Common use of Geen arbeidsovereenkomst (echte dienstbetrekking Clause in Contracts

Geen arbeidsovereenkomst (echte dienstbetrekking. Een arbeidsovereenkomst (echte dienstbetrekking) ontstaat, kort gezegd, als: het werk door een persoon zélf moet worden gedaan (vervanging mag niet); én door de opdrachtgever aangegeven kan worden hoe het werk moet worden verricht (de vrijheid is beperkt); én een vergoeding wordt betaald voor de verrichte werkzaamheden. Er ontstaat alleen een arbeidsovereenkomst (echte dienstbetrekking) als aan alle drie voorwaarden is voldaan. Partijen kunnen het ontstaan van een arbeidsovereenkomst (echte dienstbetrekking) niet uitsluiten door (vooraf) in een overeenkomst aan te geven dat zij deze niet willen (zie HR 6 november 2020, ECLI:NL:HR:2020:1746). Mochten zij geen arbeidsovereenkomst (echte dienstbetrekking) wensen aan te gaan, dan is ten eerste van belang dat hetgeen partijen met elkaar afspreken in de overeenkomst niet reeds ertoe leidt dat is voldaan aan bovengenoemde voorwaarden. Ten tweede is belangrijk dat partijen feitelijk ook werken zoals zij in de overeenkomst hebben afgesproken. Deze algemene, nog niet concreet ingevulde overeenkomst is zodanig verwoord, dat aan de tweede voorwaarde (gezag) niet is voldaan. Het meest duidelijk komt dit naar voren in artikel 1.2 en artikel 2 van de overeenkomst. Voor de afwezigheid van het gezag is belangrijk dat de opdrachtgever alleen aanwijzingen en instructies mag geven met betrekking tot wat de opdrachtnemer gaat doen (inspanning of resultaat) en niet hoe de werkzaamheden worden verricht. Door het ontbreken van een gezagsverhouding in deze overeenkomst is geen sprake van een arbeidsovereenkomst (echte dienstbetrekking). In geval de opdrachtgever en opdrachtnemer (feitelijk) werken volgens deze overeenkomst, mag de opdrachtgever ervan uitgaan dat geen loonheffingen zijn verschuldigd. Een uitzondering geldt evenwel voor de mogelijke aanwezigheid van een fictieve dienstbetrekking. Zie hiertoe punt 3. In gevallen waarin geen sprake is van een echte dienstbetrekking kennen de loonheffingen voor een aantal situaties ‘fictieve dienstbetrekkingen’. Als een fictieve dienstbetrekking van toepassing is, moet de opdrachtgever toch loonheffingen inhouden en betalen. Met betrekking tot de fictieve dienstbetrekkingen voor ‘thuiswerkers’ en ‘gelijkgestelden’ kunnen de opdrachtgever en de opdrachtnemer ervoor kiezen deze buiten toepassing te laten zijn. Dat geldt ook voor bepaalde artiesten die optreden op basis van een overeenkomst van korte duur. Van belang is dat partijen de gezamenlijke keuze vóór de eerste betaling hebben vastgelegd. In deze overeenkomst blijkt de gezamenlijke keuze uit punt ‘h’ van de overwegingen. Deze algemene overeenkomst is specifiek opgesteld voor situaties, waarin sprake is van directe inhuur én de persoonlijke verplichting tot het verrichten van werkzaamheden door de opdrachtnemer ontbreekt. Deze overeenkomst kan niet worden gebruikt voor situaties, waarin andere fictieve dienstbetrekkingen van toepassing kunnen zijn. Het is derhalve van belang dat opdrachtgever en opdrachtnemer vóór het aangaan van deze overeenkomst nagaan of sprake is van de volgende fictieve dienstbetrekkingen: Aanneming van werk Tussenpersonen, agenten Stagiaires Meewerkende kinderen Bestuurders van lichamen

