Functiegerichte Inzetbaarheid Voorbeeldclausules

Functiegerichte Inzetbaarheid. 1. Om de medewerkers in staat te stellen een passende functie binnen de ANWB te blijven vervullen en in aanmerking te kunnen komen voor plaatsing in vacatures, zal de ANWB de medewerkers de gelegenheid geven hun kennis en bekwaamheden te ontwikkelen, alsmede deze aan te passen aan technische en andere ontwikkelingen. De ANWB zal de medewerkers daartoe medewerking verlenen voor deelname aan interne en externe opleidings- en vormingsactiviteiten die, al naar gelang de aard van deze activiteiten en de omstandigheden die er toe hebben geleid, na of onder werktijd plaatshebben. 2. Om aan het in lid 1 gestelde doel nader inhoud te geven, zullen ten minste één maal in de twee jaar gesprekken plaatsvinden tussen manager en medewerker over de individuele ontwikkeling van de medewerker. Uitgangspunt voor deze gesprekken zijn zowel de behoeften van de ANWB voortkomend uit de strategische personeelsplanning, als de (mogelijk in tijd en levensfase wisselende) behoeften van de medewerker. De gemaakte afspraken worden voor elke medewerker vastgelegd in een persoonlijk ontwikkelingsplan. Na afloop van deze cao zal de vakorganisaties inzicht worden gegeven in het resultaat van deze cao-afspraak. 3. De ANWB biedt medewerkers individueel loopbaanadvies en loopbaanondersteuning aan op basis van individueel maatwerk. Als uitgangspunt hiervoor gelden de gemaakte afspraken over de ontwikkeling van de medewerker zoals vastgelegd in het persoonlijk ontwikkelingsplan. Het kan bij loopbaanadvies en loopbaanondersteuning gaan om intern advies bij de afdeling HRM maar ook, indien dat in individuele situaties wenselijk en nodig is, om advies en/of assessment bij een extern bureau. De ANWB biedt de mogelijkheid tot interne detachering naar een andere afdeling en/of externe detachering. Ook hiervoor geldt het persoonlijk ontwikkelingsplan als uitgangspunt. 4. Bij veranderingen in de organisatie zal steeds aandacht worden gegeven aan de vraag welke scholingsinspanningen voor de medewerkers nodig zijn om de verandering succesvol te laten verlopen. 5. In de regel wordt aan een medewerker die schriftelijk te kennen heeft gegeven de ANWB te willen verlaten eenmaal per week gelegenheid gegeven tot solliciteren.

Related to Functiegerichte Inzetbaarheid

  • Duurzame inzetbaarheid 1. Werknemers van 55 jaar en ouder kunnen niet verplicht worden tot het werken in een ploegendienst. Werkgever en werknemer zullen in onderling overleg bepalen of hieraan uitvoering kan worden gegeven. De werknemer dient aan het begin van elk kalenderjaar aan te geven indien hij gebruik wenst te maken van deze uitzonderingsregeling. 2. Werknemers van 55 jaar en ouder kunnen niet verplicht worden tot het werken in de nacht (meer dan 1 uur tussen 00.00 en 06.00 uur). Werkgever en werknemer zullen in onderling overleg bepalen of hieraan uitvoering kan worden gegeven. De werknemer dient aan het begin van elk kalenderjaar aan te geven indien hij gebruik wenst te maken van deze uitzonderingsregeling. Bestaande afspraken gemaakt met werknemers die voorheen onder de CAO Goederenvervoer Nederland vielen, worden gerespecteerd. 3. Teneinde bij te dragen aan de duurzame inzetbaarheid van werknemers en die werknemers meer inzicht te geven daarin zal het Sectorinstituut Transport en Logistiek het gebruik van employability- en loopbaanscans en een vitaliteitsprogramma nader promoten. Werknemers kunnen 1x per 3 jaar gebruik maken van deze instrumenten.

