichtende nota voor iedere erbij horende aanvullende informatie. □ Als het om een natuurlijke persoon gaat (naam, voornaam en tweede voornaam van de verhuurder(s), rijksregisternummer):……………………………………………………………………………………………... .………………………………...…………………………………………………………………………………... Geboortedatum en –plaats: ……………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………. Adres: …………………………………………………………………………………………………………….. ……………………………………………………………………………………………………………………… □ Als het om een rechtspersoon gaat (maatschappelijke benaming van de rechtspersoon): …………… ………………………………………………………………………………………………………………………. Met maatschappelijke zetel gevestigd te (postcode, gemeente) …………………………………………….. (adres, nr.)…………………………………………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………………………………………………………. En met ondernemingsnummer………………………………………………………………………………….. Handelend in de hoedanigheid van........................................................................................................., Hier vertegenwoordigd door .................................................................................................................. De huurders, die solidair handelen, hierna de "medehuurders" genoemd (naam, voornaam en tweede voornaam van de eerste medehuurder, rijksregisternummer): …………… .………………………………...…………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………. Geboortedatum en –plaats: ……………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………. Adres: ……………………………………………………………………………………………………………… (naam, voornaam en tweede voornaam van de tweede medehuurder, rijksregisternummer): …………. .………………………………...…………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………. Geboortedatum en –plaats: ……………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………….... Adres: ……………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………. (naam, voornaam en tweede voornaam van de derde medehuurder, rijksregisternummer): …………… .………………………………...…………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………. Geboortedatum en –plaats: ……………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………… Adres: ……………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………….

  • Arbeidsvoorwaarden F.2.1 Medewerker dient de voorschriften en huisregels van de Opdrachtgever na te leven.

  • Arbeidsongeschiktheidspensioen Het arbeidsongeschiktheidspensioen is per 31 december 2005 vervallen, behalve voor deelnemers die ziek zijn geworden voor 1 januari 2004 en op wie de Wet op de Arbeidsongeschiktheidsverzekering (en onderliggende wet- en regelgeving) van toepassing is en blijft. Voor deze deelnemers blijven de relevante bepalingen aangaande het (ingegane) arbeidsonge- schiktheidspensioen uit de cao 2003-2004 van toepassing.

  • Wijzigingen van deze algemene voorwaarden 1. Fotograaf houdt zich het recht voor deze algemene voorwaarden te wijzigen of aan te vullen.

  • Voor welke schade betalen wij niet? Hieronder staat voor welke schade wij niet betalen:

  • Belangrijke begrippen Een volmacht is een verklaring waarin u een ander (Florius) de bevoegdheid geeft om bepaalde handeling(en) namens u te doen. Florius wil graag de zekerheid hebben dat u uw lening terugbetaalt. Hiervoor spreekt u met Florius af, dat het bedrag dat u op uw beleggings- of effectenrekening opbouwt aan Florius wordt uitgekeerd. Dat wordt verpanden genoemd. Als Florius het bedrag ontvangt, gebruikt Florius het bedrag van uw beleggings- of effectenrekening om uw BeleggersKeuze Hypotheek terug te betalen.