Appears in 1 contract

Samples: download.belastingdienst.nl

Geen arbeidsovereenkomst (echte dienstbetrekking. Een arbeidsovereenkomst (echte dienstbetrekking) ontstaat, kort gezegd, als: het werk door een persoon zélf moet worden gedaan (vervanging mag niet); én door de opdrachtgever aangegeven kan worden hoe het werk moet worden verricht (de vrijheid is beperkt); én een vergoeding wordt betaald voor de verrichte werkzaamheden. Er ontstaat alleen een arbeidsovereenkomst (echte dienstbetrekking) als aan alle drie voorwaarden is voldaan. Partijen kunnen het ontstaan van een arbeidsovereenkomst (echte dienstbetrekking) niet uitsluiten door (vooraf) in een overeenkomst aan te geven dat zij deze niet willen (zie HR 6 november 2020, ECLI:NL:HR:2020:1746). Mochten zij geen arbeidsovereenkomst (echte dienstbetrekking) wensen aan te gaan, dan is ten eerste van belang dat hetgeen partijen met elkaar afspreken in de overeenkomst niet reeds ertoe leidt dat is voldaan aan bovengenoemde voorwaarden. Ten tweede is belangrijk dat partijen feitelijk ook werken zoals zij in de overeenkomst hebben afgesproken. Deze algemene, nog niet concreet ingevulde overeenkomst is zodanig verwoord, dat aan de tweede voorwaarde (gezag) niet is voldaan. Het meest duidelijk komt dit naar voren in artikel 1.2 en artikel 2 van de overeenkomst. Voor de afwezigheid van het gezag is belangrijk dat de opdrachtgever alleen aanwijzingen en instructies mag geven met betrekking tot wat de opdrachtnemer gaat doen (inspanning of resultaat) en niet hoe de werkzaamheden worden verricht. Door het ontbreken van een gezagsverhouding in deze overeenkomst is geen sprake van een arbeidsovereenkomst (echte dienstbetrekking). In geval de opdrachtgever en opdrachtnemer (feitelijk) werken volgens deze overeenkomst, mag de opdrachtgever ervan uitgaan dat geen loonheffingen zijn verschuldigd. Een uitzondering geldt evenwel voor de mogelijke aanwezigheid van een fictieve dienstbetrekking. Zie hiertoe punt 3. In gevallen waarin geen sprake is van een echte dienstbetrekking kennen de loonheffingen voor een aantal situaties ‘fictieve dienstbetrekkingen’. Als een fictieve dienstbetrekking van toepassing is, moet de opdrachtgever toch loonheffingen inhouden en betalen. Met betrekking tot de fictieve dienstbetrekkingen voor ‘thuiswerkers’ en ‘gelijkgestelden’ kunnen de opdrachtgever en de opdrachtnemer ervoor kiezen deze buiten toepassing te laten zijn. Dat geldt ook voor bepaalde artiesten die optreden op basis van een overeenkomst van korte duur. Van belang is dat partijen de gezamenlijke keuze vóór de eerste betaling hebben vastgelegd. In deze overeenkomst blijkt de gezamenlijke keuze uit punt ‘h’ van de overwegingen. Deze algemene overeenkomst is specifiek opgesteld voor situaties, waarin sprake is van directe inhuur én de persoonlijke verplichting tot het verrichten van werkzaamheden door de opdrachtnemer ontbreekt. Deze overeenkomst kan niet worden gebruikt voor situaties, waarin andere fictieve dienstbetrekkingen van toepassing kunnen zijn. Het is derhalve van belang dat opdrachtgever en opdrachtnemer vóór het aangaan van deze overeenkomst nagaan of sprake is van de volgende fictieve dienstbetrekkingen: Aanneming van werk Tussenpersonen, agenten Stagiaires Meewerkende kinderen Bestuurders van lichamen

Appears in 1 contract

Samples: download.belastingdienst.nl