  • Inzetbaarheid 1. De werkgever en het team maken afspraken over het totaal aan overige werkzaamheden die binnen de school worden uitgevoerd. Daarbij houden zij rekening met de totale beschikbare formatie en de (on)mogelijkheden om binnen de beschikbare formatie de gewenste taken uit te kunnen voeren. 2. De werkgever stelt vervolgens met instemming van de PMR, als uitvoering van de met het team gemaakte afspraken, alle schooltaken (inclusief het voor- en nawerk) en de normering van deze taken in uren vast. 3. Aan het geven van les en het verzorgen van lesgebonden en/of behandeltaken is voor- en nawerk verbonden. Deze uren worden uitgedrukt in een opslagfactor. De opslagfactor wordt vastgesteld tussen 35 % en 45 % van de lesuren of de lesgebonden en/of behandel- taken. 4. De werkgever maakt jaarlijks vóór de zomervakantie met de individuele werknemer schriftelijk afspraken over de werkdagen, het aantal lesuren of lesgebonden en/of behandeltaken, de opslagfactor, professionalisering en overige taken. De individuele opslagfactor wordt vastgesteld op basis van met de PMR vastgesteld beleid. 5. De werkgever maakt met het onderwijsondersteunend personeel zonder lesgebonden en/of behandeltaken schriftelijke afspraken over de werkdagen, de te vervullen taken en de professionalisering, een en ander met inachtneming van het eerste lid.

  • Onmiddellijke opeisbaarheid U moet aan uw verplichtingen voldoen. Als u dit niet doet, kunnen wij al onze vorderingen op u meteen opeisbaar maken. a. Wij mogen dan al onze vorderingen op u meteen opeisbaar maken, dus ook de vorderingen uit een overeenkomst die u wel correct nakomt. Wij maken van dit recht geen gebruik als uw verzuim van weinig betekenis is en houden ons aan onze zorgplicht zoals genoemd in artikel 2 lid 1 ABV. Wij geven een voorbeeld: Stel u heeft bij ons een betaalrekening waarop u volgens de afspraken met ons maximaal € 500,- rood mag staan terwijl u een keer € 900,- rood staat. U heeft dan een niet toegestaan tekort van € 400,- op uw betaalrekening. Als u daarnaast een woningfinanciering bij ons heeft, is dit tekort geen voldoende reden om uw woningfinanciering op te eisen. U moet dan natuurlijk wel aan al uw verplichtingen uit de woningfinanciering voldoen en het tekort snel aanzuiveren. b. Als wij onze vorderingen opeisbaar maken, doen wij dat door een verklaring. Wij vertellen u daarin waarom wij dat doen.

