Hoofdverblijf Voorbeeldclausules

Hoofdverblijf. Huurder zal het gehuurde gedurende de huurtijd feitelijk bewonen en de woonruimte daadwerkelijk voor hemzelf en de leden van zijn huishouden gebruiken. Huurder zal in het gehuurde onafgebroken zijn exclusieve hoofdverblijf houden. Indien verhuurder gegronde redenen heeft om aan te nemen dat huurder niet zijn hoofdverblijf op het gehuurde heeft of heeft gehad, is huurder gehouden bewijs te leveren dat huurder onafgebroken het hoofdverblijf in het gehuurde heeft behouden of heeft gehad. Hierbij wordt voorhands aangenomen dat huurder geen rechtens te respecteren belang meer heeft bij het aanhouden van het gehuurde, indien huurder hier niet langer feitelijk verblijft.
Hoofdverblijf. De woning is uw hoofdverblijf en uitsluitend bestemd om door u en de leden van uw huishouden te worden gebruikt als woonruimte. De bestemming als woonruimte mag u niet wijzigen. U mag uw woning niet gebruiken als bedrijfsruimte. Ook de bestemming van onroerende zaken, die bij de woning horen, zoals een tuin, groenstrook, berging, garage of gemeenschappelijke ruimten, mag niet worden gewijzigd.
Hoofdverblijf. Huurder zal het gehuurde gedurende de huurtijd feitelijk bewonen en de woonruimte daadwerkelijk voor hemzelf en de leden van zijn huishouden gebruiken. Huurder zal in het gehuurde zijn exclusieve hoofdverblijf houden.
Hoofdverblijf. 1. Een woonvoorziening wordt slechts verleend indien de aanvrager zijn hoofdverblijf heeft of zal hebben in de woonruimte waaraan de voorziening wordt getroffen. 2. In afwijking van het gestelde in het eerste lid kan een woonvoorziening getroffen worden voor het bezoekbaar maken van één woonruimte indien de aanvrager zijn hoofdverblijf heeft in een AWBZ-instelling. 3. De aanvraag voor het bezoekbaar maken, wordt ingediend in de gemeente waar de aan te passen woning staat. 4. De woonvoorziening betreft slechts het bezoekbaar maken van de in het tweede lid bedoelde woonruimte met een door het college in het Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Dalfsen vast te leggen maximumbedrag. 5. Onder bezoekbaar maken, wordt uitsluitend verstaan dat de aanvrager de woonruimte, de woonkamer en een toilet kan bereiken.
Hoofdverblijf. Ad lid 1 In tegenstelling tot de Wet voorzieningen gehandicapten wordt in de wet niet expliciet vermeld dat de gemeentelijke compensatieplicht alleen geldt voor de inwoners van de gemeente.
Hoofdverblijf. Huurder is verplicht om het gehuurde zelf als woonruimte te gebruiken en is verplicht er zijn hoofdverblijf te hebben. Met hoofdverblijf wordt bedoeld dat de huurder wekelijks minimaal vier van de zeven nachten in het gehuurde slaapt, in het gehuurde kookt en daar zijn maaltijden gebruikt en aan het adres van het gehuurde zijn post ontvangt. Een huurder die zijn hoofdverblijf in een woning houdt, heeft de woning gestoffeerd en gemeubileerd en bewaart er zijn persoonlijke spullen, waaronder kleding, sieraden en toiletartikelen. Een huurder die voor een aanzienlijk deel van het jaar ergens anders verblijft, anders dan de gebruikelijke vakantieduur, heeft niet zijn hoofdverblijf in het gehuurde.