Geen arbeidsovereenkomst (echte dienstbetrekking. Een arbeidsovereenkomst (echte dienstbetrekking) ontstaat, kort gezegd, als: het werk door een persoon zélf moet worden gedaan (vervanging mag niet); én door de opdrachtgever aangegeven kan worden hoe het werk moet worden verricht (de vrijheid is beperkt); én een vergoeding wordt betaald voor de verrichte werkzaamheden. Er ontstaat alleen een arbeidsovereenkomst (echte dienstbetrekking) als aan alle drie voorwaarden is voldaan. Partijen kunnen het ontstaan van een arbeidsovereenkomst (echte dienstbetrekking) niet uitsluiten door (vooraf) in een overeenkomst aan te geven dat zij deze niet willen (zie HR 6 november 2020, ECLI:NL:HR:2020:1746)willen. Mochten zij geen arbeidsovereenkomst (echte dienstbetrekking) wensen aan te gaan, dan is ten eerste van belang dat hetgeen partijen met elkaar afspreken in de overeenkomst niet reeds ertoe leidt dat is voldaan aan bovengenoemde voorwaarden. Ten tweede is belangrijk dat partijen feitelijk ook werken zoals zij in de overeenkomst hebben afgesproken. Deze algemene, nog niet concreet ingevulde ingevulde, overeenkomst is zodanig verwoord, verwoord dat aan de tweede voorwaarde (gezag) niet is voldaan. Het meest duidelijk komt dit naar voren in overweging d, artikel 1.2 2.1, 2.2, 2.4, artikel 2.5 en artikel 2 3.2 van de overeenkomst, waarin de instructiebevoegdheid van de opdrachtgever nadrukkelijk wordt beperkt. Voor de afwezigheid van het gezag is belangrijk dat de opdrachtgever alleen aanwijzingen en instructies mag geven met betrekking tot wat de opdrachtnemer gaat doen (inspanning of resultaat) en niet hoe de werkzaamheden worden verricht. Door het ontbreken van een gezagsverhouding in deze overeenkomst is geen sprake van een arbeidsovereenkomst (echte dienstbetrekking). In geval de opdrachtgever en opdrachtnemer (feitelijk) werken volgens deze overeenkomst, mag de opdrachtgever ervan uitgaan dat geen loonheffingen zijn verschuldigd. Een uitzondering geldt evenwel voor de mogelijke aanwezigheid van een fictieve dienstbetrekking. Zie hiertoe punt 3. In gevallen waarin geen sprake is van een echte dienstbetrekking kennen de loonheffingen voor een aantal situaties ‘fictieve dienstbetrekkingen’. Als een fictieve dienstbetrekking van toepassing is, moet de opdrachtgever toch loonheffingen inhouden en betalen. Met betrekking tot de fictieve dienstbetrekkingen voor ‘thuiswerkers’ en ‘gelijkgestelden’ kunnen de opdrachtgever en de opdrachtnemer ervoor kiezen deze buiten toepassing te laten zijn. Dat geldt ook voor bepaalde artiesten die optreden op basis van een overeenkomst van korte duur. Van belang is dat partijen de gezamenlijke keuze vóór de eerste betaling hebben vastgelegd. In deze overeenkomst blijkt de gezamenlijke keuze uit punt ‘h’ van de overwegingen. Deze algemene overeenkomst is specifiek opgesteld voor situaties, waarin sprake is van directe inhuur én de persoonlijke verplichting tot het verrichten van werkzaamheden door de opdrachtnemer ontbreekt. Deze overeenkomst kan niet worden gebruikt voor situaties, waarin andere fictieve dienstbetrekkingen van toepassing kunnen zijn. Het is derhalve van belang dat opdrachtgever en opdrachtnemer vóór het aangaan van deze overeenkomst nagaan of sprake is van de volgende fictieve dienstbetrekkingen: Aanneming van werk Tussenpersonen, agenten Stagiaires Meewerkende kinderen Bestuurders van lichamen4.