  • Vervroegde opeisbaarheid 15.1. Behoudens het bepaalde in de akte en de Algemene Bepalingen is de lening door de geldgever niet opzegbaar. 15.2. De lening is terstond opeisbaar: (a) bij het einde van de looptijd van de lening of bij opeising van een andere aan de schuldenaar door de geldgever verstrekte lening en/of opeising van enige tot zekerheid in pand gegeven, dan wel gecedeerde vordering; (b) indien de schuldenaar enige verplichting voortvloeiende uit de akte of de Algemene Bepalingen jegens de geldgever niet nakomt, daaronder begrepen het verrichten van de met de akte of de Algemene Bepalingen strijdige handelingen zonder voorafgaande toestemming van de geldgever; (c) indien de schuldenaar surséance van betaling aanvraagt, in staat van faillissement wordt verklaard, een verzoek tot toepassing van een wettelijke schuldsaneringsregeling heeft ingediend, het beheer, de beschikking of het bestuur over zijn vermogen verliest, afwezig is zonder orde op zaken te hebben gesteld of overlijdt; (d) indien de schuldenaar uit een rechtspersoon, vennootschap onder firma, of maatschap naar burgerlijk recht bestaat: indien de rechtspersoon/vennootschap wordt ontbonden, zijn statuten wijzigt, een wijziging in zijn aandeelhouders of vennoten optreedt, een wijziging in zijn bestuur optreedt, dan wel wijziging komt in de aansprakelijkheid van de rechtspersoon/vennootschap; (e) indien de schuldenaar een borgtocht of andere zekerheid niet stelt of verstrekt (heeft) voor een kortere duur, onder andere bepalingen of met een andere rangorde dan in de akte is bepaald; (f) indien de schuldenaar bij de aanvraag van de lening onvoldoende of onjuiste gegevens heeft verstrekt, zodanig dat de geldgever bij kennis daarvan de lening niet of niet op de overeengekomen bepalingen zou hebben verstrekt; (g) indien het huwelijk van de schuldenaar door echtscheiding wordt ontbonden en indien de schuldenaar staande huwelijk huwelijkse voorwaarden maakt of wijzigt; het voorgaande is van overeenkomstige toepassing indien de schuldenaar een geregistreerd partnerschap is aangegaan; (h) indien de schuldenaar handelt in strijd met of niet voldoet aan de verplichtingen voortvloeiende uit de wet, de betrokken overeenkomst of het betrokken reglement terzake van het onderpand; (i) indien het onderpand door schuld, nalatigheid of verwaarlozing van de schuldenaar aanzienlijk in waarde vermindert; (j) indien het onderpand geheel of gedeeltelijk tenietgaat, ernstig wordt beschadigd of wordt afgebroken; (k) indien het onderpand onbewoonbaar wordt verklaard, niet mag worden bebouwd, verbouwd of hersteld, daarop enig beslag wordt gelegd, in een ruilverkaveling wordt begrepen, op een monumentenlijst wordt geplaatst, voor onteigening wordt aangewezen, of op aanschrijving van de overheid moet worden vernieuwd of hersteld; (l) indien het onderpand geheel of gedeeltelijk in juridische en/of economische zin wordt overgedragen, wordt bezwaard met beperkte rechten of kwalitatieve verplichtingen, of indien op enige andere wijze verandering komt in de rechtstoestand van het onderpand, daaronder begrepen een aankondiging tot publieke verkoop; (m) indien de schuldenaar zich niet met succes blijkt te kunnen beroepen op de bescherming van artikel 3:88 Burgerlijke Wetboek of enige andere derdenbeschermingsbepaling van het Burgerlijk Wetboek ter bescherming van zijn eigendom van of beperkt recht op het onderpand; (n) indien het onderpand bestaat uit een recht van erfpacht en of een recht van opstal: bij niet tijdige voldoening van de verschuldigde canon, retributie of bij enige andere handeling van de erfpachter of opstaller in strijd met de desbetreffende bepalingen, bij opzegging van het recht van erfpacht of het recht van opstal, bij wijziging van de bepalingen van het recht van erfpacht of het recht van opstal, wijzigingen in de canon of retributie daaronder begrepen; bij wijziging van het recht van erfpacht of het recht van opstal door de rechter, alsmede door het teniet gaan van het recht om welke reden dan ook; (o) indien het onderpand bestaat uit een appartementsrecht: bij elke wijziging of aanvulling van de akte van splitsing of het reglement, bij opheffing van de splitsing of bij gehele of gedeeltelijke tenietgaan of sloping van het gesplitste gebouw, alsmede bij overtreding of niet nakoming door de onderzetter van enige verplichting voor hem als appartementseigenaar voortvloeiende uit de wet, de akte van splitsing of het reglement; (p) indien het onderpand met toestemming van de geldgever is verhuurd of verpacht: indien door de rechter of grondkamer machtiging tot verandering van de inrichting of gedaante van het onderpand is verleend, indien door de rechter machtiging wordt verleend aan de huurder een ander in zijn plaatst te stellen en indien de huur- of pachtprijs wordt verlaagd; (q) indien blijkt dat er in de titels van eigendom of ander verbonden registergoed gebreken bestaan, een verbonden beperkt recht of gebruiksrecht vervalt, wordt gewijzigd of wordt beëindigd, de schuldenaar uit het lidmaatschap van een coöperatie wordt ontzet, of indien er anderszins omstandigheden optreden waardoor redelijkerwijs van de geldgever niet kan worden verlangde dat de lening op de overeengekomen bepalingen wordt gecontinueerd.