Hoofdverblijf. De huurder is gehouden het gehuurde zelf te bewonen en daar zijn hoofdverblijf te hebben. Op de huurder rust het bewijs dat hij onafgebroken het hoofdverblijf in het gehuurde heeft dan wel heeft gehad. In geval men geen hoofdbewoner van de woning is dan kan de verhuurder hiervoor bij de rechter een boete tot een maximum van 15% van de maandhuurprijs per dag vorderen. Inschrijving
Hoofdverblijf. Huurder zal het gehuurde gedurende de huurtijd feitelijk bewonen en de woonruimte daadwerkelijk voor hemzelf en de leden van zijn huishouden gebruiken. Huurder zal in het gehuurde zijn exclusieve hoofdverblijf* houden. Huurder is verplicht een boete aan Verhuurder te betalen van € 500,00 van het niet hebben van de woning als hoofdverblijf, onverminderd de verplichting van huurder om alsnog overeenkomstig deze Algemene Huurvoorwaarden te handelen en onverminderd de overige rechten van Verhuurder op nakoming, ontbinding, schadevergoeding of anderszins. Deze boete is van toepassing voor elke maand (de eerste maand na aanvang van de huurovereenkomst uitgezonderd) dat de woning niet het hoofdverblijf was, een gedeelte van een maand te rekenen voor een hele. *Onder hoofdverblijf wordt verstaan het dagelijks feitelijk gebruik van de woning door de huurder zelf, onder andere door daadwerkelijk in de woning te verblijven, door dagelijks in de woning de nacht door te brengen, in de woning te koken en de maaltijden te gebruiken, alsmede vanuit de woning zijn zaken te regelen. Het is niet toegestaan het gehuurde als tweede woning of als vakantiewoning te gebruiken.
Hoofdverblijf. In tegenstelling tot de Wet voorzieningen gehandicapten wordt in de wet niet expliciet vermeld dat de gemeentelijke compensatieplicht alleen geldt voor de inwoners van de gemeente. Artikel 11 van de wet geeft echter wel een aanwijzing in die richting door vermelding van “ingezetenen”, mede gezien het feit dat er met de wet geen inhoudelijke uitbreiding van de werking van de Wet voorzieningen gehandicapten is beoogd. In eerste instantie geeft de gemeentelijke basisadministratie uitsluitsel. Voor bepaalde gezondheidszorginstellingen geldt dat de bewoners een briefadres elders kunnen aanhouden. De gemeente waar de aanvrager van de voorziening daadwerkelijk verblijft, heeft de verplichting tot compensatie van beperkingen. In het geval van AWBZ-bewoners heeft deze verplichting geen betrekking op de woonvoorzieningen. Het is noodzakelijk de zinsnede 'of zal hebben' op te nemen voor situaties waarin de aanvrager naar een andere gemeente wil verhuizen en in die gemeente een woning wil laten bouwen of aanpassen voordat deze daadwerkelijk wordt betrokken, zie ook artikel 20, onder c. Lid 2, 3, 4 en 5 . Onder de Wet voorzieningen gehandicapten waren AWBZ-bewoners uitgesloten van het recht op woonvoorzieningen. Een bovenwettelijke uitzondering hierop werd door gemeenten gemaakt voor het zogenaamde bezoekbaar maken van een woonruimte voor bezoek aan ouders of andere familieleden. Deze uitzondering was gebaseerd op de verordening. Omdat met de wet niet wordt beoogd om de omvang van de onder de Wet voorzieningen gehandicapten geregelde zorgplicht in te krimpen of uit te breiden, is de optie van het bezoekbaar maken ook weer in de verordening opgenomen in artikel 19. Verdere verplichtingen dan hier genoemd in de verordening heeft de gemeente daarom niet. “Bezoekbaar maken” wordt in de verordening daarom gelimiteerd tot het bereikbaar maken van de woonruimte zelf en enkele essentiële ruimten daarin, en kan bovendien in financiële zin worden gemaximeerd, zie lid 4. Onder de Wet voorzieningen gehandicapten werd hiervoor vaak wordt een bedrag gehanteerd dat gelijk was aan het bedrag voor een verhuiskostenvergoeding.
Hoofdverblijf. Huurder zal het gehuurde gedurende de huurtijd zelf gebruiken.