Appears in 1 contract

Samples: download.belastingdienst.nl

Geen arbeidsovereenkomst (echte dienstbetrekking. Een arbeidsovereenkomst (echte dienstbetrekking) ontstaat, kort gezegd, als: het werk door een persoon zélf moet worden gedaan (vervanging mag niet); én door de opdrachtgever aangegeven kan worden hoe het werk moet worden verricht (de vrijheid is beperkt); én een vergoeding wordt betaald voor de verrichte werkzaamheden. Er ontstaat alleen een arbeidsovereenkomst (echte dienstbetrekking) als aan alle drie voorwaarden is voldaan. Partijen kunnen het ontstaan van een arbeidsovereenkomst (echte dienstbetrekking) niet uitsluiten door (vooraf) in een overeenkomst aan te geven dat zij deze niet willen (zie zie: HR 6 november 2020, ECLI:NL:HR:2020:1746). Mochten zij geen arbeidsovereenkomst (echte dienstbetrekking) wensen aan te gaan, dan is ten eerste van belang dat hetgeen partijen met elkaar afspreken in de overeenkomst niet reeds ertoe leidt dat is voldaan aan bovengenoemde voorwaarden. Ten tweede is belangrijk dat partijen feitelijk ook werken zoals zij in de overeenkomst hebben afgesproken. Deze algemene, nog niet concreet ingevulde ingevulde, overeenkomst is zodanig verwoord, dat aan de tweede eerste voorwaarde (gezagpersoonlijke verplichting tot het verrichten van werkzaamheden) niet is voldaan. Het meest duidelijk komt dit naar voren Een vrije vervanging kan op de volgende twee manieren in artikel 1.2 een overeenkomst zijn geregeld: de opdrachtnemer xxxxx het werk niet zelf te doen en artikel 2 mag zich willekeurig en zonder toestemming van de opdrachtgever laten vervangen; en/of de opdrachtnemer mag zich in principe laten vervangen door een derde, maar de opdrachtgever mag deze derde eventueel weigeren in geval hij of zij niet voldoet aan zogenaamde objectieve criteria. Bij objectieve criteria gaat het om vereisten, die voor iedereen gelden om bepaalde werkzaamheden bij een onderneming te mogen verrichten. Denk bijvoorbeeld aan een Verklaring omtrent Gedrag (VOG), welke door een kinderopvang organisatie kan worden gevraagd. Er worden door de Belastingdienst maar enkele objectieve criteria toegestaan. Opdrachtnemer en opdrachtgever spreken samen vooraf af welke van toepassing is/zijn en nemen deze vervolgens op in (de bijlage bij) deze overeenkomst. Voor de afwezigheid van het gezag is belangrijk dat de opdrachtgever alleen aanwijzingen en instructies mag geven met betrekking tot wat de opdrachtnemer gaat doen (inspanning of resultaat) en niet hoe de werkzaamheden worden verricht. Door het ontbreken van een gezagsverhouding in In deze overeenkomst is geen sprake uitsluitend de tweede vervangingsvariant opgenomen. De opdrachtnemer mag zich dus zonder toestemming van de opdrachtgever door een derde laten vervangen, tenzij deze derde niet voldoet aan de vooraf vastgestelde objectieve criteria. De mogelijkheid tot vervanging is in de overeenkomst opgenomen in artikel 4.4. van deze overeenkomst. De geformuleerde objectieve kwalificaties zijn opgenomen in artikel 4.5 van deze overeenkomst. Mocht vervanging nodig zijn, dan is het volgende van belang: uitsluitend de opdrachtnemer (en dus niet de opdrachtgever) kan/mag de vervanging regelen. Dit betekent ook dat de opdrachtnemer zich niet mag laten vervangen door een derde, die deel uitmaakt van een door de opdrachtgever geselecteerde pool van personen of staat op een door de opdrachtgever samengestelde lijst. de opdrachtgever mag niet aangeven dat vervanging slechts is toegestaan na zijn toestemming; de werkzaamheden mogen niet zodanig door de opdrachtgever zijn georganiseerd dat feitelijke vervanging eigenlijk niet mogelijk is. Dit kan zich bijvoorbeeld voordoen als het werk direct moet worden gedaan en dus voor de opdrachtnemer geen tijd is om een vervanger te regelen. Ook als persoonlijke kennis en kunde van de opdrachtnemer belangrijk zijn voor de uitvoering van een opdracht of als de opdrachtgever specifieke eisen stelt aan de manier, waarop de werkzaamheden moeten worden verricht, dan kan dit de feitelijke vervanging ook in de weg staan. Bij een recht op vrije vervanging beslist de opdrachtnemer dus zelf of hij of zij zich laat vervangen en door welke persoon. Het informeren van de opdrachtgever over een aankomende vervanging staat dit recht niet in de weg, mits de opdrachtgever niets te zeggen heeft over de keuze van de vervanger. Nogmaals, een arbeidsovereenkomst (echte dienstbetrekking). In geval de kan bij vrije vervanging worden uitgesloten, mits opdrachtgever en opdrachtnemer zich (feitelijk) werken volgens deze overeenkomst, ook gedragen zoals zij in de overeenkomst hebben afgesproken. Dit betekent concreet dat vervanging in de praktijk echt mogelijk moet zijn. Slechts in dit geval mag de opdrachtgever bij deze overeenkomst ervan uitgaan dat geen loonheffingen zijn verschuldigd. Een uitzondering geldt evenwel voor de mogelijke aanwezigheid van een fictieve dienstbetrekking. Zie hiertoe punt 3. In gevallen waarin geen sprake is van een echte dienstbetrekking kennen de loonheffingen voor een aantal situaties ‘fictieve dienstbetrekkingen’. Als een fictieve dienstbetrekking van toepassing is, moet de opdrachtgever toch loonheffingen inhouden en betalen. Met betrekking tot de fictieve dienstbetrekkingen voor ‘thuiswerkers’ en ‘gelijkgestelden’ kunnen de opdrachtgever en de opdrachtnemer ervoor kiezen deze buiten toepassing te laten zijn. Dat geldt ook voor bepaalde artiesten die optreden op basis van een overeenkomst van korte duur. Van belang is dat partijen de gezamenlijke keuze vóór de eerste betaling hebben vastgelegd. In deze overeenkomst blijkt de gezamenlijke keuze uit punt ‘h’ van de overwegingen. Deze algemene overeenkomst is specifiek opgesteld voor situaties, waarin sprake is van directe inhuur én de persoonlijke verplichting tot het verrichten van werkzaamheden door de opdrachtnemer ontbreekt. Deze overeenkomst kan niet worden gebruikt voor situaties, waarin andere fictieve dienstbetrekkingen van toepassing kunnen zijn. Het is derhalve van belang dat opdrachtgever en opdrachtnemer vóór het aangaan van deze overeenkomst nagaan of sprake is van de volgende fictieve dienstbetrekkingen: Aanneming van werk Tussenpersonen, agenten Stagiaires Meewerkende kinderen Bestuurders van lichamen