  • Toepasbaarheid I. De voorwaarden maken deel uit te maken van iedere overeenkomst tussen opdrachtgever en opdrachtnemer, tenzij hiervan uitdrukkelijk schriftelijk is afgeweken. De voorwaarden zijn bij het aangaan van de overeenkomst bekend bij beide partijen.

  • Vertrouwelijkheid van gegevens 1. Elk der partijen garandeert dat alle van de andere partij ontvan- gen gegevens waarvan men weet of dient te weten dat deze van vertrouwelij- ke aard zijn, geheim blijven. De partij die vertrouwelijke gegevens ontvangt, zal deze slechts gebruiken voor het doel waarvoor deze verstrekt zijn. Ge- gevens worden in ieder geval als vertrouwelijk beschouwd indien deze door een der partijen als zodanig zijn aangeduid. TPM kan hieraan niet worden gehouden indien de verstrekking van gegevens aan een derde noodzakelijk is ingevolge een rechterlijke uitspraak, een wettelijk voorschrift of voor correcte uitvoering van de overeenkomst.

  • Sancties bij niet nakomen betalingsverplichtingen De informatie over sancties bij het niet nakomen van betalingsverplichtingen is vermeld in Hoofdstuk Premie van de polisvoorwaarden Zekerheidspakket.

  • Sancties Bij Niet Nakomen Verplichtingen Bij Schade De informatie over sancties bij het niet nakomen van verplichtingen bij schade is vermeld in Hoofdstuk Schade van de polisvoorwaarden Zekerheidspakket Bouw.

  • Sanctie bij niet nakomen verplichtingen 10.5.1 Aan deze verzekering kunnen geen rechten worden ontleend indien de verzekeringnemer of de verzekerde een of meer van in dit artikel genoemde verplichtingen niet is nagekomen en daardoor de belangen van de verzekeraar heeft benadeeld. Van een benadeling is geen sprake bij een terechte erkenning van aansprakelijkheid of bij een erkenning van louter feiten. 10.5.2 Is de verzekeraar niet geschaad in een redelijk belang, dan mag hij niettemin de schade die hij door het niet-nakomen van de in dit artikel genoemde verplichtingen lijdt of de extra kosten die hij daardoor moet maken, op de uitkering in mindering brengen. 10.5.3 Elk recht op uitkering komt te vervallen, indien de verzekering- nemer of de verzekerde een of meer van de in dit artikel genoemde verplichtingen niet is nagekomen met het opzet de verzekeraar te misleiden, tenzij de misleiding het verval van recht niet rechtvaardigt.

  • Betaalbaarheid Het voorstel draagt bij aan meer betaalbare woonruimte in de koop- en/of huursector in het sociale en middeldure segment Doelgroepen Het voorstel draagt bij aan de behoefte aan huisvesting vanuit specifieke doelgroepen, met name starters, ouderen en nieuwkomers (internationale werknemers en nieuwe Limburgers) Impact woningmarkt Het voorstel draagt op de (middel)lange termijn bij aan het in overeenstemming brengen van woningbehoefte en -voorraad Woningvoorraad Het voorstel voorziet in het actualiseren van ruimtelijke plannen (planvoorraad wonen, retailfuncties, etc.) Kleine kern Het voorstel behelst maatregelen in een kern buiten de stedelijke centra Innovatie Het voorstel speelt in op nieuwe woonvarianten, zoals flexwonen, tiny houses, hofjeswoningen, tijdelijke woonruimte en kluswoningen Xxxxxxxxx Het voorstel draagt bij aan het terugdringen van leegstaande objecten in een kern die vanuit sociaal-maatschappelijk optiek onwenselijk is