Hoogte van de Aanvulling werkgever. De Aanvulling werkgever bedraagt een percentage van de berekeningsgrondslag, dat eenmalig wordt vastgesteld op het moment dat hij voor het eerst gebruikmaakt van de FPU Gemeenten aan de hand van de leeftijd van de ambtenaar op 31 december 2005 en bedraagt: Leeftijd ambtenaar op 31 december 2005 Aanvulling werkgever als percentage van berekeningsgrondslag bij uittreden op spilleeftijd 56 6,9 57 8,0 58 9,4 59 11,3 60 14 61 of ouder 16
Hoogte van de Aanvulling werkgever. Lid 1 De Aanvulling werkgever bedraagt een percentage van de berekeningsgrondslag, dat eenmalig wordt vastgesteld op het moment dat hij voor het eerst gebruikmaakt van de FPU Gemeenten aan de hand van de leeftijd van de ambtenaar op 31 december 2005 en bedraagt: 56 6,9 57 8,0 58 9,4 59 11,3 60 14 61 of ouder 16
Lid 2 De hoogte van de aanvulling werkgever wordt actuarieel neutraal herrekend indien de ambtenaar uittreedt op een eerder of later moment dan de voor hem geldende spilleeftijd.
a. De in het tweede lid genoemde spilleeftijd is voor de ambtenaar geboren
I. vóór of op 1 april 1947: 61 jaar en twee maanden;
II. na 1 april 1947: 62 jaar en drie maanden.
b. Voor zover dit leidt tot een vroegere spilleeftijd dan genoemd onder a, is de in het tweede lid genoemde spilleeftijd voor de ambtenaar die onder de FPU maatregel 42, 43, 44 FPU-jaren valt, het moment waarop hij het aantal dienstjaren van 42 jaar en twee maanden, respectievelijk 43 jaar en twee maanden, respectievelijk 44 jaar en twee maanden bereikt.
Hoogte van de Aanvulling werkgever. Lid 1 Anders dan bij de FPU-uitkering is de Aanvulling werkgever niet afhankelijk van de mate van uit treden. Dit betekent dat wanneer een ambtenaar in stapjes uittreedt de Aanvulling werkgever op het moment van het eerste deeltijdontslag wordt vastgesteld en nadien niet meer wijzigt (er vindt wel een indexatie plaats: zie artikel 5a:2). Per 1 juli 2006 zijn dit de percentages „Aanvulling werkgever‟. Partijen hebben hierover overeen- stemming bereikt in de CAO 2005-2007. Voor de hoogte van de Aanvulling is de leeftijd van de ambtenaar op 31 december 2005 én het moment van uittreden belangrijk. Het in de tabel genoemde aanvullingspercentage is de Aanvulling bij uittreden op spilleeftijd. Later of eerder uittreden leidt tot een hogere respectievelijk lagere uitkering.
Lid 2 Dit artikel regelt de in de wetgeving inzake VUT, prepensioen en levensloop voorgeschreven actuariële herrekening van een uitkering bij later uittreden (Wet aanpassing fiscale behandeling VUT/prepensioen en introductie levensloopregeling). Ook bij eerdere uittreding is afgesproken de uitkering actuarieel te herrekenen. Uitgangspunt is de uitkering op de spilleeftijd (deze uitkering is afhankelijk van de leeftijd van betrokkene op 31 december 2005).
Lid 3 De spilleeftijd van de ambtenaar is de spilleeftijd zoals bedoeld in het „hoofdlijnenakkoord inzake aanpassing ABP-regelingen aan VPL-wetgeving‟ (ledenbrief 18 juli 2005, MARZ/CvA/U200515077).
Hoogte van de Aanvulling werkgever. Aftopping aanvulling werkgever voor medewerkers die vanaf 1 juli 2006 gebruikmaken van de FPU Gemeenten
Hoogte van de Aanvulling werkgever. De Aanvulling werkgever bedraagt een percentage van de bere- keningsgrondslag, dat eenmalig wordt vastgesteld op het mo- ment dat hij voor het eerst gebruik maakt van de FPU Gemeen-
Hoogte van de Aanvulling werkgever. De Aanvulling werkgever bedraagt een percentage van de berekeningsgrondslag, dat eenmalig wordt vastgesteld aan de hand van de leeftijd die de ambtenaar heeft op het moment dat hij voor het eerst gebruikmaakt van de FPU Gemeenten en bedraagt:
Hoogte van de Aanvulling werkgever. De Aanvulling werkgever bedraagt een percentage van de berekeningsgrondslag, dat eenmalig wordt vastgesteld op het moment dat hij voor het eerst gebruikmaakt van de FPU Gemeenten aan de hand van de leeftijd van de ambtenaar op 31 december 2005 en bedraagt:
Hoogte van de Aanvulling werkgever. Lid 1 De Aanvulling werkgever bedraagt een percentage van de berekeningsgrondslag, dat eenmalig wordt vastgesteld op het moment dat hij voor het eerst gebruikmaakt van de FPU Gemeenten aan de hand van de leeftijd van de ambtenaar op 31 december 2005 en bedraagt: Leeftijd ambtenaar op 31 december 2005 Aanvulling werkgever als percentage van berekeningsgrondslag bij uittreden op spilleeftijd 56 6,9 57 8,0 58 9,4 59 11,3 60 14 61 of ouder 16
Lid 2 De hoogte van de aanvulling werkgever wordt actuarieel neutraal herrekend indien de ambtenaar uittreedt op een eerder of later moment dan de voor hem geldende spilleeftijd.
Hoogte van de Aanvulling werkgever