Appears in 1 contract

Samples: download.belastingdienst.nl

Geen arbeidsovereenkomst (echte dienstbetrekking. Een arbeidsovereenkomst (echte dienstbetrekking) ontstaat, kort gezegd, als: het werk door een persoon zélf moet worden gedaan (vervanging mag niet); én door de opdrachtgever aangegeven kan worden hoe het werk moet worden verricht (de vrijheid is beperkt); én een vergoeding wordt betaald voor de verrichte werkzaamheden. Er ontstaat alleen een arbeidsovereenkomst (echte dienstbetrekking) als aan alle drie voorwaarden is voldaan. Partijen kunnen het ontstaan van een arbeidsovereenkomst (echte dienstbetrekking) niet uitsluiten door (vooraf) in een overeenkomst aan te geven dat zij deze niet willen (zie HR 6 november 2020, ECLI:NL:HR:2020:1746)willen. Mochten zij geen arbeidsovereenkomst (echte dienstbetrekking) wensen aan te gaan, dan is ten eerste van belang dat hetgeen partijen met elkaar afspreken in de overeenkomst niet reeds ertoe leidt dat is voldaan aan bovengenoemde voorwaarden. Ten tweede is belangrijk dat partijen feitelijk ook werken zoals zij in de overeenkomst hebben afgesproken. Deze algemene, nog niet concreet ingevulde ingevulde, overeenkomst is zodanig verwoord, verwoord dat aan de tweede eerste voorwaarde (gezagpersoonlijke verplichting tot het verrichten van werkzaamheden) niet is voldaan. Het meest duidelijk komt dit naar voren Een vrije vervanging kan op de volgende twee manieren in artikel 1.2 een overeenkomst zijn geregeld: de opdrachtnemer xxxxx het werk niet zelf te doen en artikel 2 mag zich willekeurig en zonder toestemming van de overeenkomst. Voor opdrachtgever laten vervangen; en/of de afwezigheid van het gezag is belangrijk dat opdrachtnemer mag zich in principe laten vervangen door een derde, maar de opdrachtgever alleen aanwijzingen mag deze derde eventueel weigeren in geval hij of zij niet voldoet aan zogenaamde objectieve criteria. Bij objectieve criteria gaat het om strikte vereisten, die voor iedereen nodig zijn om bepaalde werkzaamheden bij een onderneming te mogen en instructies mag geven met betrekking tot wat de opdrachtnemer gaat doen kunnen verrichten. Objectieve criteria zijn niet: ervaringsvereisten, functie- of taakprofielen. Objectieve criteria zijn (inspanning in ieder geval): Beroepsspecifieke vergunningen en certificaten. Bijvoorbeeld: een rijbewijs vereist voor een chauffeur. Registratie in kwaliteits- of resultaat) en niet hoe de werkzaamheden worden verrichtberoepsregister. Door Bijvoorbeeld: een BIG-registratie voor een arts of op het ontbreken tableau staan van een gezagsverhouding advocaat. Verklaring omtrent gedrag (VOG). Opdrachtnemer en opdrachtgever spreken samen vooraf af welke van toepassing is/zijn en nemen deze vervolgens op in de bijlage bij deze modelovereenkomst. In deze overeenkomst is geen sprake uitsluitend de tweede vervangingsvariant opgenomen. De opdrachtnemer mag zich dus zonder toestemming van de opdrachtgever door een derde laten vervangen, tenzij deze derde niet voldoet aan de vooraf vastgestelde objectieve criteria. De mogelijkheid tot vervanging is in de overeenkomst opgenomen in artikel 7 wat in samenhang met artikel 14 moet worden gelezen. Het objectieve criterium is opgenomen in artikel 14: de vervanger moet beschikken over een geldige KNLTB licentie. Mocht vervanging nodig zijn, dan is het volgende van belang: uitsluitend de opdrachtnemer (en dus niet de opdrachtgever) kan/mag de vervanging regelen. Dit betekent ook dat de opdrachtnemer zich niet mag laten vervangen door een derde, die deel uitmaakt van een door de opdrachtgever geselecteerde pool van personen of staat op een door de opdrachtgever samengestelde lijst; de opdrachtgever mag niet aangeven dat vervanging slechts is toegestaan na zijn toestemming; de werkzaamheden mogen niet zodanig door de opdrachtgever zijn georganiseerd dat feitelijke vervanging eigenlijk niet mogelijk is. Dit kan zich bijvoorbeeld voordoen als het werk direct moet worden gedaan en dus voor de opdrachtnemer geen tijd is om een vervanger te regelen. Ook als persoonlijke kennis en kunde van de opdrachtnemer belangrijk zijn voor de uitvoering van een opdracht of als de opdrachtgever specifieke eisen stelt aan de manier, waarop de werkzaamheden moeten worden verricht, dan kan dit de feitelijke vervanging ook in de weg staan. Bij een recht op vrije vervanging beslist de opdrachtnemer dus zelf of hij of zij zich laat vervangen en door welke persoon. Het informeren van de opdrachtgever over een aankomende vervanging staat dit recht niet in de weg, mits de opdrachtgever niets te zeggen heeft over de keuze van de vervanger. Een arbeidsovereenkomst (echte dienstbetrekking). In geval de kan bij vrije vervanging worden uitgesloten, mits opdrachtgever en opdrachtnemer zich nogmaals (feitelijk) werken volgens deze overeenkomst, ook gedragen zoals zij in de overeenkomst hebben afgesproken. Dit betekent concreet dat vervanging in de praktijk echt mogelijk moet zijn. Slechts in dit geval mag de opdrachtgever bij deze overeenkomst ervan uitgaan dat geen loonheffingen zijn verschuldigd. Een uitzondering geldt evenwel voor de mogelijke aanwezigheid van een fictieve dienstbetrekking. Zie hiertoe punt 3. In gevallen waarin geen sprake is van een echte dienstbetrekking kennen de loonheffingen voor een aantal situaties ‘fictieve dienstbetrekkingen’. Als een fictieve dienstbetrekking van toepassing is, moet de opdrachtgever toch loonheffingen inhouden en betalen. Met betrekking tot de fictieve dienstbetrekkingen voor ‘thuiswerkers’ en ‘gelijkgestelden’ kunnen de opdrachtgever en de opdrachtnemer ervoor kiezen deze buiten toepassing te laten zijn. Dat geldt ook voor bepaalde artiesten die optreden op basis van een overeenkomst van korte duur. Van belang is dat partijen de gezamenlijke keuze vóór de eerste betaling hebben vastgelegd. In deze overeenkomst blijkt de gezamenlijke keuze uit punt ‘h’ van de overwegingen. Deze algemene overeenkomst is specifiek opgesteld voor situaties, waarin sprake is van directe inhuur én de persoonlijke verplichting tot het verrichten van werkzaamheden door de opdrachtnemer ontbreekt. Deze overeenkomst kan niet worden gebruikt voor situaties, waarin andere fictieve dienstbetrekkingen van toepassing kunnen zijn. Het is derhalve van belang dat opdrachtgever en opdrachtnemer vóór het aangaan van deze overeenkomst nagaan of sprake is van de volgende fictieve dienstbetrekkingen: Aanneming van werk Tussenpersonen, agenten Stagiaires Meewerkende kinderen Bestuurders van lichamen.

Appears in 1 contract

Samples: download.belastingdienst.nl

Geen arbeidsovereenkomst (echte dienstbetrekking. Een arbeidsovereenkomst (echte dienstbetrekking) ontstaat, kort gezegd, als: het werk door een persoon zélf moet worden gedaan (vervanging mag niet); én door de opdrachtgever aangegeven kan worden hoe het werk moet worden verricht (de vrijheid is beperkt); én een vergoeding wordt betaald voor de verrichte werkzaamheden. Er ontstaat alleen een arbeidsovereenkomst (echte dienstbetrekking) als aan alle drie voorwaarden is voldaan. Partijen kunnen het ontstaan van een arbeidsovereenkomst (echte dienstbetrekking) niet uitsluiten door (vooraf) in een overeenkomst aan te geven dat zij deze niet willen (zie HR 6 november 2020, ECLI:NL:HR:2020:1746)willen. Mochten zij geen arbeidsovereenkomst (echte dienstbetrekking) wensen aan te gaan, dan is ten eerste van belang dat hetgeen partijen met elkaar afspreken in de overeenkomst niet reeds ertoe leidt dat is voldaan aan bovengenoemde voorwaarden. Ten tweede is belangrijk dat partijen feitelijk ook werken zoals zij in de overeenkomst hebben afgesproken. Deze algemene, nog niet concreet ingevulde ingevulde, overeenkomst is zodanig verwoord, verwoord dat aan de tweede eerste voorwaarde (gezagpersoonlijke verplichting tot het verrichten van werkzaamheden) niet is voldaan. Het meest duidelijk komt dit naar voren Een vrije vervanging kan op de volgende twee manieren in artikel 1.2 een overeenkomst zijn geregeld: de opdrachtnemer xxxxx het werk niet zelf te doen en artikel 2 mag zich willekeurig en zonder toestemming van de overeenkomst. Voor opdrachtgever laten vervangen; en/of de afwezigheid van het gezag is belangrijk dat opdrachtnemer mag zich in principe laten vervangen door een derde, maar de opdrachtgever alleen aanwijzingen mag deze derde eventueel weigeren in geval hij of zij niet voldoet aan zogenaamde objectieve criteria. Bij objectieve criteria gaat het om strikte vereisten, die voor iedereen nodig zijn om bepaalde werkzaamheden bij een onderneming te mogen en instructies mag geven met betrekking tot wat de opdrachtnemer gaat doen kunnen verrichten. Objectieve criteria zijn niet: ervaringsvereisten, functie- of taakprofielen. Objectieve criteria zijn (inspanning in ieder geval): Beroepsspecifieke vergunningen en certificaten. Bijvoorbeeld: een rijbewijs vereist voor een chauffeur. Registratie in kwaliteits- of resultaat) en niet hoe de werkzaamheden worden verrichtberoepsregister. Door Bijvoorbeeld: een BIG-registratie voor een arts of op het ontbreken tableau staan van een gezagsverhouding advocaat. Verklaring omtrent gedrag (VOG). Opdrachtnemer en opdrachtgever spreken samen vooraf af welke van toepassing is/zijn en nemen deze vervolgens op in de bijlage bij deze modelovereenkomst. In deze overeenkomst is geen sprake uitsluitend de tweede vervangingsvariant opgenomen. De opdrachtnemer mag zich dus zonder toestemming van de opdrachtgever door een derde laten vervangen, tenzij deze derde niet voldoet aan de vooraf vastgestelde objectieve criteria. De mogelijkheid tot vervanging is in de overeenkomst opgenomen in art. 4. Mocht vervanging nodig zijn, dan is het volgende van belang: uitsluitend de opdrachtnemer (en dus niet de opdrachtgever) kan/mag de vervanging regelen. Dit betekent ook dat de opdrachtnemer zich niet mag laten vervangen door een derde, die deel uitmaakt van een door de opdrachtgever geselecteerde pool van personen of staat op een door de opdrachtgever samengestelde lijst; de opdrachtgever mag niet aangeven dat vervanging slechts is toegestaan na zijn toestemming; de werkzaamheden mogen niet zodanig door de opdrachtgever zijn georganiseerd dat feitelijke vervanging eigenlijk niet mogelijk is. Dit kan zich bijvoorbeeld voordoen als het werk direct moet worden gedaan en dus voor de opdrachtnemer geen tijd is om een vervanger te regelen. Ook als persoonlijke kennis en kunde van de opdrachtnemer belangrijk zijn voor de uitvoering van een opdracht of als de opdrachtgever specifieke eisen stelt aan de manier, waarop de werkzaamheden moeten worden verricht, dan kan dit de feitelijke vervanging ook in de weg staan. Bij een recht op vrije vervanging beslist de opdrachtnemer dus zelf of hij of zij zich laat vervangen en door welke persoon. Het informeren van de opdrachtgever over een aankomende vervanging staat dit recht niet in de weg, mits de opdrachtgever niets te zeggen heeft over de keuze van de vervanger. Een arbeidsovereenkomst (echte dienstbetrekking). In geval de kan bij vrije vervanging worden uitgesloten, mits opdrachtgever en opdrachtnemer zich nogmaals (feitelijk) werken volgens deze overeenkomst, ook gedragen zoals zij in de overeenkomst hebben afgesproken. Dit betekent concreet dat vervanging in de praktijk echt mogelijk moet zijn. Slechts in dit geval mag de opdrachtgever bij deze overeenkomst ervan uitgaan dat geen loonheffingen zijn verschuldigd. Een uitzondering geldt evenwel voor de mogelijke aanwezigheid van een fictieve dienstbetrekking. Zie hiertoe punt 3. In gevallen waarin geen sprake is van een echte dienstbetrekking kennen de loonheffingen voor een aantal situaties ‘fictieve dienstbetrekkingen’. Als een fictieve dienstbetrekking van toepassing is, moet de opdrachtgever toch loonheffingen inhouden en betalen. Met betrekking tot de fictieve dienstbetrekkingen voor ‘thuiswerkers’ en ‘gelijkgestelden’ kunnen de opdrachtgever en de opdrachtnemer ervoor kiezen deze buiten toepassing te laten zijn. Dat geldt ook voor bepaalde artiesten die optreden op basis van een overeenkomst van korte duur. Van belang is dat partijen de gezamenlijke keuze vóór de eerste betaling hebben vastgelegd. In deze overeenkomst blijkt de gezamenlijke keuze uit punt ‘h’ van de overwegingen. Deze algemene overeenkomst is specifiek opgesteld voor situaties, waarin sprake is van directe inhuur én de persoonlijke verplichting tot het verrichten van werkzaamheden door de opdrachtnemer ontbreekt. Deze overeenkomst kan niet worden gebruikt voor situaties, waarin andere fictieve dienstbetrekkingen van toepassing kunnen zijn. Het is derhalve van belang dat opdrachtgever en opdrachtnemer vóór het aangaan van deze overeenkomst nagaan of sprake is van de volgende fictieve dienstbetrekkingen: Aanneming van werk Tussenpersonen, agenten Stagiaires Meewerkende kinderen Bestuurders van lichamen.

Appears in 1 contract

Samples: download.belastingdienst.nl

Geen arbeidsovereenkomst (echte dienstbetrekking. Een arbeidsovereenkomst (echte dienstbetrekking) ontstaat, kort gezegd, ontstaat als: het werk door een persoon zélf moet worden gedaan (vervanging mag dus niet); én door de opdrachtgever aangegeven kan worden hoe het werk moet worden verricht (de vrijheid is dus beperkt); én een vergoeding wordt betaald voor de verrichte werkzaamheden. Er ontstaat alleen een arbeidsovereenkomst (echte dienstbetrekking) als aan alle drie voorwaarden is voldaan. Partijen kunnen het ontstaan van een arbeidsovereenkomst (echte dienstbetrekking) niet uitsluiten door (vooraf) in een overeenkomst aan te geven dat zij deze niet willen (zie HR 6 november 2020, ECLI:NL:HR:2020:1746)willen. Mochten zij geen arbeidsovereenkomst (echte dienstbetrekking) wensen aan te gaanwillen, dan is ten eerste van belang dat hetgeen partijen met elkaar afspreken in de algemene voorwaarden en de overeenkomst van opdracht niet reeds ertoe leidt dat is voldaan aan bovengenoemde voorwaarden. Ten tweede is vervolgens belangrijk dat partijen feitelijk ook werken zoals zij in de algemene voorwaarden en de overeenkomst van opdracht hebben afgesproken. Deze algemene, nog niet concreet ingevulde algemene voorwaarden en de overeenkomst is van opdracht zijn zodanig verwoord, dat aan de tweede voorwaarde (gezag) niet is voldaan. Het meest duidelijk komt dit Dit oordeel is gebaseerd op verschillende elementen van de algemene voorwaarden en de overeenkomst van opdracht die ik in samenhang heb bezien. In artikel 5 leden 1,2 3 en 9 (geel gemarkeerde bepalingen) is vastgelegd dat opdrachtnemer de werkzaamheden naar voren eigen inzicht en zonder leiding of toezicht van intermediair (opdrachtgever) en derde (cliënt) verricht en onder eigen verantwoordelijkheid. In artikel 6 lid 1, onderdeel d is vastgelegd dat de opdrachtnemer bij de uitvoering van de werkzaamheden gebruik maakt van eigen gereedschap, hulpmiddelen of materialen tenzij het gezien de aard van de werkzaamheden of veiligheidseisen noodzakelijk is dat gebruik gemaakt wordt van gereedschappen, hulpmiddelen of materialen van de derde (cliënt). In artikel 8 lid 1 is bepaald dat opdrachtgever en opdrachtnemer indien nodig in onderling overleg de plaats van de werkzaamheden bepalen. Tenslotte is in artikel 1.2 15 lid 1 uitdrukkelijk vastgelegd dat het de opdrachtnemer is toegestaan gedurende de overeenkomst van opdracht en artikel 2 daarna voor andere opdrachtgevers of derden te werken. Deze artikelen leiden in gecombineerd verband tot de conclusie dat de instructiebevoegdheid van de overeenkomstintermediair (opdrachtgever) en de derde (cliënt) nadrukkelijk wordt beperkt. Voor de afwezigheid van het gezag is belangrijk dat de opdrachtgever De intermediair (opdrachtgever) mag alleen aanwijzingen en instructies mag geven met betrekking tot wat de opdrachtnemer gaat doen (inspanning of resultaat) en niet hoe de werkzaamheden worden verricht. Door het ontbreken van een gezagsverhouding in deze overeenkomst is geen sprake van een Een arbeidsovereenkomst (echte dienstbetrekking). In geval de opdrachtgever ) kan worden uitgesloten, mits intermediair (opdrachtgever) en opdrachtnemer zich nogmaals (feitelijk) werken volgens deze overeenkomst, mag ook gedragen zoals zij in de opdrachtgever ervan uitgaan dat geen algemene voorwaarden en de overeenkomst van opdracht hebben afgesproken. Of de intermediair (opdrachtgever) loonheffingen zijn verschuldigd. Een uitzondering geldt evenwel voor moet inhouden en betalen is dan nog afhankelijk van de mogelijke aanwezigheid van een fictieve dienstbetrekking. Zie hiertoe punt 3. In gevallen waarin geen sprake is van een echte dienstbetrekking kennen de loonheffingen voor een aantal situaties ‘fictieve dienstbetrekkingen’. Als vraag of een fictieve dienstbetrekking van toepassing is, moet de opdrachtgever toch loonheffingen inhouden en betalen. Met betrekking tot de fictieve dienstbetrekkingen voor ‘thuiswerkers’ en ‘gelijkgestelden’ kunnen de opdrachtgever en de opdrachtnemer ervoor kiezen deze buiten toepassing te laten zijn. Dat geldt ook voor bepaalde artiesten die optreden op basis van een overeenkomst van korte duur. Van belang is dat partijen de gezamenlijke keuze vóór de eerste betaling hebben vastgelegd. In deze overeenkomst blijkt de gezamenlijke keuze uit punt ‘h’ van de overwegingen. Deze algemene overeenkomst is specifiek opgesteld voor situaties, waarin sprake is van directe inhuur én de persoonlijke verplichting tot het verrichten van werkzaamheden door de opdrachtnemer ontbreekt. Deze overeenkomst kan niet worden gebruikt voor situaties, waarin andere fictieve dienstbetrekkingen van toepassing kunnen zijn. Het is derhalve van belang dat opdrachtgever en opdrachtnemer vóór het aangaan van deze overeenkomst nagaan of sprake is van de volgende fictieve dienstbetrekkingen: Aanneming van werk Tussenpersonen, agenten Stagiaires Meewerkende kinderen Bestuurders van lichamen.

Appears in 1 contract

Samples: download.belastingdienst.nl

Geen arbeidsovereenkomst (echte dienstbetrekking. Een arbeidsovereenkomst (echte dienstbetrekking) ontstaat, kort gezegd, als: het werk door een persoon zélf moet worden gedaan (vervanging mag niet); én door de opdrachtgever aangegeven kan worden hoe het werk moet worden verricht (de vrijheid is beperkt); én een vergoeding wordt betaald voor de verrichte werkzaamheden. Er ontstaat alleen een arbeidsovereenkomst (echte dienstbetrekking) als aan alle drie voorwaarden is voldaan. Partijen kunnen het ontstaan van een arbeidsovereenkomst (echte dienstbetrekking) niet uitsluiten door (vooraf) in een overeenkomst aan te geven dat zij deze niet willen (zie HR 6 november 2020, ECLI:NL:HR:2020:1746)willen. Mochten zij geen arbeidsovereenkomst (echte dienstbetrekking) wensen aan te gaan, dan is ten eerste van belang dat hetgeen partijen met elkaar afspreken in de overeenkomst niet reeds ertoe leidt dat is voldaan aan bovengenoemde voorwaarden. Ten tweede is belangrijk dat partijen feitelijk ook werken zoals zij in de overeenkomst hebben afgesproken. Deze algemene, nog niet concreet ingevulde ingevulde, overeenkomst is zodanig verwoord, verwoord dat aan de tweede voorwaarde (gezag) niet is voldaan. Het meest duidelijk komt dit naar voren in artikel 1.2 de artikelen 1.1 en artikel 2 van de overeenkomst. Voor de afwezigheid van het gezag is belangrijk dat de opdrachtgever alleen aanwijzingen en instructies mag geven met betrekking tot wat de opdrachtnemer gaat doen (inspanning of resultaat) en niet hoe de werkzaamheden worden verricht. Door het ontbreken van een gezagsverhouding in deze overeenkomst is geen sprake van een arbeidsovereenkomst (echte dienstbetrekking). In geval de opdrachtgever en opdrachtnemer (feitelijk) werken volgens deze overeenkomst, mag de opdrachtgever ervan uitgaan dat geen loonheffingen zijn verschuldigd. Een uitzondering geldt evenwel voor de mogelijke aanwezigheid van een fictieve dienstbetrekking. Zie hiertoe punt 3. In gevallen waarin geen sprake is van een echte dienstbetrekking kennen de loonheffingen voor een aantal situaties ‘fictieve dienstbetrekkingen’. Als een fictieve dienstbetrekking van toepassing is, moet de opdrachtgever toch loonheffingen inhouden en betalen. Met betrekking tot de fictieve dienstbetrekkingen voor ‘thuiswerkers’ en ‘gelijkgestelden’ kunnen de opdrachtgever en de opdrachtnemer ervoor kiezen deze buiten toepassing te laten zijn. Dat geldt ook voor bepaalde artiesten die optreden op basis van een overeenkomst van korte duur. Van belang is dat partijen de gezamenlijke keuze vóór de eerste betaling hebben vastgelegd. In deze overeenkomst blijkt de gezamenlijke keuze uit punt ‘h’ van de overwegingen. Deze algemene overeenkomst is specifiek opgesteld voor situaties, waarin sprake is van directe inhuur én de persoonlijke verplichting tot het verrichten van werkzaamheden door de opdrachtnemer ontbreekt. Deze overeenkomst kan niet worden gebruikt voor situaties, waarin andere fictieve dienstbetrekkingen van toepassing kunnen zijn. Het is derhalve van belang dat opdrachtgever en opdrachtnemer vóór het aangaan van deze overeenkomst nagaan of sprake is van de volgende fictieve dienstbetrekkingen: Aanneming van werk Tussenpersonen, agenten Stagiaires Meewerkende kinderen Bestuurders van lichamen4.

Appears in 1 contract

Samples: werkgeverslijn.nl